Fitness voor overgewicht en (pre)diabetes

Vergelijkbare documenten
Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

BINNEN 6 MAANDEN EN IN 3 STAPPEN NAAR FIT!VAK PREVENTIECENTRUM IMPLEMENTATIETRAJECT VOOR CERTIFICERING. Versie 1.1

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem

Handboek Starten met de interventie Fitness voor overgewicht en (pre)diabetes

Interventie Beweegkuur 2018

Wat werkt? Doorstroom van zorg naar regulier sport- en beweegaanbod verbeteren

De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

PROTOCOL LEEFSTIJL BEWEEGADVIES 2015

Beweegmakelaar Intake * (vragenlijst) Voeding. Diëtist **

Beweegzorg. Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI)

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

BeweegKuur. Algemene informatie

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Zo kan het ook! Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen:

Opzet van de interventie 4-8 en 8-13 jaar Stappen Wanneer Wie Frequentie Duur

Auditrapport Keurmerk Fit!vak Preven4ecentrum 2014

- Op weg naar een gezonde leefstijl - Bewegen als medicijn - programma X-Fittt

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen

Sport- en beweegaanbod

HANDREIKING GECOMBINEERDE LEEFSTIJLINTERVENTIE VOOR GEZINNEN

Gecombineerde Leefstijl Interventies

Leefstijl- en preventie professionals! lokale kennisprofessional gezond en actief leven in een landelijk netwerk!

Fitness 2.0. Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven. t.b.v. Menukaart Sportimpuls

Meet the gym is het landelijke project dat de Edwin van der Sar Foundation in samenwerking met Hersenstichting Nederland heeft opgezet.

Dit aanbod is uitstekend te combineren met Mijnzwemcoach.nl of andere interventies uit de menukaart zoals Fiets fit!, Start2run.

Fitness 2.0 Organisatie: Fit!vak Contactpersoon: heer Ronald Wouters Contactpersoon 2: heer Dyon Voogt Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

Richtlijnen beweegprogramma Lekker in je Lijf

Keurmerk Fit!vak Preventiecentra

Stappenplan voor het vormgeven van lokale samenwerking

Draaiboek De organisatie van een beweegactie

RealFit. Wat is het Doelstelling Voor wie Historie Waarom RealFit

BeweegKuur. Algemene informatie

Leefstijl Leeft! J A N W I L L E M L E I D E K K E R K W A R T I E R M A K E R GLI D O C E N T O N D E R Z O E K E R F Y S I O T H E R A P I E

De BeweegKuur: ervaringen en aanbevelingen voor de toekomst

Bewegen op recept bij de sport Organisatie: Sportservice Midden Nederland Contactpersoon: heer Simon Ott Contactpersoon 2: Erkenningen:

Kosten en uren Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

samen op een Olga Commandeur plein

Weert in Beweging Samen op weg naar.. Meest actieve en gezonde stad van Nederland!

Nederlandse Obesitas Kliniek

Eva Smit Karlijn Leenaars Annemarie Wagemakers Gerard Molleman Maria Koelen Koos van der Velden

cursus FITNESSTRAINER

Directe kosten: personeel Rol Structureel Eenmalig Structureel: Sportdocent (HBO) per groep bij een programma van 12 weken, 2x per week een dagdeel.

Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Inhoud Voorwoord. Leeswijzer. Klantprofielen

STICHTING WELZIJN OUDEREN DINKELLAND. Fit en Gezond in Dinkelland

Route Zorg & Welzijn: Depressie en bewegen; succes- en faalfactoren (GLI)

Slim & creatief omgaan met data

Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen:

De brug tussen zorg, sport en bewegen. Hans Arends Donderdag 21 september 2012

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2

Diafit. Een test- en trainingsprogramma voor diabetes type 2 patiënten

LEEFSTIJLCOACH LEEFSTIJLCOACH

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Inhoud 1. Begripsbepalingen Inleiding Aandacht voor preventie Kwaliteitsbeleid Minimumeisen...

