Inhoudsopgave. 2. Regiofunctie Amersfoort Centrum. 3. Functioneren van de binnenstad. 4. Vergelijking van Amersfoort met andere binnensteden

Vergelijkbare documenten
Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Koopstromen in Utrecht mei 2012

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Herkomsttabellen Almere & Nijkerk Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Rapport KOOPSTROMENONDERZOEK PROVINCIE UTRECHT Februari

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Factsheets Leeswijzer

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

College van Burgemeester en Wethouders

Gemeente Hof van Twente. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente

Kopen in Utrecht. Winkelatlas gemeente Utrecht Maart 2012

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS

Bijlage 2: Koopstromenonderzoek. Binnenstad Breda Voorjaar Opdrachtnummer: Dataverzameling: maart 2013 Oplevering: maart 2013

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Gemeente Hoogeveen. Koopstromenonderzoek gemeente Hoogeveen

Het koopstromenonderzoek is openbaar en kan worden geraadpleegd via

Gemeente Barneveld kern Barneveld

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek

Meer parkeren, meer business?

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GOOR. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Economische effecten openstelling Overdiemerweg

97% 24% 27% 0% 25% 50% 75% 100%

Koopstromen Zeist Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Rapport KOPEN IN DRENTHE. Onderzoeksresultaten Koopstromenonderzoek Drenthe December

Koopstromen in beweging

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek

Gemeente Haaksbergen kern Haaksbergen

Distributie-planologisch onderzoek Supermarktbranche Händelstraat te Utrecht

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT STEENWIJK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Augustus

Begeleidingscommissie

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht

Euregionaal. koopstromenonderzoek Stadsregio Arnhem Nijmegen. Conceptrapport. VNA055/Gfr.conceptrapport 1 e versie. Datum 28 augustus 2009

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

Eindhoven, regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven SRE Eindrapport

Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Koopstromenonderzoek: betekenis voor verkeer en vervoer

Noord-Beveland, koopstromenonderzoek sector dagelijkse artikelen. Gemeente Noord-Beveland

Uitbreidingsmogelijkheden winkelcentrum Parijsch

Perspectief Kerkelanden. 1 Inleiding. 2 Actuele situatie. 2.1 Actueel winkelaanbod Hilversum. Blauwhoed Vastgoed. Actueel DPO.

Zuidlaren. Toelichting op distributieve berekeningen. Broekhuis Rijs Advisering. Juli Broekhuis Rijs Advisering

Winkelatlas Rotterdam2011

Gemeente Hengelo. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport Hengelo

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT

Herkomsttabellen Utrecht Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Onderwerp Brief aan gemeenteraad inzake Koopstromenonderzoek Randstad 2011

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

Stadsregio Arnhem Nijmegen, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland en Wirtschaftsförderung Kreis Kleve

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HENGELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Gemeente Ermelo I&O Research, 2010

Randstad Koopstromenonderzoek 2011 Hoofdrapport. 4 Economisch functioneren

Gemeente Hengelo kern Hengelo

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

Vervoer naar retail: gaan we uit van argumenten of emotie? Hans Voerknecht (KpVV)

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Gemeente Groningen. Detailhandelsmonitor 2009 gemeente Groningen

Op zoek naar winkelbeleving. VOGON studiemiddag Rotterdam

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland

Hoofdstuk 22. Binnenstad en andere winkelcentra

Gemeente Hof van Twente kern Hengevelde

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HATTEM. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Gemeente Hof van Twente kern Diepenheim

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT WEZEP. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Consumentenenquête. Venray centrum Woonmax De Brier. Seinpost Adviesbureau Maart 2015

Retail en Mobiliteit in de binnenstad

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GEMEENTE WESTERVELD. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Dagelijkse Boodschappen en Winkelen in de Gemeente Soest

Provincie Utrecht. Op weg naar een toekomstbestendige retailstructuur

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN DEDEMSVAART. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Piek Binnenstad. Ontwikkelingen en kansen. Oktober 2009

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

A DATA-DISCOVERY JOURNEY

Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad

Koopstromen Hellevoetsluis Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Economische betekenis recreatie en toerisme monitor

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT MARKELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Eindhoven, regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven SRE eindrapportage

Bezoek cultuurinstellingen

Onderzoek Metropoolregio

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011)

VOOR WIE? WAAROM? WAT? DOOR WIE?

KOOPSTROMENONDERZOEK.

