Nederlands in Uitvoering

Vergelijkbare documenten
Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering

Les ontwerpend leren Sterker dan sterk!

behorende bij de website hoeextreembenjij.nl

Sterker naar het mbo. Docentenhandleiding. Januari 2018 Spirit4you.

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Nederlands in Uitvoering

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Werkvormen Vooraf aan EduMedia

200 JAAR STATEN-GENERAAL

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1

Les 1.3 Lichamelijke beperking

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

9. Schrijfopdrachten

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Werken met tradities. Uw project voor. Erfgoedspoor: 3. Toelichting. invul-lesmodel. Titel van het project: 1. Leerjaar:

Les 13a Zoek de verschillen

HOE KOM IK VAN LEERDOELEN TOT EEN LES?

Opzet en uitvoering. Inhoudsopgave. 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3. 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4. 3 Stap voor Stap Technische kant...

Brief LES. tegelijk GR EN. Handleiding voor de leerkracht Groep 7 en 8

Nederlands in Uitvoering

1. Welkom bij de vragenlijst over doelgerichte lesopbouw, differentiatie en ADSL.

Workshop Handleiding. Striptekenen deel 3. wat is jouw talent?

Introduceren thema Op vakantie in Europa. centraal rondom vakantie in Europa: Thema: Op vakantie in Europa

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Multidisciplinair lesprogramma voor groep 7-8. Handleiding voor leerkrachten

Lesbrief: Slimme oplossingen Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Middenbouw getallen onderzoeken

Thema: Ramadan. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Kettingreacties. Docentenhandleiding. Lesmateriaal 1-3 VMBO. Dit lesmateriaal is voor gebruik in de klas én in NEMO

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

training: Engels in het basisonderwijs

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND?

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Sectorwerkstuk

Wie ben jij? HANDLEIDING

Thema: Verdwenen vliegtuig Maleisië. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

Handleiding voor de leerling

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

Suggestie De opdracht van het werkblad Plaatsen langs de Schelde kan ook als huiswerk opgegeven worden of in zelfstandig werktijd gemaakt worden.

de klas met een belangrijke vraag.

Lessuggestie Freek de Teek in paniek! middenbouw

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Introduceren thema 80 jarige oorlog. Thema: 80 jarige oorlog. centraal: 2. Maak een nieuw eigentijds volkslied.

Workshop Handleiding. Sinterklaas en Kerstmis. wat is jouw talent?

Thema: Drones: vliegtuigjes zonder piloot

De meerkeuzevragen bij opdracht 2 zijn op dezelfde manier geformuleerd als de vragen in de toetsen van het Cito.

Bekend, benieuwd, bewaard - Voorbeeld Biologie

Onderzoeksvraag 1. Aanleiding

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

Verklaren hoe planten groeien

Begrijpend lezen, lessenserie. voor het VO

Online Imago Fan of fantasie...?

Schrijven op het menu

Tweede wereldoorlog:

Thema: Drones: vliegtuigjes zonder piloot. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Docentenhandleiding veldwerk

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Handleiding Strategieles Voorspellen niveau A

LESBRIEF LES 2 DE THT-LES SAMENVATTING LES 2 BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN WERKVORMEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD VOORBEREIDING

Lessenoverzicht Rondje om de kerk

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Sectorwerkstuk

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

PRESENTATIE BEROEPENSTAGE MVI

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Transcriptie:

Leerjaar 2 Uitvinders Een informatieve tekst lezen

Algemene modulegegevens Leerjaar: 2 Taaltaak: Een informatieve tekst lezen Thema: Uitvinders (sector Techniek) Leerstijlvariant: ERVAAR BEKIJK - DENK DOE Beschrijving van de module Deze module is sectororiënterend voor de sector Techniek. In deze module lezen de leerlingen verschillende teksten over uitvindingen en hoe die tot stand gekomen zijn. Ze gaan op zoek naar onvolkomenheden en ergernissen in hun dagelijks leven en proberen daar een oplossing voor te bedenken. Die oplossing resulteert in een uitvinding die ze vormgeven in een prototype of in een schets op papier. Inzet van de module Bij deze module is vakoverstijgend werken rond het eindproduct mogelijk met de vakken techniek en/of handvaardigheid. Inhoudelijk is een koppeling mogelijk met Mens & Maatschappij, of met Mens & Natuur. Kijk voor meer informatie bij Suggesties voor samenwerking met andere vakken aan het eind van deze handleiding. Doelen De leerling maakt onderscheid tussen feiten en meningen. De leerling herkent argumenten in een tekst. De leerling geeft een reactie op de inhoud van een tekst waarbij een relatie wordt gelegd met eigen inzichten, meningen en ervaringen. De leerling past zelfstandig bij verschillende tekstsoorten een passende leesmanier toe, zoals globaal lezen, zoekend lezen en precies lezen. De leerling koppelt nieuwe informatie aan wat hij al weet: ervaringen, je verbeelding gebruiken, je verplaatsen in een ander, eigen voorbeelden bedenken, voorkennis activeren. 2

