Organisatie en financiën 2014 Organisatie Aantal medewerkers 2014 2013 2012 2011 2010 Aantal medewerkers* 288 279 285 255 206 Aantal fte* 262 261 259 233 187 * Aantal medewerkers/aantal fte: exclusief Collegeleden en stagiaires Ziekteverzuim 2014 2013 2012 2011 2010 Inclusief langdurig zieken* 4,1% 4% 3,3% 2,8% 2,5% Exclusief langdurig zieken* 1,7% 1,4% 1,4% 1,5% 1,4% * Langdurig ziek: langer dan 42 dagen ziek De verhouding man/vrouw 2014 2013 2012 2011 2010 Man/vrouwverdeling 40/60 40/60 44/56 46/54 -
Financieel overzicht Balans per 31 december 2014 van het baten-lasten agentschap acbg Omschrijving Balans per Balans per 31-12-2014 31-12-2013 Activa Immateriële vaste activa 768 1.468 Materiële vaste activa 3.273 4.561 grond en gebouwen 1.992 2.879 installaties en inventarissen 1.281 1.518 overige materiële vaste activa 0 164 Voorraden 0 0 Debiteuren 4.039 5.609 Nog te ontvangen/vooruitbetaald 1.389 1.694 Liquide middelen 11.309 3.717 Totaal activa 20.778 17.049 Passiva Eigen vermogen 1.733 0 exploitatiereserve 1.033 2.060 onverdeeld resultaat 700-2.060 Voorzieningen 0 0 Leningen bij het Ministerie van 0 0 Financiën Crediteuren 1.216 536 Nog te betalen/vooruit gefactureerd 17.829 16.513 Totaal passiva 20.778 17.049
Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap acbg over het jaar 2014 (1) (2) (3 = 2-1) Omschrijving Oorspronkelijk Realisatie Verschil Realisatie vastgestelde realisatie en 2013 begroting oorspronkelijk vastgestelde begroting Baten Omzet moederdepartement 178 215 37 203 Omzet overige departementen 612 713 101 856 Omzet derden 41.690 38.266-3.424 36.135 Rentebaten 0 16 16 11 Vrijval voorzieningen 0 0 0 0 Bijzondere baten 0 0 0 0 Totaal baten 42.480 39.210-3.270 37.205 Lasten Apparaatskosten 38.230 35.430-2.800 36.070 personele kosten 23.500 24.579 1.079 23.342 waarvan eigen personeel 21.300 21.246-54 21.310 waarvan externe inhuur 2.200 3.333 1.133 2.032 materiële kosten 14.730 10.851-3.879 12.728 waarvan apparaat ICT 2.125 2.541 416 2.365 waarvan bijdrage aan SSO 0 0 0 0 ZBO College 750 727-23 772 Afschrijvingskosten 3.500 2.353-1.147 2.423 immaterieel 1.000 1.037 37 946 materieel 2.500 1.316-1.184 1.477 Overige lasten 0 0 0 0 dotaties voorzieningen 0 0 0 0 rentelasten 0 0 0 0 bijzondere lasten 0 0 0 0 Totaal lasten 42.480 38.510-3.970 39.265 Saldo van baten en lasten 0 700 700-2.060
Kasstroomoverzicht voor het jaar 2014 (1) (2) (3 = 2-1) Omschrijving Oorspronkelijk Realisatie Verschil vastgestelde realisatie en begroting oorspronkelijk vastgestelde begroting 1 Rekening courant RHB 5.301 3.717-1.584 1 januari 2014 en stand depositorekeningen 2 Totaal operationele kasstroom 3.500 6.812 3.312 Totaal investeringen (-/-) -500-253 247 Totaal boekwaarde desinves- 0 0 0 teringen (+) 3 Totaal investeringskasstroom -500-253 247 Eenmalige uitkering aan moeder- 0 0 0 departement (-/-) Eenmalige storting door moeder- 0 1.033 1.033 departement (+) Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0 Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 4 Totaal financieringskasstroom 0 1.033 1.033 5 Rekening courant RHB 8.301 11.309 3.008 31 december 2014 en stand depositorekeningen (=1+2+3+4)
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de specifieke voorschriften voor een baten-lastenagentschap toegepast, zoals opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2015 en de Regeling agentschappen. Op grond daarvan zijn van overeenkomstige toepassing de artikelen 361 tot en met 390, uitgezonderd artikel 365, tweede lid, artikel 383 en de artikelen 383a t/m artikel 383e van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Op onderdelen zijn op grond van de Regeling agentschappen afwijkingen voorgeschreven of toegestaan. Waardering Algemeen De activa en passiva zijn opgenomen tegen de nominale waarde, tenzij anders is vermeld. