Bespreekstuk. wijzigingsoverzicht APV. 25 september 2013

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van de burgemeester van de gemeenten Wierden

Toelichting. Algemeen

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET

Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013

WIJZIGINGSVERORDENING AFDELING 8A: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

Schenktijden alcohol in paracommerciële horecabedrijven Kenmerk

Verordening paracommercie gemeente Amstelveen

Gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4 en 25a van de Drank- en Horecawet;

Drank- en Horecaverordening Het Hogeland 2019

Nummer : : Drank- en Horecaverordening Eemsmond

Bevoegdheid burgemeester/college

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2011

Deze stukken vormen de basis voor het vaststellen van de regelgeving op gebied van Dranken horeca in onze gemeente.

Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gemeente Vlagtwedde 2014

Overzicht wijzigingen en afwijkingen modelverordening

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

Drachten, Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door 9 maart 2016 BO/BM Bestuursondersteuning

Ons kenmerk: Montfoort: oktober 2013 Onderwerp: Nieuwe Drank- en Horecawet Verzonden: Bijlagen: 2

Raadsvoorstel: Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gorinchem Korte samenvatting van de inhoud en voorstel

Datum: 26 september 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester Renkema

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

Drank- en Horecaverordening Heerhugowaard

Stiens, 20 november Raadsvergadering: 12 december 2013 Voorstelnummer: 2013/73

Gevraagd besluit De raad van de gemeente Molenwaard besluit de Drank- en Horecaverordening 2014 Gemeente Molenwaard vast te stellen.

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011

Drank- en Horecaverordening Koggenland i ļ win in mil ni i ii wumi mi HII in m D

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Handhavingsmodel Drank- en Horecawet

Algemene Plaatselijke Verordening Gulpen-Wittem 2014 (paracommercieel beleid)

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Geconsolideerde tekst van de regeling Nr. RB

Beoogd effect Argumenten

Bijlage 1: Handhavingsmatrix voor een aantal artikelen uit de Drank- en Horecawet en Algemeen Plaatselijke Verordening

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: Koen Schuiling. Handhaving J.M. Streunding (0223)

S. van Dongen/A.S. Wedzinga raad

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

Beleidsregels sluitingstijden voor horecabedrijven in de gemeente Wageningen 2006

Drank- en Horecaverordening Texel

Regelgeving & Handhaving alcoholbeleid. December 2013

Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014

Voorstel voor burgemeester en wethouders

GEMEENTE NUTH Raad: 11 februari 2014 Agendapunt: RTG: 28 januari 2014

A. In artikel 2.14 komen het tweede en derde lid te vervallen onder vernummering van het vierde lid naar het tweede lid.

LOKAAL HORECACONVENANT OLDEBROEK

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE EDAM-VOLENDAM 2014

Herziening ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Raadscommissievoorstel

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

S. van Dongen raad00691

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

NOTA PARACOMMERCIEEL BELEID. Gemeente Aalsmeer

Datum raadsvergadering donderdag 27 november 2014

Uw kenmerk: Ons kenmerk:

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

Aan de raad. No. 11. Wissenkerke, 4 november 2013

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: Regels paracommercie op grond van de Drank- en Horecawet 2013

Evaluatie verordening Paracommercie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet (behorend bij besluit d.d )

(vergunning geen zicht op. nog niet legalisatie

Zienswijzenverslag. Ingekomen zienswijzen. Datum kenmerk

APV: Model APV VNG (laatst gewijzigd: ) Contactpersoon: Patrick Swinkels, DHW: Drank- en Horecawet, geldend per

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2016/6

Bijlage 4: Sanctietabel Drank en Horeca

Drank- en messenverbod gedeelte van de kern Terneuzen. blikjes, drinkglazen en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

artikel 147 Gemeentewet en de artikelen 4, eerste tot en met derde lid en 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet;

Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen.

