OptimaForma veranderingsvoorstel

Vergelijkbare documenten
gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Beëindiging schoolzwemmen

Uw raad wordt geadviseerd in te stemmen met het voorstel van de schooldirecteuren.

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Arrangementen zwemvaardigheid.

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

Schoolzwemmen. Efficiënter en effectiever. Versie 16 juni 2010

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

10 november /69 22 september 2014 wethouder A.G.J. Bosch

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Plan van aanpak Zwemvaardigheid. 1. Inleiding

Gemeentebestuur Spuibouievard GR DORDRECHT

Oplegvel Informatienota

Voorstel: Een keuze bepalen voor één van de in het voorstel opgenomen optievarianten.

voorstel aan de gemeenteraad

Leven in Bladel is samen toekomst maken *R *

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor

Collegevoorstel. Zaaknummer: Exploitatie zwembad die Heygrave

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het Programma en Overzicht voorzieningen huisvesting onderwijs Nummer: 3d.

Nota van B&W. Onderwerp Onderzoek verzelfstandiging OSK

Bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor (speciale) scholen voor basisonderwijs en voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Raadsinformatiebrief Nr. :

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Voorst 2015

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

Burgemeester en wethouders van Zaltbommel - Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Zaltbommel 2017 vastgesteld

Beleidsregel voor bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Borsele

BESLUIT VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Age Stinissen September 2017

15 september / n.v.t. wethouder H.G. Engberink

Onderwerp: Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Heusden 2015

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

Onderwerp. Behouden schoolzwemmen voor leerlingen van de basisscholen t/m schooljaar 2017/2018

Datum: 5 november 2013 Portefeuillehouder: De Graaf

Subsidie Kinderfonds 2015

Definitief besluit onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van schoolzwemmen Collegebesluit van 30 mei

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

PEILING. TITEL Funglijbaan sportcomplex Hogekwartier

GEMEENTEBLAD. Nr

Motie Naar aanleiding van de motie is nadrukkelijk gekeken naar de schooltijden en de voor- en nadelen van de invoering van opstapplaatsen.

Voortgang campagne zwemvaardigheid

Modelbeleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

CVDR. Nr. CVDR603986_1

gelet op de artikelen 91, 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 89, 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 24 december Onderwerp Tariefcompensatie zwemvereniging Columbiaan - Besluitvormend

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2016

Nota van B&W. Onderwerp Begrotingswijziging 2008 verzelfstandiging sport- en recreatieaccomodaties. Bestuurlijke context.

SCHOOLZWEMMEN. vaardigheid en veiligheid

RAADSCOMMISSIE. Nummer: Datum vergadering: 24 november Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties

voorstel aan de gemeenteraad

Voorgesteld wordt aan Stichting Leergeld een eenmalig subsidie te verlenen voor het jaar 2013 ter grootte van maximaal ,-.

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

Registratienr. 2011/1293-BO agendapunt nr. R-4.

Zwemles, een investering voor je leven!

Samengevat worden, met instemming van de WMO raad, de volgende beleidsaanpassingen voorgesteld:

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Datum Agendapunt Documentnummer. 23 augustus 2016 R09S007/z Bestemmingsreserve ten behoeve van jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds

Concept-Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling 'Haarlemmermeer doet mee!'.

voorstel aan de gemeenteraad

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Gebruik gymzalen kern Boxmeer

VOLGNUMMER DATUM ORGANISATIEONDERDEEL Sociale zaken

Menukaart. Naar een verbeterde efficiency en effectiviteit van de binnensport en zwembaden van SSL. Definitief

gelet op de artikelen 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.1. Onderwerp: Jaarstukken, ontvlechting en liquidatie Welstandszorg Noord- Brabant (WzNB) Mooi Brabant

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Raadsvoorstel Zaak :

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Beleidsregels leerlingenvervoer 2014

Advies: In te stemmen met de Bestuursrapportage 2014 en deze ter vaststelling aan de raad aan te bieden.

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN SWIM2PLAY

Raadsnota. Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS

5. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs,

Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead

Collegevoorstel BEDRIJFSVOERING. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Afdeling Bedrijfsvoering. Pilot verloning payroll bij de WAA

Nota van B&W. onderwerp Overdracht exploitatie sport- en gymzalen Brede scholen. Portefeuilehouder Adam Elzakalai

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

Raadsvoorstel. : Voorstel integraal minimabeleid inclusief Klijnsma middelen Datum college : 11 juli 2017

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Adviesnota aan gemeenteraad

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

Verbetering Zwemvaardigheid

Raadsvoorstel agendapunt

Verzelfstandiging zwembad De Blinkerd

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad. Datum Forum vergadering : 28 november 2016 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 12 december 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 20 september 2006 / 158/2006. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 oktober 2006

GEMEENTE REIMERSWAAL. Adviesnummer : Casenummer : Datum : 18 november 2011

GEMEENTEBLAD. Nr

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2016/35

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Transcriptie:

OptimaForma veranderingsvoorstel projectnaam: SCHOOLZWEMMEN projectnummer: 14 projectleider: Ageeth Bergshoeff versie: 22 februari 2005 Optima Forma/veranderingsvoorstel schoolzwemmen/22-2-2005

inhoudsopgave 1 veranderingsvoorstel... 3 1.1.1. inleiding...3 1.2. voorstel verandering en eventuele alternatieven (inclusief motivering)...4 1.7. informatisering, automatisering, huisvesting, aanschaf/inkoop en juridische aspecten...16 2 advies... 18 3 implementatie... 19 wijze van aanpak en aansturing...19 benodigde pijcofah-inzet...19 eenmalige financiële impuls voor de implementatie...20 communicatie in- en extern...20 Bijlage 1 Basisgegevens en kengetallen Bijlage 2 Financiële berekeningen ontwikkelingen ERZ Bijlage 3 Gegevens Benchmarking Bijlage 4 Financiële uitwerking Bijlage 5 Tarieven en wachtlijsten zwembaden Bijlage 6 Financiën en formatie zwembaden Bijlage 7 Samenvatting overleg met het onderwijsveld Bijlage 8 Uitwerking Bijlage 9 Verslag vergadering klankbordgroep inhoudsopgave

1.veranderingsvoorstel 1.1.1. inleiding projectnaam: SCHOOLZWEMMEN projectnummer: 14 projectleider: Barend Verkerk / Ageeth Bergshoeff projectdoelstelling: Inhoudelijke doelstelling (bijdrage aan regiefunctie): Vanuit de visie dat het zwemonderwijs primair een verantwoordelijkheid is van ouders, is het doel van het project om het subsidiëren van het schoolzwemmen te beëindigen, onder gelijktijdige invoering van een vangnetconstructie voor risicogroepen. Bij de uitwerking van het project zal onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheden van het verruimen van de particuliere zweminstructie en adequate voorzieningen van een vangnetconstructie voor doel-/risicogroepen. Financiële doelstelling: De financiële doelstelling is het realiseren van een structurele bezuiniging van 450.000 euro per jaar. Dit bedrag bestaat voor ca. drie/vierde uit de kosten schoolzwemmen en voor ca. een/vierde uit vervoerskosten schoolzwemmen. Opmerking: Bij een structureel bezuinigingsbedrag van 450.000,00 euro, zoals Cordes heeft genoemd, is geen rekening gehouden met de kosten van de vangnetconstructie en de effecten voor de afdeling Sport en Recreatie. In dit veranderingsvoorstel wordt dit wel inzichtelijk gemaakt. Uitgangspunt moet zijn dat de bezuiniging op het verstrekken van de subsidie op schoolzwemmen op niveau, dus rekening houdend met de gevolgen voor de afdeling Sport en Recreatie, moet leiden tot een netto beparing voor de gemeente. Het veranderingsvoorstel schoolzwemmen wordt afzonderlijk behandeld van het project Sport, omdat de uitvoering van OF schoolzwemmen al in augustus 2005 zou moeten starten. Bij gezamenlijke behandeling met OF Sport zou dit met een jaar worden uitgesteld. De bezuiniging zou dan ook een jaar later gerealiseerd kunnen worden, wat bijna 400.000 euro zou kosten. 1.1.2. Huidige situatie Algemeen Het faciliteren van het schoolzwemmen heeft de gemeente geregeld in de Verordening Financiële en Materiële gelijkstelling. De wijze waarop het schoolzwemmen in Gouda wordt georganiseerd is vastgelegd in het door burgemeester en wethouders vastgesteld Schoolzwemwerkplan d.d. januari 2002. Doel en uitgangspunten beleid schoolzwemmen In het schoolzwemwerkplan zijn de doelen van het schoolzwemmen niet concreet verwoord. Het schoolzwemmen heeft in zijn algemeenheid tot doel: - veiligheid van (jonge) kinderen bevorderen die wonen in een waterrijke stad c.q. omgeving; - bevorderen van het bewegingsonderwijs in zijn algemeenheid en in het bijzondere in het water. 1 veranderingsvoorstel pagina 3

