Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Onderwijsinstituut voor Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde Opleiding Onderwijskunde Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam owi.pow@fmg.uva.nl Studiehandleiding Onderwijskunde (B 260) Context, theorie en praktijk Ba-2 1e semester, blok 2 & 3 2006 2007 Docenten: Drs. E. Wendrich (coördinator) Dr. M. Alkan Amsterdam, oktober 2006
Inleiding De module onderwijskunde, context, theorie en praktijk biedt een breed perspectief op de onderwijskunde als academische discipline. Dit brede perspectief komt allereerst tot uitdrukking in het spectrum van inhoudelijke thema s, die aan de orde zullen komen: vragen t.a.v. het curriculum en de vormgeving van leersituaties, onderwijs en maatschappelijke ongelijkheid en onderwijspolitiek en culturele diversiteit. De module is daarnaast breed opgezet uit oogpunt van de invalshoeken, die als richtsnoer zijn gekozen. We zullen ons laten leiden door een intellectueel-historisch gezichtspunt, het gezichtspunt van globalisering en de vergelijkende methode in de onderwijskunde. De module vormt een schakel tussen de kennismaking met de onderwijskunde in de propedeuse en de vakken die later in het programma op het terrein van curriculum en leren en op het gebied van onderwijsbeleid zullen volgen. De module biedt met andere woorden de mogelijkheid zich kennis, inzichten en vermogens eigen te maken, die voor iedere onderwijskundige van belang zijn. Leerdoelen Verwerving van funderende kennis en inzichten op het gebied van de genoemde inhoudelijke thema s. Verwerving van funderende kennis en inzichten t.a.v. de genoemde methodische invalshoeken. Verwerving van vermogens om onderwijskundige vraagstellingen, theorieën en praktijken vanuit de genoemde invalshoeken te contextualiseren en problematiseren. Verwerving van vermogens te reflecteren op de onderwijskunde als academische en toegepaste activiteit. Verwerving van het vermogen om vanuit behandelde gezichtspunten (manifestaties van) concrete praktijken in schriftelijke vorm daadwerkelijk te situeren, interpreteren en te becommentariëren. In termen van attitude verwijzen bovenstaande doelen naar de verdere verwerving van een academisch houding in het algemeen en t.a.v. vragen aangaande het onderwijs in het bijzonder. Inhoud De module is opgebouwd uit twee blokken, waarvoor de docenten de volgende wonderschone namen hebben bedacht: Blok 1: Pedagogische tradities, globalisering en onderwijs; Blok 2: Vergelijkende perspectieven op onderwijs, maatschappelijke ongelijkheid en culturele diversiteit. In Blok 1 zal de in de inleiding genoemde intellectueel-historische invalshoek worden betrokken op vragen over de inhoud en vormgeving van curricula en onderwijsleersituaties. Dat krijgt gestalte door vanuit het gezichtspunt van pedagogische tradities vier verschillende oriëntaties op het curriculum te bespreken. Dit zal gebeuren op basis van een Amerikaanse studie op dit terrein en door de belichting van enkele klassieke en hedendaagse teksten. (Zie rooster) De tijd dat we voornamelijk in nationale contexten over onderwijs kunnen spreken is voorbij. Het onderwijs, onderwijsveranderingen en onderwijsproblemen staan steeds duidelijker in relatie tot maatschappelijke veranderingen, die nationale grenzen ver overstijgen. Blok 1 voorziet daarom in een eerste kennismaking met een relatering van het gezichtspunt van globalisering aan veranderingen en vragen m.b.t. het onderwijs. Dat zal worden toegespitst op een kennismaking met het onderwijsbeleid van EU. Het blok wordt afgesloten met een schriftelijke opdracht, waarin de deelnemers met gebruik van de verworven kennis en inzichten een zelfgekozen onderwijsbeleidsdocument van een 2
transnationale organisatie als bijv. de EU, OECD of de Wereldbank aan analyse en interpretatie onderwerpen In blok 2 wordt het studiegebied onderwijskunde vanuit een internationaal, vergelijkend perspectief benaderd. In de eerste plaats wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de vergelijkende onderwijskunde als deel-discipline en de methodologische problemen en mogelijkheden van het vergelijken. Er wordt hierbij ingegaan op interpretatiekaders of achtergrondmodellen als categorieën aan de hand waarvan onderwijssystemen internationaal en cross-cultureel vergeleken kunnen worden. Aan de hand van twee onderwerpen wordt in de tweede plaats een vergelijking gemaakt van de context, beleid en praktijk van het onderwijs in verschillende (Europese) landen. Dit zijn maatschappelijke ongelijkheid/toegankelijkheid van het onderwijs en etnisch-culturele diversiteit. Voortbouwend op wat in blok 1 op dit punt aan de orde kwam wordt blok 2 afgesloten met een verdere behandeling van de thematiek van globalisering en onderwijs. Hierbij zal het accent liggen op implicaties van een aantal belangrijke ontwikkelingen en trends voor de theorieontwikkeling en onderzoek in vergelijkende onderwijskunde. Onderwijsvormen en van de deelnemers verwachte activiteiten De module kent de volgende combinatie van werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges, (soms met referaat) en een schriftelijke tussentijdse opdracht. Van de deelnemers wordt verwacht de literatuur vooraf grondig te lezen en zich voor te bereiden op een inbreng in de besprekingen. Rooster en literatuur Dinsdag van 13-17 uur Zie voor plaats van het onderwijs www.student.uva.nl/owk/roosters.cfm Blok I: Pedagogische tradities, globalisering en onderwijs Docent: Ed Wendrich 31/10 Introducerend college: moderniteit en pedagogische tradities H. Kliebard, The Struggle for the American Curriculum (Routledge 1995), hoofdstuk 1. 7/11 Pedagogische tradities (1) H. Kliebard, The struggle for the American Curriculum. Hoofdstuk 1,2,4 en 7. 3