Materialen en voorbereiding Les 1 Woordenlijst Opdracht 1 Opdracht 4 Opdracht 5 U kunt ervoor kiezen de leerlingen gebruik te laten maken van het woordenblad (achterin de leerlingmodule). Zorg ervoor dat de leerlingen in tweetallen de tijd bij kunnen houden. Bijvoorbeeld met een stopwatch, een horloge met secondewijzer of een zandloper. Het is leuk om in ieder geval aan één tweetal een zandloper aan te bieden omdat het gebruik daarvan eveneens aan de orde komt bij opdracht 2. De leerlingen kunnen op internet controleren of ze de tekening goed hebben gemaakt. Als u geen beschikking hebt over (genoeg) computers, kunt u dat ook op een later tijdstip laten doen of als huiswerk meegeven. Bedenk van tevoren hoe u de groepjes indeelt. Deze groepjes blijven ook de komende lessen samenwerken aan hun uitvinding. Zorg ervoor dat in elk groepje een creatieve geest terechtkomt en ook iemand die handig in knutselen is. Leg vellen papier klaar. U kunt daar ook grote vellen voor nemen en de vellen daarna laten ophangen. Zo kunnen de leerlingen bij elkaar inspiratie opdoen. Les 2 Opdracht 7 Voor deze opdracht zijn de vellen papier van opdracht 5 weer nodig. Ook werken de leerlingen in dezelfde groepjes. Opdracht 8 Zorg eventueel voor voldoende rode en blauwe kleurpotloden/viltstiften. Opdracht 9 en 10 Dit zijn internetopdrachten. Zorg voor voldoende computers. Eventueel kunt u ook van tevoren een aantal uitvindingen op de websites zoeken en uitprinten. Dan kunnen de leerlingen de tekst van papier lezen. Opdracht 12 Bij deze opdracht werken de leerlingen in dezelfde groepjes als bij opdracht 5 en 7. Zorg voor enkele vellen tekenpapier per groepje. Les 3 Opdracht 17 Bij deze opdracht wordt in dezelfde groepjes gewerkt als bij opdracht 5, 7 en 12. Er wordt verder gewerkt aan de uitvinding. Er zijn grote vellen papier nodig om de uitvinding op te tekenen. Wanneer u (of uw collega techniek/handvaardigheidsdocent) de leerlingen daadwerkelijk gelegenheid geeft om een prototype van de uitvinding te maken, dient het benodigde materiaal aanwezig te zijn of daarvoor eerder opdracht te zijn gegeven, dit zelf mee te nemen. Les 4 Opdracht 20 Opdracht 21 Laat de leerlingen gebruik maken van het stappenplan 'Omgaan met onbekende woorden' dat in hun werkschrift staat. Kopieer eventueel ook enkele malen het antwoordblad bij deze opdracht. Laat de leerlingen weer in dezelfde groepjes werken als bij het werken aan de uitvinding. Ze hebben bij deze opdracht internet nodig. 3 Uitvinders - Een informatieve tekst lezen

