Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Vergelijkbare documenten
Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV WERKbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Colofon. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil.

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1

Ontgroening en vergrijzing Noord en Midden Limburg en Zuid Limburg

Prognose bevolking Fryslân

Leeftijdsopbouw Groningen

Leeftijdsopbouw Drenthe

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

Inleiding Uitgangspunten regionaal tabellenboek Opbouw regionaal tabellenboek

FACTS & FIGURES. Arbeidsmarktmonitor zorg en welzijn Zeeland

Aantal medewerkers West-Brabant

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Gegevens deelnemers in Calibris-kwalificaties: instroom, doorstroom, uitstroom en terugstroom

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Regioportret Haaglanden Arbeidsmarkt zorg en welzijn

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

De regionale arbeidsmarkt 2016

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

Regioportret Noordwest-Veluwe en Stedendriehoek. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Februari Brancheschets Zorg & Welzijn

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Calibris Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Regionaal tabellenboek 2017

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

COLOFON. Samenstelling regioportret:

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Regioportret IJssel-Vecht. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Regioportet Twente. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

COLOFON. Samenstelling regioportret:

COLOFON. Samenstelling regioportret: E,til. In opdracht van: RegioPlus. Eindredactie: Venturaplus

Monitor Economie 2018

COLOFON. Goes, januari Welzijn & maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Trends Noord-Nederlandse arbeidsmarkt & onderwijs:

Regioportret Achterhoek. Arbeidsmarkt zorg en welzijn 2013

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Zaanstreek - Waterland ZAANSTREEK-WATERLAND NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL DEN-HELDER

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Beroepsbevolking 2005

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktinformatie sector Zorg regio Drechtsteden

INLEIDING REGIOSCHETS 3 Bevolkingssamenstelling: ontgroening en vergrijzing 3 (Potentiële) beroepsbevolking 4 Werkgelegenheid 6

Arbeidsmarktverkenning zorg en welzijn Editie Twente

Facts & Figures 2017 De arbeidsmarkt Zorg en Welzijn in Flevoland

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Amsterdam & Diemen AMSTERDAM & DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant

Transcriptie:

Colofon Het regioportret Midden-Brabant verschijnt één keer per jaar en brengt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de sector Zorg en WJK in beeld voor de regio Midden-Brabant. Het regioportret Midden-Brabant wordt samengesteld door het consortium Panteia, SEOR en Etil, in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport, de Stichting Arbeidsmarkten Opleidingsbeleid Verpleeg- Verzorgingstehuizen en Thuiszorg, FCB, de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg, de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen, de Stichting O&O Fonds Geestelijke Gezondheidszorg, het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Calibris en UWV WERKbedrijf. Gebruikte bronnen: CPB, CBS, PGGM, DUO-CFI, UWV Werkbedrijf, Prismant, bewerking door Panteia/SEOR/Etil. 1

Inhoudsopgave PAGINA 1 ALGEMEEN 3 AANBOD 2 POTENTIËLE BEROEPSBEVOLKING 4 3 ARBEIDSPARTICIPATIE 5 4 BEROEPSBEVOLKING 6 5 PENDEL 7 6 NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN (NWW) 8 VRAAG 7 WERKGELEGENHEID IN ZORG & WJK 9 ONDERWIJS 8 INSTROOM IN OPLEIDINGEN VOOR ZORG & WJK 11 9 DEELNEMERS IN OPLEIDINGEN VOOR ZORG & WJK 13 10 SECTOR- EN STUDIERENDEMENT 15 OORDEEL WERKNEMERS-WERKGEVERS 11 HET OORDEEL VAN WERKNEMERS 17 12 HET OORDEEL VAN WERKGEVERS 18 13 SAMENVATTEND OVERZICHT 19 DEFINITIES 20 BIJLAGEN 23 2

1 Algemeen Inleiding Het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en WJK (Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) beoogt relevante organisaties te voorzien van eenduidige en betrouwbare informatie over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de gezondheidszorg en de WJK. Daartoe worden onder andere regioportretten opgesteld voor elk van de 28 onderscheiden regio s. De voorliggende rapportage betreft het regioportret voor Midden- Brabant, deze regio valt in het werkgebied van werkgeversverband Transvorm. De regio bestaat uit de volgende gemeenten: Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. Uitgangspunten regioportret Bij het opstellen van de regioportretten is gebruik gemaakt van de meest recente beschikbare informatie. Aangezien voor een aantal relevante onderwerpen nog geen goede en bruikbare regionale gegevens beschikbaar zijn, kan en zal dit RegioPortret 2011 niet alle vragen over de regionale arbeidsmarkt kunnen beantwoorden, maar moet het op hoofdlijnen de regio wel voldoende handvatten bieden voor arbeidsmarktbeleid. Het is uitdrukkelijk de bedoeling de regioportretten in volgende jaren aan te vullen met nieuwe gegevens die beschikbaar komen. Het onderzoeksteam gaat hierbij voor de grootst mogelijke transparantie, om duidelijk en inzichtelijk te maken waar bepaalde resultaten op gebaseerd zijn. Informatie over de regionale arbeidsmarkt in Zorg en WJK heeft over het algemeen betrekking op een regionale verdeling van landelijke gegevens en ontwikkelingen. Dit betekent dat landelijke gegevens de basis vormen. Op basis van kenmerken die specifiek zijn voor een bepaalde regio, is bepaald hoe landelijke ontwikkelingen zich naar deze regio vertalen. Een belangrijk onderdeel van de pragmatische aanpak heeft betrekking op de regionale werkgelegenheid in Zorg en WJK. Verschillende bronnen zijn hiervoor voorhanden, alle met hun eigen voor- en nadelen. Op basis van een uitgebreide analyse van een viertal beschikbare bronnen (het Sociaal Statistische bestand SSB, gegevens van PGGM, het landelijke vestigingenregister LISA en het Banenbestand van CBS) is besloten om in de regioportretten voor de regionale verdeling van werkgelegenheid uit te gaan van het CBS Banenbestand. Aangezien gegevens over regionale vacatures en regionale mobiliteit nog niet beschikbaar zijn voor alle 28 regio's, zijn deze niet opgenomen in dit regioportret. Gegevens over regionale vacatures in Noord-Brabant zijn wel beschikbaar op de website www.brabantzorg.net. Wel zijn de landelijke cijfers hieromtrent in de bijlage opgenomen. Regionale prognoses omtrent overschotten en tekorten van verplegend, verzorgend en sociaalagogisch personeel worden voor het eerst in het RegioPortret 2012 gepresenteerd. De regionale werkverbanden, waaronder Transvorm, hebben de mogelijkheid gekregen om feedback te geven op hun RegioPortret 2011. Deze feedback kon twee vormen aannemen. Allereerst tekstuele feedback om resultaten zoals in het RegioPortret weergegeven beter te kunnen duiden, en te voorzien van couleur locale. Deze feedback vindt u terug in het RegioPortret dat voor u ligt. Daarnaast feedback op de vastgestelde cijfers met betrekking tot de regionale arbeidsmarkt. Deze feedback wordt verzameld en waar mogelijk meegenomen in het RegioPortret 2012. Voor eigen cijfers van Transvorm verwijzen we u naar de website www.azwbrabant.nl. 3

