Schoolondersteuningsplan Alan Turingschool
Inhoudsopgave Visie op onderwijs en ondersteuning... 4 De positie van ouders... 6 Ondersteuning op schoolniveau... 7 Handelingsgericht werken op schoolniveau... 7 Ondersteuning op individueel niveau... 9 Extra Ondersteuning en onderwijsassistenten... 11 Zorgplicht... 12 Beschrijving en aanvraag van extra ondersteuning... 12
I nhoud ondersteuningsplan In dit schoolondersteuningsplan omschrijven we hoe wij de leerlingondersteuning binnen onze school organiseren in ons streven naar goed onderwijs. Onder goed onderwijs verstaan we onderwijs waarbij tegemoet gekomen wordt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen en er extra aandacht is voor leerlingen die bijzondere ondersteuning nodig hebben. De ondersteuningsstructuur is zodanig ingericht dat alle leerlingen ondersteuning krijgen die nodig is voor een positieve ontwikkeling op zowel cognitief- als sociaal-emotioneel gebied. Hieronder worden de belangrijkste elementen van onze ondersteuningsstructuur beschreven. Werkwijze: De basis is handelingsgericht werken (HGW). De intern begeleider fungeert in deze als spin in het web; Werken vanuit de groepsplannen; Extra ondersteuning binnen en/of buiten de groep (zoals remedial teaching of begeleiding onderwijsassistent). Overlegvormen: Groepsbesprekingen tussen groepsleerkracht en Intern begeleider; Ouder- en kind-medewereker en intern begeleider Coördinatorenoverleg, bestaande uit de coördinatoren; begrijpend lezen, rekenen en de intern begeleider en directielid. Middelen: ParnasSys, digitaal leerlingvolgsysteem; ZIEN: pedagogisch expertsysteem.
Visie op onderwijs en ondersteuning De ondersteuning op school wordt vormgegeven vanuit een schoolbrede aanpak om succes van leerlingen op leer- en gedragsgebied te bevorderen. In het piramidemodel is zichtbaar hoe ondersteuning op didactisch gebied (leertaken) en pedagogisch gebied (gedragstaken) is onderverdeeld in groepen. Overzicht interventies:
Intensieve individuele interventies gedragstaken leertaken Indicaties: Individueel Stagnatie op cognitieve handelingsplan gedrag, ontwikkeling/onderpresteren, minimaal 4 maal per maand zichtbaar in OPP. time out bij mt, meer dan 3 incidenten per maand. Doelgroep interventies Begeleidingstraject orthopedagoog, geïndiceerde hulp (maximaal 2), huisbezoek individueel HP, observatie, onderzoek, oudergesprek, VIR registratie, meldcode, wijkteam betrekken. Ondersteuning in de vorm van remedial teaching, begeleiding van de onderwijsassistent, Effectieve interventies Afspraken zijn visueel en hangen op het bord, direct instructiemodel, beloningssysteem, gedragsverwachtingen, huisbezoek, koptelefoon, oudercontact, pedagogische groepsbespreking, ZIEN, regels en routines, stilte-teken, Time- Out-procedure, time-timer. Begeleiding in de groep vanuit stimulerende/belemmerende factoren en onderwijsbehoeften en gestelde doelen in groepsplan/verdeling subgroepen.
De positie van ouders Leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen krijgen zoveel mogelijk aangepaste ondersteuning binnen onze school. Van alle leerlingen brengen wij de onderwijsbehoeften in kaart zodat er adequaat kan worden aangesloten bij wat het kind nodig heeft. Zoals eerder beschreven fungeren toetsen, observatiemiddelen en observaties van de leerkracht als filter. Ouders spelen hierbij ook een belangrijke rol. Ook zij kunnen signaleren en kenbaar maken dat hun kind een probleem heeft en hebben zicht op belemmerende of stimulerende factoren vanuit de thuissituatie. Ouders en school zijn immers samen verantwoordelijk voor een goede ontwikkeling van het kind. Wanneer er sprake is van extra ondersteuning, wordt dit te allen tijde met ouders gecommuniceerd. Wij zien ouders als partner als het gaat om de ondersteuning van hun kind. Zowel van leerkrachten als ouders wordt verwacht dat zij open communiceren en dat zij zich pro-actief en coöperatief opstellen.
