C O N C E P T. Vergadering: 17 februari 2010 Agendapunt: Den Haag, 9 december 2009. Aan het algemeen bestuur



Vergelijkbare documenten
Vergadering: 17 februari 2010 Agendapunt: 14. Den Haag, 9 december Aan het algemeen bestuur. Financiering projecten mobiliteitsmanagement

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

mobiliteitsmanagement

Raadsvoorstel en besluit

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

INTENTIEVERKLARING. Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Ondergetekenden genoemd onder 1 t/m 8, hierna gezamenlijk te noemen partijen.

Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk

INTENTIEVERKLARING INZAKE STIMULERING VERVOERMANAGEMENT. Zoetermeer, donderdag 29 mei 1997

Campagnevoorbeeld: Actieweek fietsbeloning. 1 Inleiding. 1.1 Omschrijving. 1.2 Wanneer. 1.3 Betrokken partijen. 1.4 Doel(en) Utrecht, 17 februari 2010

Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s

en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds.

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Organisatie en Samenwerking

De snelfietsroute als onderdeel van een regionaal fietsnetwerk: voorbeelden uit de regio. Deel 1. Ing. Dick C. de Korte

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 22 september 2014

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Ondergetekenden: Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland ProRail BV De Provincie Zuid-Holland De Gemeente Moordrecht

vee Drechtsteden ZUID-HOLLAND-ZUID WERKGEVERS N KOOPHANDEL KAMER VA Drechtsteden

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Statenvoorstel. Snelfietsroute Leiden-Katwijk

Flessenhalzen A4 en A12

1. Opening uur. 2. Mededelingen/ stukken ter kennisname uur. 3. Conceptverslag d.d. 22 november uur

Samenwerkingsovereenkomst. Samenwerkingsovereenkomst Volwasseneneducatie Arbeidsmarktregio FoodValley

De stadsregio Rotterdam, voor dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer I.W. Opstelten, namens deze mevrouw J. Baljeu;

BEHANDELINGSFORMULIER AB

Nota van B&W. Onderwerp Uitvoering Convenant Inburgering en ondernemerschap

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Samenwerkingsovereenkomst STERK door Water

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Provincie t.a.v. de gedeputeerde verkeer en vervoer. Datum Uitvraag projecten fietsroutes en fietsparkeren bij stations. Geachte mevrouw/heer,

In de notitie staat de rol van PS en de bijbehorende planning alsvolgt verwoord:

Onderwerp : Start Uitvoeringsprogramma Doorfietsroute westelijke route en beschikbaar stellen krediet

SPOORBOEKJE Bestuurlijke Besluitvorming. MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en ruimte

IJsselstein: een fietsvriendelijke stad

Bestuursovereenkomst hoogwaardig OV Randstad PARTIJEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit Subsidieprogramma walstroom zeehavens

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

*U * Ruimtelijke Ontwikkeling. De leden van de gemeenteraad. Onderwerp Aanpak veilig fietsen - fase 1. Geachte raadsleden,

De leden van de Stadsregioraad van de Stadsregio Arnhem Nijmegen College van Bestuur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen

1 Beleidskader. 1.1 Gemeente Zoetermeer. 1.2 Vervoermanagementplan Politieacademie

FACTSHEET BEREIKBAARHEIDSFONDS BETER BENUTTEN ZWOLLE KAMPEN

Procesafspraken. tussen de. gemeenten Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland

Qii BA R organisatie LN GEKOMEN. "2 FEB gem. r3y^ Convenant windenergit stadsregio Rotterdam

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

FACTSHEET BEREIKBAARHEIDSFONDS BETER BENUTTEN ZWOLLE KAMPEN NETWERKSTAD

Onderwerp: Voortgang grondaankoop voor project fietspad 't Woud - Alkmaar

Convenant. Autisme Netwerk Zuid-Limburg

CONVENANT VSV (naam regio)

Pallas Advies. Bedrijfsinformatie

Bijlage 5. Concept overeenkomst Uitvoeringsafspraken Verkeer en Vervoer Gemeente. Stadsregio 2004 tot en met 2007

Raadsvoorstel agendapunt

Bestuursovereenkomst N59 Energy Highway

Raadsvoorstel agendapunt

Rapportage verkenning snelfietsroutes / (hoogwaardige) regionale fietsverbindingen Purmerend Zaanstad en Purmerend-Hoorn

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Provinciale Staten van Noord-Holland

Eindrapportage en eindafrekening van het BLS Vinac-fonds

Green Deal Elektrisch vervoer

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

Geraadpleegd

Samenwerkingsovereenkomst realisatie duiker en stuw Molenweg

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage.

Sector Mobiliteit Fiets. Donderdag 6 december 2012 Sjors van Duren Adviseur mobiliteit

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

Van Lodewijk Lacroix Telefoon Onderwerp Voorbereiding BO MIRT en gebiedsprogramma bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Raad. Raad Disnummer: Onderwerp: Zuidelijke spooraansluiting Chemelot. Meegestuurde stukken: Convenant bereikbaarheidsimpuls Limburg

Berry Verlijsdonk raad

Intentieovereenkomst vernieuwing en uitbreiding multimodale knoop Schiphol

Convenant Bereikbaarheid Zuidas. Voor behoud en optimalisatie van de bereikbaarheid van Zuidas

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant)

Midden Holland. Convenant bovenregionale eindafrekening gesloten jeugdhulp 2015

OVEREENKOMST INZAKE DE LOCATIES TNO YPENBURG EN TNO WAALSDORPERWEG

Procedure aanvragen S3- projecten/ initiatieven Versie augustus 2018

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland t/m 2020

PROCEDUREBLAD BEHANDELING RAADSVOORSTEL

CONVENANT ACHTERHOEK 2020 Coöperatief samenwerkende ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten

Realisatie Fietsbrug over de Gaasp langs de A9


Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 6 juni 2012 ALDUS VASTGESTELD 14 JUNI Krediet oostelijke randweg en aanpassing Ondernemingsweg

P & R Naar een gezamenlijke strategie Projectplan

Deelplan 4 Communicatie gericht op de media Dit deelplan is een bijlage bij het Communicatieplan Spitsmijden Gouda Den Haag

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid ( ).

Overeenkomst Voorfinanciering Randstadspoor tussen provincie Utrecht, gemeente Utrecht en Bestuur Regio Utrecht

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten

Samenwerkingsovereenkomst kernpartners Veiligheidshuis Haaglanden

Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister,

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden

Transcriptie:

C O N C E P T Vergadering: 17 februari 2010 Agendapunt: Nummer: Portefeuillehouder: dhr drs. P.W.M. Smit Contactpersoon: ir E.B. Visser Doorkiesnummer: 070 750 1 634 Den Haag, 9 december 2009 Aan het algemeen bestuur Financiering projecten mobiliteitsmanagement Bij brief van 20 april 2009 heeft het Stadsgewest Haaglanden samen met de Stadsregio Rotterdam een pakket mobiliteitsmanagementprojecten ingediend bij het rijk (zie bijlage 1). Het gaat om projecten in het kader van de Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM), waarvoor V&W een extra budget ter beschikking had gesteld. In het BO MIRT van 18 mei 2009 heeft de minister een bijdrage van 50% toegezegd voor deze projecten. In totaal gaat het om 1.817.500,--, waarvan 1.512.500,-- voor Haaglandse projecten en 305.000,-- voor projecten van Haaglanden en SRR samen. In de brief van 20 april 2009 is voor de pilot wonen en werken een P.M. opgenomen. Op grond van een nadere kostenraming heeft het rijk hiervoor een bijdrage van 462.500,-- beschikbaar gesteld. Begin oktober heeft V&W een concept-overeenkomst toegestuurd, waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waaronder de rijksbijdrage in de BDU wordt gestort. Met een aantal van de projecten is inmiddels begonnen. Dat geldt in het bijzonder voor de projecten die het Stadsgewest Haaglanden samen met de stadsregio Rotterdam (SRR) heeft ingediend. Deze projecten worden begeleid vanuit Bereik! Voor de projecten die alleen voor Haaglanden gelden ligt het initiatief bij VNO-NCW en de Kamer van Koophandel. Dat het initiatief bij het bedrijfsleven ligt sluit aan bij het op 10 september 2008 gesloten Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement. Met name het bedrijfsleven is hier aan zet voor het nemen van maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement als alternatief voor een wettelijk opgelegd puntensysteem. Met dat doel is de eerdergenoemde Taskforce Mobiliteitsmanagement onder voorzitterschap van Lodewijk de Waal ingesteld. De rol van het Stadsgewest Haaglanden ligt in het bijzonder bij het uitvoeren van maatregelen uit de Regionale Nota Mobiliteit en de Samenwerkingsagenda Mobiliteitsmanagement Haaglanden. Bijvoorbeeld in het project Gebiedsaanpak Koningskade Raamweg is de bijdrage van Haaglanden het medefinancieren (samen met Den Haag) van de keerlus voor de tram bij Madurodam en een tweerichtingsfietspad langs het Malieveld en het zorgen voor een frequentieverhoging van de tram tussen Den Haag Centraal en Madurodam. Het bedrijfsleven zorgt in dat project o.a. voor reisadviezen en voor proefabonnementen voor de tram. De regionale partners dragen de kosten van de eigen bijdrage van de regio Haaglanden. Hierover worden per project afspraken gemaakt. Waar het de gemeenschappelijke projecten met SRR betreft, draagt SRR 25% van de kosten bij. Ook kan het voorkomen dat derden/initiatiefnemers, bijvoorbeeld private partijen, de eigen bijdrage voor hun rekening nemen. Omdat het Stadsgewest Haaglanden ontvanger is van de BDU fungeert het Stadsgewest als de beheerder/administrateur van de door het rijk beschikbaar gestelde financiële middelen. Haaglanden legt uit dien hoofde verantwoording af aan het rijk maar is, 1

behalve waar dat wordt afgesproken, niet zelf verantwoordelijk voor de uit te voeren projecten. Alle projecten dienen door Haaglanden te worden beoordeeld, op kwaliteit en op het voldoen aan de door Haaglanden (in de Verordening Mobiliteitsfonds) en het rijk (in de overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement) gestelde voorwaarden. Op grond van artikel 27, lid 1, onder f van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 kan een maximale bijdrage van 50% worden toegekend. Omdat het om een pakket projecten gaat waarvoor het rijk een bijdrage van 50% in de BDU (lees het Mobiliteitsfonds) heeft gestort is een ontheffing nodig om in voorkomende gevallen ook als Stadsgewest Haaglanden een eigen bijdrage te kunnen leveren. Dit laatste is inherent aan de aanvraag die Haaglanden op 20 april jl. bij de minister heeft ingediend. In artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 is bepaald dat het dagelijks bestuur kan afwijken van de in het eerste lid genoemde subsidiepercentages als het algemeen bestuur de bevoegdheid daartoe voor nader aangeduide regionale projecten en/of onderdelen van programma s heeft toegekend. Haaglanden heeft hiervoor voldoende middelen in het programma mobiliteitsmanagement. De middelen zijn in het kader van de aanvraag bij het rijk als dekking ingebracht. Als projecten niet worden uitgevoerd, c.q. er geen subsidie bij het Stadsgewest Haaglanden wordt aangevraagd (bijvoorbeeld omdat de financiering van de eigen bijdrage niet rond komt) zullen de middelen die niet voor 2011 zijn besteed worden verrekend met volgende stortingen van het rijk in de BDU. Voorstel Akkoord te gaan met de verlening van de bevoegdheid aan het dagelijks bestuur om af te mogen wijken van het subsidiepercentage van 50% voor de projecten uit het pakket projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden. Dit conform artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Ter vergadering wordt u geïnformeerd over het advies van de commissie VV-EZ van 3 februari 2010. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, de secretaris, DRS. A. HARKES de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN 2

ONTWERP Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden, Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 9 december 2009. BESLUIT In te stemmen met: de verlening van de bevoegdheid aan het dagelijks bestuur om af te mogen wijken van het subsidiepercentage van 50% voor de projecten uit het pakket projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden. Dit conform artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden d.d. de secretaris, de voorzitter, 3

Overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden 1

De ondergetekenden: 1. De Minister van Verkeer en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te s-gravenhage, hierna te noemen: de Minister en, 2. Het Stadsgewest Haaglanden, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, de heer drs. P.W.M. Smit, daartoe gemachtigd door de voorzitter van het Stadsgewest Haaglanden bij besluit van het dagelijks bestuur d.d. 9 december 2009, hierna te noemen: het Stadsgewest. Gezamenlijk te noemen: Partijen, Overwegende dat: (a) het kabinet in de MobiliteitsAanpak uit oktober 2008 middelen voor het uitvoeren van projecten ter stimulering van mobiliteitsmanagement beschikbaar heeft gesteld, (b) de Taskforce Mobiliteitsmanagement (hierna: TFMM), ingesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat, regionale initiatieven van mobiliteitsmanagement ondersteunt, (c) werkgevers en overheden uit de regio Haaglanden het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement Bereikbaar Haaglanden hebben ondertekend, (d) de Minister via de TFMM aan de TFMM-regio s, waaronder Haaglanden, om voorstellen voor projecten mobiliteitsmanagement heeft gevraagd, (e) de Minister financieel wil bijdragen aan het decentraal uitvoeren van projecten mobiliteitsmanagement, (f) het Stadsgewest in zijn aanvraag van 20 april 2009 met onderwerp Subsidieaanvraag TFMM heeft aangegeven de volgende projecten uit te willen voeren: 1. Intensivering activiteiten mobiliteitsmakelaar; 2. Uitbreiding convenant met Holland-Rijnland; 3. Capaciteit overige gebiedsaanpak; 4. Gebiedsaanpak Koningskade Raamweg; 5. Aanbod mobiliteit transparant maken; 6. Pilot wonen en werken in Haaglanden; 7. Mobiliteitsmanagement bij bedrijven in overgangsgebied Rotterdam Haaglanden; 8. Nieuwe analysetechniek pilots; 9. Wervings- en communicatie activiteiten; 10. Smart work centra in Zuidvleugel; 11. Snelfietsroute Rotterdam Den Haag, hierna te noemen De Projecten, waarvan de projecten 7 t/m 11 gezamenlijke projecten met de Stadsregio Rotterdam betreffen, (g) De TFMM de Minister heeft geadviseerd aan de Projecten financieel bij te dragen, (h) De Minister heeft besloten dit te doen op basis van cofinanciering, waarbij het Rijk 50% bijdraagt, Komen als volgt overeen: Artikel 1: Doelstelling Deze overeenkomst heeft tot doel afspraken te maken tussen Partijen over de uitvoering en afronding van De Projecten in het jaar 2009 en 2010, waarvoor het Stadsgewest in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer een bijdrage krijgt. Artikel 2 : Afspraken inzake door het Stadsgewest te leveren prestaties 1. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat door één of meerdere betrokken partijen De Projecten, zoals weergegeven in de aanvraag van 20 april 2009 met onderwerp Subsidieaanvraag TFMM, worden uitgevoerd. 2