Leeftijden 2 Potentiële beroepsbevolking Samenstelling potentiële beroepsbevolking naar categorie, Midden-Brabant, Bevolkingspiramide Midden-Brabant, 2010 en 2020 2009 Werkzame beroepsbevolking (heeft werk >= 12u pw) 202.600 personen Bron: EBB, bewerking Etil Beroepsbevolking (heeft/zoekt werk > 12 u pw) 210.800 personen Potentiële beroepsbevolking 293.000 personen Werkloze beroepsbevolking (zoekt werk >= 12u pw) 8.200 personen Wil >= 12u pw werken 8.100 personen Nietberoepsbevolking 82.200 personen Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Midden-Brabant en Nederland, 1996-2020 (index; 1996=100) 110 Wil of kan niet >= 12u pw werken 74.100 personen Reden: Opleiding/studie (32%) Ziekte/AO (21%) Vut (20%) Zorgtaken (14%) Anders (13%) 95 e.o. 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 17.500 12.500 7.500 2.500 2.500 7.500 12.500 17.500 Bron: CBS Statline, bewerking Etil mannen 2020 mannen 2010 vrouwen 2020 vrouwen 2010 Samenstelling potentiële beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking wordt gevormd door alle mensen tussen 15 en 64 jaar. In 2009 waren er in potentie 293.000 mensen beschikbaar voor de arbeidsmarkt in Midden-Brabant. Daarvan hebben 202.600 mensen een baan van minimaal 12 uur per week. Ongeveer 16.300 mensen vormen de arbeidsreserve op de arbeidsmarkt in Midden-Brabant, deze mensen willen meer dan 12 uur per week werken. Van deze groep zijn 8.200 personen actief op zoek naar een baan en op korte termijn beschikbaar. 105 100 95 90 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 Midden-Brabant Nederland Bron: CBS Statline, bewerking Etil 4 Leeftijdsopbouw bevolking De grafiek rechtsboven toont de leeftijdsopbouw van de bevolking in Midden- Brabant. De ui-vorm geeft aan dat de bevolking ontgroent en vergrijst. Dit betekent dat de instroom van jongeren krimpt, terwijl de uitstroom van ouderen groeit. Op termijn neemt hierdoor de potentiële beroepsbevolking af, omdat minder jongeren instromen dan ouderen uitstromen. Prognose tot en met 2020 De grafiek hiernaast bevestigd dit beeld en toont een licht afnemende potentiële beroepsbevolking vanaf 2010. De relatieve afname in Midden-Brabant is vergelijkbaar met de landelijke afname.

3 Arbeidsparticipatie Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie mannen in Midden-Brabant Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie vrouwen in Midden-Brabant en Nederland, 1996-2015 (in %) en Nederland, 1996-2015 (in %) 85% 85% 80% 80% 75% 75% 70% 70% 65% 65% 60% 60% 55% 55% 50% 50% 45% 45% 40% 40% 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Midden-Brabant Nederland Midden-Brabant Nederland Bron: CBS Statline, bewerking Etil Bron: CBS Statline, bewerking Etil Bruto arbeidsparticipatie naar kenmerken, 2009 en 2015 (in %) Midden- Midden- Brabant Brabant Nederland Nederland 2009 2015 2009 2015 Totaal 72% 74% 71% 73% Mannen 80% 79% 79% 79% Vrouwen 64% 69% 63% 68% 15-24 jaar 47% 47% 45% 46% 25-34 jaar 90% 90% 87% 89% 35-44 jaar 87% 89% 86% 88% 45-54 jaar 83% 87% 81% 85% 55 jaar e.o 51% 57% 50% 56% autochtoon 73% 72% allochtoon 67% 66% Bron: EBB, CBS Statline, bewerking Etil Bruto arbeidsparticipatie De bruto participatiegraad geeft de verhouding weer tussen de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking en de potentiële beroepsbevolking. De arbeidsparticipatie stijgt al jaren onder met name vrouwen (zie boven). Onder invloed van sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen en stimulerende maatregelen om werk en gezin te combineren, is het aantal vrouwen en ouderen dat beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, toegenomen. Daarnaast is het opleidingsniveau van de potentiële beroepsbevolking toegenomen, en hoger opgeleiden participeren over het algemeen meer op de arbeidsmarkt. In 2009 was de participatiegraad in Midden-Brabant 72% tegenover landelijk 71%. Ook de komende jaren blijft de arbeidsparticipatie stijgen. Dit zal de licht afnemende potentiële beroepsbevolking in ieder geval tot 2015 compenseren. In 2015 zal de bruto arbeidsparticipatie in Midden-Brabant zijn gestegen tot 74%, in Nederland is dit 73%. Kenmerken bruto arbeidsparticipatie De participatie onder mannen ligt landelijk en in Midden-Brabant hoger dan onder vrouwen. Dit blijft zo tot 2015. Bovenstaande grafieken tonen dat vooral de participatie onder vrouwen zal blijven stijgen tot bijna 70%. Dat van mannen zal rond de 80% blijven schommelen. Zowel de participatie van mannen als vrouwen ligt in Midden- Brabant in 2009 iets hoger dan landelijk. In de leeftijdsgroep 25-54 jaar participeert tussen 83 en 90% op de arbeidsmarkt. Bij jongeren (25-) en ouderen (55+) ligt het percentage lager. Zowel de participatie van jongeren als ouderen ligt in Midden-Brabant hoger dan landelijk. Allochtonen participeren in Midden-Brabant in 2009 ook iets meer dan landelijk. 5

4 Beroepsbevolking Ontwikkeling beroepsbevolking Midden-Brabant en Nederland, Kenmerken beroepsbevolking, 2009 en 2015 (in %) 1996-2015 (index; 1996=100) 130 125 120 115 110 105 100 95 90 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Midden- Brabant Midden- Brabant Nederland Nederland 2009 2015 2009 2015 Totaal (absoluut) 210.800 215.200 7.846.200 8.135.700 Mannen 56% 54% 56% 54% Vrouwen 44% 46% 44% 46% 15-24 jaar 13% 13% 11% 12% 25-34 jaar 22% 23% 22% 23% 35-44 jaar 27% 22% 27% 23% 45-54 jaar 25% 27% 25% 27% 55 jaar e.o 14% 15% 14% 15% Bron: CBS Statline, bewerking Etil Midden-Brabant Nederland autochtoon 86% 82% allochtoon 14% 18% Bron: CBS Statline, bewerking Etil Toekomstige ontwikkelingen Kenmerken van beroepsbevolking Tot de beroepsbevolking behoren alle mensen die werkend of werkzoekend actief zijn op de arbeidsmarkt. Dit wordt bepaald door een combinatie van de potentiële beroepsbevolking en arbeidsparticipatie. Ondanks een licht afnemende potentiële beroepsbevolking blijft de beroepsbevolking in Midden-Brabant stijgen de komende jaren. Deze groei ontstaat doordat de afname van de potentiële beroepsbevolking wordt goedgemaakt doordat er meer mensen gaan werken. In 2009 bestaat de beroepsbevolking in Midden-Brabant uit 210.800 personen. Na een daling in 2010 stijgt de beroepsbevolking in de jaren erna weer, waardoor in 2015 de beroepsbevolking in Midden-Brabant uit 215.200 personen bestaat. Landelijk zal de beroepsbevolking tussen 2009 en 2015 ook blijven stijgen (ondanks een lichte daling in 2010) van ruim 7,8 miljoen naar ruim 8,1 miljoen personen in 2015. In Midden- Brabant stijgt de beroepsbevolking relatief gezien minder sterk dan landelijk. In de beroepsbevolking is het aandeel mannen groter dan het aandeel vrouwen. Dat geldt zowel voor Midden-Brabant als landelijk. Ook naar leeftijd wijkt de beroepsbevolking in de regio weinig af van Nederland. 74% van de beroepsbevolking bevindt zich tussen de 25 en 54 jaar. In 2015 is er wel een verschuiving te zien van de categorie 35-44 naar 45-plus. De verdeling naar etniciteit toont dat de beroepsbevolking in Midden-Brabant een kleiner aandeel allochtonen kent dan landelijk. 6