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 Kids in Action Doelgroep jarigen

Welkom bij de workshop Behoud van spierkracht bij ouderen. Esmée Doets en Michael Tieland 13 mei 2019

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project

Beweegprogramma Diabetes Mellitus type 2

LEEFSTIJLCOACH LEEFSTIJLCOACH

Eén loket voor leefstijl op maat

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

Functieprofiel van de sport- en bewegingsleider betrokken bij de BeweegKuur

Competentieprofiel van de BeweegKuurfysiotherapeut/oefentherapeut

BeweegKuur op hoofdlijnen

Inspiratie voor een gezondere leefstijl! Gezondere werknemers! Gezonder bedrijf!

ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden KANSEN EN SUCCESSEN VAN DE SPORTIMPULS

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?!

Zeeland In Beweging Challenge aanmeldformulieren

Inhoud Plan van aanpak werkgroep Chronische Zorg... 2 Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep...

Stapjefitter re-integratie Organisatie: CBO Contactpersoon: mevrouw Sarah Pos Contactpersoon 2: mevrouw Annemiek Dorgelo Erkenningen:

Orbis Medisch Centrum te Sittard. Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016

Kernelement Samenwerking tussen zorg en sport

Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging Tessa Magnée en Cindy Veenhof

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Inhoud 1. Begripsbepalingen Inleiding Aandacht voor preventie Kwaliteitsbeleid Minimumeisen...

Leefstijlinterventies voor personen met een ernstig psychiatrische aandoening

Regionale Aanpak Aangepast Sporten. Extra modules B

Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven

Effectief Actief interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2016 Samen Sportief in Beweging

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

B-FIT TRAININGSWIJZER. Verkorte therapeutenhandleiding

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Workshop. De buurtsportcoach in een glansrol op het sociale domein: werk, zorg, jeugd.

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Nederlandse Obesitas Kliniek. Visie. Verkort behandeltraject

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Rapport proef met ActiefMET in de BeweegKuur

DE COACH METHODE BIJ MENSEN MET DIABETES TYPE 2

4. Gezondheid kans of opgave voor bedrijven?

Samenvatting voor niet-ingewijden

Bijlage kosten Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

Transcriptie:

Fitness voor overgewicht en (pre)diabetes Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven 29 Juli 2013, versie 3.0 Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie centrumgezondleven@rivm.nl www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies www.effectiefactief.nl effectiefactief@nisb.nl Maart 2013, versie 1.0

Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Fit!vak Adres St.Bernulphusstraat 13h Postcode 6861 GS Plaats Oosterbeek E-mail info@fitvak.com Telefoon 026-3390730 Fax 026-3390730 Website www.fitvak.com (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Fax Dyon Voogt St.Bernulphusstraat 13h 6861 GS Oosterbeek d.voogt@fitvak.com 06-51929805 nvt Referentie in verband met publicatie Naam auteur Titel interventie Databank(en) Plaats, instituut Datum Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad. Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties 2

Inhoud Colofon... 2 Samenvatting... 4 Uitgebreide beschrijving... 5 1. Probleemomschrijving... 6 2. Beschrijving interventie... 5 3. Samenhang... 10 4. Uitvoering... 11 5. Evaluatie van praktijkervaringen... 14 6. Aangehaalde literatuur... 17 3