Opdracht 22 Extra opdracht Zorg ervoor dat alle uitvindingen tentoongesteld kunnen worden, zodat de leerlingen ze goed kunnen bekijken. Maak enkele kopieën van het antwoordblad bij deze opdracht. Aanwijzingen per les Les 1 Ervaar: Is het een mening of een feit? Introduceer de module aan de hand van het titelblad met een kort klassengesprek over uitvindingen. Vraag aan de leerlingen welke uitvindingen ze kennen. Stuur erop aan dat de leerlingen zich realiseren dat bijna alles om hen heen ooit een keer is uitgevonden: de stoel waarop ze zitten, hun balpen, het rolletje plakband, hun T-shirt, hun fiets, hun mobieltje, enzovoort. Wijs de leerlingen erop dat ook de meest eenvoudige dingen ooit zijn uitgevonden en dat het in deze module dus niet alleen om ingewikkelde uitvindingen als de computer of het vliegtuig gaat. Licht het eindproduct toe. Vertel de leerlingen dat zij gaan proberen tot een uitvinding te komen en dat ze daar een ontwerp of een model van gaan maken. Bespreek het gidsblokje van les 1 (op pagina 5) en neem de woordenlijst klassikaal door. Laat aansluitend opdracht 1 maken. Als u in tijdnood komt doordat bijvoorbeeld het uitvinden meer tijd kost dan voorzien, kunt u sommige opdrachten ook op een ander moment of thuis laten maken. Vooral de individuele en internetopdrachten zijn daar geschikt voor. Opdracht 1 Zie leerlingenmateriaal. Opdracht 2 U kunt het tweetal dat bij opdracht 1 met een zandloper heeft gewerkt daarvan verslag laten doen: Is het handig in het gebruik? Is een stopwatch wel of niet handiger? En waarom? Opdracht 3 Zie leerlingenmateriaal. Bespreek de opdracht zonodig na. Antwoorden 1. feit 2. mening 3. feit 4. feit 5. mening 6. mening Opdracht 4 4 Bij opdracht 4 bedenken de leerlingen hoe een 'zandsprinter' eruit ziet. Hiernaast staat een afbeelding van een zandsprinter die u kunt laten zien.

Opdracht 5 Neem de opdracht met de leerlingen door. Zorg ervoor dat ze de werkvorm goed begrijpen. Vraag voordat ze beginnen aan de opdracht, of een ergernis een feit of een mening is. Opdracht 6 Geef de leerlingen huiswerk mee: laat hen thuis en waar ze verder maar komen, opletten of ze situaties of voorwerpen tegenkomen waar ze zich aan ergeren. Laat ze die situaties en voorwerpen opschrijven. Kleine voorwerpen waar ze zich aan ergeren, kunnen eventueel ook meegenomen worden naar de volgende les. Vraag de leerlingen alvast na te denken over oplossingen. Les 2 Bekijk: Wat heb jij voor argumenten? Refereer kort aan de voorgaande les en bespreek het gidsblokje bij les 2 (op pagina 9). Opdracht 7 tot en met 11 Zie leerlingenmateriaal. Bij onvoldoende computers kunt u de helft van de leerlingen na opdracht 7 eerst opdracht 9 en 10 laten doen en pas daarna opdracht 8. Antwoorden bij opdracht 8 1. Blauw: zin 1, 2, 3, 4, 7, 8 Rood: zin 5, 6, 9, 10. 2. De fiets gaat al jarenlang mee, de fiets is milieuvriendelijk, de fiets geeft veel mensen een goed gevoel, veel mensen gebruiken de fiets. Opdracht 9, 10 en 11 Deze opdrachten worden uitgevoerd aan de computer. Opdracht 12 Bij tijdgebrek kunt u deze opdracht ook doorschuiven naar les 3. Voeg de opdracht dan in voor opdracht 17. Les 3 Denk: Over feiten, meningen en argumenten Refereer kort aan de voorgaande lessen en bespreek het gidsblokje bij les 3 (op pagina 13). Opdracht 13 en 14 Bespreek de uitleg zonodig klassikaal. Controleer of leerlingen het onderscheid tussen de verschillende typen argumenten begrijpen. Bedenk samen met leerlingen nog meer voorbeelden van de verschillende typen. Opdracht 15 en 16 Zie leerlingenmateriaal. Antwoorden bij opdracht 15 2. De schrijver vindt de snotveger een geweldige uitvinding die iedereen aan zou moeten schaffen. 3. Het 2 e, 3 e en 5 e argument 4. 1 gevoel 2 feit 3 foute redenering (door te dreigen) 5 Uitvinders - Een informatieve tekst lezen