5 Pendel Binnenlandse pendel in Zorg en WJK, Midden-Brabant, 2006-2009 Binnenlandse pendel in Zorg en WJK en alle sectoren, 2009 10.000 (uitgedrukt als percentage van totaal aantal werknemers) 8.000 60% 6.000 40% 4.000 20% 2.000 0 0% -2.000-20% -4.000-6.000-40% -8.000-60% 2006 2007 2008 2009 Zorg en WJK Midden-Brabant Alle sectoren Midden-Brabant Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Bron: Loonaangifte, Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL), CBS, bewerking Etil Inkomende pendel uit buitenland, 2009* Zorg en WJK Alle sectoren Midden-Brabant 410 4.680 Nederland 9.600 147.600 Voor Nederland geldt de volgende uitsplitsing: België 70% 29% Duitsland 27% 29% Polen 0% 32% Overig buitenland 3% 10% * Er zijn geen gegevens bekend over uitgaande pendel naar het buitenland. Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Top-3 inkomende en uitgaande pendelstromen in Zorg en WJK Midden-Brabant, 2009 Inkomende pendel Uitgaande pendel Regio van herkomst Regio van bestemming West-Brabant 4.100 Noordoost-Brabant 2.640 Zuidoost-Brabant 1.430 West-Brabant 2.170 Noordoost-Brabant 1.320 Zuidoost-Brabant 1.130 Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Een belangrijk fenomeen voor de bepaling van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt is de pendel. De regionale arbeidsmarkt is geen gesloten systeem. Zo is er sprake van inkomende binnenlandse pendel. Dit zijn personen die weliswaar in de regio werken, maar elders in Nederland wonen. Omgekeerd is er ook sprake van uitgaande binnenlandse pendel, personen die wel in de regio wonen, maar elders in Nederland werken. Deze gegevens komen uit Statistiek Werkgelegenheid en Lonen van het CBS. Daarnaast kan er, voornamelijk in grensregio s, sprake zijn van buitenlandse pendel. Er is bekend hoeveel inwoners van een ander land in de regio werken, de inkomende buitenlandse pendel. Omdat deze gegevens niet voor het buitenland beschikbaar zijn, is onduidelijk hoeveel inwoners van de regio in het buitenland werkzaam zijn (de uitgaande buitenlandse pendel). Binnenlandse pendel In Midden-Brabant is er in 2009 in Zorg en WJK sprake van een positief binnenlands pendelsaldo, dat in de jaren ervoor negatief was. In 2009 was het pendelsaldo in Zorg en WJK 650. Een kleine 6.900 inwoners van Midden-Brabant verlaat de regio om elders in de Zorg te gaan werken, terwijl ongeveer 7.600 mensen de omgekeerde beweging maken. Dus per saldo komen meer werknemers van buiten regio in de sector werken. De populairste bestemmingen om vanuit Midden-Brabant in Zorg en WJK te gaan werken, zijn naburige regio s Noordoost-Brabant, West-Brabant en Zuidoost-Brabant. De grafiek rechtsboven vergelijkt de binnenlandse pendel in Zorg en WJK met andere sectoren. Dan blijkt dat het binnenlands pendelsaldo in de Zorg relatief gezien positiever uitvalt dan in andere sectoren. Zowel de uitgaande als de ingaande pendel is in Zorg en WJK relatief kleiner dan in andere sectoren, maar in de andere sectoren leidt de grotere uitgaande pendel tot een negatief binnenlands pendelsaldo. Buitenlandse pendel Er zijn alleen gegevens beschikbaar over de inkomende buitenlandse pendel. In totaal komen 4.680 buitenlanders naar Midden-Brabant om te werken, daarvan komt slechts een beperkt deel in Zorg en WJK terecht. Op basis van landelijke cijfers weten we dat de grootste groep buitenlandse werknemers die in Nederland komt werken in Zorg en WJK afkomstig is uit België, gevolgd door Duitsland. In vergelijking met andere sectoren werken er relatief veel inwoners van België in de Nederlandse gezondheids- en welzijnszorg. 7

6 Niet-Werkende Werkzoekenden (NWW) Kenmerken totale werkloosheid, 2010 (jaargemiddelde) Regio's Midden- Brabant Nederland Totaal NWW 11.260 497.900 Totaal NWW Zorg en WJK 320 18.400 Mannen 53% 52% Vrouwen 47% 48% 15-24 jaar 10% 8% 25-54 jaar 67% 70% > 55 jaar 23% 22% Ontwikkeling werkloosheidspercentage in Midden-Brabant en Nederland, jaargemiddelde 2007-2010 (in %) 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% < 1 jaar werkloos 56% 53% > 1 jaar werkloos 44% 47% Basisonderwijs 25% 28% VMBO 23% 21% HAVO/VWO 4% 4% Bron: UWV Werkbedrijf, CBS MBO 34% 31% HBO/Bachelor 11% 11% WO/Master 4% 4% Bron: UWV Werkbedrijf, CBS 0% 2007 2008 2009 2010 Midden-Brabant Nederland Kenmerken werkloosheid Als het aanbod van de arbeidsmarkt niet aansluit op de vraag, ontstaat werkloosheid. De cijfers worden uitgedrukt in het aantal niet werkende werkzoekenden (NWW ers). Dit zijn mensen tussen 15 en 64 jaar die werk zoeken van minstens twaalf uur per week en daarvoor staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf. In 2010 waren in Midden-Brabant 11.260 mensen werkloos. Daarvan was 53% man, 23% van de NWWers was ouder dan 55 jaar, terwijl 10% nog geen 25 was. In Midden-Brabant had 48% van de NWW ers maximaal een vmbo-opleiding (landelijk 49%), 38% was middelbaar opgeleid (landelijk 35%) en 15% was hoger opgeleid (gelijk aan landelijk gemiddelde) Het aandeel middelbaar opgeleide NWW ers is dus relatief hoog in de regio. Het aantal NWW in Zorg en WJK is gebaseerd op het aantal bij UWV WERKbedrijf ingeschreven NWW ers in de voor de sector Zorg en WJK meest relevante grofmazige beroepsgroepen. Dit zijn de (para)medische, algemeen verzorgende en sociaalmaatschappelijke beroepsgroepen tot en met het hogere beroepsniveau. In Midden-Brabant staan daarom 320 niet-werkende werkzoekenden in Zorg en WJK ingeschreven. Dit is waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijke aantal. Het UWV deelt een aantal Zorg en WJK beroepen in bij niet-zorg/wjk-beroepen en deze blijven daarom buiten beschouwing. Recente ontwikkelingen werkloosheid De ontwikkeling van de werkloosheid weerspiegelt de economische ontwikkeling. Toch valt op dat de werkloosheid ondanks de economische crisis in 2009 en 2010 slechts beperkt steeg, terwijl de productie enorm terugviel. Verklaringen hiervoor zijn: Labour hoarding: mensen in dienst houden met het oog op verwachte toekomstige krapte. Werktijdverkorting en deeltijd-ww Flexibilisering van de arbeidsmarkt: meer flexwerkers en zzp ers. Mogelijke veranderingen in de sectorstructuur: meer diensten en minder industrie waardoor het effect van productiedaling op personele bezetting verandert. Onvervulde vacatures: zelfs op het dieptepunt van de crisis waren er landelijk nog 100.000 openstaande vacatures. Het is plausibel dat een deel van de mensen die door de crisis hun werk kwijt raakten, konden instromen op nog openstaande vacatures bij andere arbeidsorganisaties. Langer doorleren door jongeren. In Midden-Brabant ligt het werkloosheidspercentage structureel onder het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde NWW percentage was in 2010 5,4% in Midden-Brabant en 6,4% in Nederland. 8

