Discussienota voor de gemeenteraad over het subsidiebeleid 1. Aanleiding In de aanbiedingsbrief bij de programmabegroting 2015 is opgenomen dat het college uw raad een nieuwe Algemene subsidieverordening (ASV) en een discussiestuk zal voorleggen (pag. 5). Inmiddels heeft u de ASV 2015 vastgesteld. In het raadsvoorstel van 26 maart 2015 is vermeld dat de raad vervolgens een evaluatie van het subsidiebeleid en een kadernota subsidiebeleid zal worden aangeboden. Tijdens de raadsavond op 28 mei 2015 bent u door de onderzoekers van Necker van Naem geïnformeerd over de evaluatie van het subsidiebeleid. In de agendacommissie is besloten dat de raad voorafgaande aan de kadernota een discussienota zal behandelen. De resultaten van de behandeling van de discussienota geven dan richting aan het nieuwe op te stellen beleidskader. Te uwer informatie is bij deze nota gevoegd de staat van de subsidies en bijdragen uit het bijlageboek behorende bij de programmabegroting 2015. In deze staat zijn niet de subsidies opgenomen die naar aanleiding van incidentele aanvragen worden toegekend. 2. Inleiding Evaluatierapport Necker van Naem In het evaluatierapport Necker van Naem over de doeltreffendheid van het subsidiebeleid doet Necker van Naem de aanbeveling keuzes te maken over o.a. : 1. Welke doelen gemeente De Wolden met subsidies wil bereiken; 2. Welke uitgangspunten de gemeente hanteert voor het verstrekken van subsidies; 3. Hoe het gemeentebestuur aankijkt tegen haar eigen rol ten opzichte van organisaties in het maatschappelijk middenveld en inwoners; 4. Wat de gemeente onder de verschillende subsidies verstaat; 5. Welke eisen aan de verantwoording de gemeente aan welk soort subsidies stelt. Over de volgende punten in het rapport zijn aanknopingspunten te vinden voor een discussie of standpuntbepaling over: a. Het ontbreken van beleid(sregels) voor subsidies ten gunste van: o peuterspeelzaalwerk, o musea, o speeltuinverenigingen, o ouderenbonden, o plattelandsontwikkeling o natuur- en milieueducatie en economische zaken, b. De stelling dat de gemeente te weinig stilstaat bij de vraag of de subsidie nodig is en waarom de gemeente bepaalde organisaties subsidieert. Die gegroeide praktijk komt nog niet overeen met het uitgangspunt van de gemeente dat zij meer initiatieven van onderop wil stimuleren. c. Het onderscheid in het subsidieregister van 4 soorten subsidies die echter geen formele basis hebben, dat wil zeggen op grond van de ASV 2011 en ASV 2015. Evenmin komt dit onderscheid voor in beleidsregels of in beleidsnota s: o exploitatiesubsidies o stimuleringsbijdragen o waarderingssubsidies en o investeringssubsidies. 1
3. De Politieke Termijn Agenda 2014-2018 In uw PTA treffen we de volgende verwijzingen naar het subsidiebeleid aan: Leefbaarheid De raad vindt de leefbaarheid van onze plattelandsgemeente zeer belangrijk. Dit stelt ook specifieke eisen aan de maatschappelijke voorzieningen (onderwijs, sport, dorpshuizen, welzijn en cultuur) in de kernen. In de komende jaren zal een versnelde ontwikkeling plaatsvinden in het veranderend gebruik van deze voorzieningen. Processen van bezuinigingen, meer integraal gebruik en verzelfstandiging zullen grote gevolgen hebben voor de (gemeentelijke) accommodaties. Als raad willen we hierover strategische keuzes kunnen maken. Voor de leefbaarheid in kleine kernen is het van belang om integraal te kijken. Overheids- en burgerparticipatie Er zal in de komende raadsperiode een verschuiving plaats moeten vinden van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Daarbij gaat het om het nemen van initiatieven voor plannen, die vooral komen te liggen bij inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De gemeente moet hier actief op inspelen en kan hierin stimuleren, faciliteren en ondersteunen. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de dorpsvisies, die de eigen dorpskracht optimaal tot zijn recht laten komen. Bezien moet worden of deze visie op de relatie tussen maatschappelijke- en burgerorganisaties en gemeente moet leiden tot wijzigingen in de subsidiesystematiek, bijvoorbeeld door het zelf verwervend vermogen van middelen door deze organisaties daarbij te betrekken. 