Inhoudsopgave Koopstromenonderzoek Randstad 2004

Winkels in de Leidse binnenstad 2011

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN OLDEBROEK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Gemeente Hof van Twente kern Markelo

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN HARDENBERG. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Inhoudelijke reactie op rapport Detailhandels- en horecavisie Boxtel (BRO, 26 september 2014)

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ERMELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Beek. Samengesteld in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

Koopstromen Katwijk. Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel. Samengesteld in opdracht van

Transcriptie:

Afdeling: Economische Zaken Auteur: A. Arendsen Datum: Mei 2005

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Regiofunctie Centrum Koopstromenonderzoek 2004 3. Functioneren van de binnenstad 4. Vergelijking van met andere binnensteden 5. Waardering voor het centrum 6. Conclusies Bijlagen: A. Algemene Ontwikkelingen B. Top 75 C. Veenendaal

Analyse Koopstromenonderzoek 2004 voor 1. Inleiding In 2004 heeft adviesbureau Goudappel Coffeng een grootschalig koopstromenonderzoek voor de gehele Randstad exclusief Amsterdam uitgevoerd in samenwerking met Intomart. Initiatiefnemer provincie Zuid-Holland heeft al twee maal eerder een koopstromenonderzoek laten uitvoeren, maar dit was de eerste keer dat ook de provincie Utrecht met een aantal Kamers van Koophandel participeerde. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de vraag op welke aankoopplaatsen de inwoners van de Randstad gericht zijn voor hun dagelijkse en niet-dagelijkse boodschappen. Hiervoor zijn tussen maart en juli 2004 aan meer dan 32.000 huishoudens vragen gesteld over hun koopgedrag en bezoek aan commerciële vrijetijdsvoorzieningen. Het onderzoeksgebied bestrijkt de provincies Zuid Holland en Utrecht en de regio Noord-Holland-Zuid, exclusief Amsterdam. ligt dus tegen de oostelijke grens van het gebied. Door de uitkomsten van het nieuwste onderzoek te vergelijken met de eerdere onderzoeken van de provincie Zuid Holland, kunnen algemene trends worden waargenomen. Deze zijn voor de volledigheid in de bijlagen opgenomen. Voor dit onderzoek zijn ruim 300 ers telefonisch geïnterviewd. Het is de eerste keer dat er een regionaal koopstromenonderzoek voor de provincie Utrecht is uitgevoerd. Op basis van het grootschalige onderzoek heeft de gemeente een analyse gemaakt specifiek voor, met de focus op de functie van de binnenstad als regionaal koopcentrum voor het doen van niet-dagelijkse aankopen (winkelen). De resultaten van deze analyse vindt u in dit rapport. In 2003 is middels de Stadspeiling aan ers gevraagd waar zij voor hun dagelijkse boodschappen naar toe gaan: in de meeste gevallen gaan ers daarvoor naar het dichtstbijzijnde wijk- of buurtwinkelcentrum. De resultaten hiervan zijn opgenomen in het rapport Wijkwinkelcentra, uitgegeven door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente.

2. Regiofunctie Centrum De belangrijkste reden om mee te doen aan het koopstromenonderzoek was te onderzoeken wat de regiofunctie van het centrum van is. Met andere woorden: in hoeverre komen ers en bewoners in de directe omgeving van naar het centrum om daar hun niet-dagelijkse aankopen te doen, oftewel: te winkelen of te funshoppen. En komen ze niet naar de binnenstad van, waar gaan ze dan naar toe? In de onderstaande tabel is daarom weergegeven waar consumenten uit de aangegeven herkomstgebieden hun niet-dagelijkse aankopen doen. Ook is aangegeven wat de inwonertallen van deze herkomstgebieden zijn. Daar waar geen vermelding staat betreft het een percentage kleiner dan 2%. Tabel 1: Regiofunctie van in bindingscijfers. Herkomst- Leusden B shoten H laken W'berg Soest Baarn Eemnes gebieden: Totaal Noord Overig S'burg Nijkerk Inwoners: 133.000 57.000 76.000 29.000 19.500 38.000 11.000 45.000 24.500 9.000 Aankoopplaatsen: totaal 81% 79% 82% 28% 22% 15% 15% 13% 6% 6% Centrum 42% 31% 50% 18% 14% 9% 11% 8% 2% 4% Emiclaer 8% 17% Amsterdam 12% 10% 14% 6% 7% 5% 3% 4% 2% seweg overig 19% 21% 18% 4% 2% Leusden 2% 2% 2% 51% Bunschoten S'burg 48% Nijkerk- Hoevelaken 60% W berg 36% Soest 54% 8% Baarn 3% 58% 12% Eemnes 11% Zeist 4% 8% Veenendaal 2% 16% Utrecht 5% 6% 5% 4% 3% Hilversum 11% 24% Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. Uit de tabel is af te lezen dat consumenten voor de niet-dagelijkse aankopen (net als voor de dagelijkse boodschappen) toch met name op hun eigen woonplaats zijn gericht. Kennelijk biedt ieder herkomstgebied voldoende voorzieningen op dat vlak. ers doen 42% van hun bestedingen aan niet-dagelijkse goederen in het centrum van. In totaal wordt 81% van de bestedingen aan niet-dagelijkse goederen door de ers in hun eigen stad gedaan (waarvan het centrum de helft voor haar rekening neemt)