2. Het Stadsgewest ziet erop toe dat de uitvoering van de projecten uiterlijk 31 december 2010 gereed is. 3. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat De Projecten gemonitord worden volgens het monitoringskader zoals afgestemd met de TFMM en vastgelegd in de notitie Stand van zaken in de voorbeeldregio s van maart 2009. 4. Het Stadsgewest draagt zorg voor de effectmetingen (1-meting) volgens het monitoringskader zoals afgestemd met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en vastgelegd in de notitie Spelregels effectmetingen. 5. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat alle betrokken partijen gezamenlijk 50% van de kosten van De Projecten, zoals weergegeven in de aanvraag van 20 april 2009, voor hun rekening nemen. Artikel 3 : Financiering 1. Ten behoeve van de uitvoering van De Projecten zal de Minister een bedrag van 1.817.500,- (één miljoen, achthonderdzeventienduizend en vijfhonderd euro) beschikbaar stellen. Dat is inclusief 462.500,- voor de Pilot wonen en werken in Haaglanden. 2. Dit bedrag vertegenwoordigt 50% van de projectkosten zoals opgenomen in de aanvraag van 20 april 2009 en 50% van de projectkosten van de Pilot wonen en werken in Haaglanden. 3. Ten behoeve van monitoring zal de Minister een bedrag van 22.000,- (tweeëntwintigduizend euro) beschikbaar stellen. 4. De bijdrage zal worden meegenomen voor het jaar 2010 in tabel 2 zoals bedoeld in artikel 3 van de Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU Verkeer en Vervoer. 5. De financiële verantwoording loopt via de reguliere regels en afspraken in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer. Artikel 4 : Overleg, verantwoording en wijzigingen 1. Indien wijziging in de uitvoering van De Projecten optreedt, zullen Partijen in overleg treden en bezien of de overeenkomst aanpassing behoeft. 2. Indien als gevolg van onvoorziene omstandigheden één der Partijen in redelijkheid zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst niet kan nakomen, treden partijen daarover zo spoedig mogelijk in overleg. 3. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen is er sprake van een geschil als bedoeld in artikel 5. Artikel 5 : Geschillen 1. Partijen trachten geschillen op bestuurlijk niveau in onderling overleg op te lossen. 2. Indien het Stadsgewest de uitvoering van De Projecten niet conform het voorstel kan laten verlopen, dit verwijtbaar is en het geschil op bestuurlijk niveau in onderling overleg niet wordt opgelost, zal dit betrokken worden bij de toekomstige behandeling van aanvragen in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer voor extra bijdragen. Artikel 6 : Overige bepalingen 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en loopt tot dat de monitoringsgegevens als bedoeld in artikel 2, 3 e en 4 e lid, bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat binnen zijn en door de projectleider bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn goedgekeurd. 2. Deze overeenkomst kan worden aangehaald als Overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden. 3. Na inwerkingtreding wordt een mededeling van deze overeenkomst in de Staatscourant gedaan. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend op te s-gravenhage en.. te s-gravenhage, Handtekeningen van Partijen : 3

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT HET STADSGEWEST HAAGLANDEN DE HEER DRS. P.W.M. SMIT, GEMACHTIGDE PORTEFEUILLEHOUDER VERKEER EN VERVOER 4

A. Mobiliteitsmanagement bij grote bedrijven in overgangsgebied Rotterdamse regio en Haaglanden Projectkosten: 200.000 Werkgebied: grensgebied Haaglanden - Rotterdam Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Op het grensgebied van de regio s Haaglanden en Rotterdam langs de A13 en de Randstadrail (Erasmuslijn) bevinden zich veel bedrijven (o.a. Eneco, TU Delft, Forensisch Instituut). Daarnaast zijn er bedrijven die vestigingen in beide regio s hebben (o.a. Nationale Nederlanden). Deze bedrijven zijn gebaat bij een beter inzicht in de woon-werkstromen van hun medewerkers.. Op basis hiervan kunnen gerichte mobiliteitsmanagement maatregelen worden bedacht en ingezet. BEREIK! zal een inventarisatie maken aan de hand van bestaande gegevens naar de (pendel)stromen tussen de bedrijven en het woon-werk verkeer. Deze gegevens worden verkregen via de wegbeherende partijen en ook de bedrijven. BEREIK! zal in samenwerking met de Fietserbond/Fietsfilevrij! ook het stimuleren van fietsgebruik bij de bedrijven die gevestigd zijn tussen Den Haag en Rotterdam oppakken (zie voorstel E.) Doelstelling De inventarisatie moet inzicht geven in de grootte en samenstelling van de stromen en levert dan input voor mobiliteitsmanagement maatregelen richting de bedrijven. Voor de mobiliteitsmanagement maatregelen die hieruit voortkomen zal in een vervolg tranche voorstellen worden gedaan voor het beschikbare TFMM-budget. De maatregelen in dit grensgebied van de regio s Haaglanden en Stadsregio Rotterdam moeten leiden tot vermindering van de filedruk op de A13 en het onderliggend wegennet. Doelgroep Bedrijven rond de A13 en het gebied tussen de A13 en de Randstadrail (Erasmuslijn). Resultaten en effecten Resultaat De bedrijven rond de A13 en de Randstadrail krijgen beter inzicht in de woonwerkverkeerstromen en de mogelijk pendelstromen tussen vestigingen. Hierdoor kunnen vanuit bedrijven meer gerichte maatregelen worden ingezet om een wijziging in de benutting van de verschillende modaliteiten te bewerkstelligen. De informatie geeft ook een duidelijk algeheel beeld over hoe de woon-werkstromen via de A13 lopen. Hierop kunnen weer gerichte maatregelen, zoals het plannen van locaties voor flexkantoren in combinatie met persoonsgebonden budgetten, worden gestuurd. De resultaten van het project leiden tot diverse mobiliteitsmanagement maatregelen en kunnen de start zijn van een uitvoeringsconvenant rond de A13. Effecten Door middel van afspraken in convenantsvorm moet dit leiden tot toenemend gebruik van andere modaliteiten dan de auto en het mijden van de spits op de A13. 1

Teamsamenstelling BEREIK! is de trekker van dit project in deze fase onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam. Binnen BEREIK! valt dit project onder de thematafel mobiliteitsmanagement. De trekkers van de thematafel Joan Mertodirjo en Dineke van der Burgh fungeren ook als trekkers van het project. Tijdens regulier overleg op thematafel niveau en tussen de gezamenlijke werkgroepen van de regionale convenanten vindt terugkoppeling plaats over het plan van aanpak, de uitvraag en de resultaten. De volgende stakeholders worden bij het project betrokken: o Alle partijen van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam muv de Verkeersonderneming; o Mobiliteitsmakelaar Haaglanden; o Mobiliteitsmakelaar Rotterdam; o Bedrijven rond de A13 en de Randstadrail (o.a. TU Delft, forensisch instituut, Eneco); o Bedrijven met vestigingen in zowel Haaglanden als Rotterdam waarvan medewerkers over de A13 pendelen (o.a. Nationale Nederlanden); o Fietsersbond Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Startdatum Mei 2009 na akkoord BO MIRT. Activiteiten globaal (mijlpalen) en fasering Eind mei: uitvraag inventarisatie deur uit Begin juni: opdracht verstrekking Juni, juli: benaderen bedrijven Begin augustus: resultaten inventarisatie in concept binnen, deze bespreken binnen thematafel, regionale werkgroepen en met bedrijven september: inventarisatie definitief okt. / nov resultaten inventarisatie bespreken met bedrijven en mogelijke maatregelen formuleren. Monitoring Verantwoording De inventarisatiefase wordt uitgevoerd onder aansturing van de regionale taskforce en inhoudelijk voorbereid en uitgezet door de gezamenlijk regionale werkgroepen. De resultaten en mogelijke maatregelen worden door de mobiliteitsmakelaars met de bedrijven besproken. 2

