Samenvatting managementrapportage Q1 2015 Wmo Bloemendaal Transitie De transitie Wmo gaat over de maatwerkvoorzieningen huishoudelijke ondersteuning (HO), begeleiding bij de huishoudelijke ondersteuning, kortdurend verblijf (KV), begeleiding individueel (BGi), begeleiding groep (BGg) en persoonlijke verzorging (PV). De kosten in het eerste kwartaal betreffen de gefactureerde kosten voor de inzet in het eerste kwartaal. In een aantal gevallen is nog geen factuur door aanbieders ingediend. De gefactureerde kosten blijven binnen de begroting. Huishoudelijke hulp 2014 Aantal voorzieningen (diensten) Kosten Begroting per jaar (op 31-12-2014) 453 1.339.612 (jaar) HO, KV, BGg, BGi, KV en PV 1e kwartaal 2015 574 283.448 (Q1)* * De werkelijke kosten voor Q1 zijn hoger omdat in Q1 niet alle zorg is gefactureerd. Kwaliteit In het eerste kwartaal waren er 19 klachten en 9 bezwaren over de huishoudelijke ondersteuning. Alle klachten en bezwaren zijn opgelost, indien nodig door bemiddeling van de gemeente, de bezwaren zijn schriftelijk ingetrokken. In 5 situaties is men overgestapt naar een andere zorgaanbieder. De klachten betroffen de nieuwe hulp, de vermindering van hulp en de communicatie erover. In het land worden vele rechtszaken gevoerd over de beperking van de huishoudelijke hulp. De jurisprudentie hierover zal de grenzen bepalen van de gemeentelijke verantwoordelijkheid hierin. Transformatie Het doel van de transformatie is een verschuiving van zorg naar participatie. Veel zorgaanbieders zetten deze transformatie al in 2014 in gang. Deze beweging is merkbaar in de aantallen, in de zwaarte en in nieuwe vormen van ondersteuning en in de samenwerking tussen zorgaanbieders. Ook Wmo-loket Bloemendaal transformeert en loopt in de praktijk tegen belemmeringen aan die moeten worden weggenomen om tot een echte oplossing te komen. Casus: In het kader van kostenbeheersing is in 2014 het aantal Wmo-zones voor collectief vervoer begrensd op 350. Een inwoner van Bloemendaal is inmiddels door zijn zones heen. De mogelijkheid van reizen tegen gereduceerd tarief staat voor hem open, maar dan zijn specifieke bepalingen (in zijn geval begeleiding van deur tot deur door de chauffeur) niet meer geldig.
Risico's Zorgaanbieders meldden in de eerste kwartaalgesprekken dat de nieuwe instroom regionaal ten opzichte van 2014 vrijwel is stilgevallen. Zij zullen in het volgende kwartaalgesprek cijfers over de instroom per kwartaal in 2014 en 2015 overleggen. Met elkaar zullen we de instroom dan analyseren. I&O research meldt in recent onderzoek dat Nederlanders de toegang tot de gemeentelijke zorg nog niet op het netvlies hebben (www.ioresearch.nl). Uit gesprekken met regionale zorgaanbieders blijkt dat aanbieders het Wmo-loket Bloemendaal goed kunnen vinden. De samenwerking wordt als goed ervaren en de lijnen zijn kort, een voordeel van een kleine gemeente. Als risico benoemden zorgaanbieders in de eerste kwartaalgesprekken de hoge administratieve kosten door de diversiteit in de uitvoering bij gemeenten, de organisatie en de kosten van het vervoer van cliënten en het vele werk door onderaanneming van specialistisch aanbod. Gemeenten sluiten contracten met kleine aanbieders bij minimaal 10 cliënten.