4. Recente ontwikkelingen in ons subsidiebeleid Initiatiefrijk De Wolden De raad heeft tijdens de begrotingsvergadering van 6 november 2014 besloten meer ruimte te bieden aan initiatieven van inwoners. Om het participatiebeleid te facilitairen, besloot uw raad 1 miljoen beschikbaar te stellen voor de periode 2015 2018 voor ontwikkeling en uitvoering van maatschappelijke initiatieven. In de raadsvergadering van 29 januari 2015 stelde u het document van Ontmoeting naar Verdieping vast. Hierin zijn de criteria opgenomen voor de verdeling van het voornoemde budget. Dorpen, initiatiefnemers en netwerken kunnen een beroep doen op het subsidiebudget Er is sprake van cofinanciering: de gemeente draagt maximaal 50% van de totale kosten van het initiatief. De criteria zijn nader verwoord in de op 31 maart 2015 door het college vastgestelde Subsidieregeling Initiatiefrijk De Wolden : a. De activiteit / het project draagt bij aan de leefbaarheid, sociale vitaliteit of sociale infrastructuur van het betreffende dorp; b. Initiatieven die bijdragen aan ontwikkelingen binnen het sociaal domein hebben voorrang; c. Er is draagvlak van een brede groep inwoners; d. Het mag niet ten goede komen aan een besloten groep, het initiatief dient een algemeen belang; e. Het dorp levert een aantoonbare eigen bijdrage in de vorm van geld en/of vrijwilligerswerk. 2
Subsidie bovenlokale evenementen Aanleiding voor het vaststellen van de Nadere regels incidentele subsidie bovenlokale evenementen 2015 is het uitgangspunt dat evenementen bijdragen aan de lokale economie en werkgelegenheid van De Wolden. Het doel van de subsidieverstrekking is initiatieven te stimuleren tot het organiseren van nieuwe evenementen of van bestaande evenementen met een vernieuwend karakter met een bovenlokale uitstraling. Het evenement moet bovendien een positieve promotionele waarde hebben voor het toeristisch-recreatieve imago van De Wolden. Vanaf 2016 wil het college de subsidieregeling vooral richten op bovenlokale culturele evenementen. Hierdoor bieden we een impuls aan de voorbereiding van De Wolden als Culturele Gemeente van Drenthe in 2017, waar we ons kandidaat voor stellen. Sport De raad stelde op 21 mei 2015 de Notitie sportstimulering vast. Onderdeel van dit beleidsdocument is dat subsidieverlening op het gebied van sport zal wijzigen. De sportsubsidies die momenteel jaarlijks worden verstrekt, zijn een bijdrage per jeugdlid om de jeugdsportstimulering te bevorderen. Overige gemeentelijke doelen worden niet verwezenlijkt door deze subsidiesystematiek. Daarom heeft uw raad er op 21 mei 2015 mee ingestemd om het huidige subsidiebeleid aan te laten sluiten op gemeentelijke doelstellingen, onder andere op het gebied van de Wmo en volksgezondheid. In het nieuwe subsidiebeleid kan de gemeente subsidie beschikbaar stellen voor sportieve activiteiten gericht op: sportstimulering; deskundigheidsbevordering; gezonde leefstijl; senioren en inwoners met een beperking; welzijn en zorg; brede school ontwikkeling. Dit beleid zullen we met ingang van 1 januari 2016 in uitvoering nemen. 5. Conclusie over ontwikkelingen Uit dit overzicht van de recente ontwikkelingen in het subsidiebeleid blijkt dat subsidieverlening een direct verband heeft of zal krijgen met één of meer van de volgende aspecten: (burger)initiatieven leefbaarheid / leefomgeving economie, werkgelegenheid, promotie van De Wolden sociale infrastructuur / sociaal domein samenhang met vastgestelde gemeentelijke doelstellingen o.a. op het terrein van Volksgezondheid en Wmo. 6. Discussiepunten Op basis van dit overzicht van de ontwikkelingen basis van de vorige hoofdstukken 1 t/m 4 zijn er punten te benoemen die aan de orde kunnen komen. Hierna leest u tien aspecten van subsidieverlening, waarover u zich kunt uitspreken. Deze punten zijn facultatief, waarbij u uiteraard ook andere aspecten aan de orde kunt stellen. Ten behoeve van de discussie is per punt is een plus genoemd dat pleit vóór de stelling of de vraag en een min dat een nadeel of tegenargument aangeeft. 3
1. Subsidie als instrument uitsluitend voor het bereiken van gemeentelijke doelen? Zijn voor subsidieverlening de gemeentelijke doelstellingen leidend? Moeten, om voor subsidie in aanmerking te komen, de gesubsidieerde activiteiten altijd een bijdrage leveren aan de realisatie van vastgestelde gemeentelijke doelen? Zoals deze doelen blijken uit de PTA, het collegeprogramma en beleidsnota s? Of is deze directe relatie niet altijd vereist? + Subsidie is een instrument om de vastgestelde gemeentelijke doelen te realiseren. Activiteiten die hiermee geen verband hebben, subsidiëren we niet. Dat is consequent en transparant. Individualiseren en afwijken van het beleid bij subsidieaanvragen moet mogelijk zijn. Bepaalde initiatieven verdienen soms ondersteuning. 