N I E U W S B R I E F. In deze nieuwsbrief van oktober 2014 (nr. 2014/4) komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Vergelijkbare documenten
Uit de Miljoenennota en het Belastingplan 2015 hebben wij de belangrijkste onderwerpen op het gebied van loonheffingen voor u op een rijtje gezet.

Memorandum werkkostenregeling

LOONHEFFINGEN. Loonheffingen...2

Totale vergoedingen en verstrekkingen inhoudingsplichtige. Belastbaar loon. -/- door inhoudingsplichtige aangewezen belastbaar loon werknemer

Programma. 1. Werkkostenregeling 2. 30%-regeling 3. Beschikking geen loonheffingen 4. Stand van zaken beroepsprocedures crisisheffing

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling.

Werkkostenregeling. Presentatie gemaakt door: Leijtens & Partners B.V

Prinsjesdag 2014: wijzigingen voor de loonheffingen, afdrachtvermindering en de keuzeregeling

Werkkostenregeling 2018

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014

Prinsjesdag fiscale actualiteiten

Finc Advieswijzer Werkkostenregeling 2017: de hoofdpunten op een rij

Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven

Werkkostenregeling De hoofdpunten op een rij. advieswijzer

Werkkostenregeling november 2014

Prinsjesdagontbijt 17 september 2014

Prinsjesdag 2014 en het belastingplan Teruggaaf BTW op rekeningnummer derde. Per 1 januari 2015 vervalt de tenaamstellingsverplichting

Vijf maatgerelen voor de WKR in 2015

Vervallen tijdelijke verlenging doorleveringstermijn overdrachtsbelasting.

Werkkostenregeling (WKR)

De werkkostenregeling

Werkkostenregeling (WKR)

Werkkosten- regeling. Hoofdstuk 2.7. Sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen

De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2015 in werking treden, tenzij anders vermeld.

Klantenseminar/actualiteiten

NIEUWSBRIEF 08/2014. Met ingang van 2015 is de werkkostenregeling voor iedere werkgever verplicht!

OVERZICHT MAATREGELEN BELASTINGPLAN 2015

Werkkostenregeling; waar moet u op letten bij de overgang?

Werkkostenregeling. Onderwerpen. Fiscaal. aan het werk met de werkkostenregeling

Fiscanet Praktijkmemo

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Cliëntennieuwsbrief AF&T Special Werkkostenregeling (WKR) December In dit nummer:

Met ingang van 2015 is de werkkostenregeling voor iedere werkgever verplicht!

THE POWER OF BEING UNDERSTOOD

WERKKOSTENREGELING. U kunt de eindheffing van de werkkostenregeling ook als concern toepassen.

De regeling is al goedgekeurd voor Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

Nieuwsbrief Miljoenennota 2015 (deel 1)

NIEUWSBRIEF SEPTEMBER 2015

WERKKOSTENREGELING. Vereniging Nederlandse Gemeenten. Mr. Stan Rethans Mr. Ivon van der Linden Kennisgroep CAO. Utrecht, 14 oktober 2014

De gevolgen van de keuzes en vastleggingen in de administratie komen tot uiting in de loonaangifte.

o T F M

negentig NIEUWS In dit nummer: Vereenvoudigingen werkkosten regeling in detail Ingrijpende wijzigingen gebruikelijk loon per 2015

De Werkkosten regeling vanaf 2015 Handleiding voor UBplus

Kostenvergoedingen Training on the job

Fiscale actualiteiten onderwijsinstellingen

MKB Nieuwsbrief Oktober 2014

WERKKOSTENREGELING. Schematisch ziet het systeem er als volgt uit: Nieuwsbrief. werkkostenregeling per 1 januari 2015.

Actualiteiten loonbelasting & sociale verzekeringen

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Fiscale actualiteiten

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

WERKKOSTENREGELING EN IRIS

Stan Rethans. Jaarbeurs Utrecht 16 oktober 2014

HR Salarisservice Juli 2014

Kosten verlagen transitievergoeding in nieuw ontslagrecht

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Allereerst. Bibi Gelaudie Salarisadministratie. Anne van Haga Salarisadministratie Fiscaal

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017

De werkkostenregeling internationaal belicht.

