1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Opdrachtformulier Jezelf voorstellen en een gesprek beginnen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze vaardigheid. 3 Beantwoord onderstaande vragen. a Wat vind jij een professionele begroeting naar een zorgvrager die je niet kent? b Op welke manieren kan je initiatief nemen in een kennismakingsgesprek? c Welke non-verbale en verbale reacties ken je van jezelf tijdens een kennismaking waar jij je prettig bij voelt? Opdracht 1 Maak groepjes van drie en ga in tweetallen tegenover elkaar staan. De derde student observeert met behulp van het handelingsformulier. Je gaat je op een officiële manier aan elkaar voorstellen. Na het voorstellen begin je een kort gesprek. Bespreek deze opdracht na aan de hand van het ingevulde handelingsformulier. Wissel de rollen af met je medestudenten, zodat je allemaal de rol van degene die zich voorstelt, kunt oefenen. Opdracht 2 a Maak contact met een voor jou onbekende, bijvoorbeeld in de kantine met een onbekende student; in de trein of bus; op je werk met een klant of collega die je ontmoet. Stel jezelf voor en begin een gesprek. b Maak daarna een verslag waarin je verwerkt: Waar was het, wanneer was het, met wie maakte je contact? Wat gebeurde er tussen jullie, verbaal en non-verbaal? Van wie ging het initiatief tot het leggen van contact uit? Op welke manier hebben jullie je aan elkaar voorgesteld? Wat vroeg, zei of deed jij? Wat vroeg, zei of deed de ander? Hoe eindigde jullie contact? c Bespreek met medestudenten je observatieverslag en beantwoord daarna de volgende vragen. Wat vind je van je eigen gedrag bij het maken van contact? Wat vind je van je eigen gedrag bij het voorstellen? Wat vind je van je eigen gedrag bij het beginnen van een gesprek? Wat vind je van je eigen gedrag bij het beëindigen van het contact? Op welke vooroordelen heb je jezelf betrapt? Wat vind je nu nog een leerpunt voor jezelf? Noteer voor jezelf jouw persoonlijke leerdoelen en aandachtspunten met betrekking tot de vaardigheid. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: Noordhoff Uitgevers bv 1 253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_O.indd 1
253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_O.indd 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Handelingsformulier Voorstellen en gesprekken beginnen Naam student: Datum: Voor alle handelingen geldt: Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager. Opdracht naam observator: Beoordeling: Je stelt jezelf voor aan een zorgvrager of één van zijn mantelzorgers. Je begint met hem een gesprek. Uitvoering Goed Fout 1 Loop rechtop en ontspannen op de ander af. Als je zit, sta je op. 2 Als je niet zeker weet of de ander je wel heeft opgemerkt, zeg je: Mag ik me even voorstellen? 3 Hou een afstand van 60-80 cm tussen jullie. 4 Maak oogcontact. 5 Geef de ander een stevige hand zonder te knijpen. 6 Spreek je voor- en achternaam duidelijk uit. Bijvoorbeeld: Goedemorgen mevrouw, ik ben 7 Probeer de naam van de ander te onthouden. 8 Vraag om herhaling van de naam als je die niet verstaan hebt. 9 Vertel waarom je daar bent. Bijvoorbeeld: Ik ben stagiaire van de opleiding 10 Informeer naar de situatie van de zorgvrager. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: Noordhoff Uitgevers bv 3 253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_H.indd 3 28/06/14 1:20 PM
253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_H.indd 4 28/06/14 1:20 PM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Toetsformulier Jezelf voorstellen en een gesprek beginnen Naam student: Datum: Naam beoordelaar: Beoordeling: Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School Opdracht Je stelt jezelf voor aan een zorgvrager of een van zijn mantelverzorgers en je begint met hem een gesprek. Vooraf Breng je eigen beginsituatie ten aanzien van deze vaardigheid in kaart. Stel jezelf op de hoogte van de regels, protocollen en standaardprocedures in de praktijk ten aanzien van deze vaardigheid. Nabespreking Bespreek de vaardigheid aan de hand van de observatie. Criteria V O B S 1 Leest het zorgdossier. 2 Loopt rechtop op de ander af. 3 Houdt een afstand van 60 tot 80 cm. 4 Maakt oogcontact. 5 Geeft een stevige hand zonder te knijpen. 6 Spreekt duidelijk haar naam uit. 7 Onthoudt de naam van de ander. 8 Vraagt om herhaling indien de naam niet is verstaan. 9 Zegt waarom zij aanwezig is. 10 Informeert naar de situatie van de zorgvrager. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: Noordhoff Uitgevers bv 5 253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_T.indd 5
253615_Voorstellen_en_gesprek_beginnen_T.indd 6