2. Heroverweging jaarlijkse subsidies Uit de evaluatie blijkt dat gemeente De Wolden een groot aantal subsidieontvangers jaarlijks een terugkerende subsidie verleent en te weinig stilstaat bij de vraag waarom de gemeente deze organisaties subsidieert. Indien we subsidieverlening toetsen aan vastgestelde doelen, zoals bij punt 1 bedoeld, kan het zijn dat bepaalde huidige subsidieverleningen buiten deze doelen vallen. Wil de raad dat aanvaarden en eventueel een afbouwregeling vaststellen? + Dat sommige organisaties geen subsidie meer zouden ontvangen is een gevolg van het uitgangspunt dat we subsidie alleen verlenen voor activiteiten die bijdragen aan de doelen die het gemeentebestuur zich stelt. Een afbouwregeling is dan zorgvuldig. We willen een betrouwbare overheid zijn en die organisaties niet laten vallen. 3. Subsidies gericht op activiteiten voor de inwoners van De Wolden Subsidie aan bovenlokale of landelijke organisaties, actiegroepen etc. die activiteiten ontplooien die geen directe binding hebben met (inwoners van) De Wolden of slechts een kleine groep inwoners bereiken, komen niet voor subsidie in aanmerking. Minimumbereik b.v. 25 inwoners. Vooral voor aanvragen voor incidentele subsidies is een uitspraak van de raad van belang. Is het criterium gerichte op (inwoners van) De Wolden relevant voor de raad? + Omdat de subsidieverlening moet bijdragen aan de gemeentelijke doelen subsidiëren we geen bovenlokale of landelijke organisaties, tenzij de activiteiten aantoonbaar aan een minimum aantal inwoners ten goede komen. Individualiseren en afwijken van het beleid bij subsidieaanvragen moet mogelijk zijn. Bepaalde initiatieven verdienen soms ondersteuning. 4
4. Beleidskader voor incidentele subsidies Hoewel volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een wettelijke grondslag (verordening of uitvoeringsregels) niet is vereist voor incidentele subsidies 1 (circa 50 aanvragen per jaar) is een beleidskader aan te bevelen uit oogpunt van transparantie en doelmatigheid. Ook in het geval van bezwaar en beroep bij een afwijzing zijn een beleidskader en regels onmisbaar. Naast het criterium dat activiteiten gericht op (inwoners van) De Wolden moeten zijn, geldt ook dat de activiteiten bijdragen aan de realisatie van vast te stellen gemeentelijke doelen bij subsidieverlening. Wil de raad voor incidentele subsidies aansluiten bij de vast te stellen algemene doelen die door subsidieverlening worden gediend, of wil de raad de doelen breder zien of juist inperken? + Deze criteria moeten gelden voor jaarlijkse en incidentele subsidies. Een onderscheid maken is niet eenduidig en inconsequent. Individualiseren en afwijken van het beleid bij subsidieaanvragen moet mogelijk zijn. Initiatieven uit de samenleving moeten we waarderen en zo veel mogelijk ondersteunen. 5. Een (niet professionele) organisatie levert zelf minimaal 50% van de kosten van de activiteiten uit andere inkomstenbronnen Dit betekent dat een subsidie in principe aanvullend is op andere inkomstenbronnen. Wij verwachten van een organisatie dat deze zelf inkomsten inzet of verwerft van bijvoorbeeld deelnemers, gebruikers of leden, bovenop eventuele andere inkomstenbronnen als fondsen, landelijke/provinciale subsidies, erfenissen e.d. Deze stelling betreft dus niet subsidies aan instellingen, zoals bibliotheek, Stichting Welzijn etc. Is de voorwaarde voor subsidieverlening dat de aanvrager voor de kosten van activiteiten zelf ten minste 50% van de kosten aan middelen inbrengt, voor de raad aanvaardbaar? + Deze inbreng van eigen middelen geeft duidelijk aan dat het realiseren van de activiteiten een gezamenlijk belang is van de organisatie en de gemeente. De organisatie en gemeente zijn hierbij partners. Een dergelijke inbreng vragen, als de activiteiten helemaal overeenkomen met de gemeentelijke doelen, is te veel gevraagd. Dergelijke activiteiten en initiatieven moet de gemeente volledig of grotendeels financieel faciliteren. 1 In de begroting is een post onvoorziene lasten incidentele startsubsidie van Є 10.000 opgenomen binnen de Algemene dekkingsmiddelen (blz. 71 programmabegroting 2015). Ondermeer ten laste van deze post verlenen we incidentele subsidies. 5