GEMEENTEBLAD. Nr Drank- en Horecaverordening maart Officiële uitgave van gemeente Lisse. Artikel 1 Begripsbepalingen

Drank- en horecawet. Wijzigingen 2013 en 2014 Tijd voor integraal beleid?

Wijziging Apv i.v.m. bijzondere bepalingen voor paracommerciële rechtspersonen gemeente Alkmaar

Agenda informatieavond Drank en Horecawet, 13 juni 2013, uur. -Burgemeester. -Ellen Zegers / Mark goossens. -Start interactief gedeelte

- de gemeenteraad voor 1 januari 2014 een Drank- en Horecaverordening moet hebben vastgesteld.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Vlissingen

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 15 april2014;

De gewijzigde Drank- en Horecawet Wat betekent dat bij evenementen?

BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

Handhavingsmodel horeca en alcohol

U Dienstverlening

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Notitie sluitingstijden horeca tijdens zon- en feestdagen 2014 t/m 2017, gemeente Deurne

Voorstel van het College De Drank- en horecaverordening Tytsjerksteradiel 2014 vaststellen.

ECLI:NL:RVS:2004:AR2515

Voorstel beleidsnotitie paracommercialisme Drank- en Horecawet Meierijstad 2017

Verordening winkeltijden Haarlem 2018

VNG toelichting model-bepalingen Apv i.v.m. wijziging Drank- en Horecawet met aantekeningen voor de Nieuwkoopse situatie.

Gemeente Hoogezand-Sappemeer Drank- en Horecaverordening

In dit overzicht zijn alleen de ingrijpende wijzigingen vermeld. Kleine wijzigingen in het kader van jurisprudentie e.d. zijn niet vermeld.

Actie na 3 e *) constatering. Actie na 4 e *) constatering. Bestuursdwang tot stoppen met schenken. Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete

Pagina 1 van 6 Versie 2 Registratienr.: 2013I01516 Agendapunt 9. Afdeling: Concernzaken Leiderdorp, b e s l u i t:

Transcriptie:

Bespreekstuk Onderwerp wijzigingsoverzicht APV Geplande datum wijziging APV 25 september 2013 In dit overzicht wordt weergegeven welke bepalingen in de APV inhoudelijk worden gewijzigd. Technische wijzigingen, in verband met de leesbaarheid van een bepaling, worden in dit overzicht niet vermeld. De APV gemeente Renkum wordt inhoudelijk gewijzigd als volgt: 1) Aan artikel 1:10 wordt toegevoegd dat de lex silencio positivo niet van toepassing is op een standplaatsvergunning. In het geval een ondernemer een dienst wil verlenen via een standplaats, is daarvoor een standplaatsvergunning nodig. Een dergelijke vergunning valt onder de Dienstenwet, wat inhoudt dat de ondernemer bij niet tijdig beslissen door het college van rechtswege een vergunning krijgt. Dit druist in tegen de eerder gemaakte keuze (raadsvoorstel d.d. 12 april 2010), reden waarom het artikel op dit punt wijzigt. Door aan artikel 1:10 de toevoeging als boven bedoeld te maken, wordt voorkomen dat de ondernemer in kwestie van rechtswege een standplaatsvergunning kan krijgen. 2) Op grond van artikel 2:12 is een vergunning vereist voor het maken van een uitweg naar de weg. De bedoeling van dit artikel is om de aanleg van een uitweg vanaf een particulier terrein naar de openbare weg te reguleren. Echter, gelet op de formulering van het artikel moet de gemeente nu een vergunning aanvragen voor de aanleg van een uitweg (1) vanaf een openbaar terrein naar de openbare weg en (2) tussen twee openbare wegen met verschillende snelheidsregimes om de voorrang te regelen. Dit leidt tot onnodige regeldruk, reden om aan het artikel de volgende bepaling toe te voegen (nieuw tweede lid): Onder uitweg als bedoeld in dit artikel wordt verstaan: een in- /uitritconstructie om een perceel ten behoeve van een woonhuis, een bedrijf, landbouwgrond dan wel een privé parkeerplaats voor particulieren en/of bedrijven te ontsluiten. Daarnaast is in de model-apv niet opgenomen dat een vergunning moet worden geweigerd als sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Conform de APV van de gemeente Arnhem hebben wij deze weigeringsgrond toegevoegd, om te voorkomen dat er uitwegen (mogen) worden aangelegd in strijd met een ter plaatse geldend bestemmingplan.

