Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015

Transcriptie

1 Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage Inleiding Het jaar 2015 was een overgangsjaar. Zowel voor de veranderingen in het sociaal domein als voor de monitoring van die veranderingen. In de eerste drie kwartaalrapportages meldden we dat er veel kanttekeningen waren bij de cijfers. De cijfers die uit de verschillende informatiesystemen komen waren nog niet voldoende betrouwbaar. De systemen worden nu steeds beter gevuld. Dit betekent nog niet dat alles perfect is. We blijven onderzoeken hoe we het systeem Aeolus beter kunnen gebruiken. De Regionale Monitor Jeugd en Wmo is nog steeds in ontwikkeling. Het kan zo zijn dat we de cijfers in deze rapportage later moeten bijstellen. Op het einde van de kwartaalrapportage voegden we een begrippenlijst toe. In deze lijst legden we een aantal belangrijke begrippen en afkortingen uit die we gebruikten. 2. Stib frontoffice Er kwamen de eerste drie kwartalen van 2015 weinig bezoekers. Daarom stopten we met de inloopspreekuren. In plaats van de inloopspreekuren breidden we de telefonische bereikbaarheid van Stib uit. In 2015 hielden we het aantal telefonische contacten handmatig bij. Dit doen we niet meer. Wel houden we onder meer het aantal meldingen bij (zie figuur 1) Eerste kwartaal Tweede kwartaal Derde kwartaal Vierde kwartaal Meldingen (Wmo) Keukentafelgesprekken (Wmo) Meldingen (Jeugd) Gezinsplan (Jeugd) Figuur 1: Aantal meldingen, keukentafelgesprekken en gezinsplannen Aantal meldingen en keukentafelgesprekken In figuur 1 zien we het aantal meldingen en het aantal keukentafelgesprekken in Dit zijn cijfers over Wmo. Daarnaast zien we ook het aantal meldingen voor Jeugd en het aantal gezinsplannen dat is gemaakt. De cijfers in kwartaal 4 zijn vergelijkbaar of licht lager dan in de kwartalen er voor. De lichte daling komt doordat we in kwartaal 4 veel herindicaties gedaan hebben. Dit zijn geen nieuwe meldingen, maar het zorgde wel voor veel werk en veel contacten. Meldingen kunnen we soms met een enkele actie afhandelen. Soms leidt een melding tot een regietraject. Er zijn in het derde kwartaal 23 regietrajecten Wmo gestart. In datzelfde kwartaal zijn 19 regietrajecten Jeugd gestart. In het vierde kwartaal zijn er 41 regietrajecten Wmo gestart en 19 regietrajecten Jeugd. Bij herindicaties zetten we eerder regietrajecten in. Daarom is het aantal gestarte regietrajecten Wmo in het vierde kwartaal gestegen ten opzichte van het derde kwartaal. 1

2 Doorlooptijden Binnen 6 weken na een melding moet Stib komen met een ondersteuningsplan. Deze norm is in het vierde kwartaal voor 63% gehaald voor Wmo en voor 61% gehaald voor Jeugd. In het derde kwartaal was dit voor beide onderdelen 90%. Een andere norm is de doorlooptijd tussen de datum van aanvraag voor een indicatie tot het besluit van de gemeente. De wettelijke norm hier voor is 8 weken. In het derde kwartaal is deze norm in 75% van de Wmogevallen en in 51% van de Jeugd-gevallen gehaald. In het vierde kwartaal is deze norm in 68% van de Wmo-gevallen en in 27% van de Jeugd-gevallen gehaald. Er zijn verschillende oorzaken voor de lagere percentages bij de doorlooptijden. Bij zowel Wmo als Jeugd hadden we in het vierde kwartaal te maken met onderbezetting en een hoge werkdruk. Dit had onder meer te maken met uitval van personeel. Daarnaast was de instroom van zaken ongewijzigd hoog. De doorlooptijden zijn administratieve zaken. Het overschrijden van de doorlooptijden hoeft niet ten koste te gaan van zorg voor cliënten. De behoefte aan zorg of ondersteuning is leidend. Dit betekent dat soms de zorg al start, voordat we het adminstratieve proces afronden. We streefden ook in het vierde kwartaal in de eerste plaats naar goede zorg voor cliënten en niet per definitie naar het halen van de administratieve termijnen. Wanneer we doorlooptijden niet haalden, overlegden we met de inwoner. Daardoor leidde het niet halen van doorlooptijden zelden tot problemen. 3. Zorgvormen en cliënten Op 31 december 2015 waren er 941 actieve cliënten bekend in Aeolus. Deze cliënten gebruikten gezamenlijk zorgproducten (1.410 bij Wmo, 200 bij Jeugd). Gehandicaptenparkeerkaarten telden we hierbij niet mee. In figuur 2 zien we de 755 onderverdeling van deze cliënten naar ZIN en PGB. Een aantal cliënten krijgt zorg als ZIN én als PGB. Deze cliënten vermelden we één keer in figuur 3, onder de zorgvorm die het meeste voor hen van toepassing is. Er zijn iets meer actieve cliënten dan in het derde kwartaal Zorgvormen Per onderdeel (ZIN en PGB Wmo, en ZIN en PGB jeugd) splitsten we uit onder welke zorgvormen cliënten vallen (figuur 3, 4, 5, en 6). ZIN Wmo PGB Wmo ZIN Jeugd PGB Jeugd Figuur 2: Unieke actieve cliënten per zorgvorm (op 31 december 2015) BGI PV HH Hulpm. Taxi BGI HH 36 Hulpm. Figuur 3: Zorgvormen cliënten ZIN Wmo Figuur 4: Zorgvormen cliënten PGB Wmo 2