Samenvatting Eén A-4tje, maximaal 400 woorden Schrijf hier een korte pakkende beschrijving van de interventie en neem hier in ieder geval de volgende onderdelen in op: Doelgroep, doel en aanpak van de activiteiten. Doelgroep Fitness voor overgewicht en (pre)diabetes is een gecombineerde leefstijlinterventie voor mensen met overgewicht en (pre)diabetes type 2. Het betreft mensen met bewegingsarmoede en/of een verminderde belastbaarheid en een verhoogd risicoprofiel voor het Metabool Syndroom (diabetes mellitus type 2) zonder dat er al sprake is voor een manifeste chronische ziekte. Het betreft hier dus mensen die aan de letter objectief gezond zijn (er is geen manifeste ziekte of blessure) en kunnen beschikken over normaal functionerende orgaansystemen. Doel Het realiseren van gezondheidswinst en het laten beklijven van een aangepaste leefstijl door gedragsverandering bij mensen met overgewicht en (pre)diabetes, door middel van meer sporten en bewegen. Subdoelstellingen van het programma zijn: Deelnemers zijn zich bewust van hun eigen (on)gezondheid en de noodzaak dat duurzaam bewegen daar een belangrijke rol in speelt; 50% van de deelnemers na 6 maanden beweegt duurzaam meer volgens de WHO beweegnorm*; 85% van de deelnemers houdt het programma gedurende 6 maanden vol; Diabetespatiënten kunnen hun bloedsuiker beter zelfstandig reguleren; Waar nodig 5% gewichtsreductie. *WHO beweegnorm = 5x per week ADL-activiteiten (wandelen, fietsen) gedurende 200-300 minuten op matige intensief (40-60% VO2max) Aanpak De potentiele deelnemer meldt zich in het Fit!vak Preventiecentrum, met of zonder doorverwijzing vanuit de 1 e lijnszorg. Daar maakt hij kennis met het Fit!vak Preventiecentrum, de Bewegingsdeskundige Prediabetes en krijgt hij een presentatie van het aanbod. Dan doorloopt hij de intakeprocedure om vervolgens te besluiten zich al dan niet in te schrijven als deelnemer aan het 6-maandelijkse programma. De Bewegingsdeskundige Prediabetes voert de beweeganalyse uit en bepaalt op basis hiervan, samen met de deelnemer, de doelstellingen van het programma. De inhoud van het beweegprogramma is afhankelijk van de faciliteiten en de mogelijkheden van het Fit!vak Preventiecentrum. De deelnemer stroomt in het beweegprogramma in, welke kan bestaan uit trainingen in groepsverband of individueel, zowel binnen als buiten de muren van het fitnesscentrum. De ACSM beweegnorm (schijf van drie) dient hierbij als richtlijn. De deelnemer bouwt zijn trainingen gedurende 6 maanden geleidelijk op naar minimaal 5-7 dagen matig intensief bewegen, 3x per week 20 minuten conditioneel bewegen en 2 per week 8-10 spier verstevigende oefeningen. De intake, (her)testen en evaluatiemomenten dienen te worden uitgevoerd door een geregistreerde Bewegingsdeskundige Prediabetes omdat alleen hij voldoende gekwalificeerd is en over de juiste kennis en vaardigheden beschikt. Voor training van mensen met overgewicht is samenwerking met andere disciplines niet strikt noodzakelijk, 4

maar voor hen geldt echter wel dat een multidisciplinaire interventie effectiever is, en de voorkeur geniet boven monodisciplinaire trainingsprogramma s. Samenwerking met fysiotherapeut, diëtist, diabetesverpleegkundige en/of praktijkondersteuner is echter wel noodzakelijk in het begeleiden van mensen met DMII. Deze specialisten kunnen al dan niet in het Fit!vak Preventiecentrum werken. Of en met welke specialisten deze samenwerking gerealiseerd is, wordt gecontroleerd door de onafhankelijke keuringsinstantie Keurmerk Fitness. Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard en ernst van het probleem Gebruik hiervoor maximaal 400 woorden. Beschrijf ook de spreiding (hoe vaak komt het probleem voor en bij wie) en de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen. Overgewicht (BMI >25<30) en obesitas (BMI>30), een abdominale vetverdeling, inactiviteit, een voeding rijk aan verzadigd vet en leeftijd spelen naast erfelijke aanleg een belangrijke rol in de ontwikkeling van diabetes mellitus type 2 (DMII).De mate van overgewicht is een belangrijke risicofactor in het ontwikkelen van DMII. Mensen met een BMI groter dan 30 hebben 5-12 keer meer kans op het ontwikkelen van DMII. In 2009 had 47% van de Nederlandse bevolking ouder dan 20 jaar een BMI groter dan 25. Meer dan 800.000 mensen in Nederland hebben diabetes. Jaarlijks komen hier ongeveer 87.000 nieuwe patiënten bij. Het aantal mensen met diabetes is in werkelijkheid een kwart hoger dan de gediagnostiseerde 801.000. Dit komt omdat lang niet iedereen met diabetes bekend is bij de huisarts. Daarnaast hebben nog ongeveer 750.000 mensen tussen de 30-70 jaar een verstoorde glucosetolerantie. Mensen met ernstig overgewicht sterven gemiddeld 3 jaar eerder, dan mensen zonder overgewicht. In totaal is ernstig overgewicht de oorzaak voor 5% van alle sterfgevallen. Verder zullen mensen met ernstig overgewicht minder jaren in goede gezondheid doormaken, omdat chronische ziekten en aandoeningen eerder optreden. Mensen met ernstig overgewicht verliezen ruim 5 jaar aan gezonde levensverwachting. Het totaal aantal sterfgevallen waarvan DMII de primaire of secundaire doodsoorzaak is, bedroeg in 2007 10.811. Dit is 8,1% van het totaal aantal sterfgevallen in 2007. Hoogstwaarschijnlijk is dit een onderschatting (RIVM). Meer bewegen is belangrijk, zowel voor de algemene gezondheid als voor de preventie. Mensen met overgewicht en mensen met chronische aandoeningen bewegen uit zichzelf vaak te weinig. Om te bevorderen dat deze mensen blijvend gezond gaan bewegen, is samenwerking tussen zorgverleners en sport- en beweegaanbieders in de buurt gewenst. Zowel huisartsen als fysiotherapeuten zijn van mening dat het goed is dat meer bewegen buiten de zorg plaatsvindt maar zorgverleners denken dat het bestaande beweegaanbod soms minder geschikt is voor hun patiënten. Voor een deel van de mensen is het wellicht goed om (eventueel als tijdelijke opstart) een specifiek beweegaanbod op te zetten. Dit specifieke beweegaanbod kan goed door (specifiek) getrainde en ervaren beweegaanbieders worden verzorgd. Wanneer er een certificeringssysteem zou komen voor beweegaanbieders zou dit zorgverleners wellicht meer vertrouwen kunnen geven en hebben beweegaanbieders meer mogelijkheden zich te profileren. (NIVEL) 2. Beschrijving interventie Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel 5