Miljoenen belastingplichtigen moeten belasting nabetalen over 2014

Werkkostenregeling per 2015

IPA-ACON GROEP nieuwsbrief

Informatieblad Uw positie als dga

Belastingplan 2015 [gepresenteerd op 16 september 2014]

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

People Services. De werkkostenregeling ABCD. KPMG Meijburg & Co

Werkkostenregeling in HR2day

Werkkostenregeling: 10 tips voor een goede implementatie

Belastingcijfers 2015

FKR studieochtend 24 september Werkkostenregeling

Belastingplan 2015; de effecten voor de loonheffingen in beeld Tien maatregelen waaronder aanpassingen WKR

De Werkkosten regeling Handleiding voor UBplus

Nieuwsbrief. Nr

Nieuwsbrief. Fiscaal Juridisch Adviesbureau

MKB-NIEUWSBRIEF 10/2015

FISCALE SIGNALEN [1/6] Special Prinsjesdag: belastingpakket Ondernemen

Whitepaper Werkkostenregeling Versie: oktober 2014.

Belastingcijfers 2017

Miljoenennota-ontbijt Almere 17 September Mr. A. (André) Verduijn RB Countus accountants + adviseurs


RB Prinsjesdagspecial 2014

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART UUR

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

Middels dit schrijven willen wij nogmaals uw aandacht vragen voor de werkkostenregeling (WKR).

Enkele fiscale wijzigingen per 1 januari 2013 nader belicht

Voorstel van college danwel burgemeester aan gemeenteraad

Nieuwsbrief september 2011

Belastingcijfers 2016

Let op bij Kopieren ID Kaart:

DE WERKKOSTENREGELING. 12 juni Esther Patty en Cuno Wittrock

In deze Nieuwjaarsbrief Nederlandse Payroll 2014 gaan wij in op een aantal aandachtspunten en wijzigingen met betrekking tot de loonheffingen 2014.

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019

Prinsjesdag 2014 De fiscale maatregelen van Prinsjesdag 2014 Heffingskortingen en tarieven inkomstenbelasting Kindgebonden budget

Signalering. Stappenplan fiscale beoordeling werkruimte

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Hierbij informeren wij u over een aantal wijzigingen, die in het komende jaar Controleer alle Verklaringen geen privégebruik auto

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen.

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2015/2016

Transcriptie:

N I E U W S B R I E F In deze nieuwsbrief van oktober 2014 (nr. 2014/4) komen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. Overgangsrecht stamrechtaanspraken 2. Pensioenovereenkomsten wijzigen voor 1 januari 2015? 3. VAR 2014 blijft ook begin 2015 geldig 4. Werkkostenregeling gewijzigd en verplicht met ingang van 2015 5. Wanneer al eigen woning? 6. Onzakelijke leningen aan gelieerde vennootschappen 7. Vanaf 2015 wijzigt BTW op telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten 8. Verhuur garageboxen belast met omzetbelasting 9. Aanpassing gebruikelijkloonregeling 10. Herleven 80%-regeling levensloopregeling 11. Inkomen bij arbeidsongeschiktheid 12. Nieuw besluit over middeling Er kan geen verantwoordelijkheid worden aanvaard voor hetgeen zonder deskundig advies ondernomen wordt naar aanleiding van deze publicatie.