Kosten en financieringsconstructie Kostenraming eerste fase: 200.000 voor de periode juni 2009 december 2009 Financieringsconstructie Inzet is als volgt: 25 %door Stadsgewest Haaglanden, 25 % door Stadsregio Rotterdam. Vanuit BEREIK! vindt inzet van capaciteit en ondersteuning plaats. Indien nodig kan BEREIK! een beperkt bedrag bijdragen. Samenhang met overige projecten en mogelijke risico s Relatie tot overige TF activiteiten Er bestaat een relatie met de wens flexwerk locaties in de Zuidvleugel te ontwikkelen, de inzet van persoonsgebonden budgetten en wellicht de combinatie tussen deze twee. Ook is er een realtie met het dichter-bij-huis-werken / wonen-werken initiatief omdat hiermee een beeld wordt verkregen van de potentie op zuidvleugelniveau. In de tweede tranche kan dit worden opgepakt. Er is samenhang met voorstel E. van de gezamenlijke Haaglandse en Rotterdamse projecten: snelfietsroute Rotterdam Den Haag. 3

B. Nieuwe analysetechniek als basis voor maatregelen en monitoring op bedrijventerreinen Projectkosten: 100.000 Werkgebied: pilot op Rotterdams en Haags bedrijventerrein Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Bedrijven kunnen hun mobiliteitsmanagement maatregelen beter inrichten als inzichtelijk is van welke modaliteiten door de werknemers gebruik wordt gemaakt. Een nieuwe videoanalysetechniek (Videominer) kan hier een bijdrage aan leveren. Via deze analysemethode kunnen alle bewegende beelden van cameraopnamen (bv. van de ingang van een bedrijventerrein) vastgelegd en geanalyseerd worden. Niet alleen kan zo per dag of andere gewenste periode de modal split (auto, fiets, OV, voetgangers) in de tijd berekend worden. Tevens biedt de analysemethode de mogelijkheid tal van invloedsfactoren als weersomstandigheden of seizoensinvloeden te analyseren. Ook kunnen de cijfers in combinatie met enquêtes die bij het onderzoek horen gebruikt worden om in samenspraak met de bedrijven aanvullende maatregelen op te stellen, te implementeren en weer te monitoren. Doelstelling Het vergroten van het inzicht in nuttige mobiliteitsmanagement maatregelen voor bedrijven door (feitelijk) inzicht in het reispatroon, zowel qua vervoerswijzen als tijdstip van reizen, van werknemers bij een bedrijventerrein. Enerzijds om bestaande of ingezette maatregelen te kunnen monitoren, anderzijds om aanvullende maatregelen te genereren. Stelling is dat nu nog veel informatie ontbreekt. Ook bij inzet van enquêtes. Hoeveel mensen fietsen bij mooi weer? En in de winter? Van hoe laat tot hoe laat loopt de spits precies? En is die elke dag hetzelfde? De methodiek wordt getest via een pilot in de gebiedsknoop Kralingen in Rotterdam en een pilot in het Raamweg/Koningskande gebied van het convenant Haaglanden. Doelgroep Bedrijventerreinen, individuele bedrijven en werknemers op die terreinen. Voor de pilot specifiek de bedrijven op het Brainpark in de gebiedsknoop Kralingen in Rotterdam en Raamweg/ Koningskade in Haaglanden. Resultaten en effecten Resultaat De pilots geven inzicht in de daadwerkelijke bruikbaarheid van deze innovatieve analysemethode en op welke manier de bedrijven de betreffende gegevens kunnen benutten bij de invulling van hun mobiliteitsmanagementbeleid. Concrete rusultaat is een cijfermatige onderbouwing van de modal split naar tijdstip van de dag voor bijvoorbeeld een gemiddelde werkdag en dagen van de week. Eventueel uit te bouwen naar jaargetijde of weersomstandigheden. Op basis van voor- en nametingen kan het effect van genomen maatregelen gemonitord worden. De uitkomsten zelf zullen ook weer aanleiding zijn voor het nemen van aanvullende maatregelen. 4

Een voorbeeld is het maken van afspraken over thuiswerken op bedrijfsterreinniveau in plaats van individueel niveau. Hierdoor kan een betere spreiding behaald worden dan wanneer de meeste de toch al minder piekgevoelige vrijdag nemen. Met de analysetechniek kan vooraf, tijdens en achteraf het behaalde effect in beeld gebracht worden. De methodiek kan uiteindelijk een onderdeel vormen van een mobiliteitsscan voor een bedrijf/bedrijventerrein en input geven voor een uitvoeringsconvenant in de convenant gebieden. Teamsamenstelling De projecten staat onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam. De projecten sluiten aan op de lopende initiatieven van de programmateams Rotterdam en Haaglanden op de knopen en bedrijventerreinen. De inhoudelijke aansturing vindt plaats vanuit het Programmateam Rotterdam en het programmateam Haaglanden met ondersteuning vanuit BEREIK!. Het vormt dus een aanvulling en vraagt geen nieuwe teamsamenstelling. Het team zal wel uitgebreid worden met het bureau dat de nieuwe techniek levert en analyseert. De volgende stakeholders worden bij het project betrokken: o Mobiliteitsmakelaars Rotterdam en Den Haag; o Programmateams Rotterdam en Den Haag; o Bedrijven Brainpark; o Bedrijven raamweg/koningskade; o DTV consultants. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Startdatum Mei 2009 na akkoord BO MIRT. Activiteiten globaal (mijlpalen) en fasering Hier geldt dat de knopenaanpak in Rotterdam en de gebiedsaanpak in Haaglanden leidend is voor de activiteiten en fasering. Belangrijke mijlpalen hierbij zijn wel de nulmeting, formuleren doelstelling, eerste metingen en uiteindelijk behaald effect. Op basis daarvan kunnen vervolgafspraken etc gemaakt worden. Monitoring Verantwoording De pilot vindt plaats onder sturing van de regionale taskforce en inhoudelijk aangestuurd door het Rotterdamse programmateam. De resultaten worden besproken met de bedrijven in samenspraak met de mobiliteitsmakelaar. 5

Kosten en financieringsconstructie Kostenraming van de pilots op de Kralingsknoop en in het Raamweg-Koningskadegebied voor de periode zomer 2009 tot eind 2009 is 100.000. Hierin zit naast de kosten voor de camera s en de techniek ook een deel communicatie, aanvullende interviews en afstemming met de bedrijven. Vanwege o.a. het aansluiten op lopende trajecten is hierin een fasering in aangebracht. In 2009 starten Kralingse Knoop en Raamweg. In een 2 e ronde zullen daar naar verwachting de Alexander knoop en een 3 e gebied uit Haaglanden aan toegevoegd worden. In een tweede ronde van de budget aanvragen zal hier aanvullend budget voor worden gevraagd. Financieringsconstructie Inzet is als volgt: 25 %door Stadsgewest Haaglanden, 25 % door Stadsregio Rotterdam. Waar mogelijk zal vanuit de koepels of vanuit de bedrijventerreinen een bijdrage worden gevraagd. Vanuit BEREIK! vindt inzet vanuit communicatie en ondersteuning plaats. Samenhang met overige projecten Deze analysemethode zou in de toekomst het mobiliteitsmanagement bij heel veel bedrijven kunnen ondersteunen. Het project heeft een sterke relatie met alle harde en zachte maatregelen die op de betreffende terreinen genomen worden. De feitelijke effecten ervan worden immers presentabel gemaakt en vormen waar mogelijk weer aanleiding tot het nemen van nieuwe maatregelen. Illustratie hoe de kernactiviteit rond de registratie geïntegreerd kan worden met interviews, enquêtes of bv andere tellingen. 6

Daarnaast heeft het project een sterk innovatief karakter. De techniek is beproefd vanuit de luchtvaartbeveiliging maar nog niet voor mobiliteitsdoeleinden ingezet. De mogelijkheden zijn legio en in heel Nederland toepasbaar. Met name richting MKB omdat het daar vaak om veel en kleinere bedrijven gaat en via deze techniek efficiënt en effectief stappen gemaakt kunnen worden. 7