Het didactische model waarmee gewerkt wordt is het zogeheten zwem-a-b-c. De kinderen worden gedurende de twee schooljaren in de gelegenheid gesteld het zwemdiploma A, B en/of C te behalen. In het schoolzwemwerkplan van de gemeente Gouda is echter niet opgenoemd dat het behalen van een diploma de expliciete doelstelling is van het zwemonderwijs. Door de zwemles zijn leerlingen echter wel veel vaardiger in het water dan zij zouden zijn zonder enige vorm van zwemles. Een zwemdiploma is anderzijds ook geen garantie voor veiligheid in het water. Het schoolzwemmen wordt aangeboden aan alle scholen voor primair onderwijs en wel voor de leerlingen in de leeftijdscategorie 6 en 7 jaar (groep 3 en groep 4 van het basisonderwijs). Verder krijgen de leerlingen van de Internationale Schakelklas van het St.-Antoniuscollege (13 tot en met 17 jaar) in het kader van de eerste opvang het schoolzwemmen aangeboden. Wekelijks wordt er een half uur zwemonderwijs gegeven gedurende twee jaren (40 schoolweken per jaar x 2), waarbij de groepsgrootte gemiddeld ca. 11 leerlingen per instructeur telt. Het schoolzwemmen wordt in elk van de drie Goudse zwembaden aangeboden. Het aantal uren schoolzwemmen bedraagt per jaar 50 uren per week, gedurende 40 weken. Wettelijke verplichtingen Er is geen wettelijke verplichting voor gemeenten dan wel voor schoolbesturen om (school)zwemmen aan te bieden. De keuze is dus vrij. Wel kent het speciaal onderwijs, cluster 3 ten behoeve van het onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) een regeling in de wet, dat deze kinderen watergewenning kunnen krijgen aangeboden. Hiervoor ontvangen de schoolbesturen van rijkswege een specifieke vergoeding. In formele zin is het aan de schoolbesturen om voor nat bewegingsonderwijs te kiezen. In Gouda dragen de betreffende scholen voor speciaal onderwijs de rijksbijdrage overigens af aan de gemeente ten behoeve van het schoolzwemmen. 1.2. voorstel verandering en eventuele alternatieven (inclusief motivering) 1.2.1. beoogde verandering het uitgangspunt is dat het leren zwemmen in eerste aanleg een opvoedkundige verantwoordelijkheid van de ouders is. Dat houdt aan de ene kant in dat ouders hun kind zelf opgeven voor particulier zwemonderwijs en aan de andere kant dat de overheid ervoor zorg draagt dat de ouders deze verantwoordelijkheid ook kunnen waarmaken, door voldoende mogelijkheden te creëren voor het aanbieden van particulier zwemonderwijs. In een waterrijke omgeving is het vanuit het oogpunt van veiligheid van belang dat burgers en zeker jonge kinderen zich kunnen redden in het water. Daarbij heeft de overheid zich te realiseren dat bepaalde ouders vanwege culturele en/of financiële belemmeringen onvoldoende in staat of de gelegenheid zijn deze verantwoordelijkheid verantwoord waar te maken. Via voorlichting en vangnetconstructies komt de overheid deze risicogroepen tegemoet, hetgeen aansluit bij het gemeentelijk jeugdbeleid. 1.2.2. Uitbesteding marktpartijen De zwembaden worden thans nog door de gemeente i.c. de afdeling Sport en Recreatie geëxploiteerd. Vooralsnog is uitbesteding van het zwemonderwijs nog niet aan de orde. In een separaat onderzoek worden de mogelijkheden nagegaan om de sportaccommodaties in een meer geprivatiseerd sportbedrijf onder te brengen (OptimaForma-project 21: Verzelfstandiging Sportbedrijf ). 1.2.3. onderzoeksresultaten 1 veranderingsvoorstel pagina 4

Algemene informatie In eerste aanleg is nagegaan waarom zwemonderwijs van belang is en wat de overweging waren of zijn om schoolzwemmen aan te bieden. Daarbij zijn ook enkele kengetallen betrokken. Een samenvatting van gegevens uit andere gemeenten over de organisatie van het schoolzwemmen wordt vermeld in bijlage 3. De rijksoverheid heeft het schoolzwemmen nooit landelijk verplicht gesteld. Het is altijd een aangelegenheid van lokale overheden geweest. De scholen voor speciaal onderwijs (so-zmlk) ontvangen van het rijk een vergoeding om zwemles of watergewenning te realiseren. Dit is een normbedrag (In Gouda maken de scholen dit bedrag over aan de gemeente). Het is echter niet voldoende voor het dekken van de kosten voor de betreffende groepen. Er wordt van de ouders ook een bijdrage voor het vervoer gevraagd door de scholen. Ook dit bedrag wordt afgedragen aan de gemeente. In feite kan een gemeente als overheid het schoolzwemmen in strikt formele zijn niet afschaffen. Het is aan een schoolbestuur om zwemmen in het curriculum, veelal als bewegingsonderwijs, op te nemen. Daar waar een lokale overheid bemoeienis met schoolzwemmen heeft, moet dit gezien worden als het faciliteren van schoolzwemmen. Dit betreft dan veelal het subsidiëren van het zwemmen en de bekostiging van het vervoer. De argumenten voor een gemeente om schoolzwemmen te faciliteren kunnen zijn: - de veiligheid: het bevorderen van de zelfredzaamheid van jonge kinderen in een waterrijke omgeving; - het bevorderen van de gezondheid van jonge kinderen (motorische ontwikkeling); - het voorkomen van wachtlijsten bij zwembaden inzake het particulier zwemmen; - een aantrekkelijk aanbod voor jonge gezinnen. Uit onderzoek (bron: brochure stimuleringsregeling zwemvaardigheid nr. 3 van de Werkgroep Zwemvaardigheid, waarin participeren LC Nederlands Instituut voor lokale Sport & Recreatie, de Nationale Raad Zwemdiploma s en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen)is gebleken, dat 93% van de kinderen aan het eind van de basisschool in het bezit is van een zwemdiploma. Aan het eind van groep 3 is dit percentage 67% Landelijk behaalt een kwart van alle leerlingen het zwemdiploma via de basisschool. Voor het aantal allochtone leerlingen blijkt dit de helft te zijn. De cijfers geven een landelijk beeld. Opgemerkt wordt dat de cijfers in het nadeel van de steden afwijken van die van op het platteland c.q. in de minder bevolkte gebieden. Uit onderzoek (Crum, 1997) is duidelijk gebleken dat, landelijk gezien, achterstanden in zwemvaardigheid vooral voorkomen bij leerlingen van grijze en zwarte scholen. Landelijke gegevens wijzen uit dat een basisschoolkind om het zwemdiploma A te behalen gemiddeld 40 zwemlessen nodig heeft van 45 minuten. (Voor nadere gegevens over de benchmarking wordt verwezen naar bijlage 3). 1.2.4. Uitgangspunten voor een vangnet Er zijn velerlei mogelijkheden om een vangnetconstructie op te zetten. De onderstaande uitgangspunten zijn richtinggevend voor het uitwerken van een vangnetconstructie. Daarbij is rekening gehouden met de uitkomsten van het OF-project Welzijn. De uitgangspunten zijn: * er moet een substantiële bijdrage zijn aan de bezuinigingstaakstelling van de gemeente (OFdoelstelling); * de eigen verantwoordelijkheid van de ouders wordt versterkt (zelfredzaamheid); * risicogroepen moeten vanuit het veiligheidsaspect bereikt worden (participatie); 1 veranderingsvoorstel pagina 5