Naast het centrum biedt de stad dus blijkbaar een aantal goede andere aankoopplaatsen voor niet-dagelijkse aankopen, zoals de meubelboulevard aan de Amsterdamseweg. De hoge koopkrachtbinding (81%) zegt iets over de kwaliteit van de voorzieningen in, zowel in de wijken als in het centrum. Voor slechts 19% van de bestedingen aan niet-dagelijkse aankopen gaan ers naar andere plaatsen (afvloeiing). In totaal stroomt zo n 5% van de se koopkracht af naar Utrecht, waarvan 2% naar de meubelboulevard in Kanaleneiland en stroomt 2% naar Leusden. Verder is het beeld versnipperd, er zijn geen andere aankoopplaatsen die de 2% halen (Hilversum en Veenendaal bijvoorbeeld spelen voor ers geen rol van betekenis). In het onderzoek is ook gekeken naar de oriëntatie van inwoners van Noord op het centrum, maar ook op Emiclaer. Dat zegt iets over de mate waarin zij het centrum gebruiken om te winkelen. Consumenten uit Noord doen 31% van hun bestedingen aan nietdagelijkse goederen in de binnenstad, en 48 % elders in de stad (waarvan 17% in winkelcentrum Emiclaer). De binding van 31% met het centrum van de inwoners van ligt beduidend lager dan de binding van de rest van (50%) en geheel (42%) met het centrum. Dit betekent dat ook de inwoners van het noordelijk deel van voor 79 % van hun niet dagelijkse aankopen in blijven. Daarin wijkt Noord dus nauwelijks af van in zijn geheel (81%) Over consumenten uit de regio mogen we uit de tabel de volgende conclusies trekken: Voor consumenten uit Leusden, Bunschoten/Spakenburg, Hoevelaken/Nijkerk en Soest is de se binnenstad het eerste alternatief naast de voorzieningen in hun eigen woonplaats. Consumenten uit Woudenberg gaan iets vaker naar Veenendaal dan naar voor hun niet-dagelijkse aankopen. Consumenten uit Baarn en Eemnes verkiezen het dichterbij gelegen Hilversum boven voor hun niet-dagelijkse aankopen. Utrecht komt nauwelijks naar voren als alternatief (voor ) om te winkelen. Een conclusie voor kan zijn dat het zinvol is om meer aandacht te richten op Nijkerk-Hoevelaken en Soest, omdat dat relatief grote nabij gelegen gemeenten zijn waar de kooporiëntatie op wellicht kan worden vergroot. Passantentelling In 2002 heeft bureau Strabo een passantentelling in het centrum van gehouden om de herkomst van binnenstadsbezoekers te achterhalen. Deze passantentelling geeft het onderstaande beeld.

Tabel 2: Passantentelling in het centrum van Uit 69 % Uit de directe omgeving (binnen straal van 15 km) 16 % Uit de minder directe omgeving 3 % Overig (bijvoorbeeld dagtoerisme) 12 % Bron: Strabo, 2002. Bovenstaande tabel geeft weer hoeveel bezoekers in het centrum afkomstig waren uit, de directe omgeving, of zelfs van buiten de directe omgeving kwamen. In vergelijking met andere steden heeft volgens Strabo wat minder bezoekers uit de directe omgeving. In andere steden ligt dit percentage 3-10% hoger. In diezelfde passantentelling is gekeken naar het bestedingspatroon van bezoekers. Daaruit bleek dat bezoekers van buiten meer geld uitgaven tijdens hun bezoek dan inwoners van tijdens een bezoek aan de binnenstad doen (gemiddeld 30,- per bezoek). Consumenten uit de directe omgeving (Leusden, Soest, Nijkerk-Hoevelaken) besteden gemiddeld 53,-, consumenten die van verder weg komen zelfs 64,-. Zo hebben 31% van de bezoekers van het centrum van een aandeel van 43% in de totale omzet in de binnenstad. Overigens is het een bekend gegeven dat consumenten die van verder weg komen per bezoek langer in de binnenstad verblijven en meer geld uitgeven.