14/11 Pedagogische tradities (2) F. Bobbit, Scientific Method in Curriculum-making. In: D. Flinders/S.Thornton (eds.), The Curriculum Studies Reader (Routledge 1997) M. Montessori, De tucht in de kinderhuizen. In: De Methode, de ontdekking van het kind. (8 ste druk: Van Holkema & Warendorf N.V. 1966) V. Camps, The Fading Away of an Educated Public. In: João Lopes Alves (ed.), Etica e a Futuro da Democracia (Colibri 1998) J. Onstenk, Het duale leertraject als krachrige leeromgeving. In: K. Schlusmans e.a. (red.), Competentiegerichte leeromgevingen. (Lemma 1999) 21/11 Globalisering en Onderwijs. D. Smith, Economic Fundamentalism, Globalization and the Public Remains of Education. In: Interchange, vol. 30/1, 1999. V. Reding (EU), Education: the new challenges. European Commission - Directorate-General for Education and Culture, Implementation of Education and Training 2010,Workprogramme. Working Group B Key Competences. NB: deze tekst zelf van internet halen. NB: vrijwel alle andere teksten zijn opgenomen in een reader voor dit blok. NB: uitreiking opdracht 28/11 Geen bijeenkomst: werken aan tussentijdse opdracht: Door de deelnemers zelf te zoeken en kiezen onderwijsbeleidsdocument van bijv. OECD, EU of Wereldbank: situering, analyse en interpretatie. (Komt terug als tentamenvraag) NB: inlevering: uiterlijk zaterdag 2 december 7, 8 en 11/12 Bespreking opdracht in kleine groepen; hou deze dagen zoveel mogelijk vrij Specifieke afspraken in overleg. NB Gedurende blok 1 is er gelegenheid voor enkele extra bijeenkomsten in de avonduren; dit in overleg met de deelnemers. Blok 2 Vergelijkende Perspectieven op Onderwijs Docent: Metin Alkan 12/12 Vergelijkende onderwijskunde: theoretische en methodologische aspecten Broadfoot, P. (2000), Comparative Education for the 21 st Century: retrospect and prospect. Comparative Education, Vol 36, No. 3, pp. 357-371. Grant, N. (2000), Tasks for Comparative Education in the New Millenium. Comparative Education, Vol 36, No. 3, pp. 309-317. Standaert, R. (2003). Vergelijken van onderwijssystemen. Leuven: Acco, pp. 95-130 19/12 Onderwijs in vergelijkend perspectief: maatschappelijke ongelijkheid en toegankelijkheid Apple, M.W. (2001). Comparing Neo-liberal Projects and Inequality in Education. Comparative Education. Vol. 37, No. 4, pp. 409-423. 4
Gorard, S. & Smith, E. (2004). An international comparison of equity in education systems. Comparative Education. Vol. 40, No. 1, pp. 15-28. Karsten, S. (2006). Policies for disadvantaged children under scrutiny: the Dutch policy compared with policies in France, England, Flanders and the USA. Comparative Education. Vol. 42, No. 2, pp. 261-282. Langen, A. van & Dekkers, H. (2001). Decentralisation and Combatting Educational Exclusion. Comparative Education. Vol. 37, No. 3, pp. 367-384. 9/1 Etnische diversiteit in het onderwijs vanuit vergelijkend perspectief Leeman, Y. & Reid, C. (2006). Multi/intercultural education in Australia and the Netherlands. Compare. Vol. 36, No. 1, pp. 57-72. Merry, M.S. & Driessen, G. (2005). Islamic schools in three western countries: policy and procedure. Comparative Education. Vol. 41, No. 4, pp. 411-432. Sleeter, C.E. (1999). Curriculum Controversies in Multicultural Education, in Early, M.J. and Rehage (eds.). Issues in Curriculum. Chicago: NSSE, pp. 257-279. Wieviorka, Michel (1998). Is multiculturalism the solution?, Ethnic and Racial Studies, Volume 21 Number 5, September 1998, pp. 881-910. 16/1 Globalisering en vergelijkende onderwijskunde Dale, R. (2005). Globalisation, knowledge economy and comparative education. Comparative Education. Vol. 41, No. 2, pp. 117-149. Hartley, D. (2003). Education as a Global Positioning Device: Some Theoretical Considerations. Comparative Education. Vol. 39, No. 4, pp. 439-450. Rizvi, F. (2004). Debating globalization and education after September 11. Comparative Education. Vol. 40, No. 2, pp. 157-171. Welch, A. R. (2001). Globalization, Post-modernity and the State: comparative education facing the third millenium. Comparative Education. Vol. 37, No. 4, pp. 475-492. 23/1 Geen bijeenkomst (ruimte voor werk aan tentamen) 30/1 Tentamen inleveren (Tijdens of kort na blok 2 is een mogelijkheid om een extra bijeenkomst te organiseren met de geinteresseerde studenten. De datum van deze bijeenkomst wordt vastgesteld in overleg met de studenten). Beoordeling en feedback De module wordt afgesloten met een take-hometentamen. De vragen zijn van gelijk gewicht: het eindcijfer is het gemiddelde, maar wel met de bepaling dat men ook voor de twee blokken afzonderlijk gemiddeld minimaal een voldoende moet halen om over het geheel te kunnen slagen. Het tussentijdse paper in blok 1 wordt van feedback voorzien in kleine groepen. Zij die onverhoopt geen voldoende halen worden uitgenodigd voor een toelichting op de beoordeling. Op 14 maart, 18.00 uur is er een open responsie-college. 5