* een vangnetconstructie moet effectief zijn en leiden tot een zo hoog mogelijk rendement c.q. resultaat, te weten een zwemdiploma; * vangnetconstructie moet laagdrempelig zijn en niet leiden tot een te ingewikkelde bureaucratische opzet (toegankelijkheid); * de gemeente moet ervoor zorgdragen dat de ouders hun eigen verantwoordelijkheid kunnen waarmaken door voldoende mogelijkheden voor instructiezwemmen te realiseren(toegankelijkheid). 1.2.5. Huidige resultaten schoolzwemmen in Gouda In de schooljaren 2001-2002 en 2002-2003 namen gemiddeld 2275 leerlingen uit de groepen 3 en 4 van het basisonderwijs, inclusief het speciaal onderwijs, deel aan het schoolzwemmen. Ondanks de twee jaren schoolzwemmen had een krappe 16 % hiervan nog geen diploma behaald. Bij aanvang van het schooljaar 2003 2004 zijn er 2243 leerlingen die deelnemen aan schoolzwemmen. Hiervan zijn 435 leerlingen als allochtoon aan te merken. Van de autochtone leerlingen heeft ca. 26 % nog geen diploma. Het percentage allochtone leerlingen dat geen diploma heeft, is ruim 77 %. Daarbij moet worden aangetekend dat de helft van de leerlingen reeds 1 jaar schoolzwemmen heeft gehad, omdat het cohort uit twee leerjaren bestaat, namelijk de groepen 3 en 4. Aantallen bij aanvang van schooljaar 2004-2005: per augustus 2004 Categorie Leerlingen Groep 3 Leerlingen groep 4 Leerlingen combinatiegroepen Leerlingen speciaal onderwijs Totaal 3 en 4 Geen diploma 426 279 263 276 1244 (56,6%) Diploma 206 461 160 128 955 (43,4%) Totaal 632 740 423 404 2199 (100%) Uit de beschikbare gegevens valt o.a. het volgende op te maken: * ongeveer 700 leerlingen van de circa 1050 leerlingen bezit in groep 3 bij aanvang nog géén diploma. Dat is ca. 66%. Een deel van deze groep heeft echter al wel particuliere zwemles, maar heeft het diploma nog niet gehaald; * bij aanvang van groep 3 heeft 32% geen diploma en ook geen particuliere zwemles. Bij aanvang van groep 4 heeft 24% geen diploma en ook geen particuliere zwemles (zie ook bijlage 1 voor dit overzicht); * na twee jaren schoolzwemmen heeft een groep van ca. 185 kinderen nog geen diploma. Dat is 27% van de 700, die bij aanvang van groep 3 nog geen diploma hadden. Dit percentage is inclusief het aantal leerlingen dat het diploma via particuliere zweminstructie heeft behaald; * er zijn in relatieve zin meer allochtone leerlingen die zowel bij aanvang als na twee jaren schoolzwemmen nog geen diploma hebben behaald, hetgeen overeenkomt met het landelijk beeld; * het huidige schoolzwemmen leidt dus niet tot een 100% resultaat. Na twee jaren schoolzwemmen heeft ca. 27% van de groep die bij aanvang van het schoolzwemmen in groep 3 nog geen diploma had, nog geen diploma behaald. De groep bestaat voor ca. 30% uit autochtone leerlingen en voor 70% uit allochtone leerlingen; * vanuit het resultaat van het behalen van een diploma A kan enerzijds de vraag gesteld worden of het schoolzwemmen voldoende resultaat boekt; anderzijds biedt het wel een redelijke garantie dat alle leerlingen enigszins de beginselen van het zwemmen leren. Voor een nadere toelichting op de basisgegevens en kengetallen wordt verwezen naar bijlage 1. 1.2.6. Omvang risicogroep 1 veranderingsvoorstel pagina 6

Bij afschaffing van het schoolzwemmen, gaan we er van uit dat het maximale aantal leerlingen dat van een vangnet gebruik zal maken 350 bedraagt. Dit aantal is het aantal leerlingen dat in groep drie geen particuliere zwemles volgt (32% van 1100 leerlingen). 1.2.7. Beschrijving vangnetconstructie en beëindiging subsidie schoolzwemmen De uitwerking van het vangnet, zoals dat voor de groep die wellicht geen particuliere zwemles zou gaan volgen in het leven wordt geroepen, wordt in bijlage 8 uitgebreid beschreven. In het onderstaande kader wordt een kortere beschrijving gegeven. In dit verband wordt opgemerkt dat de doelgroep van een vangnet door de raad niet is omschreven. Gesteld kan worden dat er de volgende risicogroepen te onderscheiden zijn: * kinderen uit de groep van financieel minder draagkrachtigen, waarin allochtone kinderen sterk vertegenwoordigd zullen zijn; * kinderen uit gezinnen die gekenschetst kunnen worden als streng christelijk (reformatorisch). Samenvatting van de uitwerking schoolzwemmen volledig beëindigen, met vangnetconstructie Vanuit het uitgangspunt dat het leren zwemmen primair behoort tot de opvoedkundige taak van de ouders, kan de bekostiging van het schoolzwemmen worden beëindigd. Vanuit het oogpunt van veiligheid ziet de gemeente het wel als haar taak om het belang van het kunnen zwemmen op vroege leeftijd, onder de aandacht van ouders te brengen. Om ouders in de gelegenheid te stellen wordt bevorderd dat er voldoende gelegenheid is tot het volgen van zwemlessen en worden financiële belemmeringen in het kader van de reductieregeling weggenomen. Een beperkte groep zal desondanks geen zwemles krijgen. Voor deze groep wil de gemeente alsnog verantwoordelijkheid nemen door via de school zwemonderwijs aan te bieden. Voor een uitgebreide uitwerking van het beëindigen van de subsidie schoolzwemmen en voor invoering van de vangnetconstructie wordt verwezen naar bijlage 8. Hier wordt een korte samenvatting gegeven. Vooraf moet opgemerkt worden dat de gemeente in algemene zin verantwoordelijkheid neemt voor het faciliteren van zwemonderwijs door middel van de subsidiëring van de zwembaden. Opzet vangnetconstructie: a. Voorlichting - Voorlichtingsfolder voor ouders over het belang van het zo vroeg mogelijk leren van zwemmen door jonge kinderen. De folder zal worden gedistribueerd via publiekszaken en de scholen voor primair onderwijs. De folder is gericht op het jonge kind, groep 1 tot en met groep 5 (4 tot en met 8 jaar). - Een gerichte brief van de Dienst Publiekzaken aan ouders van kinderen van 8 jaar, waarin gewezen wordt op het belang van het leren zwemmen en de mogelijkheid om voor een flinke reductie op het instructiezwemmen in aanmerking te komen, indien het inkomen van de ouders beneden een bepaalde inkomensgrens ligt en als het kind nog niet het A-diploma heeft gehaald. - Omdat vooral scholen het contact hebben met alle ouders zullen zij gevraagd worden een actieve rol in deze voorlichting aan ouders te vervullen. In een communicatieplan wordt de voorlichting nader uitgewerkt. b. Vangnet deel 1 (mogelijkheid scheppen dat ouders hun verantwoordelijkheid kunnen nemen) - De zwemverenigingen worden ingeschakeld voor de actieve werving van kinderen voor de zwemlessen gericht op diploma A. Een stimuleringsmaatregel hiertoe zal door de afdeling Sport en Recreatie nader worden uitgewerkt. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan een reductie op het tarief voor het huren van het zwembad als de vereniging dat aanwendt voor het geven van zweminstructie. Dit kan eventueel gecombineerd worden met ondersteuning van de verenigingen om een beleid te 1 veranderingsvoorstel pagina 7