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kosten verminderd met de afschrijvingen, welke zijn gebaseerd op de economische levensduur. De afschrijvingen geschieden lineair en tijdsevenredig over het jaar. De economische levensduur wordt voor de volgende categorieën gesteld op: Software Automatiseringsapparatuur Kantoorapparatuur Meubilair Verbouwingen 3 jaar 3 jaar 7 jaar 5-10 jaar 5 jaar Resultaatbepaling Met inachtneming van bovenstaande waarderingsgrondslagen wordt het resultaat bepaald als het verschil tussen de opbrengst van de geleverde productie en de aan het verslagjaar toe te rekenen productie- en andere kosten, gewaardeerd tegen historische kosten. Het acbg maakt bij opbrengstverantwoording gebruik van de completed contract methode voor zover het kortlopende aanvragen betreft. Voor langlopende aanvragen wordt al een deel van de opbrengst gedurende de behandeling van de aanvraag gerealiseerd. Pensioenen Pensioenlasten en verplichtingen zijn in de jaarrekening verwerkt uitgaande van het verplichtingen aan de pensioenuitvoerder benadering, waarbij de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de resultatenrekening wordt verantwoord. De ABP pensioenregeling is een op het salaris gebaseerde middelloonregeling. Het acbg heeft geen verplichtingen tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het fonds, anders dan hogere toekomstige premies.
Toelichting op de balans per 31 december 2014 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Het verloop van de immateriële vaste activa is als volgt: Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: Boekwaarde 01-01-2014 1.468 Boekwaarde 01-01-2014 4.561 Mutaties in het boekjaar: Bij: verkrijgingsprijs investeringen 209 Af: afschrijvingen -1.037 Bij: Correctie op boekwaarde 128 Totaal mutaties -700 Mutaties in het boekjaar: Bij: verkrijgingsprijs investeringen 44 Af: afschrijvingen -1.316 Bij: Correctie op boekwaarde -16 Totaal mutaties -1.288 Boekwaarde per 31-12-2014 768 Boekwaarde per 31-12-2014 3.273 De investeringen in immateriële vaste activa betreffen met name de doorontwikkeling van het workflow- en documentmanagementsysteem. Debiteuren De debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid ( 0,19 mln.) welke in het saldo is opgenomen. Nog te ontvangen/vooruitbetaald Vooruitbetaalde kosten Abonnementen 32 Automatisering 815 Huisvesting 68 Universiteit Utrecht 43 RIVM 333 Ministerie van Economische Zaken 64 Overige 34 Totaal 1.389 Liquide middelen Het saldo liquide middelen per 31 december 2014 betreft het banksaldo RHB ad 11,3 mln.
Eigen vermogen Eigen vermogen 31-12-2013 0 Vermogingsstorting moederdepartement 1.033 Exploitatiereserve 31-12-2014 1.033 Onverdeeld resultaat 31-12-2014 700 Eigen vermogen 31-12-2013 1.733 In verband met een nihil eigen vermogen ultimo 2013 heeft VWS in december 2014 een bij tweede suppletoire begroting 2014 gereserveerd bedrag van 1,0 miljoen gestort ter versterking van het eigen vermogen. Het resultaat over 2014 van 0,7 miljoen is aan het eigen vermogen toegevoegd. Het eigen vermogen ultimo 2014 komt daarmee op 1,7 miljoen. Het maximaal toegestane eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt circa 1,9 miljoen (5% van de gemiddelde omzet over 2012 tot en met 2014). Nog te betalen/vooruit gefactureerd Deze post betreft voornamelijk de nog niet als opbrengst genomen vooruit gefactureerde vergoedingen, omdat de werkzaamheden nog niet zijn verricht c.q. volledig zijn afgerond. Nog te betalen bedragen 2014 Te betalen salarissen: vakantiedagen 488 vakantiegelden en eindejaarsuitkering 761 1.249 onderzoek IGZ 240 externe inhuur 87 Convenanten 365 openbaarvervoer 60 automatiseringsdiensten 72 RIVM 67 huisvesting 61 diverse abonnementen 0 overige 223 1.175 Vooruit gefactureerde bedragen 2014 vooruit ontvangen beoordelingswerkzaamheden 76 vooruit gefactureerd project beleidstaken EZ 64 vooruit gefactureerd project EMA (Europese 41 aanvragen) vooruit gefactureerde beoordelingswerkzaamheden 15.224 15.405 Saldo 17.829
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Geneesmiddelenbewaking (Farmacovigilantie) Met betrekking tot de werkzaamheden door de Stichting Lareb heeft het acbg zich verplicht in 2015 maximaal 2,2 miljoen te vergoeden. Dit is de bijdrage van het acbg aan de door VWS verstrekte subsidie aan Lareb. Huurverplichtingen Voor het gebruik van het pand in Utrecht is een huurovereenkomst aangegaan met de Rijksgebouwendienst van 1,0 miljoen per jaar. Aan deze huurovereenkomst is een servicekosten overeenkomst gekoppeld met de Belastingdienst. De overeenkomsten lopen tot en met 28 februari 2017. Weder opleveringskosten In de tussen acbg en RGD getekende offerte voor het inbouwpakket is sprake van weder opleveringskosten van circa 1,5 miljoen die bij acbg in rekening gebracht worden bij vertrek uit het huidige pand. Dit betreft dan kosten voor het verwijderen van de trappen en herstel van de plafonds. Verplichtingen RIVM Ten behoeve van de financiering van een onderzoeksprogramma op het terrein van de zogenaamde geneesmiddelenketen is het acbg overeengekomen de komende twee jaren 1,2 miljoen te betalen.
