Resultaten vragenlijst Input vanuit de praktijk Inleiding Vanuit het expertisecentrum verstandelijke beperking zijn wij geïnteresseerd in de huidige werkwijzen binnen de gehandicaptenzorg en de verbeteringen die hierop gewenst zijn. Om meer inzicht te krijgen in wat er in de praktijk speelt hebben wij aan professionals een vragenlijst voorgelegd met als doel meer inzicht te krijgen in het gebruik van de begrippen 'sociale adaptatie' en 'intelligentie' en de toepasbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van de huidige diagnostische instrumenten voor beide begrippen. In dit document zullen wij de resultaten van deze vragenlijst bespreken. Het document eindigt met aandachtspunten/conclusies die wij meenemen om verder richting te geven aan de projecten van de werkgroepen intelligentiemeting en sociale adaptatie. Deelnemers 145 participanten hebben de vragenlijst ingevuld. Hiervan waren 47 begeleiders en 98 gedragskundigen. De deelnemers waren werkzaam in 55 verschillende instellingen in de gehandicaptenzorg. In de bijlage is een overzicht te zien waar de begeleiders en gedragskundigen werkzaam zijn. Begeleiders In dit gedeelte worden de bevindingen beschreven van begeleiders met betrekking tot intelligentie en sociale adaptatie. Intelligentie De meeste begeleiders zijn op de hoogte van het intelligentieniveau waarop een cliënt functioneert. Slechts 2 mensen geven aan dit niet te weten van de cliënten. Begeleiders komen aan deze informatie via de gedragsdeskundige (49%), door zelf uitslagformulieren te bekijken (51%), ondersteuningsplannen/dossiers na te zien en zelf een inschatting te makken (bijvoorbeeld door middel van observaties). Sociale Adaptatie Met betrekking tot sociale adaptatie geven 39 begeleiders (87%) aan op de hoogte te zijn van het bestaan van dit begrip. Hiervan maakt 88%(37) tijdens het werk ook daadwerkelijk onderscheid tussen conceptuele, sociale en praktische vaardigheden. 21,4%(9) krijgt advies van gedragskundigen over sociale adaptatie. 45%(19) kan navraag doen bij de gedragskundige als zij meer informatie willen. Een groot deel van de begeleiders (43%) geeft aan geen advies te krijgen met betrekking tot sociale adaptatie. De volgende vragenlijsten worden door begeleiders ingevuld om het niveau van sociale adaptatie in kaart te brengen.
SRZ/SRZ-P/SRZ-I 18 (5%) Vineland (VABS) 6 (17%) ESSEON 3 (8%) Anders, namelijk DVZ, CEP, DEMENTIE 4 (11%) Geen 15 (42%) Tabel 1. Vragenlijsten die worden gebruikt door begeleiders om sociale adaptatie in kaart te brengen. 6 5 4 3 2 1 Vragenlijsten Sociale Adaptatie Percentages Grafiek 1. Vragenlijsten die worden gebruikt door begeleiders om sociale adaptatie in kaart te brengen (in procenten). Na het invullen van de vragenlijsten krijgen 16 begeleiders altijd een terugkoppeling van de gedragskundige, 4 begeleiders ontvangen meestal een terugkoppeling en één begeleider soms. 5% geeft aan tevreden te zijn over deze praktische toepasbaarheid van deze terugkoppeling. Sociale Adaptatie-Intelligentie Wanneer begeleiders moeten kiezen tussen sociale adaptatie en intelligentie geeft 86% aan liever informatie over het sociale adaptief functioneren van de cliënt te willen ontvangen dan over het intelligentieniveau. Voor begeleiders is informatie over sociale adaptatie concreter en biedt het betere handvatten om gerichte doelen op te stellen voor de begeleiding van hun cliënten. Sociale adaptatie geeft weer wat iemand kan in het dagelijks leven en zegt voor veel begeleiders meer over een persoon dan een IQ score. Enkele begeleiders geven aan dat zij het intelligentieniveau van een cliënt wel in het achterhoofd houden om overschatting te voorkomen. Gedragskundigen Hieronder worden de bevindingen van gedragskundigen besproken met betrekking tot intelligentie en sociale adaptatie.