1. Overgangsrecht stamrechtaanspraken Met ingang van 2014 mogen gouden-handdruk-stamrechten afgekocht worden zonder dat revisierente in rekening wordt gebracht. Bij afkoop in 2014 vindt een eenmalige korting van 20% plaats. Dan wordt dus geheven over 80% van de afkoopwaarde. Ook na 2014 kunnen dergelijke stamrechten worden afgekocht, maar dan geldt de korting van 20% niet meer. De Staatsecretaris heeft bij de parlementaire behandeling bekend gemaakt dat ook een gedeeltelijke afkoop van een stamrecht wordt toegestaan. In het overgangsrecht wordt nu vastgelegd dat een onregelmatige opname van het stamrecht niet leidt tot een sanctie. Er kan dus worden gekozen om slechts een deel van het stamrecht op te nemen zonder dat het volledige stamrecht wordt belast. Het overgangsrecht werkt met ingang van 1 januari 2014. Overigens heeft de Staatssecretaris expliciet bekend gemaakt dat de 80%-regeling alleen mag worden toegepast bij volledige afkoop. 2. Pensioenovereenkomsten wijzigen voor 1 januari 2015? Directeur-grootaandeelhouders die ook in 2014 nog aanspraken voor pensioen in eigen beheer opbouwen, moesten eind 2013 hun pensioenovereenkomst aanpassen aan de Wet VAP. Indien het de bedoeling is om ook in 2015 door te gaan met de opbouw van pensioen in eigen beheer, dan moeten deze pensioenovereenkomsten vóór 1 januari 2015 wederom worden aangepast. Onlangs zijn namelijk twee wetsvoorstellen aangenomen, waarin de maximale opbouwpercentages vanaf 1 januari 2015 worden verlaagd van 1,9% naar 1,657% voor eindloonregelingen en van 2,15% naar 1,875% voor middelloonregelingen. Daarnaast wordt het pensioengevend loon beperkt tot maximaal 100.000 en wordt de AOW-franchise gewijzigd in 100/70 voor middelloonregelingen en 100/66,28 voor eindloonregelingen. Let op dat deze actie tijdig (dus vóór 1 januari a.s.) plaatsvindt. 3. VAR 2014 blijft ook begin 2015 geldig Huidige VAR-houders hoeven geen verzoeken voor het jaar 2015 te doen. De lopende VAR blijft voor in de beschikking omschreven werkzaamheden geldig tot het nieuwe systeem in werking treedt in de loop van 2015. Het nieuwe systeem gaat heten Beschikking geen loonheffingen (hierna BGL). In dat nieuwe systeem wordt een medeverantwoordelijkheid voor opdrachtgevers geregeld. De opdrachtgever wordt medeverantwoordelijk voor de controle op de juistheid van de BGL. Om zekerheid voor de loonheffing te krijgen, dient naast het soort werkzaamheden die worden verricht, ook de wijze waarop en de condities waaronder in de praktijk wordt gewerkt, volledig overeen te komen met hetgeen op de BGL staat vermeld. Het gaat daarbij vooral om onderdelen waarop de opdrachtgevers zelf beslissende invloed kunnen uitoefenen, zoals of de opdrachtnemer zich mag laten vervangen voor de uitvoering van de werkzaamheden, wie het risico draagt voor schade en of de opdrachtnemer zelf zijn werktijden mag bepalen. Er wordt een webmodule geïntroduceerd. Die biedt een eindoordeel over de inhoudingsplicht aan de hand van een serie vragen. Direct na het invullen van de vragenlijst wordt zichtbaar of de aanvraag wordt gehonoreerd. Het is vervolgens aan de opdrachtnemer/zzp er om te beslissen of de BGL daadwerkelijk wordt aangevraagd.

4. Werkkostenregeling gewijzigd en verplicht met ingang van 2015 In onderdeel 18 van onze vorige nieuwsbrief hebben we al gemeld dat de werkkostenregeling (WKR) per 1 januari 2015 verplicht voor iedere werkgever gaat gelden. Hierna wordt nader ingegaan op de wijzigingen per 1 januari a.s. Sinds 1 januari 2011 bestaat de Werkkostenregeling (WKR) op facultatieve basis. Met ingang van 1 januari 2015 wordt toepassing van de WKR verplicht voor alle werkgevers. Door de introductie van de WKR verdwijnt een groot aantal fiscale regels rondom vergoedingen en/of verstrekkingen in de loonsfeer. Er is voor 2015 een vrijstelling geïntroduceerd van 1,2% van de fiscale loonsom voor aangewezen vergoedingen en verstrekkingen, ongeacht de vraag of daarin een beloningselement valt te onderkennen. Aanvullend zijn er een aantal gerichte vrijstellingen, nihilwaarderingen en een noodzakelijkheidscriterium voor zakelijke kosten ingevoerd. De forfaitaire ruimte (ook wel vrije ruimte of werkkostenforfait genoemd) om onbelast vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers te doen, bedraagt 1,2% van de totale fiscale loonsom. Bij overschrijding van deze (totale) vrije ruimte is de werkgever over het meerdere een eindheffing verschuldigd van 80%. De werkgever dient vooraf de vergoedingen en verstrekkingen aan te wijzen (kenbaar te maken) die als onderdeel van de vrije ruimte gaan gelden. Deze keuze dient uiterlijk gemaakt te worden op het moment van betalen van de vergoeding of verstrekken van het loon in natura, bijv. door vastlegging in de administratie. Indien en voor zover er geen aanwijzing vooraf plaatsvindt, zijn vergoedingen en verstrekkingen individueel te belasten loon. Het is niet mogelijk vergoedingen en verstrekkingen met terugwerkende kracht onder te brengen in de vrije ruimte. De vrije ruimte geldt per kalenderjaar. Een eventueel restant kan niet worden meegenomen naar een volgend kalenderjaar. Voor alle vergoedingen en verstrekkingen geldt de gebruikelijkheidstoets. De WKR kan dus niet worden gebruikt om meer kosten te vergoeden dan het bedrag waarop werknemers in redelijkheid en naar aard van hun werkzaamheden recht zouden hebben. Ter verbetering van de uitvoerbaarheid wordt de regeling aangepast en wel als volgt. Noodzakelijkheidscriterium Er komt een beperkte introductie van het noodzakelijkheidscriterium. Dat is een open norm die ervan uitgaat dat de werkgever bepaalt of een voorziening die hij aan de werknemer wil verstrekken noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden. Als dat het geval is, hoeft geen rekening te worden gehouden met het eventuele privé-voordeel van de werknemer. Het noodzakelijkheidcriterium wordt voorlopig alleen gehanteerd voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Daarvoor wordt de toets van noodzakelijkheid aan de werkgever overgelaten. Zijn oordeel wordt geobjectiveerd met een redelijkheidstoets.