7 Werkgelegenheid in Zorg & WJK Werknemers in Midden-Brabant en Nederland uitgesplitst naar sector, 2009 Midden-Brabant Nederland Werkgelegenheid Zorg WJK Zorg % totale % totale % totale absoluut werkgelegenheid absoluut werkgelegenheid absoluut werkgelegenheid absoluut In werknemers 25.900 13% 5.000 2% 1.007.400 13% 171.200 In arbeidsvolume werknemers 17.600 11% 3.300 2% 678.700 11% 116.400 In banen van werknemers 27.600 13% 5.200 2% 1.079.700 14% 182.300 WJK % totale werkgelegenheid 2% 2% 2% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Ontwikkeling aantal werknemers in Zorg en WJK, in Midden-Brabant en Verdeling werknemers naar branches, 2009 Nederland, 2006-2009 (index; 2006=100) 120 Midden-Brabant 115 110 105 100 95 90 2006 2007 2008 2009 Midden-Brabant Nederland Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Ontwikkeling aantal werknemers in Midden-Brabant naar branche, 2006-2009 Gem. jaarlijkse groei 2006- NL Gem. jaarlijkse groei 2006-2009 (%) Branches 2006 2007 2008 2009 2009 (%) Ziekenhuizen 5.100 5.200 5.200 5.200 1,0% 2,5% Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 1.200 1.300 1.300 2.800 40,4% 3,4% Gehandicaptenzorg 3.800 3.800 4.400 4.000 1,9% 3,4% Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) 9.700 9.400 10.300 11.000 4,4% 1,6% Zorg overig 2.600 3.400 3.100 2.900 4,8% -0,6% Jeugdzorg 500 600 700 900 16,5% 5,2% Kinderopvang 1.500 1.700 1.700 1.900 9,6% 9,1% Welzijn en maatschappelijke dienstverlening (WMD) 1.800 1.800 2.300 2.200 8,2% -1,5% Totaal 26.200 27.200 29.000 30.900 5,6% 2,2% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil 3% 6% 9% 11% 15% 36% 7% 13% 34% 15% 17% Nederland Nederland 2% 6% 5% 13% 6% 9% 13% 20% 4% 14% 12% 10% 22% 7% Ziekenhuizen Geestelijke gezondheidszorg Gehandicaptenzorg VVT Zorg overig Jeugdzorg Kinderopvang WMD 9

Karakteristieken van werknemers naar branche, Midden-Brabant, 2009 Branches Aantal werknemers 2009 Deeltijd factor Gemiddelde leeftijd Aandeel 55+ Aandeel 35- Aandeel vrouwen Ziekenhuizen 5.200 0,74 40,7 12% 33% 79% GGZ 2.800 0,81 40,4 15% 35% 75% Gehandicaptenzorg 4.000 0,69 39,7 13% 37% 83% VVT 11.000 0,58 42,4 18% 25% 92% Zorg overig 2.900 0,81 40,0 12% 35% 74% Jeugdzorg 900 0,72 40,1 14% 37% 84% Kinderopvang 1.900 0,60 34,7 8% 56% 97% WMD 2.200 0,69 42,7 20% 27% 75% Totaal Zorg en WJK Midden-Brabant 30.900 0,66 40,8 15% 32% 84% Totaal alle sectoren Midden-Brabant 200.300 0,76 38,0 16% 46% 61% Totaal Zorg en WJK Nederland 1.178.600 0,67 40,6 15% 33% 84% Totaal alle sectoren Nederland 7.483.800 0,79 39,0 16% 43% 59% Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Aandeel zelfstandigen in werkgelegenheid in Zorg en WJK, 2006-2008 (in %) 2,8% 2,7% 2,6% 2,5% 2,4% 2,3% 2,2% 2,1% 2006 2007 2008 Zelfstandigen Midden-Brabant Zelfstandigen Nederland Bron: SSB Zelfstandigen Zorg en WJK binnen geheel van sectoren Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Zorg en WJK. De werkgelegenheid wordt gemeten in het aantal werknemers, dat is het gemiddeld aantal personen dat in de maand december een arbeidsovereenkomst heeft. De recente recessie is landelijk niet van invloed geweest op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector Zorg en WJK. Waar de werkgelegenheid in veel andere sectoren in 2009 sterk is afgenomen, is in de Zorg en WJK sprake van groei. In 2009 bedroeg het aantal werknemers bijna 1,2 miljoen. Gedurende de periode 2006-2009 groeide landelijk het aantal werknemers per jaar gemiddeld met ruim twee procent. In Midden-Brabant zijn 30.900 werknemers werkzaam in Zorg en WJK. In totaal omvat de sector Zorg en WJK 15% van alle werknemers. Landelijk is dit aandeel eveneens 15%. Net als landelijk nam de werkgelegenheid in Zorg en WJK in Midden-Brabant toe in de periode 2006-2009. Procentueel was de toename gemiddeld 5,6% per jaar. Hoewel de grote lijnen herkenbaar zijn is het mogelijk dat de werkgelegenheidsontwikkeling op regionaal niveau, wanneer dit wordt bekeken van jaar op jaar, in sommige gevallen wat vreemde bewegingen kan laten zien. Zo is er in Midden-Brabant een groot verschil in werkgelegenheid in de GGZ van 2008 naar 2009. Het aantal werknemers neemt dan toe van 1.300 naar 2.800 werknemers. Hieraan kunnen meerdere oorzaken ten grondslag liggen. Het vergt nog nader onderzoek om uit te vinden wat daar precies aan de hand is. Branches De ontwikkeling van de werkgelegenheid verschilt sterk tussen de diverse branches. In het algemeen waren in 2009 de meeste werknemers in zowel Midden-Brabant als Nederland werkzaam in de branches VVT en ziekenhuizen. Tussen 2006 en 2009 is met name de groei van het aantal werknemers in de kinderopvang en de jeugdzorg landelijk sterk geweest, respectievelijk 9,1 en 5,2 procent. De groei van het aantal werknemers in de VVT en zorg overig lag met respectievelijk 1,6 en -0,6 procent onder het gemiddelde voor de sector als geheel. Op regionaal niveau wijkt de ontwikkeling per branche op punten sterk af van het landelijk beeld. Zo neemt het aantal werknemers in de branches WMD en zorg overig in Midden- Brabant toe, terwijl deze sectoren landelijk juist afnemen. GGZ en jeugdzorg groeien in de regio veel meer dan landelijk. Kenmerken werknemers in zorgsector Een fors deel van de werkgelegenheid in de Zorg en WJK betreft deeltijdwerk. In Midden-Brabant werkte de gemiddelde werknemer in de Zorg en WJK in 2009 0,66 werkweek tegenover 0,67 landelijk. De omvang van de gemiddelde werkweek verschilt sterk tussen de diverse branches. In Midden-Brabant hebben de branches VVT en kinderopvang de kleinste omvang van de gemiddelde werkweek met respectievelijk 0,58 en 0,60. De gemiddelde leeftijd van werknemers in Zorg en WJK is 41 jaar en 84 procent van de werknemers is vrouw. Het aandeel jongeren (35-) is in de Zorg en WJK in Midden-Brabant ruim tweemaal zo groot als het aandeel ouderen (55+). Zelfstandigen in Zorg en WJK Bovenstaande grafiek toont het aandeel zelfstandigen in de sector. In de afgelopen jaren is zowel in Midden-Brabant als Nederland het aandeel zelfstandigen toegenomen. De trend van 'individualisering' van de beroepsbevolking, namelijk het in toenemende mate kiezen (vrijwillig of gedwongen) voor een bestaan als zelfstandige zonder personeel (zzp'er) speelt ook een rol in de sector Zorg en WJK. 10