pagina 2 van 5 3) In het tweede lid van artikel 2:25 is de meldingsplicht voor kleine evenementen geregeld. De bedoeling van het meldingsstelsel is dat op een melding geen besluit van (in dit geval) de burgemeester volgt, waartegen bezwaar mogelijk is. Een melding wordt in beginsel niet getoetst door de gemeente, maar legt de verantwoordelijkheid bij de burger. Met het huidige derde lid wordt niettemin toch een toetsing bij de gemeente neergelegd. De bedoeling van deze bepaling is om in te kunnen grijpen bij een vrees voor verstoring van de openbare orde, bijvoorbeeld naar aanleiding van berichten op twitter. Wij stellen voor om deze bedoeling duidelijker naar voren te laten komen in de bepaling en wel door de bepaling (conform de APV van de gemeente Rotterdam) te herformuleren als volgt: Indien naar het oordeel van de burgemeester uit nieuwe feiten of omstandigheden na de melding er vrees bestaat voor verstoring van de openbare orde, kan de burgemeester alsnog bepalen dat het verbod ingevolge artikel 2:25, eerste lid, onverkort geldt. 4) De politie geeft aan dat de formulering van de sluitingstijden zoals opgenomen in artikel 2:29 van de huidige APV leidt tot discussie met horeca-exploitanten. Een horecainrichting (tegenwoordig juridisch een openbare inrichting genoemd) moet gesloten zijn op maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 en 07.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 02.00 en 07.00 uur. Deze formulering leidt tot de discussie of de horeca-inrichting op zondag tot 02.00 uur open mag zijn. Een horeca-inrichting moet op zondag om 01.00 uur gesloten zijn, het gaat in dat geval om de nacht van zondag op maandag. De inrichting mag dan op maandag weer open op 07.00. Hier hebben we de formulering op aangepast: Openbare inrichtingen zijn gesloten: van zondag op maandag tussen 01.00 uur en 07.00 uur, van maandag op dinsdag tussen 01.00 uur en 07.00 uur, etc. 5) In artikel 2:34 is de verplichting op grond van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) uitgewerkt om verordenende bepalingen over het verstrekken van alcoholhoudende drank door paracommerciële rechtspersonen vast te stellen. Artikel 2:34 Regulering paracommerciële rechtspersonen 1. In dit artikel wordt verstaan onder een paracommerciële rechtspersoon: een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. 2. Het is een paracommerciële rechtspersoon verboden sterke drank te verstrekken. 3. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf één uur voor de aanvang en tot uiterlijk twee uur na afloop van een activiteit die uitgeoefend wordt in verband met de statutaire doelen van de paracommerciële rechtspersoon, met een maximum eindtijd van 23.00 uur. 4. Een paracommerciële rechtspersoon mag geen alcoholhoudende drank verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