ontwikkelen (professionalisering) om de instructietaken grootschaliger op te zetten. Vooralsnog is hiervoor een bedrag van 10.000,- opgenomen. - Concreet is het aanbod dat ouders die voldoen aan de criteria, voor een kind op naam gestelde reductievouchers à 1,45 ten behoeve van maximaal 40 zwemlessen van 45 minuten kopen. Dit komt neer op 1/3 van de kosten van de zwemlessen. 2/3 van de kosten van zwemlessen komen voor rekening van de gemeente. Indien een kind na 40 lessen nog geen diploma heeft behaald, komen de kosten voor het prolongeren van de zwemlessen voor eigen rekening van de ouders. De ouders moeten de kinderen zelf begeleiden. - De reductieregeling in het kader van zweminstructie zal nader worden uitgewerkt binnen de reguliere reductieregeling van de gemeente Gouda. - Met name de Brede Scholen zouden een functie kunnen vervullen om voor de doelgroep van de vangnetconstructie zwemles na schooltijd aan te bieden in hun activiteitenprogramma. De doelgroep is in grote mate vertegenwoordigd op de Brede Scholen. De Brede Scholen beschikken bovendien over een infrastructuur voor het organiseren van naschoolse activiteiten. Het schoolzwemmen wordt niet afgeschaft, maar niet meer gesubsidieerd. Voor scholen die een verantwoordelijkheid zouden willen nemen in het organiseren van (naschoolse) zwemles voor leerlingen vanaf groep 5 die nog geen diploma hebben zou een bijdrage geleverd kunnen worden uit de kosten van het vangnet. Dit is wel onder voorwaarde dat de zwembaden de roostertechnische mogelijkheid hebben lessen voor deze groepen te verzorgen, dan wel hen op te vangen binnen de reguliere lessen. In het bijzonder geldt dit dus voor de Brede School, maar ook voor andere scholen zou deze regeling kunnen gelden. De leerlingen zouden met een eigen bijdrage aan de lessen van 1/3 deel van de leskosten de zwemles kunnen volgen, als zij in groep 5 nog niet het diploma hebben (conform eigen bijdrage als beschreven bij het vorige punt). De scholen zouden het andere deel (2/3 van de leskosten) toe kunnen voegen aan het activiteitengeld van de Brede School. Dit gaat dan buiten de reductieregeling om. Ook geldt dit dan voor leerlingen van de school die niet in Gouda wonen. Omdat in de berekening van de kosten van de vangnet uit is gegaan dat de volledige groep in aanmerking zou komen voor de vangnetregeling, brengt dit geen extra kosten met zich mee dan nu berekend voor de vangnetconstructie. c. Vangnet deel 2 (voor kinderen, waarvan de ouders de verantwoordelijkheid niet nemen) - Er is naar verwachting een kleine groep ouders, die hun kinderen ondanks het financiële vangnet en de intensieve communicatie over het belang van zwemles geen zwemles laat volgen. Voor deze (beperkte) groep wil de gemeente de verantwoordelijkheid van de ouders overnemen, omdat zij vindt dat in de waterrijke omgeving van Gouda elk kind zwemles moet krijgen. Doel is dat alle kinderen uiteindelijk zwemles krijgen. Er wordt hierbij niet gekeken naar het inkomen van ouders. Het gaat om maximaal 40 zwemlessen onder schooltijd (één schooljaar). Het volgen van zwemlessen kan alleen verplicht zijn als het onderdeel is van het lesprogramma van de school. Scholen zullen worden uitgedaagd deze kleine groep alsnog via school zwemles te laten volgen en creatieve oplossingen te vinden deze lessen te organiseren. In overleg met de schoolbesturen zal nader worden uitgewerkt hoe deze fase van het vangnet vorm zou kunnen krijgen. Als scholen hieraan niet willen of niet kunnen meewerken zal het college daarover worden gerapporteerd. De financiële consequenties van deze zwemlessen onder schooltijd zullen, afhankelijk van uitkomsten van het overleg, nog nader inzichtelijk worden gemaakt en op een later tijdstip ter besluitvorming aan het college en raad worden voorgelegd. - Kosten van de vangnetconstructie bedragen 82.650,-. Dit betreft: - kosten voor voorlichting over het belang van zwemles, - kosten van aanschrijven van alle ouders van kinderen van 8 jaar, 1 veranderingsvoorstel pagina 8

- extra kosten gymnastieklokalen, omdat kinderen meer gymnastiek zullen moeten krijgen in plaats van schoolzwemmen in het kader van bewegingsonderwijs, - vervoerskosten in incidentele gevallen waarbij geen gymlokaal in nabijheid van de school aanwezig is - kosten van de reductieregeling voor de vangnetconstructie - de financiële prikkel voor de zwemverenigingen voor aanbieden van zwemlessen. NB. De kosten van de zwemles onder schooltijd voor kinderen die van huis uit geen zwemles volgen, zullen nog nader worden bepaald. Met deze aanpak wordt beoogd dat ouders in de gelegenheid worden gesteld hun verantwoordelijkheid te nemen hun kinderen zwemles te laten volgen, door hen te informeren over het belang hiervan en door met name de financiële barrière weg te nemen. Overgangssituatie beëindiging schoolzwemmen Bij invoering van dit model is het wenselijk dat de overgangssituatie als volgt wordt georganiseerd: schooljaar 2005-2006: - de leerlingen van groep 3 krijgen geen schoolzwemmen meer, vanaf groep 5 (dus vanaf schooljaar 2007-2008) kunnen deze kinderen eventueel gaan vallen onder de vangnetregeling; - de leerlingen van groep 4 krijgen nog schoolzwemmen, zodat zij het programma schoolzwemmen waarmee zij in 2004-2005 zijn begonnen, nog kunnen afronden; - gestart kan worden met het inlopen van de wachtlijsten. schooljaar 2006-2007: - de leerlingen van groep 3 èn 4 krijgen geen schoolzwemmen meer; - het inlopen van de wachtlijsten wordt voortgezet. schooljaar 2007-2008: - start vangnetconstructie: 8 jarige leerlingen, die in de voorgaande jaren in groep 3 en 4 geen schoolzwemmen hebben gekregen, kunnen gebruik maken van de vangnetconstructie. Zie voorts bijlage 8. 1.2.8. Particuliere zweminstructie: knelpunten Op grond van het uitgangspunt dat het zwemonderwijs primair een verantwoordelijkheid van de ouders is, dient de gemeente redelijkerwijs ervoor zorg te dragen dat de ouders die verantwoordelijkheid ook kunnen nemen. Enerzijds is het aanbod van voldoende particulier zwemmen noodzakelijk voor het kunnen invullen van de verantwoordelijkheid door ouders, anderzijds is het particulier zwemmen een mogelijkheid om de derving aan inkomsten als gevolg van het afschaffen of verminderen van schoolzwemmen te compenseren. Het beeld voor het particulier zwemmen is op dit moment als volgt: * afdeling Sport en Recreatie/zwembaden: Bij de zwembaden staan er voor de zwemles A-diploma 511 kinderen op de wachtlijst. De wachtlijst kent een gemiddelde duur van 4 tot 12 maanden. * wachtlijst bij de zwemverenigingen: Bij de zwemverenigingen staan voor het A-diploma 360 kinderen op de wachtlijst. Volledigheidshalve moet worden opgemerkt, dat het niet bekend is of er kinderen dubbel op de wachtlijsten staan. 1 veranderingsvoorstel pagina 9