3 BGI PV BGI PV Jeugd GGZ Figuur 5: Zorgvormen cliënten ZIN Jeugd Figuur 6: Zorgvormen cliënten PGB Jeugd Overig Een van de gestelde normen is dat eind 2016 minimaal 20% van de zorg in de vorm van een PGB wordt geleverd. 6% Van de actieve cliënten Wmo maakte in het vierde kwartaal gebruik van het PGB. 36% Van de actieve cliënten Jeugd maakte gebruik van het PGB. In 2015 hebben 36 mensen gebruik gemaakt van de forfaitaire regeling chronisch zieken en gehandicapten. De totale kosten hier van waren ,-. Er was voor de regeling een budget van ,- beschikbaar. In 2016 onderzoeken we hoe we de doelgroep beter kunnen bereiken. Voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang maakt de gemeente Buren gebruik van de diensten van centrumgemeente Nijmegen. Er waren in 2015 vanuit de gemeente Buren 20 cliënten voor beschermd wonen en 2 voor maatschappelijke opvang. 4. Financiën De financiën houden we bij in Aeolus. Het was lastig in 2015 een overzicht te krijgen van de financiële situatie. In de vorige kwartaalrapportages gaven we aan op welke manieren de facturering en het verzamelen van financiële gegevens lastig was. Het financiële resultaat over 2015 is nu wel duidelijk. In figuur 7 geven we aan wat het totale budget was voor zorg aan inwoners (Wmo en Jeugd) in Dit is niet het budget voor uren van medewerkers of bijvoorbeeld Stib. De getallen verschillen van de getallen die we in de vorige kwartaalrapportage benoemden. Dat heeft te maken met de complexe financiële administratie. Er zijn geen veranderingen in budgetten. We namen specifieke kostenposten anders mee in deze kwartaalrapportage. In figuur 7 staan verder de totale uitgaven over Een aantal facturen over 2015 kwamen binnen na het sluiten van de jaarboeken. Deze horen daarom officieel bij het jaar Om toch een goed overzicht van de uitgaven in 2015 te geven, voegden we een balk toe aan figuur 7 met facturen over 2015 die we in 2016 betaalden of gaan betalen. Deze bedragen reserveerden we dus voor uitgaven over In totaal hielden we ,- over op het budget voor de Wmo voor Voor het onderdeel Jeugd gaven we ,- meer uit dan we begrootten voor Dit betreft dus niet de gehele programma s Wmo en Jeugd, maar de onderdelen gericht op zorg aan inwoners. Dit is ook inclusief uitgaven over 2016 die we in 2016 betaalden of gaan betalen. Deze bedragen kunnen nog veranderen. 3

4 Wmo Totale budget 2015 (beschikbaar voor zorg aan inwoners) Uitgaven 2015 Jeugdwet Schatting uitgaven voor 2015 in 2016 Schatting totale uitgaven voor 2015 Figuur 7: Totale budget 2015, gedane uitgaven 2015, schatting uitgaven voor 2015 in 2016 en schatting totale uitgaven voor 2015 In figuur 8 en 9 zien we de uitgaven aan PGB (Wmo en Jeugd). Er is een onderverdeling gemaakt naar zorgvorm. Dit zijn enkel de betaalde en verantwoorde uitgaven uit de eerste vier kwartalen. Dit zijn dus niet de uitgaven uit 2015 die we in 2016 betaalden of gaan betalen Huishoudelijke zorg Ondersteunende begeleiding Dagbesteding Hulpmiddelen (woningaanpassing) Vervoersvoorziening (en rolstoelen) Behandeling Dagbesteding Intramurale zorg (L)VG Jeugd GGZ Kortdurend verblijf Ondersteunende begeleiding Vervoersvoorziening Figuur 8: Bestedingen PGB Wmo 2015 Figuur 9: Bestedingen PGB Jeugd Informatie uit de regionale monitor De regionale monitor bestaat uit twee delen; het onderdeel Jeugd en het onderdeel Wmo. Beide onderdelen van de monitor zijn nog in ontwikkeling. Het onderdeel Wmo is pas sinds het derde kwartaal actief. We gebruiken de gegevens uit de regionale monitor vooral voor het volgen van resultaten van individuele zorgaanbieders. De regionale monitor is nu nog niet voldoende geschikt om een beeld te geven van de voortgang Wmo en Jeugdwet in de gemeente Buren. De gegevens uit ons eigen lokale systeem zijn daarvoor meer betrouwbaar. Vandaar dat we in deze rapportage ook geen verdere informatie over de regionale monitor opnamen. 6. Mantelzorgondersteuning en Burenhulp Er wordt steeds meer gevraagd van mantelzorgers en andere vrijwilligers als het gaat om zorg voor anderen. Welzijn Buren ondersteunt mantelzorgers en organiseert Burenhulp. Er zijn rond mantelzorgondersteuning 41 ondersteunende contacten geweest in het vierde kwartaal van Dit aantal is langzaam gegroeid in 2015 vanaf 28 ondersteunende contacten in het 4