Ondersteuning op schoolniveau Op schoolniveau dienen met name de procedures en afspraken rondom de vormen en middelen voor leerling-ondersteuning (planmatig handelen) goed geregeld te zijn. Veel afspraken zijn vastgelegd in het schoolplan of in de vorm van een kwaliteitskaart. Vastgelegde afspraken en rapportages zijn voor alle leerkrachten terug te vinden in het kwaliteitszorgsysteem met borgingsafspraken, de jaarkalender en het digitale leerlingvolgsysteem ParnasSys. De taak van de intern begeleider bestaat uit het coördineren van alle zaken rond de ondersteuning, waaronder het ondersteunen van de groepsleerkrachten bij het signaleren, diagnosticeren, begeleiden en evalueren van het ontwikkelingsproces van de leerlingen. Dit gebeurt behalve op cyclische wijze ook op verzoek van de leerkracht. Daarnaast heeft de intern begeleider ook een innoverende taak. Signaleren is zowel gericht op school-brede processen, als op ontwikkelingen op groepsniveau en het individuele kind. Dit betreft de volgende drie processen: diagnosticeren, begeleiden en evalueren. De instrumenten om de leervordering van alle leerlingen in beeld te krijgen zijn de observaties, gesprekken, methodegebonden-toetsen en de CITO-toetsen. De periodieke peiling van onderwijsresultaten evalueert het onderwijsaanbod en hierin worden de vorderingen van individuele leerlingen in kaart gebracht. Bij de analyse van de signaleringsgegevens kan de intern begeleider ondersteuning bieden. Dit gebeurt in de groepsbespreking. De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd door de leerkracht en intern begeleider. Als signaleringsinstrument wordt het pedagogisch expertsysteem ZIEN van ParnasSys ingezet. Om de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen te stimuleren wordt gewerkt een nog nader te bepalen instrument. Handelingsgericht werken op schoolniveau De begeleiding en ondersteuning van leerlingen wordt vormgegeven door middel van HGW. Dit houdt in dat na toetsing en/of observaties van het
betreffende vakgebied de gegevens worden meegenomen in het groepshandelingsplan (GHP) voor het betreffende vakgebied. Hierin staan beschreven wat de leerling niet lukt en zelf moeilijk vindt. Groepshandelingsplannen en OPP`s worden met de leerkracht besproken door de Intern Begeleider of de betreffende coördinator, om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Waar nodig wordt extra ondersteuning ingezet. Alle groepen werken handelingsgericht. HGW is dan ook uitgewerkt in de ondersteuning op groepsniveau. Handelingsgericht werken bestaat uit de beheersing en organisatie van de volgende activiteiten: 1. De groepsleerkracht signaleert. Aan de hand van de toetsgegevens worden de resultaten besproken en geanalyseerd. 2. Signaleren van leerlingen niet conform LRV (leerrendementsverwachting): De gegevens worden minimaal twee maal per jaar (januari, juni) besproken. Deze gegevens vormen de basis voor het opstellen van de groepshandelingsplannen. 3. Aansluitend hierop zijn de groepsbesprekingen. Deze vinden twee maal per jaar plaats. Hierin worden de leerlingen door de leerkracht met de Intern begeleider doorgesproken. 4. Wanneer een kind zich niet conform de verwachting ontwikkelt en hulpvragen aanwezig zijn, dan kan gekozen worden te werken met een individueel handelingsplan (IHP) om extra individuele hulp in te zetten (zie ondersteuning op individueel niveau).
5. Benoemen onderwijsbehoeften: Tijdens deze fase worden afspraken gemaakt rond de onderwijsbehoeften, de aanpak, eventueel nader onderzoek, het opvragen van informatie, gesprekken met ouders of instanties, behandeling, nieuwe datum indien uitgebreidere bespreking wenselijk is. 6. Clusteren leerlingen in groepsplan. In het groepsplan worden subgroepen gemaakt van kinderen met gelijkwaardige onderwijsbehoeften op een bepaald (vak)gebied. 7. Opstellen groepsplan: De probleemstellingen, doelen en aanpak voor de subgroep (en) worden opgesteld in het groepsplan. 8. Uitvoeren en evalueren groepsplan: Evalueren van de resultaten en hiervan verslag doen in het digitaal leerling volgsysteem ParnasSys. Dit leidt tot de sturende cyclus van transparant en systematisch werken. Ondersteuning op individueel niveau Van alle leerlingen die op school komen krijgen, we informatie van de ouders aan de hand van het intakeformulier en of de informatie van de vorige school. Dit geeft een eerste beeld van de beginsituatie van het kind. De Alan Turingschool probeert de groepen zo klein mogelijk te houden. Dit houdt in dat de ondersteuning van het kind plaats vindt door de eigen leerkracht in de eigen groep. Er zijn echter leerlingen die voor een periode behoefte hebben aan meer ondersteuning. Leerkracht, intern begeleider en onderwijsassistent overleggen over deze extra ondersteuning, voornamelijk naar aanleiding van evaluatie van doelen in de groepsbespreking. De intern begeleider biedt dan bij aanwezigheid van hulpvragen gespecialiseerde hulp aan één kind of een klein groepje kinderen (maximaal 3). Een belangrijk doel van de RT is ook het kind extra succeservaringen op te laten doen, waardoor het zich in de groep vaak minder onzeker voelt op een bepaald vakgebied. Daarnaast is een onderwijsassistent aanwezig ter ondersteuning van de leerkracht in de groep of begeleiding van individuele leerlingen/kleine groepjes leerlingen buiten de groep. De eindverantwoordelijkheid voor hulp aan leerlingen blijft altijd bij de groepsleerkracht liggen.