Kwartaalrapportage Q1 Wmo Wmo 2015 Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ingevoerd waardoor de gemeente verantwoordelijk is geworden voor nieuwe taken, de zogenaamde maatwerkvoorzieningen, en nieuwe cliënten. Hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen zoals we die al kenden op grond van de Wmo 2007 blijven we ook onder de Wmo 2015 aanbieden, maar nu als maatwerkvoorziening. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding individueel Begeleiding groep (inclusief vervoer) Kortdurend Verblijf Persoonlijke verzorging Huishoudelijke ondersteuning Huishoudelijke ondersteuning met begeleiding Rolstoelvoorziening Vervoersvoorziening Woonvoorziening Voor Begeleiding individueel en Begeleiding groep is het aanbod per doelgroep ingekocht. Doelgroepen Begeleiding groep en Begeleiding individueel Volwassenen die ten gevolge van het ouder worden kampen met beperkingen Volwassenen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking of chronische ziekte Volwassenen met psychiatrische problematiek Volwassenen met een verstandelijke beperking In de met zorgaanbieders gesloten overeenkomsten is vastgelegd dat elk kwartaal informatie over de voortgang van de uitvoering aan de gemeenten dient te worden verstrekt. De rapportages over het eerste kwartaal 2015 (Q1) zijn eind april ontvangen. Voor de (eerste) kwartaalrapportage is een sjabloon opgesteld waarin instellingen in ieder geval moeten rapporteren over: 1. Kwantitatieve gegevens: - ontwikkeling aantallen - financiën - iwmo (gegevensuitwisseling tussen gemeenten en zorgaanbieders) - Social Return On Investment (SROI) 2. Kwalitatieve gegevens: - het aantal, de aard en afhandeling van de ontvangen klachten - ontwikkeling transformatie - risico - organisatie Aan de hand van de eerste kwartaalrapportages hebben de gemeenten in Zuid-Kennemerland en IJmond in mei gesprekken gevoerd met alle aanbieders. De Wmo 2015 kent een overgangsrecht voor personen die op 31 december 2014 een geldige AWBZ-indicatie hadden. Het overgangsrecht eindigt op de einddatum van de indicatie maar loopt uiterlijk tot 31 december 2015 en geeft het recht tot behoud van geïndiceerde zorg. Er bestaat overigens geen recht op zorg van dezelfde aanbieder. Door het contracteren van 30 zorgaanbieders eind 2014 konden nagenoeg alle overgangsklanten dezelfde zorgaanbieder behouden.
De toegang Loket Bloemendaal is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties. De loketten zijn ondergebracht bij Welzijn Bloemendaal, met een locatie in Bloemendaal, Bennebroek en Vogelenzang. Medewerkers zijn in dienst van hun eigen organisatie maar vallen voor de inzet in het Loket onder functionele aansturing van de gemeentelijk coördinator. De volgende organisaties participeren in het Loket: Samenstelling Loket Bloemendaal Gemeente Bloemendaal (coördinator) Welzijn Bloemendaal Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken Stichting MEE Kontext Zorgbalans In het eerste kwartaal hebben er in totaal 98 huisbezoeken plaatsgevonden met betrekking tot een melding in het kader van de Wmo of een aflopende indicatie voor Begeleiding of Kortdurend Verblijf. De verdeling was als volgt: 20 overgangscliënten voor Begeleiding (groep en individueel) en Kortdurend Verblijf. 78 meldingen in het kader van de Wmo. Van alle huisbezoeken is een gespreks- en onderzoeksverslag opgesteld. In die situaties waarin de cliënt het gespreks- en onderzoeksverslag ondertekend heeft teruggestuurd, is door de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken een aanvraag voor een maatwerkvoorziening afgehandeld. De volgende besluiten zijn in kwartaal 1 van 2015 afgegeven. Soort voorziening Aantal besluiten 1 Begeleiding 22 Huishoudelijke ondersteuning 37 Rolstoelvoorziening 12 Vervoersvoorziening 26 Woonvoorziening 21 Totaal 118 Huishoudelijke ondersteuning in PGB In het kader van het overgangsrecht voor cliënten met een persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning hebben in het eerste kwartaal 30 huisbezoeken plaatsgevonden. In verband met gewijzigde regelgeving (meer inzet sociale netwerk, geen zorg inkopen met het Persoonsgebonden budget bij een gecontracteerde aanbieder, trekkingsrecht via Sociale Verzekeringsbank) zullen er naar verwachting per 1 juli 2015 nog 11 cliënten een persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning ontvangen. Evaluatie Er is in de eerste maanden van 2015 veel tijd geïnvesteerd in het verbreden van de kennis en het opdoen van ervaring. Veelal zijn cliënten door twee medewerkers bezocht om van elkaar te leren en met elkaar te komen tot een passende oplossing. Het afhandelen van meldingen nam daardoor veel tijd in beslag. De gemeentelijk coördinator werd in de meeste gevallen aan het einde van de melding, bij het gespreks- en onderzoeksverslag, geraadpleegd. Om meer sturend te kunnen zijn op de inhoudelijke aanpak van de melding is overeengekomen dat het werkoverleg vanaf mei ook onder leiding van de gemeentelijk coördinator plaatsvindt. Overigens lijkt de formatie op dit moment toereikend voor het aantal meldingen. De gemeentelijk coördinator volgt het aantal meldingen en de afhandelingstermijn om zo tijdig eventuele problemen te signaleren. 1 Een ondertekend gespreks- en onderzoeksverslag kan leiden tot meerdere besluiten voor maatwerkvoorzieningen.