3. Functioneren van de binnenstad Voor een algemeen beeld van (het functioneren van) de binnenstad en Emiclaer staan in de onderstaande tabel verschillende kerngegevens opgenomen. We kijken met name naar de niet-dagelijkse goederen, het gaat immers om het winkelen oftewel: funshoppen. Voor de dagelijkse boodschappen is de consument geneigd het meest dichtbijgelegen aankooppunt te bezoeken, dit zijn voornamelijk de buurt- en wijkwinkelcentra. Aangezien ook de meubelboulevard aan de Amsterdamseweg een regionale functie heeft, zijn daarover eveneens gegevens in de tabel opgenomen. Goudappel Coffeng heeft voor de berekening van de omzetten de bindingscijfers gekoppeld aan gemiddelde landelijke bestedingscijfers, aan het inkomensniveau per gemeente en aan winkelaanbodbestanden. Het resultaat is een indicatie van de totale omzet. Tabel 3: Centrum, Emiclaer en Amsterdamseweg Centrum Emiclaer Amsterdamseweg Aantal winkels niet dagelijkse goederen 324 35 21 Winkelvloeroppervlakte niet-dagelijks 65.000 m² 6.000 m² 25.297 m² Koopkrachtbinding (niet-dagelijks) 42% 8% 14% Koopkrachtbinding (niet-dagelijks) -Nrd 31% 17% - Toevloeiing van buiten 43% 6% 40% Omzet niet-dagelijkse goederen per jaar 231 mln. 26 mln. 73 mln. Vloerproductiviteit niet dagelijkse goederen 3.600,- /m² 4.500,- /m² 2.900,-/m² Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. 42% van de bestedingen aan niet-dagelijkse aankopen wordt door de ers in het centrum gedaan, 8% in Emiclaer, 14% op de meubelboulevard aan de Amsterdamseweg. Emiclaer is het stadsdeelcentrum van bestaand Noord en voor de inwoners van Noord een belangrijke aankoopplaats van zowel dagelijkse als niet-dagelijkse goederen; in 17% van de gevallen is Emiclaer de aankoopplaats waar zij hun bestedingen aan niet-dagelijkse aankopen doen. Van de bestedingen aan niet-dagelijkse goederen in het centrum van wordt 43% besteed door consumenten van buiten. Dit is de koopkrachttoevloeiing. Voor Emiclaer is de koopkrachttoevloeiing 6%. De koopkrachttoevloeiing is voor de meubelboulevard aan de Amsterdamseweg 40%. Dit betekent dat 40% van de bestedingen aan nietdagelijkse aankopen op de meubelboulevard wordt gedaan door consumenten die van buiten komen.

4. Vergelijking van met andere binnensteden We vinden het interessant om de prestatie van de se binnenstad te vergelijken met die van andere binnensteden van soortgelijke plaatsen. We vergelijken onszelf daarom met Dordrecht, Haarlem en Leiden; steden met ongeveer eenzelfde inwoneraantal en/of winkelvloeroppervlak in het centrumgebied. Ook vergelijken we onszelf met omliggende plaatsen die voor consumenten een alternatieve aankoopplaats voor niet-dagelijkse goederen kunnen zijn: Utrecht, Hilversum, Veenendaal en Zeist. Tabel 4: Vergelijking prestaties niet-dagelijkse goederen met andere binnensteden Binding van eigen bevolking Toevloeiing uit andere Omzet (mln. per Vloerproductiviteit (jaaromzet per m² Centrum 42% gemeenten 43% jaar in ) 231 in ) 3.600 Vergelijkbaar: Haarlem Dordrecht Leiden 39% 49% 52% 45% 32% 45% 230 207 265 2.900 3.100 3.900 Omliggend: Veenendaal Utrecht Zeist Hilversum 67% 44% 58% 51% 61% 61% 44% 48% Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. 252 717 147 197 4.200 5.700 2.900 2.800 Uit de tabel blijkt dat het qua omzet en vloerproductiviteit relatief goed doet, de toevloeiing is gemiddeld en de binding van de eigen bevolking met het centrum is lager dan gemiddeld. Mogelijke verklaringen voor de cijfers zijn: Zoals gezegd biedt naast het centrum een aantal alternatieve aankoopplaatsen voor de niet-dagelijkse aankopen, waardoor een groot deel van deze bestedingen weliswaar niet in het centrum maar wel in worden gedaan. In de regio heeft het centrum van onvoldoende gezicht als koopcentrum voor funshopping. In de directe omgeving van bevinden zich relatief veel alternatieve aankoopplaatsen Bovenstaande uitkomsten van het koopstromenonderzoek bevestigen het beeld dat wij hadden. In het kader van binnenstadsmanagement zijn de thema s imago en bekendheid opgepakt.