C. Wervings- en communicatieactiviteiten Projectkosten: 60.000 Werkgebied: Haaglanden en Rotterdam Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Extra inzet van de wervings- en communicatieactiviteiten om het aantal koploperbedrijven te verhogen is nodig. Doelstelling Doel is het behouden van het aantal actieve koplopers en het uitbreiden van het aantal actieve koploperbedrijven. Koplopers zijn bedrijven die het het (gebieds)convenant hebben ondertekend en actief mobiliteitsmanagement inzetten binnen hun bedrijf. Om deze uitbreiding tot stand te brengen is een verhoogde inzet van de wervings- en communicatieactiviteiten noodzakelijk van zowel de Mobiliteitsmakelaars, de backoffices als de communicatieadviseurs. Doelgroep De activiteiten worden gericht op twee doelgroepen: De huidige koplopers en de potentiële koplopers. Huidige koplopers Dit zijn de bedrijven die het (gebieds)convenant hebben ondertekend en aan de slag zijn met het invoeren van mobiliteitsmanagement maatregelen. Daar waar zij moeilijkheden in de uitvoering ondervinden worden zij zo mogelijk ondersteund door de Mobiliteitsmakelaar om het proces van invoering voort te kunnen zetten. Hun ervaringen worden als best practises gecommuniceerd naar andere koploperbedrijven in en buiten de regio. Hierin worden zij ondersteund door de communicatieadviseur. Ervaringen en inspiratie van koplopers en nieuwe ideeën worden uitgewisseld in daartoe georganiseerde bijeenkomsten zoals het Koplopersontbijt en via communicatiemedia als website, nieuwsbrieven en dergelijke Potentiële koplopers Onder andere door de Mobiliteitsmakelaars wordt voortdurend ingezet op het uitbreiden van het aantal koploperbedrijven. Voor een deel worden hierbij de bovengenoemde middelen (website, nieuwsbrieven, bijeenkomsten) gebruikt, maar voor het overgrote deel zullen bedrijven pas koploper worden door de persoonlijk benadering. Het antwoord op de vraag What s in it for me speelt hierbij een cruciale rol. Deze vraag kan alleen worden beantwoord door kennis en inzicht te hebben over/van het bedrijf. Bedoeling is om nadrukkelijk ook het Midden- en Kleinbedrijf te betrekken bij de convenanten. Resultaten Resultaat De wervings- en communicatie activiteiten zijn ondersteunend aan de diverse maatregelen die worden geïnitieerd vanuit de convenanten door het verspreiden van kennis- en informatie-uitwisseling (best practises) en het ondersteunen om eventuele tegenslagen mede te helpen oplossen. Teamsamenstelling Binnen de regionale werkgroep Haaglanden vervult BEREIK! onder andere de rol van communicatieadviseur. 8

Voor de gezamenlijk wervings- en communicatie activiteiten in de regio s Rotterdam en Haaglanden wordt eenzelfde rol voor BEREIK! voorzien. Hierbij zal voor de globale besluitvorming worden aangesloten op de Regionale Taskforce en voor de inhoudelijke invulling op de regionale werkgroepen en de Thematafel Mobiliteitsmanagement van BEREIK! Om zoveel mogelijk synergie te bewerkstelligen worden de communicatieactiviteiten zoveel mogelijk afgestemd met en op de communicatiestrategie en -activiteiten van de landelijke TaskForce Mobiliteitsmanagement. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) De activiteiten vinden doorlopend plaats. Kosten en financieringsconstructie Voor de periode 2009 2010 zijn de kosten geraamd op 60.000. Deze kosten zijn op te splitsen in: - koplopers-/bedrijvenbijeenkomsten 20.000 - nieuwsbrieven 20.000 - activiteiten bij bestaande congressen 20.000 Financieringsconstructie Het is de inzet dat 50 % vanuit BEREIK! wordt bijgedragen. Samenhang met overige projecten De wervings- en communicatie activiteiten zijn ondersteunend aan de diverse maatregelen die worden geïnitieerd vanuit de convenanten door het verspreiden van kennis- en informatie-uitwisseling (best practises) en het ondersteunen om eventuele tegenslagen mede te helpen oplossen. 9

D. Smart work centra in Zuidvleugel Projectkosten: 100.000 Werkgebied: Zuidvleugel Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Uitwerken hoe en waar op zuidvleugel niveau Smart Work centra ingezet kunnen worden. Hierbij worden diverse lopende initiatieven en bestaande inventarisaties van woon-werk stromen betrokken. Doelstelling Vermindering van gemaakte kilometers in woon-werkverkeer zal leiden tot vermindering van de filedruk in de Zuidvleugel. Het faciliteren/ondersteunen van het opzetten van Smart Workcentra kan de bedrijven stimuleren in mobiliteitsmanagement en de mogelijkheid tot het aanbieden van flexwerken. Doelgroep Forenzen binnen de Zuidvleugel en forenzen die binnen de Zuidvleugel werken/wonen. Werkgevers binnen de Zuidvleugel. Resultaten Beeld van waar gezien woon- werkverkeer stromen het beste Smart Work centra kunnen worden gepland. Welke partijen moeten worden betrokken, op welke lopende initiatieven kan worden aangesloten, welke processen moeten worden doorlopen om dit te realiseren en opstarten gerichte ontwikkelingen voor realisatie smart work centra. Teamsamenstelling Het project staat onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam waar mogelijk wordt aansluiting gezocht bij lopende initiatieven. De initiële opstart vindt plaats door BEREIK!. Uiteindelijke ontwikkeling van smart work centra zal binnen de (uitvoerings) convenanten plaatsvinden. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) p.m. afhankelijk van koppeling met lopende initiatieven. Kosten en financieringsconstructie Voor de periode 2009 2010 zijn de kosten geraamd op 100.000. Financieringsconstructie Het is de inzet dat 25 % door Stadsregio Rotterdam en 25% door het Stadgewest Haaglanden gefinancierd wordt. Vanuit BEREIK! vindt inzet van capaciteit en ondersteuning plaats. Samenhang met overige projecten Afhankelijk van de geplande locatie van een smart work centrum zal een gebied er direct bij betrokken zijn. Lopende initiatieven in het Havengebied Rotterdam en bij A12 in Zoetermeer (Knooppunt Bleizo) bieden aanknopingspunten. 10