8 Instroom in opleidingen voor Zorg & WJK Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in Midden-Brabant en Nederland, 2009, absoluut en Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in uitgedrukt als percentage van de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK Midden-Brabant en Nederland, 2009 Midden-Brabant Nederland Midden-Brabant % instroom % instroom Zorg & WJK Overig V&V SAW Kwalificaties Absoluut Zorg & WJK Absoluut Zorg & WJK Abs. % Abs. % V&V Zorghulp (niveau 1) 2 0% 1.096 2% BOL 296 256 552 18% 2.451 82% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 192 15% 9.431 17% BBL 314 117 431 23% 1.441 77% Verzorgende (niveau 3) 200 16% 7.658 14% HBO 85 212 297 10% 2.668 90% Verpleegkundige (niveau 4) 140 11% 5.533 10% Verpleegkundige (niveau 5) 85 7% 3.306 6% AG* Assisterenden (niveau 4) 76 6% 2.784 5% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 101 8% 7.625 14% V&V SAW Nederland Zorg & WJK Overig Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 112 9% 3.603 7% Abs. % Abs. % Pedagogisch werker (niveau 4) 68 5% 2.794 5% BOL 14.689 11.236 25.925 22% 89.910 78% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 27 2% 831 2% BBL 11.813 5.171 16.984 26% 48.354 74% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 25 2% 839 2% HBO 3.306 8.995 12.300 12% 88.190 88% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 40 3% 715 1% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 112 9% 4.624 8% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 12 1% 708 1% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 88 7% 3.662 7% Totaal Zorg en WJK 1.280 100% 55.209 100% Totaal overige opleidingen 6.560 226.454 Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * Dit betreft een optelling van de kwalificaties apothekersassistent, doktersassistent en tandartsassistent Instroom in opleidingen voor Zorg en WJK Het onderwijs in de sector draagt aanzienlijk bij aan het arbeidsaanbod. Elk jaar kiest ongeveer een kwart van alle jongeren voor een opleiding voor Zorg en WJK (MBO+HBO). In Midden-Brabant is dit 20%. De populairste opleidingen op mboniveau in Midden-Brabant zijn verzorgende (niveau 3), helpende zorg en welzijn (niveau 2) en verpleegkundige (niveau 4). In Midden-Brabant is de instroom in BOL-opleidingen voor Zorg en WJK kleiner dan in BBL-opleidingen. Ongeveer 18% van alle BOL-leerlingen kiest voor een opleiding voor Zorg en WJK en zo n 23% van de BBL ers maakt deze keuze. Zowel het aandeel BBL'ers als BOL'ers in Zorg en WJK ligt in Midden-Brabant lager dan landelijk. In Midden-Brabant is de instroom binnen het HBO het grootst in sociaal pedagogische hulpverlening. Ongeveer 10% van alle leerlingen in Haaglanden, die instromen in het HBO, kiest voor een opleiding voor Zorg en WJK. De grafiek op de rechterpagina (bovenaan) toont dat de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK tussen 2006-2009 is toegenomen. In totaal is de toename ruim 19% in Midden-Brabant. De instroom in opleidingen voor Zorg en WJK is in deze periode harder gegroeid dan in andere opleidingen. Ook is in Midden- Brabant de groei van de instroom in zowel Zorg en WJK als andere opleidingen groter dan landelijk. Kenmerken instroom MBO De samenstelling van de bevolking naar leeftijd verandert in de toekomst en het aandeel personen van niet-nederlandse herkomst neemt toe, met name in grootstedelijke gebieden. Uitgaande van een toenemende vraag naar zorgdiensten is het voor de arbeidsmarkt in de Zorg en WJK van belang om aantrekkelijk te zijn voor deze groep personen. De grafieken op de rechterpagina hebben betrekking op de samenstelling van de instroom in opleidingen voor Zorg en WJK. In Midden-Brabant is het aandeel mannen in BOL en BBL zorgopleidingen vrijwel gelijk aan Nederland. Het aandeel allochtonen is in zowel BOL als BBL-opleidingen lager dan landelijk. Het aandeel 25-plussers is in Midden-Brabant in BOL-opleidingen kleiner dan landelijk, in BBL-opleidingen is dit vrijwel gelijk. Kenmerken instroom HBO In 2009 lag het aandeel mannen dat landelijk instroomde in opleidingen voor Zorg en WJK op hbo-niveau rond 20%. Hierin wijkt Midden-Brabant slechts licht af van het landelijke beeld. Ook het aandeel 25-plussers wijkt weinig af van het Nederlands gemiddelde. In Midden-Brabant wijkt het aandeel allochtonen in de hbo-instroom wel af van het Nederlands beeld. Zo betrof ruim 15% van de instroom in 2009 allochtonen, terwijl het Nederlandse gemiddelde op 23% lag. 11

Ontwikkeling instroom in opleidingen voor Zorg en WJK en overige opleidingen, Midden-Brabant en Nederland, 2006-2009 (in %) 25% 20% 15% 10% 5% 0% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Kenmerken instroom in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken instroom in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK uitgesplitst naar BOL en BBL, 2009, Midden-Brabant (in %) uitgesplitst naar BOL en BBL, 2009, Nederland (in %) 100% Midden-Brabant Totaal overige opleidingen Nederland Zorg en WJK 100% 80% 60% 40% 20% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil 80% 60% 40% 20% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Kenmerken instroom in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken instroom in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK 2009, Midden-Brabant (in %) 2009, Nederland (in %) 25% 25% 20% 20% 15% 15% 10% 10% 5% 5% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil 12

9 Deelnemers in opleidingen voor Zorg & WJK Kenmerken deelnemers in mbo- en hbo-opleidingen voor Zorg en WJK*, 2010 Midden-Brabant Kwalificaties Aantal 2010 Aandeel BOL Aandeel BBL Aandeel mannen Aandeel allochtonen Aandeel 25+ V&V Zorghulp (niveau 1) 11 27% 73% 0% 36% 73% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 367 79% 21% 10% 37% 24% Verzorgende (niveau 3) 508 31% 69% 6% 25% 49% Verpleegkundige (niveau 4) 404 64% 36% 16% 13% 19% Verpleegkundige (niveau 5) 298 n.v.t. n.v.t. 15% 10% 21% AG Assisterenden (niveau 4) 213 84% 16% 4% 43% 16% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 355 75% 25% 4% 18% 19% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 250 76% 24% 18% 14% 16% Pedagogisch werker (niveau 4) 215 84% 16% 15% 16% 16% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 153 27% 73% 26% 5% 43% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 97 96% 4% 44% 49% 8% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 119 100% 0% 24% 40% 3% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 537 n.v.t. n.v.t. 17% 13% 20% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 76 n.v.t. n.v.t. 47% 24% 26% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 330 n.v.t. n.v.t. 15% 26% 24% Totaal Zorg en WJK 3.934 45% 23% 14% 22% 24% Totaal overige opleidingen 22.400 32% 16% 58% 20% 20% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * In het onderwijs wordt de term welzijn gehanteerd in plaats van WJK. Kenmerken deelnemers in mbo- en hbo-opleidingen voor Zorg en WJK*, 2010 Nederland Kwalificaties Aantal 2010 Aandeel BOL Aandeel BBL Aandeel mannen Aandeel allochtonen Aandeel 25+ V&V Zorghulp (niveau 1) 1.310 72% 28% 8% 51% 37% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 18.472 83% 17% 10% 40% 21% Verzorgende (niveau 3) 19.540 39% 61% 7% 20% 44% Verpleegkundige (niveau 4) 17.772 59% 41% 14% 14% 26% Verpleegkundige (niveau 5) 12.796 n.v.t. n.v.t. 13% 13% 21% AG Assisterenden (niveau 4) 7.943 88% 12% 4% 37% 17% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 24.332 86% 14% 7% 30% 14% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 10.908 73% 27% 22% 20% 26% Pedagogisch werker (niveau 4) 10.790 71% 29% 18% 19% 29% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 3.987 52% 48% 24% 14% 40% Sociaal cultureel werker (niveau 4) 3.620 94% 6% 47% 47% 9% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 2.779 96% 4% 26% 56% 14% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 20.573 n.v.t. n.v.t. 19% 23% 27% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 3.283 n.v.t. n.v.t. 35% 30% 31% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 14.552 n.v.t. n.v.t. 19% 29% 28% Totaal Zorg en WJK 172.657 50% 21% 15% 26% 25% Totaal overige opleidingen 768.971 35% 17% 59% 25% 20% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil * In het onderwijs wordt de term welzijn gehanteerd in plaats van WJK. 13