Onderzoek en overleg 1. De leerkracht signaleert en zoekt naar een methode om met de zorg om te gaan. 2. Wanneer het een jaargroep overstijgende zorg betreft of wanneer de leerkracht geen oplossing weet, wordt dit met IB besproken formulier leerlingbespreking. 3. Wanneer nodig, wordt samen met IB naar oplossing gezocht - altijd vanuit de hulpvraag van het kind gezien. 4. De zorg wordt (in de klas) door de leerkracht aangeboden ihp of ghp. 5. Wanneer de zorg niet afdoende blijkt, wordt samen met IB bekeken of er aanpassingen in de klas gedaan dienen te worden aan geboden zorg, of dat het kind individuele begeleiding (in de vorm van rt, o.i.d.) nodig heeft. Beschrijving 1. De leerkracht beschrijft geboden zorg in een 1 : - Individueel handelingsplan (IHP); - Groepshandelingsplan (GHP); - OPP 2 2. Zo nodig besluit IB in samenspraak met de lkr. en ouders dat er, in samenspraak met OKA, een vervolgonderzoek ingesteld wordt door bijvoorbeeld Bascule, logopedie, Kentalis; of dat er meegekeken gaat worden door de BPO van LokaalPO (Fred Baar), of door een ambulante dienst (bv. Viertaal). 3. Onderzoek van school, evt. aangevuld met dat van externen, kan leiden tot een aanvraag van een arrangement of tot aanvraag S(B)O digitaal groeidocument SWV. 1 Zie Bijlage 1. 2 Zie Bijlage 2. Dit geldt alleen voor leerlingen die een eigen leerlijn hebben, voor wie een zorgarrangement aangevraagd moet worden of voor diegenen voor wie deze school geen passende plaats is.
Extra Ondersteuning en onderwijsassistenten 1. Aan het begin van elk vak wordt instructie gegeven door de leerkracht. 2. Tijdens het zelfstandig werken, werken wij letterlijk met een open leersysteem, waarbij de deuren van de klassen opengaan. 3. De onderwijsassistenten rouleren door de gang en de klassen en begeleiden de kinderen bij hun werk. NB: alleen de leerkracht geeft instructie. 4. Tijdens zelfstandig werken, geven leerkrachten verlengde instructie of extra ondersteuning - volgens een handelingsplan (GHP/IHP). 5. Bij Technisch Lezen geven de onderwijsassistenten ondersteuning - tijdens de gehele technisch leestijd. Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen die van de leerkracht. 6. Dit schooljaar (16/17) gaat, wegens de aanwezigheid van een grote groep zorgleerlingen, extra tijd van een onderwijsassistente naar groep 6/7; vooral op gebied van taal. 7. Wanneer er vraag is naar extra begeleiding van de klas, wordt dit met IB besproken.
Zorgplicht De Alan Turingschool heeft, zoals elke basisschool, zorgplicht. Dit houdt in dat wij zorgvuldig onderzoeken welke begeleiding elk kind nodig heeft en dat wij dat ook bieden ( Basisondersteuning ). Wanneer de school, ouders, kind, LokaalPO en evt andere betrokken externen tot de conclusie komen, dat de Alan Turingschool niet meer de juiste begeleiding kan bieden, of dat de Alan Turingschool niet meer de juiste plek is voor het betreffende kind op dit moment en op deze manier, gaan we onderzoeken hoe wij wel de juiste begeleiding kunnen bieden. Dit kan zijn door middel van de aanvraag van een arrangement bij LokaalPO, waardoor wij extra geldelijke middelen tot onze beschikking krijgen om de leerling te begeleiden ( Extra ondersteuning ) Ook kan het zijn dat de leerling beter op zijn plek is en meer adequate begeleiding kan krijgen op een school voor speciaal onderwijs. Dit wordt besproken in samenspraak met ouders, externen en LokaalPO. Hiervoor dient een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aangevraagd te worden bij LokaalPO. Alle aanvragen worden gedaan vanuit school, in overeenstemming met ouders. Samenwerkingsverband Amsterdam Diemen heeft voor het aanbod vanuit de zorgplicht een stroomschema op haar website gezet: http://www.swvamsterdamdiemen.nl/images/documenten/stroomschemazorgplicht-aanmelding-reguliere-po-school-pdf-114-kb.pdf Beschrijving en aanvraag van extra ondersteuning 1. In de betreffende handelingsplannen van school moet hulp adequaat beschreven en geëvalueerd zijn. 2. Voor de aanvraag van een arrangement moet er een groeidocument bijgehouden worden. Dit gebeurt vanaf schooljaar 16/17 digitaal, op www.groeidocument.nl. 3. Dit is ook nodig voor het aanvragen van een TLV. 4. OPP is een onderdeel van het groeidocument.