gericht is op de community als de school als de individuele docent. Of aan interventies met verschillende modules die bij een doelgroep op maat worden toegepast. Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema. Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie verder bij de betreffende paragrafen hieronder. 2.1 Doelgroep Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? Volwassenen (mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder) met overgewicht (BMI 25> < 30), pre-diabetes en diabetes type 2 die hun toekomstige gezondheid merkbaar (subjectief) en meetbaar (objectief) willen verbeteren door meer te gaan bewegen. De omvang van deze groep wordt (landelijk) geschat op 1 tot 1,5 miljoen mensen. Het betreft mensen met bewegingsarmoede en/of een verminderde belastbaarheid en een verhoogd risicoprofiel voor het Metabool Syndroom (diabetes mellitus type 2) zonder dat er al sprake is voor een manifeste chronische ziekte. Het betreft hier dus mensen die aan de letter objectief gezond zijn (er is geen manifeste ziekte of blessure) en kunnen beschikken over normaal functionerende orgaansystemen. Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? Alle (945) fitnessondernemers in Nederland die aangesloten zijn bij brancheorganisatie Fit!vak en dus beschikken over het keurmerk basis. Zij dienen aan de keuringscriteria te voldoen conform het keurmerk Fit!vak Preventiecentrum. Alleen als fitnesscentra voldoen aan de criteria van dit keurmerk, kunnen zowel deelnemers als hun doorverwijzers er van op aan dat het specifieke beweegaanbod voor deze doelgroep door (specifiek) opgeleide en geregistreerde instructeurs wordt verzorgd, en dat het fitnesscentrum zijn organisatorische kwaliteiten (waaronder de samenwerking met de 1 e lijnszorg) geborgd heeft. De 1e lijnszorg; huisartsen, praktijkondersteuners, oefen- en fysiotherapeuten, diëtisten, diabetes verpleegkundigen en gewichtsconsulenten. Selectie van doelgroepen Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Helaas zijn er geen concrete landelijke of internationale richtlijnen voor exclusiecriteria (uitsluitingscriteria) van diabetespatiënten voor bewegingsprogramma's. Tijdens de intake beoordeelt de Bewegingsdeskundige Prediabetes aan de hand van de Physical Activity Readyness Questionary (PARQ)-/ Start veilig bewegen - vragenlijst of de potentiele deelnemer kan starten met een beweegprogramma. Wanneer uit de vragenlijst blijkt dat hij (nog) niet kan starten, dan dient hij (terug)verwezen te worden naar de (behandelend) arts, of een fysiotherapeut gespecialiseerd in het behandelen van klanten met overgewicht, obesitas en/of DMII Exclusiecriteria die lokaal in overleg (met huisartsen, oefen- en fysiotherapeuten, praktijkondersteuners, diabetesverpleegkundigen e.d.) geformuleerd kunnen worden, begeven zich op de volgende terreinen: - Medische exclusiecriteria: dit betreft alle potentiele deelnemers waarover niet met voldoende zekerheid of autoriteit gezegd kan worden dat hun chronische ziekte een stabiel verloop heeft. - Fysieke exclusiecriteria: dit betreft potentiele deelnemers met dermate grote fysieke beperkingen dat enig trainingseffect redelijkerwijs niet haalbaar lijkt. - Mentale exclusiecriteria: dit betreft potentiele deelnemers met onvoldoende motivatie of een psychologisch dan wel psychiatrisch disfunctioneren. Naast deze exclusiecriteria kunnen er in individuele gevallen specifieke voorzorgsmaatregelen bij intensieve fysieke training noodzakelijk zijn. Overleg met behandelend arts, psycholoog/maatschappelijk werker, 6