Top 75 Goudappel Coffeng heeft in haar onderzoek alle onderzochte aankoopplaatsen gerangschikt naar omzetcijfers en zo een top 75 samengesteld. De eerste 15 aankoopplaatsen daarvan staan hieronder opgenomen, de volledige tabel vindt u in de bijlagen. De tabel biedt vergelijkingsmateriaal en laat tegelijk de verschillen in omzet per aankoopplaats zien. Het Centrum van staat op de achtste plaats. Steden die vergelijkbaar zijn met qua inwonertal, en omvang en signatuur van de binnenstad zijn bijvoorbeeld Haarlem, Leiden en Dordrecht. Omliggende plaatsen die een alternatieve aankoopplaats zouden kunnen zijn, zijn met name Utrecht, Hilversum en Veenendaal en in mindere mate Zeist. Tabel 5: Top 15 omzetten winkelcentra Nummer Winkelcentrum Omzet in 2004 (in mln. ) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Rotterdam Centrum Utrecht Centrum Den Haag Centrum Leiden Centrum Veenendaal Centrum Haarlem Centrum Rotterdam Alexandrium Centrum Hilversum Centrum Leidschendam Leidsenhage Zoetermeer Centrum Dordrecht Centrum Gouda Centrum Rotterdam Zuidplein Rijswijk In de Bogaard 939 838 580 379 350 292 288 272 261 248 246 245 241 226 225 Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. De totale detailhandelsomzet aan is door Goudappel Coffeng berekend op 696 miljoen euro. Hiervan wordt 272 miljoen gegenereerd in het centrum, 76 miljoen in Emiclaer en 63 miljoen aan de Amsterdamseweg. Dan blijft er zo n 285 miljoen euro over. Die wordt gegenereerd in de wijk- en buurtwinkelcentra, in Calveen en de meubelstrips van Piet Klerkx en Kok. In het koopstromenonderzoek springt Veenendaal in het oog door haar relatief hoge omzet. In de bijlagen gaan we nader in op het functioneren van Veenendaal.

5. Waardering voor het centrum In het koopstromenonderzoek is ook gevraagd naar waardering van consumenten voor compleetheid van het aanbod en de sfeer. Waarderingscijfers geven een subjectieve mening van consumenten weer (wat zijn hun verwachting en referentiekader?), maar bieden een goed indicatief vergelijkingsmiddel. De waarderingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. In 2004 is in het Nationale Winkelonderzoek van de NVM aan consumenten een algemeen oordeel over binnensteden gevraagd. Dit algemene oordeel is in de laatste kolom weergegeven. Tabel 6: Vergelijking waarderingen met andere steden Compleetheid van het Sfeer aanbod Centrum 7,3 7,0 Algemeen oordeel 6,9 Vergelijkbaar: Haarlem Dordrecht Leiden 7,9 7,4 7,5 7,3 7,2 7,2 7,7-6,9 Omliggend: Veenendaal Utrecht Zeist Hilversum 8,1 8,3 8,1 7,6 Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. 7,8 7,6 7,6 6,7 7,6 7,4 7,0 7,2 Consumenten waarderen de compleetheid van het aanbod in als goed (7,3), maar iets lager dan in de steden en aankoopplaatsen waar we onszelf mee willen vergelijken. Ook de sfeer wordt lager dan in de andere steden gewaardeerd, maar is met een 7 nog steeds ruim voldoende. Alleen Hilversum scoort lager met een 6,7. Deze waardering laat in ieder geval ruimte voor de volgende opties: Consumenten hebben onvoldoende zicht op wat de binnenstad van te bieden heeft, dus moeten we de binnenstad in al haar facetten beter voor het voetlicht brengen (communicatie) Mogelijk heeft in vergelijking met de andere steden inderdaad iets minder te bieden qua aanbod en sfeer. Het is daarom een blijvend streven om door middel van een aantrekkelijk ondernemersklimaat een zo groot mogelijke diversiteit aan (winkel-) voorzieningen te huisvesten. Ook het toekomstige Eemcentrum zal een waardevolle aanvulling op het bestaande aanbod kunnen vormen. Parkeren Ook is consumenten gevraagd naar een waardering van het parkeren, de parkeertarieven en de parkeergelegenheid. Voor de volledigheid zijn de parkeerprestatie (het aantal parkeerplaatsen per 100m² winkeloppervlak) en de parkeertarieven opgenomen. Hierbij moet worden vermeld dat parkeren bij enquêtes in de waardering van consumenten doorgaans het laagst scorende item is.