E. Snelfietsroute Rotterdam Den Haag (Hofpleinlijn Projectkosten: 150.000 Werkgebied: overgangsgebied Rotterdam Den Haag Inleiding De fiets kan een grotere rol spelen bij de aanpak van mobiliteitsproblemen bij woon-werk locaties. Afstanden tot 15 km zijn geen probleem (blijkt uit onderzoek) en met de komst van de elektrische fiets wordt fietsen naar het werk voor een nog grotere doelgroep mogelijk. 25 % van de werknemers fietst nu naar het werk, 18% van alle fietsritten naar het werk zijn langer dan 10 km.(dvs) 1% toename fietsen naar het werk levert 26 miljoen op aan uitgespaarde zietkte dagen(tno) Daarbij geeft een toenemend aantal automobilisten aan de fiets als alternatief te zien, als er een goede en snelle fietsinfrastructuur beschikbaar is. Ook in het voor- en natransport wordt de fiets, mede door het succes van OV-fiets, een belangrijke schakel in de mobiliteitsketen. Daarnaast scoort de fiets traditioneel hoog op aspecten als milieuvriendelijkheid, duurzaamheid en gezondheid. Een net van hoogwaardige snelfietsroutes nabij woon- werklocaties is daarom gewenst. Ook in de fietsnota van het CDA (nota Atsma) is hiervoor recent aandacht gevraagd. Een bijkomend punt is dat het naar voren trekken van de aanleg van deze fietssnelwegen een bijdrage kan leveren aan het pakket maatregelen ten behoeve van de crisisbestrijding. Het gaat om investeringen in de (fiets)infrastructuur (werkgelegenheidseffecten in de bouw) om op duurzame wijze (milieu, luchtkwaliteit, volksgezondheid) knelpunten in de mobiliteit op te lossen. Historie Vanuit het V&W programma Fileproof is hier door het project Met de fiets minder file een begin mee gemaakt. Het is een samenwerkingsproject van het Ministerie van V&W, de Fietsersbond en regionale overheden. In dit project zijn vijf routes gerealiseerd. Vanaf 2009 wordt het project voortgezet onder de naam Fiets filevrij! (www.fietsfilevrij.nl) De beoogde opzet van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de projecten vanuit FileProof verder te integreren in organisaties en de samenleving krijg daarmee gestalte. Het gaat om volledige routes van ongeveer 15 km lengte, nabij woon-werklocaties, die een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid daarvan, en een bijdrage leveren aan het mobiliteitsmanagement in de betrokken regio. Er hebben zich inmiddels ook een aantal nieuwe routes gemeld. De gehanteerde aanpak blijkt succesvol te zijn door de aandacht voor proces- en communicatie aspecten. De routes gaan over gemeentegrenzen heen en er zijn veel partijen bij betrokken. Het proces is daarop afgestemd en laat zich voor het eerst als een totaalbenadering kenschetsen. Zowel qua aspecten (infrastructuur, communicatie) als betrokken partijen (Ministerie, Rijkswaterstaat, gemeenten, provincie, bestuursregio, bedrijfsleven e.d.). De aanpak is gedocumenteerd. Naast de website www.fietsfilevrij.nl (die in beheer is bij de Fietsersbond) functioneert er een platform 11

Fietsfilevrij! (afstemmingsoverleg), als plek voor kennisuitwisseling en - overdracht, innovatie en landelijke campagnes, maar ook als platform voor kwaliteitsborging en aanjaagpunt. Het is bekend dat er meer lokale en regionale initiatieven zijn om dergelijke snelfietsroutes te realiseren, sommige nog in een beginstadium, maar andere soms ook al in een vergevorderd stadium. Op verzoek van het ministerie wordt op dit moment geïnventariseerd in hoeverre met deze aanpak vanuit Fietsfilevrij zou kunnen worden aangesloten bij activiteiten die vanuit de Task Force Mobiliteitsmanagement worden ontplooid. Ook worden gesprekken met de betrokken stadsregio s gehouden, waarin wordt nagegaan welke snelle fietsverbindingen er op dit moment zijn en welke zij nog op de kaart zouden willen zetten. Financiering fietssnelwegen Om de aanleg van zo n netwerk te stimuleren en te faciliteren heeft het ministerie van V&W 15 mln. beschikbaar gesteld. Op initiatief van de Kamer is daar 10 mln. aan toegevoegd, waarbij 2 routes specifiek zijn genoemd, Arnhem-Nijmegen en Leiden-Den Haag. Het ministerie moet nog beslissen hoe het beschikbare budget wordt verdeeld, maar het is in ieder geval van belang dat de beschikbare gelden ook daadwerkelijk worden gebruikt om de beoogde snelfietsroutes te realiseren. Partijen kunnen waarschijnlijk dergelijke projecten bij het ministerie indienen met het verzoek om een rijksbijdrage in de financiering. Naar alle waarschijnlijkheid zal het ministerie ook verlangen dat lokale overheden zelf ook een aanzienlijk deel van het project financieren. Het is nog niet duidelijk of er bij de toewijzing van middelen criteria zullen worden gehanteerd, maar het lijkt wel waarschijnlijk dat gebruik zal worden gemaakt van de leerervaringen uit het project Met de fiets minder file / Fietsfilevrij. Bij een snelfietsroute die wordt gerealiseerd met de methode Fietsfilevrij! is er expliciet aandacht voor de volgende aspecten: Kwaliteit infrastructuur Communicatie (proactief benaderen van de verschillende doelgroepen, ondermeer automobilisten, bedrijven langs de route en mogelijke samenwerkingspartners) Procesmanagement om de route fysiek en mentaal (gedragsverandering) op de kaart te zetten Innovatie Duurzaamheid Samenwerking die gemeentegrenzen overschrijdt en met de focus op bedrijfsleven in de woon en werkomgeving van de route Actieve inbreng lokale kennis Fietsersbond 12

Snelfietsroute Hofpleinlijn. De Fietsersbond heeft een plan ontwikkeld om een snelfietsroute te realiseren deels op (en langs) het tracé van de Hofpleinlijn. Dit is een treinverbinding tussen de centra van Rotterdam en Den Haag, via een tracé oostelijk van de A13 (langs Berkel Rodenrijs, nu samen met Bleiswijk en Bergschenhoek de gemeente Lansingerland, een groeikern van meer dan 50.000 inwoners, langs Pijnacker Nootdorp, een groeikern van 50.000 inwoners, en langs Voorburg Leidschendam). Op dit tracé rijdt nu de Randstad Rail. Het laatste gedeelte naar Rotterdam centrum zal de Randstad Rail binnenkort gebruik gaan maken van een tunnel, waardoor het spoorviaduct door de stad (industrieel erfgoed) beschikbaar komt voor een andere bestemming. De Fietsersbond wil hierop het tracé van de snelfietsroute richting Rotterdam centrum laten lopen, hetgeen een innovatie en uniek in de wereld zou zijn. Op het beoogde tracé naar Den Haag zijn nu al stukken fietsverbinding aangelegd die moeiteloos kunnen worden ingepast. Wel zijn een aantal nieuwe stukken nodig om ze tot één snelfietsroute te verbinden. Het laatste stuk naar Den Haag, langs de bedrijventerreinen Forepark en Binkhorst volgt de route het zelfde tracé als de snelfietsroute Zoetermeer- Den Haag. Deze wordt als één van de projecten van Fietsfilevrij! op dit moment reeds gerealiseerd. De totale Hofpleinroute is weliswaar 23 km. van Rotterdam centrum tot Den Haag centrum, maar de functie zal vooral liggen in het verbinden van de nieuwe grote woonkernen in de tussenliggende gemeenten Lansingerland en Pijnacker Nootdorp (nu al samen meer dan 100.000 inwoners en de komende jaren groeiend naar 150.000) met de bedrijven in Rotterdam noord en centrum (enerzijds) en de bedrijven en ministeries op Forepark en Binkhorst en Den Haag centrum (anderzijds). Hier praat men over afstanden woon-werkverkeer van ongeveer 10 km. Dit zal vooral invloed kunnen hebben op het drukke spitsverkeer op de randwegen rondom Den Haag en Rotterdam (A12, A13, A20) en provinciale wegen. Het is een echt autogebied, omsloten door autowegen. De OV-verbindingen zijn er met name in de landelijke delen niet erg goed zijn of ontbreken zelfs. De onderdelen van het plan zijn goed in te passen in de bestaande beleidsvoornemens en plannen van de betrokken gemeenten, de betrokken stadregio s en de provincie. Er is dan ook sprake van quick wins. Veel routedelen zitten afzonderlijk al in de planning van de betrokken lokale en regionale overheden en leveren derhalve winst op voor het interregionale fietsnetwerk. Als de totale route gerealiseerd zou kunnen worden zou sprake zijn van een synergie voordeel omdat de toegevoegde waarde van de totale route (m.b.t. de bijdrage aan de bereikbaarheid van woonwerklocaties in de regio en de bijdrage aan effectiever mobiliteitsmanagement in de regio) meer is dan die van de afzonderlijke onderdelen. Daarnaast betekent het maken van afspraken in regionaal verband dat het voor gemeenten gemakkelijker wordt om op korte termijn hun deel van de regionale route op een gewenst kwaliteitsniveau te realiseren. Om het plan verder te brengen richting bestuurlijke besluitvorming, is nog een aantal stappen nodig. Om deze goed te kunnen nemen, kan ook weer worden aangesloten bij leerervaringen/aandachtspunten van Fietsfilevrij! Hierop wordt hieronder nader ingegaan. 13