Jaarlijkse afrekening Er komt een eenmalige toets voor de vrije ruimte en de jaarlijkse afrekening. Inhoudingsplichtigen hoeven voortaan nog maar één keer per jaar vast te stellen wat aan belasting verschuldigd is in het kader van de WKR. Dat hoeft dus niet meer per aangiftetijdvak. De eventueel verschuldigde belasting wordt afgedragen in het eerste aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar. Concernregeling Vennootschappen die tot een concern behoren, hoeven niet langer voor de verschillende concernonderdelen verschillende berekeningen te maken. Moedermaatschappijen met (klein)dochtervennootschappen waarbij sprake is van een belang van 95% of meer worden als een concern aangemerkt. De bij overschrijding van de gezamenlijke ruimte verschuldigde belasting moet worden aangegeven en afgedragen door het concernonderdeel met de grootste loonsom. Branche-eigen producten Om tegemoet te komen aan werkgevers met relatief veel deeltijdmedewerkers, met daarbij een relatief lage loonsom en daardoor een kleine vrije ruimte zoals dat in de detailhandel veel voorkomt, wordt de bestaande regeling voor personeelskorting in de WKR voortgezet in de vorm van een gerichte vrijstelling. Onderscheid vergoedingen en verstrekkingen vervalt Voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen komt een gerichte vrijstelling. Dat betekent dat het niet uitmaakt of de werkgever de voorzieningen verstrekt, vergoedt of ter beschikking stelt. 5. Wanneer al eigen woning? De Hoge Raad heeft op 3 oktober jl. de vraag beantwoord wanneer sprake is van een woning in aanbouw in de zin van de eigenwoningregeling voor de inkomstenbelasting. Het betrof de aankoop van een perceel grond met daarop een boerderij. De boerderij werd gesloopt om elders op het terrein een nieuwe woning te bouwen. Door omstandigheden duurde het een aantal jaren tot daadwerkelijk met de bouw werd gestart. De inspecteur stelde dat voorafgaand aan de bouwactiviteiten geen sprake was van een woning in aanbouw in de zin van de eigenwoningregeling en weigerde de aftrek van betaalde hypotheekrente. De Hoge Raad overwoog dat van een woning in aanbouw naar het spraakgebruik eerst sprake is vanaf het moment van aanvang van de (feitelijke) bouwkundige werkzaamheden die tot de stichting van een woning leiden, dus pas bij aanvang van de bouw. Dit betekent dus dat de belanghebbende die grond had verworven met de intentie om daarop een woning te laten bouwen en daarvoor een lening was aangegaan, de rente over die lening niet kon aftrekken voor zover die rente betrekking had op de periode tussen de verwerving van de grond en de aanvang van de bouwwerkzaamheden. De Hoge Raad heeft op dezelfde dag ook een zaak afgedaan betreffende hypotheekrenteaftrek voor een afgebrande woning. Het Hof had uitgemaakt dat een door brand onbewoonbaar geworden woning voor de koper daarvan niet kon worden aangemerkt als een woning in aanbouw. Er waren in dat geval bijna uitsluitend sloopwerkwerkzaamheden verricht en de herstelwerkzaamheden waren nog niet voortgezet. De door de wetgever gebezigde woning in aanbouw impliceert volgens het Hof dat bouwwerkzaamheden moeten zijn begonnen of

