jaar: 1989 nummer: 25

Vergelijkbare documenten

jaar: 1990 nummer: 06

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Examen mechanica: oefeningen

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Juli geel Fysica Vraag 1

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

Juli blauw Fysica Vraag 1

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Juli blauw Vraag 1. Fysica

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

a) Beargumenteer of behoud van impuls en behoud van mechanische energie van toepassing is op de schansspringer.

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Advanced Creative Enigneering Skills

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

jaar: 1990 nummer: 03

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Inleiding kracht en energie 3hv

jaar: 1989 nummer: 17

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Rekenmachine met grafische display voor functies

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

1 Overzicht theorievragen

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

TENTAMEN NATUURKUNDE

Vraag 1. Fysica 01/2a. Vraag 1 : <A> <B> <C> <D> <D>

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

Tentamen Mechanica ( )

Naam : F. Outloos Nummer : 1302

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Krachten (4VWO)

MEERKEUZEVRAGEN A B C D

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde Beschikbare tijd: 2 klokuren

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie Eerste ronde

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

NATUURKUNDE. Figuur 1

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

TENTAMEN NATUURKUNDE

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

4. Maak een tekening:

GROEP 1. Naam : F. Outloos Nummer (zie kladblad): A B D B E D C C

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Herhalingsopgaven 6e jaar

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Begripstest: Kracht en beweging (FCI)

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: dynamica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

STUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... PROEFEXAMEN VAN 10 NOVEMBER 2006

Oplossing examenoefening 2 :

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Toets Algemene natuurkunde 1

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eerste ronde. 16 januari beschikbare tijd : 2 uur

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Domein D: Kracht en beweging. Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.

Transcriptie:

jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een maximum hoogte h 2 = 1,5 m. Verwaarloos de wrijving met de lucht. Hoeveel energie is er in vervormingsarbeid en warmte omgezet bij de botsing met de vloer? o a. 0 J o b. 14,4 J o c. 17,4 J o d. 20,4 J

jaar: 1989 nummer: 26 Een massa van 1 kg, die een eenparige cirkelbeweging beschrijft, is onderworpen aan een middelpuntzoekende kracht van 4 N. De straal van de cirkel is 1 m en de grootte van de omtreksnelheid van de massa is 2 m/s. Dan is het vermogen door deze kracht ontwikkeld gelijk aan o a. 2 W o b. 4 W o c. 8 W o d. 0 W

jaar: 1990 nummer: 13 Het nevenstaande katrollensysteem wordt aangewend om een massa van 60 kg naar omhoog te trekken met een kracht van 300 N. De verhouding van de snelheid waarmede de massa van 60 kg omhoog gaat en de snelheid waarmee het touw, waaraan men trekt, wordt ingehaald is dan (De massa's van de katrollen en de touwen mogen verwaarloosd worden.) o a. 1/3 o b. 1/2 o c. 1 o d. 2

jaar: 1991 nummer: 10 Twee cylindrische reservoirs zijn onderaan met een buis verbonden. Op de buisleiding is een pomp geinstalleerd. De cylindrische reservoirs hebben een horizontale doorsnede van respectievelijk Al en A2 met A2-2 Al. Oorspronkelijk stond het water in de beide reservoirs op gelijke hoogte. De pomp pompt nu water vanuit het linkse naar het rechtse reservoir tot de niveaus 5 meter verschillen. De benodigde arbeid om de vloeistof vanuit de uitgangspositie naar de eindpositie te brengen is dan 0 a. 25. 10 4 x Al Joule 0 b. 25. 10 4 /3 x Al Joule 0 c. 75.10 4 x Al Joule 0 d. 75.10 4 x A2 Joule

jaar: 1993 nummer: 22 Een metselaar wordt van stenen voorzien door zijn helper, die 3 meter onder hem staat en die de stenen verticaal opgooit. Als de stenen een snelheid van 2 m/s hebben als ze de metselaar bereiken, welk percentage van de aanvankelijke kinetische energie van de steen was dan nutteloos? O a. ongeveer 94 % O b. ongeveer 75 %. O c. ongeveer 25 %. O d. ongeveer 6 %.

jaar: 1994 nummer: 03 Een voorwerp schuift wrijvingsloos in een goot waarvan de vorm op de figuur aangegeven is. Het stuk CD is een halve cirkel met straal r. Van welke minimale hoogte h moet men het voorwerp vanuit rust loslaten opdat het de halve cirkel tot in D zou blijven volgen? O a. h = 2 r O b. h = 2,5 r O c. h = 3 r O d. h = 4 r

jaar: 1994 nummer: 04 Een voorwerp met massa m komt in A voorbij met een horizontale snelheid v. Het schuift de helling op tot in punt B waar het tot stilstand komt om daarna terug omlaag te schuiven. Het punt B ligt op een hoogte h boven A. Een tweede voorwerp met massa m/2 komt in A voorbij met een horizontale snelheid v/2. De maximale hoogte die het tweede voorwerp bereikte vooraleer terug naar beneden te schuiven is dan (Verwaarloos de wrijvingskrachten.) O a. h O b. h / 2 O c. h / 2 O d. h / 4

jaar: 1994 nummer: 08 De onderstaande grafiek stelt de elastische vervorming voor van een stuk kunststof onder invloed van een kracht F. Hierbij stelt x de uitrekking van dit stuk kunststof voor. De verhouding van de arbeid geleverd bij de uitrekking van P tot Q tot de geleverde arbeid bij de uitrekking van 0 tot P is dan O a. 1 O b. 2 O c. 3 O d. 4

jaar: 1994 nummer: 20 Een ideaal gas gaat over van toestand A naar toestand B, en vervolgens naar toestand C. Tijdens het eerste gedeelte van deze toestandsverandering wordt 2100 J aan mechanische arbeid uitgewisseld tussen de omgeving en het gas. Tijdens het tweede gedeelte levert O a. O b. O c. O d. het gas 175 J aan arbeid. het gas 1225 J aan arbeid. de omgeving 175 J aan arbeid. de omgeving 1225 J aan arbeid.