De doelgroep van het vangnet zou opgevangen moeten kunnen worden binnen de reguliere zwemlessen, zonder dat hiervoor een structurele uitbreiding van lestijden nodig is. Door een optimale bezetting van de groepen, een effectievere inroostering en eventueel uitbreiding van de lestijden moet het mogelijk zijn meer lesruimte voor instructiezwemmen buiten schooluren te creëren. De zwembaden krijgen de opdracht zodanig ruimte te creëren binnen de zwemlessen dat de wachtlijsten worden ingelopen. Daarbij moet wel in acht worden genomen, dat een korte wachtlijst altijd zal bestaan, om een adequate groepering mogelijk te maken. 1.2.9. Effecten op de begroting van de afdeling Sport en Recreatie De dienst ontwikkeling ERZ koopt het schoolzwemmen in bij de afdeling Sport en Recreatie. Het beëindigen van het schoolzwemmen heeft dan ook gevolgen voor de exploitatie van de zwembaden door de afdeling Sport en Recreatie. Ook de afdeling Sport en Recreatie is in een verzelfstandigingstraject tengevolge van OptimaForma betrokken. Hiervoor is een afzonderlijk project (OF-project 21) opgestart. Onderstaand worden de financiële en formatieve gevolgen voor de afdeling S&R voor wat betreft de beëindiging van schoolzwemmen en de opzet van het vangnet samengevat op basis van de huidige (globale) tariefopbouw bij de afdeling SenR. Deze kosten kunnen worden beschouwd als desintegratiekosten van dit verandervoorstel, maar worden verder uitgewerkt bij project 21. Uitgangspunt: - Inkomsten uit zwemlessen aan de doelgroep van het vangnet: 175* kinderen x 40 lessen à 4,35 = 30.450,- (gemeente bekostigt 2/3 van de kosten) *NB. Uitgegaan wordt van 175 kinderen, dus van de helft van de doelgroep van het vangnet, omdat niet alle kinderen (gemeentelijke) zwemles zullen volgen. Opbrengst Sport uit vangnet Opbrengst Sport uit schoolzwemmen 2003 Derving inkomsten Sport t.o.v. 2003 Afschaffen 30.450,- 394.975,00 364.525,- + vangnet Voor een toelichting en onderbouwing van de cijfers wordt verwezen naar bijlage 6. Tegenover deze derving van inkomsten voor de afdeling sport bij de beëindiging van het schoolzwemmen staat een besparingsmogelijkheid van de lasten op personeelsgebied. Het personeel kan niet of nauwelijks belast worden met vervangende activiteiten. De tijdstippen waarop het schoolwemmen plaatsvindt, leent zich niet voor het organiseren van (rendabele) activiteiten. Omdat het vangnet binnen de reguliere particuliere instructie kan worden opgevangen vervalt de volledige personele omvang die gemoeid is met schoolzwemmen, 8.5 fte. Met het schoolzwemmen zijn personeelslasten gemoeid die vooralsnog als volgt berekend kunnen worden: 11.480 uur x 26,- = 298.480,-. Over de invulling van de personele gevolgen van de inkomstenderving bij de afdeling wordt in het veranderingsvoorstel Sport nadere uitwerking gegeven. In deze berekening is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat onder schooltijd toch nog zwemles wordt aangeboden, waardoor er toch nog formatie voor zwemlessen onder schooltijd behouden zou moeten blijven. In onderstaande tabel is aangegeven welke gevolgen de afschaffing van het schoolzwemmen en de invoering van de vangnetconstructie hebben op de begroting van sport. De omvang van de formatie die via de vacatureruimte en het sociaal plan afgewenteld zou moeten worden betreft 8,5 fte waarvan niet bij voorbaat aangenomen mag worden of deze besparing ook direct haalbaar is. 1 veranderingsvoorstel pagina 10

Sport en Recreatie Derving inkomsten sport 364.525,- Besparing personeel 298.480,- Nadelig effect op begroting Sport 66.045,- Resultaat van de negen tenzij-mogelijkheden 1. Wordt ingeleverd op het maatschappelijk effect? Het niet meer subsidiëren van het schoolzwemmen houdt in dat er in beperkte mate ingeleverd wordt op het maatschappelijk effect. Immers, in het geval van schoolzwemmen, krijgen alle kinderen zwemles, al dan niet met een diploma als resultaat. Als het wordt afgeschaft, ligt de verantwoordelijkheid om de kinderen op zwemles te doen bij de ouders. Indien scholen bereid zijn zwemles aan te bieden aan leerlingen die, ondanks de mogelijkheden die het vangnet biedt, toch geen zwemles krijgen, zal echter hetzelfde resultaat worden bereikt als tot nu toe met schoolzwemmen. Alle leerlingen zullen dan zij het in een later leerjaar zweminstructie hebben gehad. 2. Is er wel/geen bijdrage aan de bezuinigingstaak? Het afschaffen van de subsidie op het schoolzwemmen draagt bij aan de bezuinigingstaak. 3. Blijven alle doelgroepen bereikt? Bij het realiseren van een vangnetconstructie worden de doelgroepen hoofdzakelijk bereikt, althans financiële belemmeringen worden goeddeels weggenomen. De verantwoordelijkheid ligt bij ouders. Er is geen garantie dat alle ouders gebruik maken van de vangnetconstructie, maar via communicatie hoopt de gemeente dit maximaal te stimuleren en faciliteren. Scholen worden uitgedaagd een rol kunnen spelen bij het aanbieden van zwemlessen voor kinderen die in groep 5 nog geen diploma hebben. 4. Kan er wel/geen grip gehouden worden in het geval van uitbesteding? Uitbesteding is vooralsnog niet aan de orde. De uitvoering ligt bij de zwembaden. 5. Zijn er wel/geen ontvankelijke derden om de taak uit te voeren (bereidheid, kwaliteit, kunde)? Niet van toepassing. 6. Is er sprake van sneller en flexibel kunnen inspelen op de zich aandienende ontwikkelingen? Het is van jaar tot jaar mogelijk de vangnetconstructie aan te passen. 7. Is er meer aan sturingscapaciteit nodig binnen de ambtelijke organisatie (management)? Meer sturingscapaciteit is niet nodig. 8. Is er meer ondersteunende capaciteit nodig (staf- en organisaties)? Bij de dienst Ontwikkeling ERZ zijn nu 70 uren directe ambtelijke capaciteit nodig. Bij afschaffing schoolzwemmen vervallen deze uren. Echter bij de dienst Publiekszaken is ten behoeve van de aanschrijving ca. 40 uren per jaar ambtelijke capaciteit nodig. 9. Is er sprake van een verdieneffect? Neen. Risico s beoogde veranderingen Financieel (structureel) - Het aantal deelnemers aan het vangnet kan jaarlijks variëren. 1 veranderingsvoorstel pagina 11