concrete stappen zijn gezet, waaruit naar redelijke verwachting valt aan te nemen dat de werkzaamheden binnen afzienbare tijd gaan beginnen en zullen resulteren in een woning die de belastingplichtige binnen twee jaar na het einde van het kalenderjaar als hoofdverblijf in gebruik zal nemen. 6. Onzakelijke leningen aan gelieerde vennootschappen In de praktijk rijzen veel problemen over aan gelieerde vennootschappen verstrekte leningen op het tijdstip dat blijkt dat terugbetaling niet zomaar mogelijk is. Indien de leningverstrekker (een deel van) het geleende wil afboeken ten laste van het resultaat, vindt hij de inspecteur op zijn weg. Onlangs heeft Rechtbank Gelderland in een voorgelegd geval nog eens aangegeven waarom de afwaardering van de vordering op een failliete vennootschap in die situatie niet aftrekbaar was. De rechtbank overwoog dat de lening onder zodanige voorwaarden en omstandigheden was verstrekt dat daarbij door de verstrekker een debiteurenrisico is gelopen dat een onafhankelijke derde, die geen belang heeft dat voortvloeit uit de concernverhouding, niet zou hebben aanvaard. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang: - Er is geen enkele zekerheid voor de terugbetaling van het geleende bedrag opgenomen; - Er is geen aflossing overeengekomen; - De lening is achtergesteld bij de kredietovereenkomst tussen de bank en de lener; - Op het tijdstip van verstrekking van de lening waren het eigen vermogen en de resultaten van de geldlener negatief. Ter voorkoming van geschillen, dan wel om sterker te staan als toch een discussie met de Belastingdienst ontstaat, is het van groot belang om leningen steeds schriftelijk vast te leggen en daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de door de rechtbank van belang geachte criteria. 7. Vanaf 2015 wijzigt BTW op telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten Vanaf 1 januari 2015 zijn telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten altijd belast in het land waar de klant/afnemer van de diensten is gevestigd. Het maakt daarbij niet uit of de afnemer een particulier of een ondernemer is en ook niet of die binnen of buiten de EU is gevestigd. Als de afnemer ondernemer is in een ander EU-land dan de dienstverlener, dan is de BTWverleggingsregeling van toepassing en draagt de afnemer de BTW in eigen land af. Als de afnemer een particulier is in een ander EU-land, dan dient de dienstverrichter BTW af te dragen in het EU-land waar de particuliere afnemer woont. Als de afnemer ondernemer of particulier is, gevestigd buiten de EU, dan is de in Nederland gevestigde dienstverlener geen EU-BTW verschuldigd. Mogelijk is wel BTW of een daarmee vergelijkbare heffing in het land van vestiging van de afnemer verschuldigd. Vanaf 1 januari 2015 bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de regeling om in één EU-land BTW-aangifte te doen voor alle EU-landen.