Kenmerken deelnemers in mbo-opleidingen voor Zorg en WJK Kenmerken deelnemers in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK uitgesplitst naar BOL en BBL, 2010, Midden-Brabant (in %) 2010, Midden-Brabant (in %) 70% 70% 60% 60% 50% 50% 40% 40% 30% 30% 20% 20% 10% 10% 0% 0% Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar Aandeel man Aandeel allochtoon Aandeel >25 jaar BOL BBL Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, bewerking Etil Deelnemers MBO Gediplomeerde schoolverlaters van de opleidingen voor Zorg en WJK vormen nieuw aanbod voor de arbeidsmarkt in de sector Zorg en WJK. Het aantal onderwijsdeelnemers op een bepaald moment is een indicatie voor de arbeidsmarktinstroom van gediplomeerden op de middellange termijn. In Midden-Brabant volgen op mbo-niveau bijna 2.700 deelnemers een opleiding voor Zorg en WJK. De meeste deelnemers volgen de mbo-opleidingen verzorgende (niveau 3), verpleegkundige (niveau 4) en helpende zorg en welzijn (niveau 2). In Midden-Brabant volgen op hbo-niveau ruim 1.200 deelnemers een opleiding voor Zorg en WJK. De meeste deelnemers volgen de opleiding sociaal pedagogische hulpverlening. Kenmerken deelnemers In zowel Midden-Brabant als landelijk nemen er relatief veel mannen deel aan de opleidingen sociaal cultureel werker en cultureel maatschappelijke vorming. In Midden-Brabant hebben de opleidingen sociaal cultureel werker, assisterenden en sociaal-maatschappelijke dienstverlener een opvallend hoog aandeel allochtone deelnemers (tussen de 40 en 49%). Het aandeel 25-plussers is fors in zorghulp, verzorgende (niveau 3) en medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4). Dit aandeel hangt veelal samen met een hoog aandeel BBL'ers. In vergelijking met BOL-opleidingen, hebben BBL-opleidingen een hoog aandeel 25-plussers (zie linksboven). Het aandeel allochtonen is duidelijk beperkter in BBL-opleidingen in de regio, terwijl het aandeel mannen licht groter is dan in BOL-opleidingen. Op hbo-niveau is het deel van de deelnemers dat man is groter dan op mboniveau. Het aandeel allochtonen is kleiner dan bij BOL-opleidingen. Het aandeel 25-plussers is groter dan bij BOL-opleidingen, maar kleiner dan bij BBLopleidingen. 14

10 Sector- & Studierendement Gediplomeerden (abs., 2009), sector- en studierendement in mbo- en hbo-opleidingen, 2007 (in %) SECTORRENDEMENT STUDIERENDEMENT Midden-Brabant Nederland Midden- Gediplomeerden Rendement Rendement Gediplomeerden Rendement Rendement Brabant Kwalificaties Zorg & WJK Zorg (%) WJK (%) Zorg & WJK Zorg (%) WJK (%) Nederland V&V Zorghulp (niveau 1) 8 ** ** 1.205 43% 2% 40% 71% Helpende zorg en welzijn (niveau 2) 774 53% 16% 35.277 46% 5% 72% 77% Verzorgende (niveau 3) 135 91% 0% 6.290 87% 2% 68% 69% Verpleegkundige (niveau 4) 83 87% 0% 4.039 85% 1% 62% 65% Verpleegkundige (niveau 5) 61 78% 0% 2.615 85% 1% 65% 62% AG Assisterenden (niveau 4) 69 75% 0% 2.337 73% 0% 75% 72% SAW Pedagogisch werker (niveau 3) 91 25% 50% 5.996 21% 43% 66% 64% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3) 38 ** ** 595 70% 5% * * Pedagogisch werker (niveau 4) 71 62% 13% 5.995 52% 15% 68% 67% Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 4) 46 ** ** 914 76% 6% * * Sociaal cultureel werker (niveau 4) 23 11% 24% 869 7% 22% 57% 50% Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 20 13% 8% 497 11% 9% 55% 53% Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5) 78 41% 25% 3.399 44% 21% 63% 61% Cultureel maatschappelijke vorming (niveau 5) 13 ** ** 471 7% 26% 62% 49% Maatschappelijke dienstverlening (niveau 5) 65 27% 33% 2.400 29% 33% 56% 57% Bron: DUO-CFI, CBS Onderwijsgegevens, SSB, bewerking Etil * Deze opleiding bestond nog niet in schooljaar 2005/2006 en daarom kan geen studierendement worden bepaald. **Geen berekening mogelijk i.v.m. te kleine aantallen. Sectorrendement Het sectorrendement is gedefinieerd als het percentage gediplomeerden van een opleiding voor Zorg en WJK dat een jaar na diplomering werkzaam is in de sector Zorg en WJK. Het regionale sectorrendement is bepaald op basis van de woonregio van de gediplomeerde. Het sectorrendement is in Midden-Brabant het hoogst voor verzorgenden (niveau 3) en verpleegkundigen (niveau 4 en 5). Eén jaar na diplomering is van alle gediplomeerden tussen de 78 en 91% van deze groep werkzaam in de Zorg. Voor assisterenden (niveau 4) ligt het rendement rond de 75%. Van de overige opleidingen, zowel op mbo als hbo niveau, is het rendement veel lager. Een laag sectorrendement betekent niet per se dat deze personen niet uiteindelijk in de sector Zorg en WJK gaan werken. Veel gediplomeerden, met name van de lagere niveaus van het mbo, stromen door naar een vervolgopleiding en volgen dus nog enige jaren onderwijs. Een deel van deze personen zal later alsnog instromen op de arbeidsmarkt Zorg en WJK, maar dan vanuit de vervolgopleiding. Studierendement Het studierendement, de mate waarin studenten een diploma halen, loopt uiteen. Van de mbo-leerlingen verpleging en verzorging haalt in Midden-Brabant gemiddeld 70% hun diploma (dit betreft een gewogen gemiddelde op basis van het aantal gediplomeerden). Dat is minder dan landelijk (75%). Het gemiddelde studierendement onder mbo-leerlingen SAW in Midden-Brabant ligt gemiddeld op 65%. Op mbo-niveau 1 en 2 ligt het studierendement in Midden-Brabant gemiddeld op 71%, dat is lager dan landelijk. Op niveau 3 en 4 ligt het rendement tussen de 55 en 75% in Midden-Brabant. Hierin wijkt de regio weinig af van het landelijk beeld. Over het algemeen is het rendement van BBL-opleidingen het hoogst. Het studierendement in hbo-opleidingen voor Zorg en WJK ligt lager dan dat in het mbo. In Midden-Brabant haalt gemiddeld 62% van de hbo ers zijn diploma in maximaal vijf jaar. Bij hbo verpleging ligt het rendement hoger dan bij de opleidingen gedrag en maatschappij. 15