In het geval van het geschetste vangnet is het onzeker of het geraamde aantal kinderen daadwerkelijk aan het vangnet zal deelnemen. Voor een verantwoorde exploitatie van de zwembaden lijkt een inkomstengarantie gedurende de evaluatieperiode wenselijk; - indien de zwembaden verzelfstandigd worden, is het onduidelijk of het aantal baden, dus de capaciteit, gegarandeerd blijft en of het vangnet voor het huidige prijsniveau aangeboden kan worden (het lesgeld van de zweminstructie gaat wellicht omhoog, dit is aandachtspunt bij OF Sport); - ofschoon voor de nadere uitwerking aangesloten zal worden bij het te ontwikkelen stelsel inzake de nieuwe reductieregeling, blijft het de intentie om het vangnet zowel in administratieve als financiële zin zo maximaal mogelijk laagdrempelig en onbureaucratisch te houden. Om dit te kunnen realiseren is het zaak om zodanige waarborgen in de reductieregeling op te nemen dat fraude zoveel mogelijk wordt uitgesloten; - kosten voor het geven van zwemles onder schooltijd zijn nu nog niet precies in te schatten Kwaliteit - van ouders wordt verwacht dat zij het primair als een eigen verantwoordelijkheid zien om hun kind op te geven voor het zwemonderwijs en dat zij hiervoor zowel qua financiën als qua tijdsbesteding een inspanning voor leveren (een meerderheid van de ouders doet dat nu ook al); - volledige beëindiging van de subsidiëring van het schoolzwemmen zal het risico impliceren, dat een aantal kinderen, ondanks een vangnetconstructie, geen zwemonderwijs geniet. Er is namelijk geen garantie dat de ouders van de mogelijkheden van het vangnet gebruik maken. De gemeente zet wel maximaal in op stimulering en facilitering. Daarnaast moet rekening gehouden worden dat niet alle kinderen binnen het aangeboden aantal lessen een diploma kan behalen (dat is overigens ook bij schoolzwemmen nu niet het geval). Het is zaak dat de ouders van deze leerlingen hieraan dan zelf een vervolg geven; - inhoudelijk zal het niveau c.q. de kwaliteit van de zwemlessen niet inboeten. relatie met andere projecten Er is een relatie met het OptimaForma-project verzelfstandiging sportbedrijf, projectnummer 21. 1.3. gevolgen voor kwaliteit ten opzichte van huidig voorzieningenniveau Bij beëindiging van de subsidiëring van het schoolzwemmen, is er geen garantie meer dat alle kinderen een vorm van zweminstructie zullen ontvangen, omdat wellicht niet alle ouders hun verantwoordelijkheid zullen nemen. Voor deze groep wil de gemeente alsnog via de school zwemonderwijs aanbieden. Dit houdt dan in dat de veiligheid van jonge burgers in en rondom het water niet afneemt ten opzichte van de huidige situatie. Wel wordt ingeleverd op de doelstelling om kinderen in het kader van het bewegingsonderwijs, ook na het behalen van het diploma, ervaring te laten opdoen met het bewegen in het water. Uitgangspunt is dat het primair een taak van ouders is om kinderen zwemles te laten volgen. Om ouders in de gelegenheid te stellen die verantwoordelijkheid daadwerkelijk te kunnen nemen, is het de taak van de gemeente daarvoor de randvoorwaarden te scheppen: o het actief bewust maken van ouders door middel van voorlichting over het belang van op vroege leeftijd leren zwemmen; o het wegnemen van financiële barrières bij ouders (vangnetconstructie, waaronder reductieregeling); o het aanbieden van voldoende lescapaciteit in de zwembaden (waaronder wegwerken wachtlijsten); 1 veranderingsvoorstel pagina 12

1.4. financiële gevolgen en eventuele alternatieven 1.4.1 financiële besparing als gevolg van taakstelling Er is in het kader van OptimaForma met een besparing van 450.000 euro rekening gehouden. Hierbij is geen rekening gehouden met de kosten van een vangnet, en de consequenties voor de afdeling Sport en Recreatie. Indien het schoolzwemmen volledig wordt afgeschaft en geen vangnet wordt vormgegeven, zou de taakstelling voor het grootste gedeelte kunnen worden gehaald. Echter, de opdracht is een vangnet vorm te geven. Met de kosten daarvan is bij het bepalen van de bezuinigingsmogelijkheden geen rekening gehouden. 1.4.2 Besparingsmogelijkheid bij afschaffing schoolzwemmen en vormgeven vangnet A. Afschaffen schoolzwemmen met vangnet Budgettaire consequenties dienst Ontwikkeling ERZ Huidige kosten schoolzwemmen all-in voor de dienst ontwikkeling ERZ 469.677,- Kosten nieuwe situatie (afschaffen schoolzwemmen en opzetten 82.650,- vangnet, waardonder stimuleringsmaatregel zwemverenigingen) Kosten zwemles onder schooltijd PM Besparing 387.027,- Budgettaire consequenties Sport en Recreatie bij vangnetconstructie Derving inkomsten Sport 364.525,- Besparing personeel 298.480,- Nadelig effect op begroting Sport 66.045,- *) Om deze besparing te realiseren, moet de afdeling Sport en Recreatie in het kader van het OptimaForma-project Verzelfstandiging Sport een taakstellende vermindering van de formatie effectueren. Bezuiniging op gemeentelijke niveau Bezuiniging schoolzwemmen Dienst Ontwikkeling ERZ 387.027,- Exploitatietekort Sport en Recreatie 66.045,- bezuiniging totaal 320.982,- B. Afschaffen schoolzwemmen zonder vangnet Indien het schoolzwemmen totaal zou worden beëindigd, zonder inrichting van een vangnetconstructie, dan leidt dit voor de afdeling Sport en Recreatie tot het volgende resultaat: Gevolgen voor Sport en Recreatie bij volledige afschaffing van het schoolzwemmen (zonder vangnet) Derving inkomsten 394.975,00 Besparing op personeel 298.480,00 11.480 uren (ca. 8.5 fte) x 26,00 euro Nadelig effect op begroting Sport - 96.495,00 1 veranderingsvoorstel pagina 13