Centrum Tabel 7: Parkeren, vergelijking met andere steden Parkeer prestatie Parkeertarieven Maaiveld/uur Parkeertarieven Garages/uur 4,9 2,00 1,70 Waardering Parkeergelegenheid 6,3 Waardering Parkeer- Tarief 6,1 Vergelijkbaar: Haarlem Dordrecht Leiden 6,5 6,1 4,5 1,00 2,00 1,82 1,00 1.50 2,00 5,5 6,3 6,5 5,0 5,9 5,5 Omliggend: Veenendaal Utrecht Zeist Hilversum Emiclaer 3,7 4,1 3,9 4,4 0,60 2,27 1,13 1,20 0,60 2,00 1,40 1,20 7,3 6,0 6,9 6,1 7,3 4,9 5,6 4,7 8,5 gratis gratis 7,5 9,7 Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004-Goudappel Coffeng. Qua parkeerprestatie (het aantal parkeerplaatsen per 100 m² winkeloppervlak) scoort relatief goed. Opvallend is dat ondanks de relatief hoge parkeertarieven géén lage waardering krijgt. En dat bijvoorbeeld Haarlem met meer parkeerplaatsen en lagere tarieven toch een lagere waardering krijgt.

6. Conclusies: ers ers doen 42% van hun bestedingen aan niet-dagelijkse goederen in het centrum van. In totaal wordt 81% van de bestedingen aan niet-dagelijkse goederen door de ers in hun eigen stad gedaan (waarvan het centrum de helft voor haar rekening neemt). Voor slechts 19% gaan consumenten naar andere aankoopplaatsen dan (afvloeiing). Vergeleken met andere steden heeft een gemiddelde omzet en vloerproductiviteit. Inwoners Noord Consumenten in Noord doen 31% van hun bestedingen aan nietdagelijkse goederen in de binnenstad, en 48 % elders in de stad (waarvan 17% in winkelcentrum Emiclaer). Dit betekent dat ook de inwoners van het noordelijk deel van voor 79 % voor hun niet dagelijkse aankopen in blijft. Daarin wijkt Noord dus nauwelijks af van in zijn geheel (81%). Inwoners van Noord zijn niet mínder dan andere ers op hun eigen stad gericht voor de niet-dagelijkse aankopen. Door de nabijheid van Emiclaer (en de afstand naar het centrum) speelt het centrum wél een minder grote rol als aankoopplaats. Alternatieve aankoopplaatsen in Door de fijnmazige structuur wordt omzet aan niet-dagelijkse goederen in op meerdere plekken dan alleen in de binnenstad gegenereerd. Regio Van de omringende gemeenten is Leusden het meest op gericht. De regiofunctie van kan verder worden versterkt; met name Soest en Hoevelaken-Nijkerk lijken interessante aandachtsgebieden, omdat het plaatsen zijn met relatief grote inwoneraantallen en omdat zij beide in de directe omgeving van liggen. Veenendaal is geen directe concurrent voor het centrum van (groot eigen achterland) Ook Utrecht en Hilversum zijn geen directe concurrenten; hier vloeit geen substantieel deel van de koopkracht naar weg. Parkeren heeft een gemiddelde parkeerprestatie (4,9 per 100m²) en de waardering van de consument hiervoor is ook gemiddeld (niet laag!) Ondanks de hoogte ervan wordt het parkeertarief door de bezoekers vrij positief beoordeeld