16

11 Het oordeel van werknemers (Werknemersonderzoek) Werkbeleving 2011 in Midden-Brabant en Nederland (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) Midden-Brabant Nederland Werkbeleving* Zorg (n=298) WJK (n=96) Zorg (n=8.579) WJK (n=2.349) Ervaren werkdruk 3,3 3,6 3,4 3,5 Waardering door leidinggevende 3,7 3,7 3,6 3,7 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,2 4,1 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,5 3,7 3,5 3,7 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 Werkbeleving 2011 in Nederland uitgesplitst naar branche (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) ZKH GGZ GHZ VVT Zorg overig JZ KO WMD Werkbeleving* (n=2.397) (n=1.017) (n=1.582) (n=2.813) (n=770) (n=805) (n=779) (n=765) Ervaren werkdruk 3,4 3,4 3,3 3,4 3,4 3,3 3,5 3,5 Waardering door leidinggevende 3,6 3,6 3,6 3,6 3,7 3,7 3,8 3,6 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,1 4,1 4,1 4,2 4,1 4,3 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,4 3,7 3,6 3,6 3,3 3,8 3,5 3,9 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 Werkbeleving 2011 van VOV personeel en niet-vov personeel in Midden-Brabant Vertrekgeneigdheid VOV personeel in Midden-Brabant (in %) (vijfpuntsschaal: 1= negatief tot 5 = positief) VOV personeel niet-vov personeel Werkbeleving* (n=286) (n=82) Ervaren werkdruk 3,3 3,5 Waardering door leidinggevende 3,7 3,8 Inhoud & omstandigheden werk 4,2 4,2 Ervaren zelfstandigheid 3,4 3,8 Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil *Voor uitleg over de samenstelling van de vier onderdelen van "werkbeleving", zie bijlage 2 22% WJK 20% 3% 12% Zorg 11% 4% 0 0,05 0,1 0,15 0,2 0,25 Op zoek naar een andere baan Op zoek en minimaal enige actie hiertoe ondernomen Op zoek, minimaal enige actie hiertoe ondernomen en buiten de sector zoeken of geen voorkeur hebbend Bron: Werknemersonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil n= het aantal respondenten dat de desbetreffende vraag heeft beantwoord. 17

12 Het oordeel van werkgevers (Werkgeversonderzoek*) Knelpunten in personeelsbeleid, top 5 Midden-Brabant (n=19) Nederland (n= 1.000) Inzetbaarheid van het personeel 64% Beheersing van de werkdruk 27% Het aantrekken van (nieuw) personeel 45% Onvoldoende beschikbaarheid van personeel a.g.v. verlof/vakantie 21% Arbeidsconflicten en spanningen in de organisatie 38% Het aantrekken van (nieuw) personeel 20% Beperkingen als gevolg van arbeidstijdenregelingen 36% Vergrijzing van het personeel 20% Vergrijzing van het personeel 35% Loonkosten 17% Bron: Werkgeversonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil Maatregelen die de instellingen nemen om de werkdruk te verminderen Top 5 en ranking meest succesvolle maatregelen, Midden-Brabant en Nederland Midden-Brabant (n=19) Nederland (n= 1.000 ) Meest succesvol Door extra personeel aan te trekken 35% Werkprocessen efficiënter vormgeven 15% 1 Betere roostering 34% Door extra personeel aan te trekken 11% 2 Meer vrijwilligers 26% Betere roostering 8% 3 Werkprocessen efficiënter vormgeven 9% Werkdrukanalyse 4% - Werkdrukanalyse 6% Coaching van leidinggevenden 3% 4 Geen maatregelen genomen 15% Geen maatregelen genomen 42% Bron: Werkgeversonderzoek Zorg en Welzijn 2011 Stratus, bewerking Etil Werknemers In juni 2011 gaven bijna 400 werknemers in Midden-Brabant hun oordeel over werken in de sector Zorg en WJK. Op de linkerpagina staan enkele resultaten van dit onderzoek. Aan de hand van een aantal stellingen is de werkbeleving van medewerkers in de sector gemeten. Het gaat hier om vier factoren die gezamenlijk de gemiddelde werkbeleving vormen. Men is meest tevreden over de inhoud en omstandigheden van het werk zelf en het minst tevreden over de ervaren werkdruk. Dit geldt voor zowel de Zorg als WJK. In Midden-Brabant wijkt de werkbeleving van werknemers in Zorg en WJK weinig af van het landelijke beeld. Landelijk wordt de meeste werkdruk ervaren in de branches gehandicaptenzorg en jeugdzorg. In Midden-Brabant is er weinig verschil in werkbeleving tussen VOV-personeel en niet-vov personeel. Het VOV-personeel is iets minder positief over de ervaren zelfstandigheid en werkdruk dan niet-vov personeel. Ongeveer 12% van het VOV-personeel in de Zorg in Midden-Brabant geeft aan op zoek te zijn naar een andere baan. In de sector WJK ligt dit percentage beduidend hoger, op 22%. In zowel Zorg als WJK is een groot deel groep echt actief op zoek naar een andere baan. Actief op zoek wil zeggen dat mensen van zichzelf aangeven activiteiten te ontplooien om een nieuwe baan te vinden. In de Zorg is slechts 4% van de actief zoekenden op zoek naar een baan buiten de Zorgsector. In WJK ligt dit percentage nog lager op 3%. In Midden-Brabant is het dreigende verlies voor de sector Zorg en WJK dus respectievelijk 4 en 3%. Werkgevers Ook werkgevers zijn in juni 2011 benaderd voor een onderzoek en in totaal hebben 19 werkgevers in Midden-Brabant deelgenomen. In het onderzoek is onder andere gevraagd naar knelpunten in personeelsvoorziening en maatregelen om werkdruk te verminderen. De top 5 van knelpunten in personeelsbeleid komt in Midden-Brabant nauwelijks overeen met het landelijke gemiddelde. Het nummer 1 knelpunt dat werkgevers in Midden- Brabant ervaren is de inzetbaarheid van het personeel. Landelijk is dit beheersing van de werkdruk. Maatregelen om de werkdruk te verminderen komen in Midden-Brabant wel enigszins overeen met het landelijke beeld. De populairste maatregel die werkgevers in Midden-Brabant nemen is "door extra personeel aan te trekken". Landelijk is dit "werkprocessen efficiënter vormgeven". Slechts 15% van de werkgevers in Midden-Brabant gaf aan géén maatregelen te nemen om de werkdruk te verminderen, dit is fors lager dan landelijk. n= het aantal respondenten dat de desbetreffende vraag heeft beantwoord. * De resultaten van het werkgeversonderzoek zijn op regionaal niveau niet representatief maar indicatief 18