Opdracht 17 en 18 Zie toe op een eerlijke taakverdeling. Laat leerlingen bij opdracht 8 zo veel mogelijk samenwerken. Help zonodig zelf bij het beantwoorden van de vragen en het terugbrengen tot steekwoorden. Opdracht 19 De leerlingen kunnen het kader op blz. 20 gebruiken voor hun stripverhaal. Les 4 Doe: Lees en vind uit hoe het zit Refereer kort aan de voorgaande lessen en bespreek het gidsblokje bij les 4 (op pagina 21). Opdracht 20 Deze opdracht maken de leerlingen individueel. De opdracht geeft ook de mogelijkheid om de opgedane kennis te toetsen. Laat de leerlingen in dat geval de antwoorden op een los blaadje noteren en na afloop bij u inleveren. Geef leerlingen gelegenheid gebruik te maken van het stappenplan Omgaan met moeilijke woorden. Antwoorden 1. De uitvinding moet nieuw zijn, inventief zijn en geschikt voor productie. 2. Meerdere mogelijkheden. Bijvoorbeeld: Om een octrooi te krijgen, moet je uitvinding aan drie eisen voldoen. Of: Zo n onderzoek waarbij je kijkt of jouw uitvinding al bestaat, heet een nieuwheidsonderzoek. 3. Je bespaart geld door het zelf te doen; het is niet zo moeilijk: je kunt eenvoudig in winkels kijken en op internet zoeken; je kunt op je gemak zoeken en je hoeft er niet voor te reizen. 4. Als je je uitvinding nog niet gevonden hebt, kun je voor de zekerheid toch het onderzoek laten doen. Het is namelijk wel een hele klus om te zoeken of er misschien iemand over heeft geschreven. Opdracht 21 De leerlingen doen deze opdracht op de computer. Bij deze opdracht volgen de leerlingen de aangegeven stappen om te onderzoeken of hun uitvinding nieuw is. Licht eventueel toe wat een conclusie van het onderzoek zou kunnen zijn. Opdracht 22 Waarschijnlijk heeft u meer tijd nodig dan deze les om alle uitvindingen te presenteren. Zorg ervoor dat in ieder geval al één groepje de presentatie nu kan doen, om de les goed mee af te sluiten. Laat de andere groepjes hun uitvindingen wel tentoonstellen. Geef de leerlingen gelegenheid om elkaars uitvindingen te bekijken. Beoordeel de uitvindingen op de toelichting die erbij gegeven wordt, zoals bij opdracht 18 is voorbereid. Vraag naar de uitslag van het onderzoek bij opdracht 21. Vraag elk groepje ook naar de taakverdeling en de samenwerking binnen het groepje. Geef andere leerlingen gelegenheid vragen te stellen en een reactie te geven op het ontwerp. Vinden de andere leerlingen het een handige uitvinding? Extra opdracht 6 Deze opdracht is bedoeld om de leerlingen nog een keer te laten oefenen met de nieuwe woorden. Geef de opdracht eventueel als huiswerk op. Laat leerlingen hun werk controleren met het antwoordblad.

Beoordeling De beoordeling in deze module dient vooral betrekking te hebben op het lezen van informatieve teksten, aangezien dit de taaltaak is. De uitvoering van de taaltaak vindt plaats in les 4, opdracht 20. U kunt deze opdracht als toetsmoment beschouwen en er een cijfer voor geven. Natuurlijk kunt u ook het eindproduct en de samenwerking in deze module beoordelen. Suggesties voor samenwerking met andere vakken Voor de uitwerking van het eindproduct, een prototype of schets van een uitvinding, is het aan te raden om het vak techniek, en of handvaardigheid/tekenen bij deze module te betrekken. De uitwerking kan bijvoorbeeld begeleid worden door de docent van het betreffende vak. Inhoudelijk gezien kan de module uitgediept worden door een koppeling te maken naar Mens & Maatschappij. Bij het vak geschiedenis kan aandacht besteed worden aan beroemde uitvinders. Ook is een invalshoek vanuit Mens & Natuur mogelijk: de werking van belangrijke uitvindingen kan in dit kader aan de orde gesteld worden. 7 Uitvinders - Een informatieve tekst lezen

Antwoordblad bij opdracht 20 Antwoorden 1. De uitvinding moet nieuw zijn, inventief zijn en geschikt voor productie. 2. Meerdere mogelijkheden. Bijvoorbeeld: Om een octrooi te krijgen, moet je uitvinding aan drie eisen voldoen. Of: Zo n onderzoek waarbij je kijkt of jouw uitvinding al bestaat, heet een nieuwheidsonderzoek. 3. Je bespaart geld door het zelf te doen; het is niet zo moeilijk: je kunt eenvoudig in winkels kijken en op internet zoeken; je kunt op je gemak zoeken en je hoeft er niet voor te reizen. 4. Als je je uitvinding nog niet gevonden hebt, kun je voor de zekerheid toch het onderzoek laten doen. Het is namelijk wel een hele klus om te zoeken of er misschien iemand over heeft geschreven. 8

Antwoordblad bij Extra opdracht Antwoorden 1. nutteloos 2. ergernis 3. het wiel opnieuw uitvindt 4. octrooi 5. voldoet 6. vondst 7. in een handomdraai 8. voorhanden 9. doelgroep 10. efficiënt 9 Uitvinders - Een informatieve tekst lezen