Den Haag CS 10 km fietsen vanuit Pijnacker Forepark Binkhorst Nootdorp Pijnackerwest Pijnackeroost Berkel Rodenrijs Schiebroek Aandachtspunten 10 km fietsen vanuit Rodenrijs Uit de ervaring van Fietsfilevrij wordt duidelijk dat een aantal punten sterk van Rotterdam CS Rotterdam Blaak 14

invloed is bij het realiseren van snelfietsroutes/fietssnelwegen. Het is dus van groot belang deze expliciet mee te nemen bij het inrichten van de proces rondom het ontwikkelen van een snelfietsroute. Cursief staat achter elk punt hoe m.b.t. dit punt de stand van zaken van de Hofpleinroute is.: 1. Er moet sprake zijn van een duidelijke visie op de route (passend in ruimtelijk/ economische ontwikkelingen in de regio, innovatie, duurzaamheid, mobiliteit), en aanhakend op de doelstellingen uit de Taskforce Mobiliteit. Deels, nog wel verder uit te werken. 2. Het gewenste tracé moet op hoofdlijnen bekend zijn Uitgewerkt, zie bijgaande kaart 3. Het helpt als er al sprake is van een eerste bottum up inventarisatie van knelpunten in het gewenste tracé Uitgewerkt, zie bijgaande kaart 4. De route moet in the picture worden gebracht door belanghebbenden. Zij moeten de rol van pleitbezorger vervullen. Vaak wordt deze rol vervuld door de Fietsersbond. Zij brengen de goede argumenten op tafel en brengen de route onder de aandacht van de betrokken lokale overheden, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Zij creëren dan vaak al het eerste draagvlak. Daarnaast moeten werkgevers op de route betrokken worden, zij kunnen ook als ambassadeur van de fietsroute naar buiten treden. Hier wordt op de snelfietsroute Pijnacker-Delft-De Lier al ervaring mee opgedaan. Deels, nog wel verder uit te werken 5. Er moet een heldere presentatie (van zowel visie als tracé) beschikbaar zijn, vanwege de communicatie met ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers. Uitgewerkt, zie bijgaande kaart 6. Op hoog bestuurlijk niveau moeten bestuurders beschikbaar zijn die het project adopteren en bereid zijn het ook bestuurlijk te legitimeren. Deze rol zal vaak door een bovenlokale bestuurder worden ingevuld, bijvoorbeeld vanuit de Taskforce Mobiliteit. Deze zal in de positie moeten zijn lokale bestuurlijke tegenkracht te pareren en als boegbeeld van het project naar buiten op te treden. Nog te realiseren 7. Er moet bestuurlijk en ambtelijk commitment zijn. Bij de start van het project wordt dit vaak wel uitgesproken, maar op momenten dat er ook een financieel commitment moet worden aangegaan, kan het essentieel zijn over een getekend convenant te beschikken. Bestuurders moeten ook de gelegenheid hebben locaal te kunnen scoren met het project. De locale voordelen moet ook duidelijk en communiceerbaar zijn. Hierbij kan ook de Gebiedstafel Midden een rol spelen. Als er ook een rijksbijdrage beschikbaar komt, zou ook de Staatssecretaris van V&W het convenant kunnen tekenen. Nog te realiseren 15

Conclusie 8. Er moet sprake zijn van een krachtig procesmanagement. De routes gaan over gemeentegrenzen heen en er zijn veel partijen bij betrokken. Hoe meer partijen er bij zijn betrokken, hoe belangrijker dit wordt. In het geval van de Hofpleinroute gaat het om een provincie, 2 stadsregio s en 5 gemeenten. Dit proces komt door het grote aantal betrokkenen en de verschillende verantwoordelijkheden en prioriteiten moeizaam van de grond. Nog te realiseren 9. De mix van infrastructuur en communicatie moet in het gehele proces ingebouwd worden. Vanaf het eerste begin is het al nodig te beschikken over een goede presentatie om ambtelijk en bestuurlijk commitment te verkrijgen. Een duidelijk visie geformuleerd vanuit de communicatiestrategie aan het begin van een samenwerkingstraject is daarbij essentieel. Tijdens het proces van realisatie moet al begonnen worden met communicatie-acties om de route niet alleen fysiek maar ook mentaal op de kaart te krijgen, bij zowel werkgevers als werknemers. Bedrijven langs de route moeten actief benaderd worden, om ze te informeren en vooral te betrekken bij het project. Bijvoorbeeld met een benadering zoals die van de regionale Mobiliteitsmakelaar en op bedrijven gerichte campagnes. Mede om gedragsverandering te stimuleren en mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Nog te realiseren 10. De snelfietsroute moet een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van woonwerklocaties in de regio en hij moet een bijdrage leveren aan effectiever mobiliteitsmanagement in de regio. Dit moet zo veel mogelijk cijfermatig onderbouwd worden. Nog te realiseren 11. Nader in beeld brengen van de potentie van de route door op bedrijvenniveau te onderzoeken wat de woon-werkrelaties in de regio zijn. Hier liggen aanknopingspunten bij beschikbare gegevens van VCC Rijnmond en de Regionale Mobiliteitsmakelaar. Deels, nog wel verder uit te werken De Fietsersbond/Fietsfilevrij! zou graag samen met BEREIK het initiatief nemen om de Hofpleinsnelfietsroute fysiek en mentaal op de kaart te zetten. Het gaat om een innovatief plan waarin ook een aantal quick wins gerealiseerd kunnen worden. Bovendien met een methode waarmee bedrijven langs de route actief benaderd worden, om ze te informeren en vooral te betrekken bij het project. Bijvoorbeeld met een benadering zoals die van de regionale Mobiliteitsmakelaar en op bedrijven gerichte campagnes. Mede om gedragsverandering te stimuleren en mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Zowel Fietsersbond/Fietsfilevrij! als BEREIK rekenen het tot hun taak deze regionale projecten (die anders moeizaam van de grond komen) te realiseren. Om het proces verder vorm te geven wil Fietsfilevrij!/Fietsersbondgraag de samenwerking aangaan met BEREIK. Een aantal van de genoemde punten wordt al door BEREIK ingevuld en 16

BEREIK kan een belangrijke (coördinerende) rol vervullen bij het creëren van ambtelijk en bestuurlijk commitment en het realiseren van financiering van de infrastructuur uit lokale/regionale- en rijksmiddelen. Aan Fietsersbond/Fietsfilevrij! kan worden gevraagd het procesmanagement en communicatiemanagement vorm te geven conform de methode Fietsfilevrij! teneinde de hierboven genoemde punten 1 t/m 11 te realiseren. Dit proces- en communicatiemanagement kan worden ingebracht als een pilot bij de Taskforce Mobiliteitsmanagement en langs deze weg kunnen worden gefinancierd. Een indicatie van de kosten voor een jaar ligt op ongeveer 150.000 200.000 euro, uitgaande van 1 a 2 dagen procesmanagement per week en uitgaven aan communicatie- acties / bedrijvencampagne. Er is samenhang met voorstel A. van de ingediende gezamenlijke Haaglandse en Rotterdamse projecten. 17