Op gemeentelijk niveau zou de beëindiging van de subsidie op schoolzwemmen, zonder de invoering van een vangnet, tot het volgende resultaat leiden. Gevolgen op gemeentelijk niveau bij volledige afschaffing van het schoolzwemmen bezuinigingsbedrag Toelichting Besparing dienst Ontwikkeling ERZ 443.327,- 469.677,-- -(extra kosten gymlokalen (16.000,00) + extra vervoerskosten gym (9.000,00) + voorlichtingsfolder (1.350,00) = 443.327 euro Nadelig effect op begroting Sport - 96.496,00 11.480 uren vermindering, hetgeen overeenkomt met 8,5 fte), zulks onder voorbehoud van inzet vacatureuren en mogelijkheden Sociaal Plan. Totaal 369.792,00 Het model (afschaffen schoolzwemmen en vangnet) realiseert een theoretische besparing van 394.827,- Een tekort ten opzichte van de oorspronkelijke OptimaForma-taakstelling van 450.000 van 55.173,-. Wordt het resultaat op de begroting van de afdeling Sport en Recreatie erbij betrokken, dan kan een bezuiniging van 320.982,- gerealiseerd worden. Discussiepunt is hoe in het kader van dít veranderingsvoorstel om te gaan met de negatieve exploitatiegevolgen voor Sport ad. 66.045,-. Er zijn daarbij twee opties denkbaar. het verlies nu nemen, waardoor de netto besparing op het afschaffen van schoolzwemmen moet worden gesteld op 320.982,- t.o.v. een oorspronkelijke taakstelling van 450.000,-. De bezuinigingsopdracht aan Sport in het kader van project 21 wordt niet aangepast, hetgeen inhoudt dat in de bedrijfsvoering van de zwembaden niet hoeft te worden gezocht naar extra besparingsmogelijkheden bovenop de voor dat project al geldende taakstelling; het verlies op het exploitatieresultaat van de zwembaden ad. 66.045,- niet betrekken bij de resultaten van dit veranderingsvoorstel, hetgeen inhoudt dat de besparing op schoolzwemmen 394.827,- bedraagt t.o.v. een oorspronkelijke taakstelling van 450.000,-, het nadelig exploitatieresultaat op de zwembaden wordt verhoogd met 66.045,- onder gelijktijdige verhoging van de OptimaForma-taakstelling voor project 21 tot een zelfde bedrag. Het eventueel niet realiseren van deze aanvullende taakstelling wordt dan expliciet gemaakt in project 21. Gelet op de omvangrijke bezuinigingstaakstelling die in het kader van OptimaForma al aan het project Sport is opgelegd (min. 650.000,-, max. 950.000,-, waarvan 400.000,- tot 600.000,- voor de baden) lijkt het niet realistisch te veronderstellen dat nog een aanvullende opdracht kan worden gerealiseerd. Andersom zal met het nu nemen van het verlies ook een eventuele inspanningsverplichting om hiervoor bij de exploitatie van de baden alsnog dekking te vinden vervallen. Wij stellen voor om voor de eerstgenoemde optie te kiezen. 1.4.3 desintegratieschade De desintegratieschade als gevolg van het afschaffen van de subsidie op schoolzwemmen valt in drie componenten uiteen. De dienst ontwikkeling van ERZ zal de formatie, gemoeid met schoolzwemmen (50 uur per jaar voor organisatie/roosters en 20 uur voor beleid) moeten inkrimpen. Als gevolg daarvan valt zij het voor een gering bedrag voor een gedeelte de dekking van MenO kosten weg. Sport en Recreatie zal ca. 8,5 fte. moeten inkrimpen. 1. Dienst ontwikkeling ERZ: Inkrimpen formatie 70 uur à 72,69 is 5.088,- structureel. Desintegratiekosten (afbouw formatie in drie jaar, waarbij ongedekte deel jaarlijks ten laste van de reserve organisatieontwikkeling wordt afgewikkeld) 1,5 * 5.088,- =.. 2. Ongedekte MenO kosten als gevolg van inkrimping formatie dienst Ontwikkeling ERZ, waartegenover een geringe formatieuitbr. (40 uur per jaar) bij dienst PBZ 7.632,- 1 veranderingsvoorstel pagina 14

600,- structureel. Desintegratiekosten ten laste van reserve organisatieontwikkeling 1,5 * 600 =. 3. Sport en Recreatie: Inkrimping formatie 8,5 fte. = 298.480,-,-,- structureel. Desintegratiekosten ten laste van reserve organisatieontwikkeling 1,5 * 298.480,- =. Totale (éénmalige) desintegratiekosten, (te dekken uit de reserve organisatieontwikkeling):... 900,- 447.720,- ---------------- 456.252,- Consequenties voor organisatie en exploitatie van de zwembaden Het afschaffen van schoolzwemmen leidt tot leegstand van de zwembaden tijdens de schooluren, meer specifiek tussen 9.30 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 15.00 uur. Deze gaten in de rooster van de drie zwembaden zijn maar beperkt op te vullen met andere zwemactiviteiten. Leegstand op genoemde tijden zal bij ongewijzigde handhaving van het resterende activiteitenprogramma het maken van acceptabele en betaalbare personele roosters moeilijk maken. Verschillende activiteiten komen, verspreid over de dag en verspreid over de baden voor, waardoor er voor het personeel veel zogenaamde gebroken diensten zullen ontstaan. Hierbij moeten echter wel kanttekeningen worden geplaatst. Schoolzwemmen zou nu reeds in twee zwembaden kunnen worden uitgevoerd, onder voorwaarde dat scholen bereid zijn mee te werken aan verruiming van de zwemuren naar 9.00-9.30 uur en naar 15.00-15.30 uur en vergroten van de gemiddelde groepsgrootte. Dan zouden echter andere activiteiten niet meer onder de schooltijden kunnen plaats vinden. Geconcludeerd wordt dat de leegstand, die ontstaat bij afschaffen van het schoolzwemmen, het voor de afdeling Sport en Recreatie mogelijk maakt zich te bezinnen op de bedrijfsvoering van de zwembaden. Zeker als daarbij betrokken wordt dat als gevolg van de leegstand acceptabele en betaalbare personele roosters nog moeilijk tot stand te brengen zijn. Deze herbezinning op de bedrijfsvoering van de zwembaden zou in één van de volgende opties kunnen uitmonden: Sluiting van één van de drie gemeentelijke zwembaden; Dit betekent dat met name het instructiezwemmen en verenigingszwemmen, activiteiten die tussen 16.00 uur en 22.00 uur plaats vinden, verplaatst dienen te worden naar de twee overige zwemaccommodaties. Dit zal echter maar gedeeltelijk lukken. Omdat dit juist de twee activiteiten zijn die qua sociaal rendement onder druk staan meer belangstelling dan er aanbod is, hoewel daar nog wel een efficiencyslag is te maken betekent dit een aantasting van de kwaliteit van het voorzieningenniveau. Ouders moeten in de gelegenheid worden gesteld hun verantwoordelijkheid voor het laten volgen van zwemlessen te nemen, door voldoende zwemlessen aan te bieden. Door het sluiten van een bad komt dit wellicht in gevaar. Afhankelijk van het te sluiten bad kan hiermee wel een substantiële bijdrage aan de bezuinigingstaakstelling van Sport worden geleverd. Sluiting van alle zwembaden gedurende de ochtenduren op werkdagen; Voor de activiteiten die tussen 16.00 uur en 22.00 uur plaatsvinden heeft dit geen gevolgen. Ook kan hiermee een bijdrage aan de bezuinigingstaakstelling van Sport worden geleverd. Alle activiteiten worden geconcentreerd in de middag- en avonduren, waardoor het probleem van de personele roosters met gebroken diensten voor een belangrijk deel kan worden beperkt. Overdragen activiteiten in één van de baden aan vereniging(en); In deze optie zal de afdeling Sport zich qua beheer beperken tot het onderhoud aan het gebouw en wordt de vereniging(en) in staat gesteld de accommodatie te huren op elk gewenst moment. Daarbij zal de vereniging wel voor eigen gekwalificeerd kader dienen zorg te dragen. Iets dat in de praktijk nu ook reeds gebeurt op enkele avonden tussen 18.00 een 23.00 uur. De vereniging zal dus in deze accommodatie de particuliere zweminstructie over kunnen nemen. In het veranderingsvoorstel Sport (project 21) zal dit nader worden uitgewerkt. 1 veranderingsvoorstel pagina 15