Toelichting op de staat van baten en lasten 2014 Algemeen Het acbg heeft over 2014 een positief resultaat behaald ad 0,7 miljoen. Vanwege de achtergebleven omzet ten opzichte van de begroting is er gedurende het jaar op kostenreductie gestuurd. Dit heeft per saldo tot een positief resultaat geleid. Omzet moederdepartement Dit betreft de bijdrage van het moederdepartement voor werkzaamheden inzake nieuwe voedingsmiddelen en een vergoeding voor werkzaamheden als bevoegde instantie. Dit laatste betreft het marginaal toetsen van klinische studies inzake geneesmiddelen. Omzet overige departementen De omzet overige departementen betreft met name werkzaamheden door Bureau Diergeneesmiddelen die op grond van afspraken met het ministerie van Economische Zaken zijn verricht. Omzet derden De post opbrengst derden bestaat uit: Jaarvergoedingen Dit betreft vergoedingen voor instandhouding van de inschrijving in het register van een humaan of veterinair farmaceutisch product. Beoordeling geneesmiddelen Voor het beoordelen van nieuwe geneesmiddelen en het beoordelen van wijzigingen op bestaande geneesmiddelen brengt het acbg op basis van de regeling Geneesmiddelenwet en de Diergeneesmiddelenregeling daarvoor vastgestelde tarieven in rekening. Rentebaten De rentebaten hebben betrekking op de rente over deposito s, rekening-courantsaldi Rijkshoofdboekhouding en betaalde rente door debiteuren met achterstallige betalingen. Apparaatskosten Personele kosten De personele kosten zijn 1,1 miljoen hoger dan begroot. Circa 1,0 miljoen van deze toename betreft een rubriceringswijziging van inbestede personele kosten die eerder onder materiële kosten vielen. Eind 2014 had het acbg circa 262 fte in dienst. Onder de personele kosten zijn tevens de kosten van uitzendkrachten, werving en selectie, scholing, reiskosten en wachtgelden opgenomen. Materiële kosten De materiële kosten zijn 3,9 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Circa 1,0 miljoen van de verlaging betreft de eerder genoemde rubriceringswijziging. De materiële kosten hebben betrekking op automatisering, bureaukosten, huur- en servicekosten voor het pand in Utrecht, onderzoek RIVM en de bijdrage aan de subsidie voor de Stichting Lareb ( 2,1 miljoen).
Directe kosten Bureau Diergeneesmiddelen 2014 De directe kosten over het boekjaar 2014 voor het Bureau Diergeneesmiddelen bedragen 2,38 miljoen. ZBO College De kosten van het ZBO College bestaan uit schadeloosstelling, vacatiegelden, vergaderkosten en reis- en verblijfkosten voor de voorzitter en leden van het College zoals onderstaand gespecificeerd: Omschrijving Realisatie Begroting 2014 2014 Salaris, schadeloosstellingen en 631 650 vacatiegelden Reis- en verblijfskosten 37 40 Vergaderkosten 59 60 Totaal 727 750 Toelichting op het kasstroomoverzicht De liquiditeitspositie is sterk toegenomen ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting. Dit is te danken aan het positieve jaarresultaat, de storting van het moederdepartement, de lagere investeringen en het terugdringen van de debiteuren. De investeringskasstroom bestaat voor 0,18 miljoen uit investeringen in het workflow management systeem. Het resterende deel bestaat uit investeringen in automatiseringsapparatuur en software. De eenmalige storting door het moederdepartement van 1,0 miljoen is gedaan ter versterking van het eigen vermogen van het acbg.