Intelligentie 94% van de ondervraagden brengt zelf het intelligentieniveau van cliënten in kaart. Gedragskundigen gebruiken deze informatie voornamelijk om een diagnostisch beeld te vormen van een cliënt. Daarnaast wordt het intelligentieniveau ook gebruikt bij de onderbouwing van bijvoorbeeld een indicatie aanvraag, begeleidingsadviezen, uitleg aan betrokkenen en om de cliënt zelf een beeld te geven van zijn of haar functioneren. Intelligentietesten In de gehandicaptenzorg wordt een breed scala aan intelligentietesten ingezet om een beeld te vormen van het intelligentieniveau. Intelligentietesten 9 8 7 6 5 4 3 2 1 69 27 51 9 83 71 53 1 4 7 1 3 1 Percentages Grafiek 2. Intelligentietesten die worden gebruikt door gedragsdeskundigen (in procenten). Zoals te zien is in grafiek 2 wordt de WISCIII het meest gebruikt (83%). De KAIT het minste (1%). Ook worden er ontwikkelingsschalen gebruikt om het ontwikkelingsniveau vast te stellen, zoals BSID II en III, Bayley III en KID-N. Wat verder blijkt uit de resultaten is dat sommige gedragskundigen testen als SRZ en VinelandZ ter aanvulling gebruiken om het intelligentieniveau te kunnen bepalen. De testen worden meestal (bij 79% van de ondervraagden) in zijn geheel afgenomen. Van de gedragsdeskundigen maakt 21% gebruik van een verkorte versie, bijvoorbeeld bij een indicatieonderbouwing.
Gebruiksvriendelijkheid Intelligentietesten 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 44 1 14 7 42 18 13 1 4 6 Percentages Grafiek 3. Gebruiksvriendelijkheid van intelligentietesten (in procenten). Qua gebruiksvriendelijkheid wordt de voorkeur gegeven aan de WAIS IV (44%) en de WISC III (42%). Van de ondervraagde gedragskundigen geeft 4% aan dat de testen gelijk aan elkaar zijn qua gebruiksvriendelijkheid. Zes procent vindt geen van de huidige intelligentietesten gebruiksvriendelijk. Van de gedragskundigen is 68% tevreden met het huidige aanbod intelligentietesten. Als punt van kritiek wordt aangegeven dat de huidige intelligentietesten onvoldoende aansluiten bij mensen met een verstandelijke beperking, motorische stoornissen en spraaktaalproblemen. De huidige testen duren vaak te lang en er is behoefte aan betere normen. Screeningsinstrument Intelligentie De helft van de ondervraagden heeft behoefte aan een screeningsinstrument om een indicatie te krijgen van het cognitief functioneren van de cliënt. Sociale Adaptatie 98% van de gedragsdeskundige brengt sociale adaptatie in beeld en gebruikt dit voor de volgende doeleinden. Vormen diagnostisch beeld 93% Onderbouwing bij indicatie aanvraag 71% Uitleg aan verwanten 77% Begeleidingsadviezen voor team 74% Deskundigheids bevordering 35% Restcategorie (anders) 5% Restcategorie (nee) Tabel 2. Doeleinden waarvoor het niveau van sociale adaptatie wordt gebruikt. 3%
Doeleinden Sociale Adaptatie 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Percentages Grafiek 4. Doeleinden waarvoor het niveau van sociale adaptatie wordt gebruikt. (in procenten). Sociale adaptatie wordt verdeeld in drie soorten vaardigheden: - conceptuele vaardigheden (bv. lezen & schrijven, begrip van tijd en geld) - sociale vaardigheden (bv. aan de regels houden, interesse tonen in een ander) - praktische vaardigheden (bv. aankleden, huishouden doen en werk of dagbesteding volgen) Met de vragenlijst is nagegaan of er in de praktijk onderscheid wordt gemaakt tussen deze drie vaardigheden en op welke manier dit gemeten wordt. Conceptuele vaardigheden Van de 86 gedragskundigen die dit deel van de vragenlijst hebben ingevuld brengen 81 professionals de conceptuele vaardigheden van een cliënt in kaart. Hiervoor maken zij het meest gebruik van de SRZ/SRZ-P/SRZ-I (83%) en Vineland (VABS) (74%). anders: observaties, cito sbo, schooltoetsen, vineland-z, subtesten van IQ onderzoek, wisc, SEO-R, gesprek, uitvragen, Bayley-III, logopedisch onderzoek, DSVH, DVZ, OOB.
Sociale vaardigheden Alle 86 gedragskundigen geven aan sociale vaardigheden in kaart te brengen, waarbij zij gebruik maken van de: SRZ/SRZ-P/SRZ-I 77,% Vineland (VABS) 81,% ESSEON 37,% Anders, namelijk Geen 2,% 38%, namelijk... Praktische vaardigheden Praktische vaardigheden worden door 85 van de 86 gedragskundigen in kaart gebracht. SRZ/SRZ-P/SRZ-I 84,% Vineland (VABS) 74,% ESSEON 15,% Anders, namelijk Geen 5,% 18%, namelijk... Van de 82 gedragskundigen die deze vraag hebben beantwoord geeft 61% aan voldoende praktische handvatten te ontvangen uit de vragenlijsten. Slechts 38% geeft aan tevreden te zijn met het huidige aanbod aan screeningsinstrumenten om sociale adaptatie in kaart te brengen. Veel gehoord minpunt is dat de screeningsinstrumenten niet toereikend zijn voor de (gehele) doelgroep, dat de normen verouderd zijn en door derden worden ingevuld. Sociale Adaptatie-Intelligentie Als gedragskundigen een keuze moeten maken tussen informatie over sociale adaptatie of intelligentieniveau kiest 8% ervoor om het sociaal adaptief functioneren van een cliënt te achterhalen. Sociale adaptie geeft meer inzicht in de ondersteuningsbehoefte. Het zegt iets over de vaardigheden die iemand heeft in het dagelijks leven en hoe iemand zich redt in de maatschappij. Dat vinden veel gedragskundigen waardevoller en een duidelijker indicatie voor wat iemand aan begeleiding nodig heeft. Veel gedragskundigen zijn van mening dat er te veel waarde gehecht wordt aan een IQ terwijl dat een momentopname is. Echter zijn er ook gedragskundigen die dit nuanceren door aan te geven dat zowel intelligentieniveau als sociale adaptatie belangrijk zijn om een volledig beeld te vormen. Beide brengen een ander deel van de cliënt in kaart dus zouden ter aanvulling op elkaar gebruikt moeten worden.