1.5. organisatorische gevolgen en eventuele alternatieven wijziging formatieomvang In het model is er sprake van een vermindering van de formatie van regulier 70 productieve uren bij de dienst Ontwikkeling ERZ. Indien het aantal uren in de begroting van de dienst Ontwikkeling ERZ wordt aangehouden, dan is er sprake van een reductie 70 uren. (NB. Bovenop de reguliere uren wordt nu ook een inzet berekend van 60 uren ten behoeve van Optima Forma.) Er is echter sprake van een uitbreiding van de formatie en materiële kosten bij de dienst Publiekszaken. Deze gevolgen zullen op een later moment in beeld gebracht worden en zoveel mogelijk worden meegenomen bij de uitwerking van de herziene reductieregeling. wijziging formatieve en materiele budgetten - dienst Ontwikkeling ERZ : - 5.088,30 (inkrimping formatie 70 uur à 72,69) - kosten voorlichtingsmateriaal : + 1.350,00 (informatiefolder, zie kosten vangnet) - dienst publiekszaken : + 5.700,00 (kosten jaarlijks verzenden brieven) -------------------------- - totaal : + 1.962,00 1.6. personele gevolgen benodigde inhoud van functies voor de regietaak (inclusief competenties): 20 uren beleid en 50 uren roosteruren zijn te verwaarlozen, derhalve geen relevante wijzigingen. Wel verdient het aandacht te krijgen dat de dienst Publiekszaken een taak erbij krijgt. Met de dienst Publiekszaken zal dit in de implementatiefase worden uitgewerkt. benodigde opleidingen/trainingen Geen. beroep op budget flankerend beleid Voor de dienst Ontwikkeling ERZ is geen Sociaal Plan nodig. Indien er maatregelen in het kader van een Sociaal Plan nodig zijn, dan gelden deze voor project 21. 1.7. informatisering, automatisering, huisvesting, aanschaf/inkoop en juridische aspecten informatisering en automatisering De zwembaden houden bij hoeveel leerlingen deelnemen aan het zwemonderwijs, inclusief de vangnetconstructie, alsmede hoeveel leerlingen een diploma behalen. De gegevens worden jaarlijks aan de dienst Ontwikkeling ERZ gezonden, die de gegevens laat opnemen in de bestuursrapportage als evaluatiegegeven. Er hoeft geen extra impuls gegeven te worden aan de informatisering en automatisering, met uitzondering dat in het format van de bestuursrapportage met een en ander rekening gehouden wordt. In het kader van de automatisering zal het programma van de dienst Publiekszaken beperkt moeten worden geprepareerd om de brieven te kunnen aanmaken. huisvesting Binnen het gemeentelijk apparaat leidt het voorstel niet tot een krimp of verruiming van de huisvesting. aanschaf/inkoop Omdat het vervoer ten behoeve van het zwemonderwijs vermindert, kan dit gevolgen hebben op het tarief van de overeenkomst voor leerlingenvervoer. 1 veranderingsvoorstel pagina 16

Het vervoer voor het zwemonderwijs maakt namelijk deel uit van de overeenkomst die de gemeente heeft met een vervoersbedrijf. De huidige overeenkomst met het vervoersbedrijf Connexxion loopt in beginsel af per 1 augustus 2005, maar kan 2 x stilzwijgend worden verlengd met een jaar als er niet zes maanden voor het aflopen van de contracttermijn per aangetekend schrijven wordt aangegeven dat de overeenkomst wordt beëindigd. De overeenkomst met het vervoersbedrijf inzake het leerlingen vervoer hoeft niet te worden opgezegd: artikel 1, sub 3 van de betreffende overeenkomst biedt mogelijkheden om op onderdelen van het gestelde af te wijken. Het is wel van belang dat dit vóór 31 januari 2005 geregeld wordt, want de wijzigingen of aanvullingen vergen instemming van beide partijen. juridische aspecten Als het sportbedrijf wordt verzelfstandigd, zal er ten behoeve van de vangnetconstructies een overeenkomst met het sportbedrijf moeten worden gesloten. De Verordening Financiële en Materiële Gelijkstelling moet worden aangepast. Het schoolzwemmen is namelijk in deze Verordening geregeld. De Dienst Ontwikkeling ERZ zal dit uitvoeren. 1.8. communicatie wijze waarop klankbordgroep is betrokken Er is één bijeenkomst met de klankbordgroep geweest (zie verslag in de bijlage). Reden van het zo weinig bijeenkomen van de klankbordgroep is geweest het tijdgebrek van de projectleider. De vergadering van de klankbordgroep vond pas aan het eind van het project plaats. wijze en uitkomsten consultatie medewerkers Met de projectgroepleden is diverse keren overleg gevoerd over de benodigde gegevens, het gewenste resultaat en de mogelijkheden om dit te bereiken. externe partijen (burgers, maatschappelijk middenveld) Op 22 juni 2004 is met vertegenwoordigers van de scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs over het eventueel beëindigen van het schoolzwemmen gesproken alsmede over vangnetconstructies. De vertegenwoordigers van de scholen gaven aan er in meerderheid de voorkeur aan te geven het schoolzwemmen gedurende twee schooljaren te behouden. Indien dit niet mogelijk zou zijn, werd gepleit voor een halvering van het schoolzwemmen, zo mogelijk met een beperkte uitbreiding van de onderwijstijd. Voor een samenvatting van het overleg wordt verwezen naar bijlage 8. Met ouders van leerlingen is niet gesproken. In feite zijn de schoolbesturen de gesprekspartners voor het schoolzwemmen. In strikte zin zou de gemeente schoolzwemmen kunnen faciliteren, terwijl een schoolbestuur niet deelneemt. Iedere school heeft de wettelijke verplichting een medezeggenschapsraad te hebben. Hierin zijn ouders vertegenwoordigd. De gesprekspartner van de gemeente voor het onderwijs zijn echter de bevoegde gezagsorganen. Na het besluit zal overigens wel heel uitvoerig met ouders en scholen worden gecommuniceerd. 1.9. gevolgen van een eventuele kostenreductie van 5% Voor het voorzieningenniveau. Indien het schoolzwemmen volledig wordt afgeschaft is de extra kostenreductie van 5% niet van toepassing. Voor de dienstverlening. n.v.t. 1 veranderingsvoorstel pagina 17

2. advies De concerndirectie stemt in met het veranderingsvoorstel Schoolzwemmen en legt het ter besluitvorming voor aan het college van BenW, met het volgende advies: 1) als uitgangspunt te blijven benoemen (in aansluiting op het raadsbesluit over advies Cordes dd. 10 maart 2003): - de gemeente onderschrijft de noodzaak van het verwerven van zwemvaardigheid en de gemeente stimuleert derhalve de zweminstructie; - ouders zijn verantwoordelijk voor het verwerven van zwemvaardigheid door hun kinderen; - de gemeente vervult een regierol; 2) de subsidie op het schoolzwemmen vanaf 1 augustus 2005 te beëindigen en een vangnet te construeren; 3) a. met de structurele bezuiniging naar aanleiding van ad. 1) en ad. 2) tot een nettobedrag van 320.982,- is de Optima Forma bezuinigingsopdracht voor schoolzwemmen, oorspronkelijk 450.000,- groot, voltooid; b. de eventuele kosten van zwemles onder schooltijd (nu als PM-post opgenomen) in mindering te brengen op de besparing; 4) de gevolgen die het beëindigen van schoolzwemmen heeft voor de bedrijfsvoering van de zwembaden verder uit laten werken in OptimaForma project 21 Verzelfstandiging Sportbedrijf ; 5) de afdeling Sport en Recreatie in het kader van het OptimaForma-project verzelfstandiging Sport de vermindering van de formatie en de consequenties voor de accommodaties te laten uitwerken; 6) de afdeling Sport opdracht te geven tot het ontwikkelen van maatregelen teneinde de wachtlijsten bij particuliere zweminstructie terug te dringen en de stimuleringsmaatregel voor de zwemverenigingen uit te werken; 7) de vangnetconstructie uit te werken in overleg met de schoolbesturen. Het college zal over de uitkomsten van dit overleg worden gerapporteerd; 8) de inkomenstoets uit te werken in de nieuw te ontwerpen reductieregeling; 9) de desintegratiekosten tot een totaalbedrag van 456.252,- (éénmalig) dekken uit de voorziening organisatieontwikkeling; 10) aanpassing van de Verordening Financiële en Materiële Gelijkstelling; 11) uitwerken voorlichting ouders over het belang van het leren van zwemmen op jonge leeftijd en de vangnetconstructie; 12) vooruitlopend op raadsbesluit op twee punten de implementatie reeds na het b en w besluit te starten: a. opzeggen contract leerlingenvervoer voor schoolzwemmen; b. aanpassen roosters voor schoolzwemmen en gymnastiek. 13) de OR het veranderingsvoorstel voor advies aanbieden. 2 advies pagina 18