13 Samenvattend overzicht Midden-Brabant ontgroent en vergrijst. AANBOD De potentiële beroepsbevolking, alle mensen tussen 15 en 64 jaar, bestond in 2009 uit 293.000 mensen in Midden-Brabant. In de toekomst zal dit aantal afnemen, waarbij de relatieve afname in Midden-Brabant vergelijkbaar is met de landelijke afname. In 2009 was de bruto participatiegraad in Midden-Brabant 72% en daarme hoger dan het landelijk gemiddelde van 71%. De komende jaren blijft de arbeidsparticipatie stijgen. Deze stijging vindt voornamelijk onder vrouwen plaats. Zowel de participatie van jongeren als ouderen ligt in Midden-Brabant hoger dan landelijk. Allochtonen participeren in Midden-Brabant in 2009 ook iets meer dan landelijk. In 2009 bestaat de beroepsbevolking in Midden-Brabant uit 210.800 personen. De komende jaren blijft de beroepsbevolking in Midden-Brabant groeien. Deze groei ontstaat doordat de afname van de potentiële beroepsbevolking wordt goedgemaakt doordat er meer mensen gaan werken. VRAAG In Midden-Brabant zijn 30.900 werknemers werkzaam in Zorg en WJK. In totaal omvat de sector Zorg en WJK 15% van alle werknemers, dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. De meeste mensen zijn werkzaam in de branches VVT en ziekenhuizen. In de periode 2006-2009 nam de werkgelegenheid in Zorg en WJK in Midden- Brabant toe met gemiddeld 5,6% per jaar, terwijl de werkgelegenheid landelijk juist toenam met ruim 2% per jaar. In de regio neemt het aantal werknemers in de branches WMD en zorg overig in Midden-Brabant toe, terwijl deze sectoren landelijk juist afnemen. Een fors deel van de werkgelegenheid in de Zorg en WJK betreft deeltijdwerk. In Midden-Brabant werkte de gemiddelde werknemer in Zorg en WJK in 2009 0,66 werkweek tegenover 0,67 landelijk. Regionaal gezien hebben de branches VVT en kinderopvang de kleinste omvang van de gemiddelde werkweek. De gemiddelde leeftijd van werknemers in Zorg en WJK is 40,8 jaar en 84% van de werknemers is vrouw. In Midden-Brabant is het aandeel jongeren (35-) in Zorg en WJK ruim tweemaal zo groot als het aandeel ouderen (55+). In de afgelopen jaren is zowel in Midden-Brabant als Nederland het aandeel zelfstandigen werkzaam binnen Zorg en WJK toegenomen. ONDERWIJS Het onderwijs in de sector draagt aanzienlijk bij aan het arbeidsaanbod. Elk jaar kiest bijna een kwart van alle jongeren voor een opleiding voor Zorg en WJK. Tussen 2006 en 2009 is de totale instroom in opleidingen voor Zorg en WJK in Midden-Brabant gegroeid met ruim 19%. Binnen Zorg en WJK kiezen de meeste leerlingen in Midden-Brabant voor mboopleidingen verzorgende (niveau 3), helpende zorg en welzijn (niveau 2) en verpleegkundige (niveau 4). Binnen het HBO is de instroom in sociaal pedagogische hulpverlening het grootst. In Midden-Brabant is het aandeel allochtonen in zowel BOL als BBL-opleidingen lager dan landelijk. Het aandeel 25-plussers is in Midden-Brabant in BOL-opleidingen kleiner dan landelijk, in BBL-opleidingen is dit vrijwel gelijk. Het sectorrendement ligt tussen de 78 en 91% voor verzorgenden (niveau 3) en verpleegkundigen (niveau 4 en 5) in Midden-Brabant. Voor assisterenden (niveau 4) ligt het rendement rond de 75%. Van de overige opleidingen, zowel op mbo als hbo niveau, is het rendement veel lager. In Midden-Brabant ligt het studierendement van mbo-leerlingen V&V gemiddeld op 70%, dat is minder dan landelijk (75%). Onder mbo-leerlingen SAW haalt ongeveer 65% zijn diploma in de regio. Op niveau 1 en 2 ligt het studierendement in Midden- Brabant op 72%. In Midden-Brabant haalt gemiddeld 62% van de hbo ers zijn diploma in maximaal vijf jaar. OORDEEL WERKNEMERS-WERKGEVERS Bijna 400 werknemers in Zorg en WJK hebben in Midden-Brabant hun oordeel gegeven over werken in de sector. Werknemers in zowel Zorg als WJK zijn het meest tevreden over het werk zelf en het minst tevreden over de ervaren werkdruk. In Midden-Brabant wijkt de werkbeleving van werknemers in Zorg en WJK weinig af van het landelijke beeld. In Midden-Brabant is VOV-personeel iets minder positief over de ervaren zelfstandigheid en werkdruk dan niet-vov personeel. Ongeveer 12% van het VOVpersoneel in de Zorg in Midden-Brabant geeft aan op zoek te zijn naar een andere baan. In de sector WJK ligt dit percentage hoger, op 22%. Van beide groepen is het merendeel actief op zoek naar een andere baan. In de Zorg is slechts 4% van de actief zoekenden op zoek naar een baan buiten de sector. In WJK ligt dit percentage nog lager op 3%. Het nummer één knelpunt dat 19 werkgevers uit Midden-Brabant ervaren is de inzetbaarheid van het personeel. Landelijk is dit beheersing van de werkdruk. De populairste maatregel om diezelfde werkdruk te verminderen is in Midden- Brabant "door extra personeel aan te trekken". Landelijk komt deze maatregel op de tweede plaats. In totaal geeft slechts 15% van de werkgevers in Midden-Brabant aan géén maatregelen te nemen om de werkdruk te verminderen, dit is fors lager dan landelijk. 19

Definities 2. (Potentiele) beroepsbevolking Bevolking Potentiële beroepsbevolking 3. Arbeidsparticipatie Bruto participatiegraad 4. Beroepsbevolking Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking Bevolking op 1 januari per jaar. Het betreft de geregistreerde bevolking van een gebied. Peildatum: 1 januari. Bron: CBS Statline, bewerking Etil. Alle personen van 15-64 jaar. Peildatum: jaargemiddelde. Bron: CBS Statline, bewerking Etil. Het aandeel van de werkzame én werkloze beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking (= bevolking 15-64 jaar) weergegeven als een percentage. Bruto participatiegraad wordt ook wel arbeidsparticipatie of beroepsdeelneming genoemd. Peildatum: jaargemiddelde. Bron: CBS Statline, EBB, bewerking en prognose Etil. De beroepsbevolking is gelijk aan de som van de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking. Peildatum: jaargemiddelde. Bron: CBS Statline, EBB, bewerking en prognose Etil. De werkzame beroepsbevolking bestaat uit personen (= bevolking 15-64 jaar) die ten minste 12 uur per week betaald werken of werk hebben aanvaard. Peildatum: jaargemiddelde. Bron: CBS Statline, EBB, bewerking Etil. De werkloze beroepsbevolking bestaat uit personen (= bevolking 15-64 jaar) die geen betaald werk hebben (of minder dan 12 uur per week) en die aangeven meer dan 12 uur per week te willen werken, daarvoor op korte termijn beschikbaar zijn en de afgelopen vier weken actief naar werk hebben gezocht. 5. Pendel Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Peildatum: jaargemiddelde. Bron: CBS Statline, EBB, bewerking en prognose Etil. Het aantal personen dat in een bepaald gebied komt werken maar woonachtig is in een ander gebied. De populatie omvat alle werknemers bij bedrijven en instellingen in Nederland die op enig moment in de maand december werkzaam waren. Peildatum: maandgemiddelde december. Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Het aantal personen dat in een bepaald gebied woont maar werkt in een ander gebied. De populatie omvat alle werknemers bij bedrijven en instellingen in Nederland die op enig moment in de maand december werkzaam waren. Personen die in het buitenland werken zijn niet in de uitgaande pendel opgenomen (geen gegevens over bekend). Peildatum: maandgemiddelde december. Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil Het verschil tussen inkomende en uitgaande pendel in een gebied. Buitenlandse pendel wordt buiten beschouwing gelaten bij het bepalen van het regionale pendelsaldo. Peildatum: maandgemiddelde december. Bron: Loonaangifte, SWL, CBS, bewerking Etil 20