Maatwerkvoorzieningen (diensten) in aantal Onderstaand een overzicht van de verschillende maatwerkvoorzieningen met de aantallen zoals bekend op 1 januari 2015 en het aantal lopende voorziening ín kwartaal 1 van 2015. Bij Begeleiding (zowel groep als individueel) is een toename zichtbaar. Deze bevat naast nieuwe Wmo-cliënten ook overgangscliënten die in de periode december 2014 tot februari 2015 nog door het CIZ zijn ge(her)indiceerd. Begeleiding groep kwartaal 1 Totaal 59 Volwassenen die ten gevolge van het ouder worden Totaal 34 kampen met beperkingen ZIN 32 Volwassenen met een matige of zware lichamelijke of Totaal 6 zintuigelijk beperking of chronische ziekte ZIN 6 PGB 0 Volwassenen met een matige of zware verstandelijke Totaal 4 beperking ZIN 2 Volwassenen met matige of zware psychiatrische Totaal 15 problematiek ZIN 15 PGB 0 Vervoer naar BGG Totaal 17 Begeleiding individueel kwartaal 1 Totaal 58 Volwassenen die ten gevolge van het ouder worden Totaal 6 kampen met beperkingen ZIN 4 Volwassenen met een lichamelijke of Totaal 13 zintuigelijke beperking of chronische ziekte ZIN 7 PGB 6 Volwassenen met een psychiatrische problematiek Totaal 28 ZIN 22 PGB 6 Volwassenen met een verstandelijke beperking Totaal 11 ZIN 9 Huishoudelijke ondersteuning kwartaal 1 455 Huishoudelijke ondersteuning Totaal 307 ZIN 286 1 Huishoudelijke ondersteuning met begeleiding Totaal 148 ZIN 141 PGB 7
Kortdurend verblijf kwartaal 1 1 Kortdurend verblijf Totaal 1 ZIN 0 PGB 1 Persoonlijke verzorging kwartaal 1 1 Persoonlijke verzorging Totaal 1 ZIN 1 PGB 0 Maatwerkvoorzieningen financieel In onderstaande tabel zijn de kosten zoals gefactureerd over de maanden januari t/m maart 2015 opgenomen. Voorziening Kosten kwartaal 1 Begroting per jaar Begeleiding groep, begeleiding individueel, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging 68.040* 1.097.743 Huishoudelijke ondersteuning 215.408* 1.200.000 Rolstoelvoorzieningen 57.102 260.000 Vervoersvoorzieningen (incl. collectief vervoer) 125.566 590.000 Woonvoorzieningen 85.217 340.000 * De werkelijke kosten voor Q1 zijn hoger omdat in Q1 niet alle zorg is gefactureerd. Rapportages zorgaanbieders Met de aanbieders is overeengekomen dat zij elk kwartaal kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de voortgang van de uitvoering aan de gemeente verstrekken. Het leveren van een kwartaalrapportage voor Wmo-voorzieningen is nieuw voor de aanbieders. Om de administratieve lasten te beperken is geen format bepaald. Wel is vastgelegd over welke onderwerpen moet worden gerapporteerd. De rapportages over het eerste kwartaal zijn inmiddels ontvangen en met alle aanbieders afzonderlijk besproken. De gemeenten van de regio s Zuid-Kennemerland en IJmond voeren deze gesprekken gezamenlijk. Gemeenten zijn wettelijk verplicht (onafhankelijk) toezicht te houden op de kwaliteit van de ingekochte voorzieningen. Voor de uitvoering hiervan in 2015 hebben we gezamenlijk met de gemeenten Beverwijk, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede en Velsen opdracht verleend aan Bureau Facit. Onderdeel van de opdracht is dat Bureau Facit alle kwartaalrapportage van de aanbieders de komende periode gaat doornemen en indien het bureau daartoe aanleiding ziet een onderzoek bij aanbieders kan instellen. Klachten en calamiteiten De gecontracteerde aanbieders zijn verplicht om op gemeentelijk niveau het aantal en de aard van ingediende formele klachten aan te geven. Er waren in het eerste kwartaal geen formele klachten van Bloemendaalse inwoners. Wel was er sprake van informele klachten die in alle gevallen betrekking hadden op de veranderingen in de Huishoudelijke Ondersteuning (meer inzetten op eigen kracht en sociale netwerk, geen indicatie meer in uren). De klachten zijn in zo goed als alle gevallen naar tevredenheid afgehandeld.