pagina 3 van 5 5. In afwijking van het vierde lid mag er hoogstens zes keer per jaar door dorpshuizen en andere paracommerciële rechtspersonen die zich hoofdzakelijk richten op het organiseren van activiteiten waarbij sociale interactie een voorname rol speelt, alcoholhoudende drank verstrekt worden tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en/of bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van die rechtspersoon betrokken zijn. 6. Uiterlijk 14 dagen voor een bijeenkomst als bedoeld in het vijfde lid wordt hiervan melding gedaan bij de burgemeester. 7. Op verzoek kan de burgemeester ontheffing verlenen van de in het derde lid genoemde eindtijd. Toelichting artikel 2:34 Regulering paracommerciële rechtspersonen Artikel 4 van de DHW verplicht gemeenten ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben wanneer zij alcoholhoudende drank verstrekken. Op grond van artikel 4, eerste lid en derde lid, onder a, van de DHW moet geregeld worden gedurende welke tijden in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Met andere woorden, de schenktijden voor alcoholhoudende dranken moeten geregeld worden. Op grond van artikel 4, eerste lid en derde lid, onder b en c, van de DHW moeten regels gesteld worden met betrekking tot door paracommerciële rechtspersonen in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn - uiteraard alleen voor zover er tijdens deze bijeenkomsten alcoholhoudende drank wordt verstrekt door de paracommerciële rechtspersoon. De op basis van artikel 4 van de DHW door gemeenten te stellen regels met betrekking tot de paracommerciële horecabedrijven dienen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. Uit de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2008/09, 32 022, nr. 3, blz. 10) blijkt dat de regering ervan uitgaat dat de gemeenten de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht zullen nemen en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Concreet komt het er op neer dat de gemeentelijke uitwerking moet leiden tot regels die op z n minst in enige mate bijdragen aan het voorkomen van oneerlijke mededinging. Of in bepaalde gevallen sprake zal zijn van oneerlijke mededinging is sterk afhankelijk van de lokale situatie. Er is dus aanzienlijke ruimte voor een afweging van belangen, die enerzijds niet tot het volledig uitbannen van oneerlijke mededinging hoeft te leiden en anderzijds niet tot het volledig ongemoeid laten van oneerlijke mededinging mag leiden. Verplichte en niet verplichte bepalingen Een regeling op grond van artikel 4 van de DHW, is verplicht. Dat geldt niet voor de bevoegdheid uit artikelen 25a, 25b, 25c en 25d van de DHW; deze bepalingen hebben als doel het tegengaan van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Wij zien er geen aanleiding toe om in onze gemeente specifieke voorwaarden aan paracommerciële rechtspersonen op te leggen over het schenken van alcohol aan jongeren en hebben hierover in de praktijk ook geen signalen ontvangen.

pagina 4 van 5 Handhaving Overtredingen van de op basis van deze verordening aan de APV toegevoegde bepalingen zijn strafbaar als overtredingen op grond van artikel 2, vierde lid, juncto artikel 1, onder 4º, van de Wet Economische Delicten. De desbetreffende artikelen dienen dus niet in de opsomming van overtredingen in hoofdstuk 6 van de APV te worden opgenomen. In artikel 44 van de DHW is voorts bepaald dat de Minister en de burgemeester bestuursdwang kunnen toepassen ter handhaving van de verplichting om een toezichthouder alle medewerking te verlenen bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden (artikel 5:20, eerste lid, van de Awb). Toezichthouders De toezichthouders worden benoemd door de burgemeester. Zij worden vermeld in artikel 6:2 van de APV. Op grond van artikel 42 van de DHW hebben zij de bevoegdheid om woningen binnen te treden zonder toestemming van de bewoners, als de toezichthouder vermoedt dat daar alcoholhoudende drank wordt verstrekt of als dat daadwerkelijk gebeurt. Tot 1 januari 2014 kan de burgemeester ook ambtenaren van de NVWA inzetten, naast de eigen gemeentelijke toezichthouders, voor het toezicht op de naleving van de artikelen 20 en 45 van de DHW. Zie artikel V van de wijzigingswet (Stb. 2012, 237). Ontheffing Op grond van artikel 4, vierde lid, van de DHW heeft de burgemeester de bevoegdheid om ontheffing te verlenen van de hier door de raad gestelde regels voor schenktijden en voor de verschillende soorten bijeenkomsten. Te denken valt aan kampioenschappen en dergelijke grotendeels onvoorziene gebeurtenissen, maar het kan ook gaan om feestelijkheden die wel te voorzien zijn, zoals carnaval en Koningsdag. 6) Het OM Parket Oost Nederland heeft in het kader van aanpak woninginbraken een aanbeveling gedaan tot aanpassing van artikel 2:44. Het is wenselijk dat adequaat kan worden opgetreden tegen personen die zich verdacht gedragen rondom woningen. Het verbod om inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben, biedt hiervoor al een handvat. De aanbeveling is om aan dit verbod vermommingsmiddelen (zoals handschoenen en bivakmutsen) toe te voegen. Gelet daarop wordt het verbod als volgt: Het is verboden op een openbare plaats te vervoeren of bij zich te hebben: lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen of herkenning bij het plegen voornoemde strafbare feiten te voorkomen. 7) De politie heeft aangegeven dat zij in onze gemeente in voorkomende gevallen wil kunnen optreden tegen personen die messen of andere wapens bij zich dragen. Gelet daarop stellen wij voor het volgende artikel aan de APV toe te voegen:

pagina 5 van 5 Artikel 2:50a Messen en andere voorwerpen als wapen 1. Het is verboden op de weg of in voor publiek toegankelijke gebouwen messen of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, openlijk bij zich te hebben. 2. Het verbod geldt niet met betrekking tot voorwerpen die zodanig zijn ingepakt, dat zij niet voor dadelijk gebruik gereed zijn. 3. Dit artikel is niet van toepassing voor zover in het onderwerp daarvan wordt voorzien bij of krachtens de Wet wapens en munitie. 8) De artikelen 4:1 tot en met 4:5 van de APV zien toe op geluidhinder door inrichtingen als bedoeld in het Activiteitenbesluit. De gemeente Arnhem heeft in haar APV met deze artikelen zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het Activiteitenbesluit. De definities zijn afgestemd en wat in het Activiteitenbesluit is geregeld wordt niet in de APV gedaan. Arnhem heeft de burgemeester als bevoegd orgaan aangewezen en de ingewikkelde regeling uit de model-apv hoe de geluidsproductie moet worden gemeten geschrapt. Wij stellen voor om op deze punten de regeling van Arnhem over te nemen. De taken op het gebied van openbare orde liggen bij de burgemeester, gelet daarop ligt het ook voor de hand de aanwijzing van collectieve en incidentele festiviteiten bij hem neer te leggen. De burgemeester kan slechts een beperkt aantal festiviteiten aanwijzen (zes collectieve en vier incidentele festiviteiten). Wij achten het niet nodig om voor dergelijke festiviteiten nog extra regels te stellen over het niveau van de geluidsproductie. 9) In artikel 5:12 is een regeling opgenomen over overlast die wordt ondervonden van (brom)fietsen, die onbeheerd in de openbare ruimte worden achtergelaten. Deze fietsen kunnen worden weggehaald. Het is wenselijk om deze mogelijkheid ook te hebben voor (brom)fietsen die langdurig in de fietsstalling bij de stations Oosterbeek en Wolfheze (en eventueel andere aan te wijzen gebieden) worden gestald, de zgn. weesfietsen. Gelet daarop stellen wij voor een tweede lid toe te voegen met de volgende tekst: Het college kan openbare (brom)fietsstallingsgebieden aanwijzen waar het, in het belang van het beheer van de openbare ruimte, verboden is een fiets of bromfiets langer dan een door het college te bepalen periode onafgebroken te stallen. 10) In onze gemeente wordt hinder ondervonden van colporteurs. Om adequaat tegen hun te kunnen optreden, is een aanscherping van het ventverbod uit artikel 5:15 vereist. Wij stellen voor aan dit artikel het volgende tweede lid toe te voegen: Het is verboden te venten, zonder daarbij in het bezit te zijn, en tijdens het venten bij zich te dragen, van een geldige inschrijvingskaart Ambulante Handel. 11) In artikel 6:2, eerste lid, van de APV is bepaald dat de flora en faunabeheerder en de gemeentelijke opsporingsambtenaar belast zijn met het toezicht op de APV. Aangezien deze functiebenamingen aan verandering onderhevig zijn, stellen wij voor om te verwijzen naar de door ons of de burgemeester genomen aanwijzingsbesluiten.