STADSREGIO, ~-.4!i tadsgewest ROTT E RDAM lj,1faaglanden Betreft: Subsidieaanvraag TFMM Bijlagen: 3 20 april 2009 Geachte minister Eurlings, In onze regio's Haaglanden en Rotterdam is in het kader van de convenanten van de Taskforce Mobiliteitsmanagement sinds vorig jaar hard gewerkt aan de definiëring van concrete projecten. Daarnaast hebben inmiddels dankzij de inzet van de mobiliteitsmakelaar in Haaglanden vele bedrijven het convenant getekend, en zijn maatregelen in uitvoering. In Rotterdam heeft de samenwerking tussen de Verkeersonderneming in de haven en de stedelijke knopen vorm gekregen in een gezamenlijk programmateam. Ook hebben onze regio's de samenwerking gezocht vanwege overlap in betrokken partijen, gelijksoortige belangen en de onderkenning dat het overgangsgebied tussen Rotterdam en Haaglanden ook de nodige gezamenlijke aandacht verdient. Een Stuurgroep Regionale Taskforce waar, naast ons beiden, ook het bedrijfsleven via VNO-NCW west en de Kamer van Koophandel in is vertegenwoordigd zal een aanjaagfunctie vervullen voor mobiliteitsmanagement in onze gebieden. Deze zal ook sturen op gezamenlijke projecten. De gezamenlijke indiening van deze voorstellen, met daarbij een aantal voorstellen die mobiliteitsmanagement in het overgangsgebied tussen Haaglanden en Rotterdam versterken, zijn een eerste resultaat van onze samenwerking. Hierbij bieden wij u onze voorstellen aan die zullen resulteren in een verbeterd mobiliteitsmanagement in de regio's. De voorstellen zijn verdeeld in gezamenlijke voorstellen, Rotterdamse voorstellen en Haaglandse voorstellen. De voorstellen zetten vooral in op inzet van capaciteit voor benadering van en samenwerking met bedrijven en de nodige communicatie die daarmee gemoeid gaat. Daarnaast wordt ingezet op alternatieve vervoerswijzen binnen een gebiedsgerichte benadering en doorontwikkeling van enkele innovatieve technieken. Hieronder staan de voorstellen opgesomd: Gezamenlijke voorstellen Kosten A. Mobiliteitsmanagement bij bedrijven in 200.000 overgangsgebied Rotterdam - Haaglanden B. Nieu we analysetechniek pilots 100.000 C. Werv ings- en communicatie activiteiten 60.000 D. Smart work centra in Zuidvleugel 100.000 E. Snelfietsroute Rotterdam - Den Haag 150.000

Haaglandse voorstellen Kosten I. Intensivering activiteiten mobiliteitsmakelaar 250.000 11. Uitbreiding convenant met Holland-Rijnland 250.000 lil. Capaciteit overige geb iedsaanpak 250.000 IV. Gebiedsaanpak Koningskade - Raamweg 900.000 V. Aanbod mobiliteit transparant maken 450.000 VI. Pilot wonen en werken in Haaglanden p.m.* Rotterdamse voorstellen 1. Front- en backoffice regio Rotterdam 960.000 2. Communicatiemiddelen 300.000 3. Stimuleren E-fiets gebruik 937.500 4. Collectief bedrijfsvervoer 400.000 5. Medegebruik busbanen door collectief vervoer 200.000 6. Personen- en bedrijfsvervoer over water 600.000 7. Ondernemersplatform A15 30.000 8. Congres mobiliteitsmanagement c 50.000 9. Mobiliteitsmanagement maatregelen knopen 2.000.000 Alle voorstellen zijn besproken met het secretariaat van de Taskforce Mobiliteitsmanagement en uw ministerie in de persoon van de heer P. Pilgram. Wij vragen apart nog aandacht voor het Rotterdamse voorstel ter stimulering van e-fietsgebruik. Hoewel het in eerste instantie een voorstel lijkt dat erg op infrastructuur is gericht zijn de genoemde investeringen noodzakelijk om de autogebruiker over te halen op de e-fiets te stappen. Doel van dit voorstel is 3% van de auto's uit de zeer drukke spits in Botlektunnel te krijgen. Daadwerkelijke kosten aan infrastructuur zullen ten laste komen van de bijdrage van de medefinancier. Wij hopen in aanmerking te komen voor een bijdrage vanuit de Mobiliteitsaanpak voor de zes voorbeeld regio's en zijn verheugd met het grotendeels positieve advies dat vanuit de Taskforce Mobiliteitsmanagement is gegeven op onze voorstellen. Over de cofinanciering vanuit de eigen organisaties zijn deels al bestuurlijke afspraken gemaakt of deze vinden zeer binnenkort plaats. Wij zien ernaar uit u op 8 september tijdens het Congres over Mobiliteitsmanagement de eerste oogst uit onze regio's te kunnen tonen. ~ ~ ii-2 P.W.M. Smif== Portefeuillehouder verkeer en vervoer Stadsregio Rotterdam Portefeuillehouder verkeer en vervoer Stadsgewest Haaglanden Kosten van pilot wonen en werke n in Haag landen is afhankelijk van resultaten haalbaarheidsonderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd.

I. Intensivering van de activiteiten van de Mobiliteitsmakelaar Projectkosten: 250.000 Werkgebied: Haaglanden Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel, VNO-NCW en Ontwikkelmaatschappij Den Haag financieren en ondersteunen de Mobiliteitsmakelaar tot einde 2010. De inzet hierbij is een aflopend contract van 4 dagen naar 1 dag per week. In de praktijk blijkt de volledige inzet van de mobiliteitsmakelaar benodigd. Er zijn langere doorlooptijden bij werkgevers en in het bijzonder bij de invoering en de uitvoering van maatregelen dan verwacht. Mobiliteitsmanagement raakt immers veel facetten in de bedrijfsvoering en de verantwoordelijkheid ligt vaak bij verschillende afdelingen als facilitair bedrijf (parkeerbeleid, auto en fietsfaciliteiten) en HRM (woonwerk/zakelijke vergoedingen en lease-contracten) en algemeen in lijnvoering of bij management (e-werken en flexwerken). Daarbij zijn bij het MKB bedrijfsleven weinig mankracht en tijd beschikbaar voor mobiliteitsmanagement en dat hebben zij intensieve begeleiding nodig. Bovendien is het streven van het projectteam Haaglanden naar een minimale deelname van 50 bedrijven aan het Regionale Convenant in september 2009. De huidige stand (maart 2009) zijn 31 deelnemende werkgevers met circa 125.000 medewerkers; dit betreffen over het algemeen grote organisaties en bedrijven. Het MKB bedrijfsleven is daarbij ondervertegenwoordigd. Samenvattend: om de doelstelling van het convenant, een gemiddelde reductie van 6% van het aantal autokilometers in de spits in september 2012, te behalen onder deelnemend en nog te deel te nemen (MKB) bedrijfsleven is intensieve inzet van de mobiliteitsmakelaar benodigd. Doelstelling Verdere intensivering van de activiteiten van de mobiliteitsmakelaar, specifiek gericht op het vergroten van het aantal deelnemende kleine en middelgrote werkgevers aan het regionale convenant Haaglanden. Doelgroep De doelgroep zijn in het bijzonder de kleine en middelgrote werkgevers in Haaglanden. Resultaten en effecten Resultaten richten zich op: - Minimaal 50 deelnemende werkgevers in september 2009, waarvan circa 15 tot 20% kleine en middelgrote werkgevers. - Een door de mobiliteitsmakelaar uitgewerkte `benchmark voor deze werkgevers in september 2009; dat wil zeggen woon-werk, zakelijke regelingen, herkomst bestemmingen en modal split per werkgever zijn bekend, evenals de mogelijkheden voor de werkgever om zo kosten efficiënt mogelijk de mobiliteit te reduceren. - Werkgevers hebben in september 2009 dergelijke maatregelen in uitvoering en/of gepland en worden daarbij gesteund door mobiliteitsmakelaar. - Mobiliteitsmakelaar houdt daarbij analyses en ondersteunt bij het implementeren van maatregelen. Indien noodzakelijk schakelt de mobiliteitsmakelaar daarbij extra ondersteuning (`back office ) in. - Verdere werving van nieuwe aan het convenant deelnemende bedrijven vanaf september 2009. 1