Transformatieplannen Transformatie van de zorg is in het kader van de Wmo 2015 van groot belang. Aanbieders dienen daarom 2x per jaar, in april en in september, aan te geven welke voortgang is gerealiseerd met betrekking tot de vereiste transformatie. De wijze waarop en mate waarin de aanbieders invulling geven aan de transformatie is met hen in de kwartaalgesprekken besproken. Diverse aanbieders hebben aangegeven dat het accent in het eerste kwartaal van 2015 heeft gelegen op het realiseren van continuïteit in de dienstverlening, de transitie. Daarbij is door hen ook aangegeven dat vanaf het tweede kwartaal het accent weer meer zal komen te liggen op de transformatie. In dit verband merken we op dat de aanbieders al in 2014 zijn gestart met inzetten van de transformatiebeweging. In veel gevallen zien we dat dit reeds gevolgen heeft voor het aantal cliënten dat ondersteuning via de zorgaanbieders ontvangt, c.q. voor de omvang/zwaarte van de ondersteuning. Verschillende aanbieders hebben er tevens op gewezen dat zij nauw met elkaar samenwerken, opdat voor nieuwe cliënten de meeste gepaste vorm van Begeleiding kan worden geboden. Ook is er sprake van transformatie in de werkwijze en van nieuwe initiatieven. Zo zien we dat enkele zorgaanbieders ervoor opteren om Begeleiding Individueel in groepsverband aan te bieden, dat gebruik wordt gemaakt van de zelfredzaamheidsmatrix, dat er pilots zijn om cliënten te leren zelfstandig van het (openbaar) vervoer gebruik te maken, dat domotica meer wordt ingezet (met bijvoorbeeld 24/7 bereikbaarheid als resultaat) dat de beweging van recreatieve naar arbeidsmatige dagbesteding is ingezet, dat er meer vrijwilligers worden ingezet en dat de inzet/belastbaarheid van mantelzorgers wordt betrokken bij de invulling van de ondersteuning van de cliënt. Daarnaast is een beweging ingezet waarbij zorgaanbieders meer gebruik maken van gezamenlijke accommodaties én meer een beroep doen op de eigen kracht van de cliënt. Tot slot kan gewezen worden op de inzet van de aanbieders om een bijdrage te leveren aan Social Return On Investment (SROI), inhoudende een inspanningsverplichting om 5% van de omzet in te zetten ten behoeve van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Aanbieders hebben in de gesprekken ook enkele risico s bij en voorwaarden voor het transformeren benoemd. Er is in dit kader onder meer gewezen op de grens aan een verantwoorde inzet van vrijwilligers bij bepaalde doelgroepen. Voor wat betreft de interne organisatie geven zo goed als alle aanbieders aan dat sprake is (geweest) van een reorganisatie. Zo wordt bijvoorbeeld meer gewerkt met zelfsturende of zelforganiserende teams en is het aantal directie- en/of managementfuncties verminderd.