Overige opmerkingen Aan het eind van de vragenlijst is aan de deelnemers gevraagd of ze nog opmerkingen voor ons hebben. Hieruit komt naar voren dat men het belangrijk vindt dat de context meegenomen wordt om een integratief beeld te kunnen vormen en dat het dus meer is dan alleen cijfers. Verschillende professionals geven aan dat veel materiaal verouderd is. Er is behoefte aan goede normen en aan differentiatiemogelijkheden. Tenslotte geeft iemand nog aan dat het prettig zou zijn als de indicatiestelling in Nederland veranderd zou worden. Conclusies Uit de vragenlijst komt naar voren dat begeleiders vooral behoefte hebben aan praktische handvatten. Het is belangrijk dat er een vertaalslag wordt gemaakt van uitslagen naar praktische adviezen. De gedragskundige speelt hierbij een belangrijke rol. Vooral op het gebied van intelligentie blijkt dat de informatie vaak te abstract is voor begeleiders en dat ze willen weten wat dat zegt over de begeleiding en ondersteuning. Het begrip sociale adaptatie lijkt bij begeleiders meer te leven omdat die informatie concreter is en het de vertaalslag naar begeleidingsdoelen makkelijker maakt. In onze projecten zullen we verder onderzoeken hoe de vertaalslag naar de praktijk gemakkelijker gemaakt kan worden. Als gedragskundigen een keuze moeten maken tussen informatie over sociale adaptatie of intelligentieniveau kiest 8% ervoor om het sociaal adaptief functioneren van een cliënt te achterhalen. De meeste gedragskundigen zijn van mening dat er te veel waarde gehecht wordt aan een IQ-score, terwijl dat een momentopname is. Echter zijn er ook gedragskundigen die dit nuanceren door aan te geven dat zowel intelligentieniveau als sociale adaptatie belangrijk zijn om een volledig beeld te vormen van het functioneren van een cliënt. Gedragskundigen zijn positiever over het huidige aanbod van intelligentietesten dan het aanbod van screeningsinstrumenten voor het meten van sociale adaptatie. Op beide gebieden zijn er verbeterpunten te noemen. Er is behoefte aan instrumenten die toereikend zijn voor de hele doelgroep (inclusief specifieke doelgroepen zoals mensen met motorische stoornissen of taal-spraakproblemen), vernieuwde normen en differentiatiemogelijkheden. Een specifiek nadeel bij screeningsinstrumenten voor sociale adaptatie is dat dit door derden wordt ingevuld. Bij intelligentietesten wordt nog specifiek genoemd dat de afname vaak te lang duurt.
Bijlage In onderstaande tabel is te zien welke organisaties meegedaan hebben aan de vragenlijst en het aantal begeleiders en gedragskundigen die het per organisatie hebben ingevuld. Ogranisatie Begeleiders (47) Gedragskundigen (98) Abrona 4 Amarant 1 1 Amsta 1 ASVZ 2 Bartimeus 1 Careander 1 CCE 2 Cordaan 11 3 Dichterbij 2 DTZC 3 Ecocura / de Zorgspecialist 2 Esdege - reigersdaal 4 1 Expertisecentrum VB 1 Fortior 1 Futuris 1 GGZ 1 GTB 1 s Heerenloo 3 4 Hondsberg 7 Intermetzo Zonnehuizen 1 Ipse de Bruggen 1 Kentalis 1 Kinderacademie Groningen 1 Klas op Wielen 1 Koraal Groep 3 Leerzaam 1 Lunet Zorg 1 MEE 1 Mediant 1 Middin 1 Novo 1 Odion 1 Ons Tweede Thuis 1 ORO 2 Pameijer 2 Pergamijn 1 Philadelphia Zorg 1 1 Prisma 25 Promens Care 1 Psysense 1
Radar 1 Randstad 1 De Schutse 1 Sein 2 Talant 1 Trajectum 1 De Trans 2 Transfore 1 Triade 1 De Twentse Zorgcentra 9 Van Boeijen 1 Voor Mekaar 1 William Schrikker Groep 1 Zorgbureau de Puzzel 1 Zuidwester 1 Onbekend 3 9