5 eerste kwartaal. Welzijn Buren gaf in het vierde kwartaal 66 keer informatie en advies in het kader van mantelzorgondersteuning. Ook dit aantal is hoger dan in de andere drie kwartalen. Welzijn Buren reikte namens de gemeente 214 mantelzorgcomplimenten uit aan mensen die zorgden voor een inwoner van de gemeente Buren. Het uitreiken van het mantelzorgcompliment zorgde ervoor dat meer mantelzorgers zich aanmeldden bij Welzijn Buren. Zo kwamen 94 mantelzorgers in beeld bij Welzijn Buren. In totaal zijn er 266 mantelzorgers in beeld bij het Mantelzorgsteunpunt van Welzijn Buren. Een aantal mantelzorgers schreef zich uit omdat zij geen mantelzorger meer zijn. Met Burenhulp ontvangen kwetsbare inwoners zonder of met een klein netwerk praktische hulp van vrijwilligers. Zij krijgen deze hulp als zij niet op eigen kracht een oplossing voor hun vraag of probleem kunnen vinden. Er waren 23 hulpvragen voor Burenhulp in het vierde kwartaal van Hulpvragen voor Burenhulp betroffen onder andere vragen voor begeleiding en vervoer, hulp in de tuin en thuisadministratie. Het aantal hulpvragen voor Burenhulp veranderde gedurende het jaar. In het eerste kwartaal waren er 52-, het tweede kwartaal 22- en het derde kwartaal 34 hulpvragen. Voor sommige hulpvragen komen vrijwilligers soms eens per week, soms eens per twee weken of eens per maand. Dit noemen we continue aanvragen. Gemiddeld waren er 36 continue aanvragen in Voor deze aanvragen zijn 24 vrijwilligers actief buiten de andere aanvragen om. De continue aanvragen bestaan onder andere uit gezelschap en bezoek, thuisadministratie en respijtzorg. De teamleiders van Burenhulp meten de tevredenheid van cliënten bij het afsluiten van de hulpvraag. Uit de meting blijkt dat alle cliënten tevreden waren over de geboden hulp. In 14 gevallen zijn de hulpvragen anders opgelost, bijvoorbeeld binnen het eigen netwerk. Twee hulpvragen gingen niet door. 7. Begrippenlijst In deze begrippenlijst leggen we begrippen en afkortingen uit die we gebruikten in de kwartaalrapportage. Dit doen we op alfabetische volgorde. : Begeleiding in groepsverband. BGI: Begeleiding individueel. Gezinsplan: Een jeugdige kan een gesprek krijgen samen met andere leden van zijn gezin naar aanleiding van een melding. Dit noemen we een gezinsplan. Herindicaties: Sommige inwoners hadden nog een indicatie die startte voor 1 januari 2015 en doorliep tot na 31 december 2015 of na verlenging tot 30 april De indicaties van deze mensen moesten we opnieuw bekijken. Dit zijn herindicaties. De herindicaties moeten we voor 1 mei 2016 doen. HH: Huishoudelijke hulp. Hulpm.: Hulpmiddelen in het kader van de Wmo. Keukentafelgesprek: Als een inwoner een gesprek krijgt naar aanleiding van een melding, noemen we dat voor mensen die vallen onder de Wmo een keukentafelgesprek. 5

6 Melding: Meldingen zijn de eerste vragen zoals ze binnenkomen bij Stib via verschillende kanalen. Niet alle vragen registreren we als meldingen. Dit heeft onder meer te maken met privacy. : srecht vermelden we in de figuren 3 tot en met 6 als. PGB: Persoonsgebonden budget. PV: Persoonlijke verzorging. Regietraject: Een regietraject is langer traject, met als kenmerk dat er veel geregisseerd moet worden. Dit komt vooral voor bij complexere zaken. In een regietraject is vaak al zorg opgestart. Met de inwoner of het gezin wordt contact gehouden om de situatie te blijven volgen. Soms is bij het begin al helder dat het een complex zaak is en start sneller een regietraject. Onder regietrajecten kunnen we onder andere meerdere gesprekken registreren, maar ook het plan en gemaakte afspraken. Stib: Sterk in de buurt, gebiedsteam voor de inwoners van de gemeente Buren. Taxi: Regiotaxi. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning. ZIN: Zorg in natura. 6