8. Verhuur garageboxen belast met omzetbelasting Verhuur van onroerende zaken is volgens de hoofdregel vrijgesteld voor de omzetbelasting tenzij een verzoek om belaste verhuur mogelijk is en gedaan wordt. Verhuur van parkeerruimte voor voertuigen is uitgezonderd van de vrijstelling, dus belastbaar voor de omzetbelasting. Onlangs heeft Rechtbank Zeeland-West Brabant beslist dat verhuur van garageboxen niet is vrijgesteld van omzetbelasting. Het betrof de eigenaar van elf garageboxen die ieder afzonderlijk verhuurd werden aan particulieren. Er wordt bij de verhuur geen omzetbelasting in rekening gebracht en evenmin voorbelasting in aftrek gebracht in de veronderstelling dat sprake is van verhuur van onroerende zaken (bergruimten). De inspecteur is van mening dat de verhuur van garageboxen niet is vrijgesteld van omzetbelasting. De rechtbank overweegt dat vaststaat dat het gebruik van de garageboxen als parkeerruimte voor voertuigen tussen de verhuurder en huurders contractueel niet is uitgesloten. De opvatting van de verhuurder dat sprake is van multifunctionele ruimten die primair voor andere doeleinden dan voor parkeren van voertuigen kunnen worden gebruikt wordt verworpen. Verder overweegt de rechtbank dat garageboxen in de hedendaagse praktijk weliswaar vaak worden gebruikt voor andere doeleinden dan voor het stallen van voertuigen, maar dat daardoor aan de boxen niet het primaire karakter van stallingsgelegenheid wordt ontnomen. De verhuur is dan ook belast met omzetbelasting. 9. Aanpassing gebruikelijkloonregeling De gebruikelijkloonregeling is van toepassing voor de werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang (> 5% aandelen) heeft. Het loon wordt tenminste gesteld op 44.000. Indien aannemelijk is dat ter zake van soortgelijke dienstbetrekkingen een hoger loon gebruikelijk is, wordt het loon gesteld op een bedrag dat maximaal 30% afwijkt van wat gebruikelijk is, maar niet lager dan het hoogste loon van de overige werknemers. Vanaf 2015 wordt de doelmatigheidsmarge van 30% verlaagd naar 25%. Verder wordt voortaan vergeleken met het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Als gevolg van overgangsrecht moet het gebruikelijk loon van een kwalificerende dga voor 2015 gesteld worden op 75/70 e van het loon over 2013 als dit loon hoger was dan 43.000, tenzij aannemelijk is dat het loon in 2015 op een hoger of lager moet worden gesteld. Let op, dit betekent dat voor bijna elke dga het loon in 2015 verhoogd moet worden. Alle met de Belastingdienst gemaakte afspraken over het gebruikelijk loon zijn hiermee na 2014 opgezegd. 10. Herleven 80%-regeling levensloopregeling Voor de onder het overgangsrecht vallende deelnemers aan de levensloopregeling herleeft de 80%-regeling. De spijtoptanten die alsnog hun restant-levenslooptegoed volledig opnemen in 2015 worden slechts voor 80% daarvan belast. Die 80%-regeling geldt ten hoogste voor het bedrag van de aanspraken die bestonden op 31 december 2013. Na toepassing van de regeling kan de belanghebbende geen gebruik meer maken van het overgangsrecht, omdat het volledige tegoed moet worden opgenomen.

11. Inkomen bij arbeidsongeschiktheid Er komt met ingang van 2015 bij langdurige arbeidsongeschiktheid een regeling voor gehele of gedeeltelijke afkoop van lijfrenten. Bepaald zal worden dat dan geen sprake is van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en revisierente. De ontvangen afkoopsom wordt aangemerkt als lijfrentetermijn, moet inkomenvervangend zijn en vormt box 1 inkomen. Er zal sprake zijn van heffing van premie ZVW. Bij beoogde toepassing van de opnamemogelijkheid kunnen ook de gevolgen voor de eigen bijdrage ingevolge de WMO van belang zijn. 12. Nieuw besluit over middeling Onlangs heeft de Staatssecretaris een nieuw beleidsbesluit gepubliceerd over middeling van inkomens in box 1. Nieuw daarbij is een goedkeuring om het jaar van overlijden te mogen betrekken in het middelingstijdvak als dat jaar wat inkomen betreft een piekjaar is. Dat overlijdensjaar mag onder voorwaarden voor de toepassing van middeling als geheel kalenderjaar worden aangemerkt. De voorwaarden zijn: 1. Het belastbare box 1 inkomen van het overlijdensjaar is hoger dan de belastbare inkomens uit werk en woning van de beide andere kalenderjaren die deel uitmaken van het middelingstijdvak; 2. De binnenlandse belastingplicht is geëindigd als gevolg van overlijden van de belastingplichtige; 3. De oorzaak van het hogere belastbare inkomen in het jaar van overlijden is niet gelegen in het overlijden van de belastingplichtige. Voor zover dit wel het geval is, kan dat deel van het belastbare inkomen niet worden meegenomen in de middeling. De laatste voorwaarde heeft tot gevolg dat een door het overlijden ontstane stakingswinst niet mag meetellen!