6. Er wordt pas subsidie verstrekt als de gevraagde subsidie meer dan een bepaald bedrag is. Voor (niet-professionele) organisaties moet het mogelijk zijn om een bedrag zelf binnen de eigen begroting of uit andere middelen in te brengen. Door een minimumbedrag te stellen, b.v. 750, hanteert de gemeente proportionaliteit tussen de uitvoeringskosten die met de subsidieverlening gepaard gaan en de hoogte van het subsidiebedrag. Is voor de raad deze proportionaliteit acceptabel? + De registratie, behandeling, besluitvorming, boeking en betaling van een aanvraag kosten tenminste 3 uren ambtelijke inzet. Complexere of bijzondere aanvragen, waarover het college moet besluiten, vragen een aantal uren extra. Deze lasten voor relatief lage subsidiebedragen moeten we voorkomen. De te subsidiëren activiteiten moeten leidend zijn, waarbij de uitvoeringskosten geen rol mogen spelen. Bovendien houdt punt 5 al in dat de organisatie zelf tenminste de helft van de kosten moet financieren. 7. Geen verantwoording afleggen In het kader van deregulering wil het college dat bij het verantwoorden van subsidies moet gaan gelden dat - onder een door de gemeenteraad vastgesteld bedrag - geen verantwoording hoeft te worden afgelegd. Vertrouwen in onze inwoners is hier het uitgangspunt (collegeprogramma blz. 21). In de ASV 2015 is de grens door uw raad bepaald op 7.500. Ook in de ASV 2011 was dit bedrag 7.500. Het college kan de aanvrager wel vragen aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Wil de raad dit bedrag wijzigen? + Het vertrouwensbeginsel en het streven naar verminderde administratieve lasten voor de aanvrager pleiten er voor het bedrag minimaal op 7.500 te stellen. Het gaat te ver dergelijke bedragen op vertrouwen toe te kennen. 6
8. Soorten subsidies Subsidie is een aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders als betaling voor geleverde goederen of diensten. Dit is formele definitie volgens de Algemene wet bestuursrecht. In de Algemene subsidieverordening (ASV) 2015 van De Wolden is er alleen onderscheid tussen subsidies die jaarlijks worden verleend of andere (eenmalige) subsidies. Formeel is het aanbrengen van een onderscheid in subsidies niet nodig, omdat het primair om de activiteiten gaat die de gemeente wil subsidiëren. Op dit moment rubriceert gemeente De Wolden uitsluitend in het subsidieregister (dat op de website staat) de verleende subsidies in, exploitatiesubsidie, stimuleringssubsidie, waarderingssubsidie en investeringssubsidie. Wil de raad een formeel onderscheid in soorten subsidies, zo ja welke? + Regelgeving moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Een onderscheid in subsidiesoorten is niet essentieel voor subsidieverlening. De te subsidiëren activiteiten is de kern van subsidieverlening. Voor een buitenstaander heeft een nadere aanduiding in een subsidiesoort misschien wel meerwaarde. 9. Garantiesubsidie Bij de behandeling van de ASV op 26 maart 2015 stelde een aantal fracties de garantiesubsidie aan de orde. Een garantiesubsidie is bestemd activiteiten te ondersteunen wanneer door onvoorziene omstandigheden de activiteiten met een negatief saldo worden afgesloten. De begroting voor deze activiteiten moet dus in beginsel sluitend zijn. Een garantiesubsidie wordt in eerste instantie beschikbaar gesteld. Pas als blijkt dat de verrichte activiteiten door onvoorziene omstandigheden negatief sluiten, wordt na inzicht in de werkelijke cijfers besloten of de beschikbare garantiesubsidie daadwerkelijk wordt uitgekeerd. Bedoelt de raad met de garantiesubsidie het hierboven beschrevene? Zo ja, wil de raad regelgeving en budget voor garantiesubsidies vaststellen? Zo nee, wat verstaat de raad onder garantiesubsidie en wil de raad hiervoor regelgeving en budget vaststellen? + Een dergelijke subsidie kan initiatieven bevorderen. Een specifiek budget is nodig. Garantiesubsidies veroorzaken extra uitvoeringskosten in verband met de specifieke beoordeling of een aanspraak moet worden toegekend. 7
10. Inspraak Welke inspraak staat de raad voor ten behoeve van de totstandkoming van een kadernota subsidiebeleid? + opties: 1. Nota ter inzage leggen. 2. Nota ter inzage leggen en actief toesturen aan organisaties en instellingen met de vraag een schriftelijke reactie te geven. 3. Een informatiebijeenkomst in gemeentehuis en/of op locatie(s) houden. 4. In een raadsavond inwoners en organisaties informeren en de gelegenheid geven een inspraakreactie te geven. 5. De wijze van inspraak later bepalen en laten afhangen van de aard van de voorgestelde wijzingen van het subsidiebeleid in de kadernota. n.v.t. 8