jaar: 1995 nummer: 17 Een voorwerp heeft een temperatuur van 25 C. Gedurende 60 s voert men warmte toe. De onderstaande grafiek geeft het toegevoerde vermogen aan als functie van de tijd. Na 20 s is de temperatuur van het voorwerp gestegen tot 50 C. Een temperatuur van 75 C wordt dan O a. bereikt op het ogenblik t = 40 s. O b. bereikt op het ogenblik t = 60 s. O c. bereikt op het ogenblik t = 70 s. O d. nooit bereikt.

jaar: 1996 nummer: 05 De onderstaande grafiek stelt de elastische vervorming bij rek l voor ven een draad onder invloed van een kracht. F De verhouding van de arbeid geleverd door de kracht arbeid bij de uitrekking van 0 mm tot 4 mm is dan: F bij de uitrekking van 4mm tot 8 mm tot de O a. 1. O b. 2. O c. 3. O d. 4.

jaar: 1997 nummer: 09 Een skiër met massa M neemt deel aan een springwedstrijd. Hij vertrekt uit stilstand vanop een hoogte h.. Hij haalt de nodige snelheid op een springschans waarvan de vorm aangegeven wordt op de tekening. De schans bestaat uit een eerste recht stuk dat naar het einde toe mooi overgaat in een cirkelboog met straal R. Je mag de wrijving verwaarlozen. Hoe hoog boven punt A moet hij vertrekken opdat in A de kracht die de piste op de skiër uitoefent vijf maal zijn gewicht zou bedragen? O a. R. O b. 2 R. O c. 2.5 R. 0 d. 5 R.

jaar: 1997 nummer: 10 Een blok met een massa van 2 kg kan wrijvingsloos langs een helling verschuiven. De helling maakt een hoek van 30 met het horizontale vlak. Het blok wordt geplaatst tegen een veer met een veerconstante (krachtconstante) k = 2000 N/m. Het blok wordt vervolgens tegen de veer gedrukt tot deze veer over een afstand van 0,2 m is ingedrukt. Vanuit deze positie wordt het blok losgelaten. De verplaatsing van het blok langs de helling tot het zijn maximale hoogte bereikt, is dan gelijk aan O a 0,2 m. O b. 1,0 m. O c. 2,0 m. O d. 4,0 m.

jaar: 1999 nummer: 05 Een kogel vliegt met een snelheid van 100 m/s tegen een harde wand. Al de kinetische energie van de kogel wordt omgezet in warmte. De soortelijke warmtecapaciteit van het metaal van de kogel bedraagt 100 J / (kg K). Dan is de temperatuurstijging van de kogel gelijk aan: O a. O b. O c. O d. 50 C. 100 C. 500 C. niet te berekenen omdat de massa van de kogel onbekend is.

jaar: 2000 nummer: 09 Een deeltje A heeft een massa m A en een lading Q A. Een deeltje B heeft een massa m B en een lading Q B. De twee deeltjes worden vanuit rust versneld in eenzelfde potentiaalverschil. Opdat ze op elke plaats dezelfde kinetische energie zouden hebben, moet: O a. m A = m B O b. Q A = Q B. O c. Q A / m A = Q B / m B O d. Ze kunnen nooit dezelfde kinetische energie hebben.

jaar: 2000 nummer: 19 Een blok van 20 kg beweegt rechtlijnig op een horizontaal parcours langs de x-as. Op het blok werkt één kracht in. De grafiek geeft aan hoe de krachtcomponent varieert als functie van x. In de positie x = 0 is de snelheid van het blok gelijk aan 4,0 m/s. Het blok bereikt dan zijn maximale kinetische energie in de positie gegeven door: O a. x = 0 m. O b. x = 1 m. O c. x = 2 m. O d. x = 5 m.

jaar: 2000 nummer: 27 De figuur stelt een wiskundige slinger voor met massa m. De massa vertrekt vanuit rust op het ogenblik dat het ophangtouw (lengte L) een hoek 0 maakt met de verticale. We noemen v de snelheid van de puntmassa in haar laagste stand. De grootte van v wordt dan gegeven door: 0 a. v 2gL(1 cos ) 0 b. v 2gL(1 cos ) 0 c. v 2gmL(1 cos ) 0 d. v 2gL(1 sin ) 0 0 0 0

jaar: 2000 nummer: 28 Een blok van 100 kg beweegt rechtlijnig over een horizontaal parcours. De netto-krachtcomponent F x die dat veroorzaakt is als functie van de positie x voorgesteld in de grafiek. De arbeid door de kracht F op het blok geleverd tussen x = 0 m en x = 12 m is dan gelijk aan: O a. 60 J. O b. 75 J. O c. 90 J. O c. 105 J.

jaar: 2001 nummer: 30 Een elastiek wordt met één uiteinde aan het plafond bevestigd. Aan het andere uiteinde is een voorwerp vastgemaakt dat 60 N weegt. De lengte van het onbelaste elastiek is 1,00 m, zijn veerconstante is 160 N/m. Het elastiek wordt verticaal naar beneden uitgerekt tot het 1,50 m lang is. Vanuit die stand wordt het geheel zonder beginsnelheid losgelaten. Het elastiek wordt massaloos verondersteld. Het voorwerp zal maximaal opstijgen over: O a. 0,25 m. O b. 0,33 m. O c. 0,50 m. O d. 1,50 m.