diabetesverpleegkundige en/of praktijkondersteuner en/of de fysiotherapeut gespecialiseerd in training bij DMII is dan noodzakelijk. 2.2 Doel Hoofddoel Wat is het hoofddoel van de interventie? Het realiseren van gezondheidswinst en het laten beklijven van een aangepaste leefstijl door gedragsverandering bij mensen met overgewicht en (pre)diabetes, door middel van meer sporten en bewegen. Subdoelen Wat zijn de subdoelen van de interventie? Deelnemers zijn zich bewust van hun eigen (on)gezondheid en de noodzaak dat duurzaam bewegen daar een belangrijke rol in speelt; 50% van de deelnemers na 6 maanden bewegen duurzaam meer volgens de WHO beweegnorm; 85% van de deelnemers houdt het programma gedurende 6 maanden vol; Diabetespatiënten kunnen hun bloedsuiker beter zelfstandig reguleren; Waar nodig 5% gewichtsreductie. Intermediaire doelgroepen: Meer actoren binnen de 1elijnszorg (huisarts, praktijkondersteuner, fysiotherapeut, diëtist, e.d.) gaan met vertrouwen patiënten doorverwijzen. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur - indien van toepassing. Voeg hier eventueel een schema in. Stap 1: Kennismaking en intake De potentiele deelnemer meldt zich in het Fit!vak Preventiecentrum, met of zonder doorverwijzing vanuit de 1 e lijnszorg. Daar maakt hij kennis met het Fit!vak Preventiecentrum, de Bewegingsdeskundige Prediabetes en krijgt hij een presentatie van het aanbod. Dan doorloopt hij de intakeprocedure om vervolgens te besluiten zich al dan niet in te schrijven als deelnemer aan het 6-maandelijkse programma. Stap 2: Beweeganalyse en samenstellen beweegprogramma De Bewegingsdeskundige Prediabetes voert de beweeganalyse uit en bepaalt op basis hiervan, samen met de deelnemer, de doelstellingen van het programma. De inhoud van het beweegprogramma is afhankelijk van de faciliteiten en de mogelijkheden van de Fit!vak Preventiecentrum. Stap 3: Uitvoering programma gedurende 6 maanden De deelnemer stroomt in het beweegprogramma in, welke kan bestaan uit trainingen in groepsverband of individueel, zowel binnen als buiten de muren van het fitnesscentrum. De ACSM beweegnorm (schijf van drie) dient daarbij als richtlijn. De deelnemer bouwt zijn trainingen gedurende 6 maanden geleidelijk op naar minimaal 5-7 dagen matig intensief bewegen, 3x per week 20 minuten conditioneel bewegen en 2 per week 8-10 spier verstevigende oefeningen. Stap 4: Evaluatie voortgang De Bewegingsdeskundige Prediabetes bepaalt i.o.m. de fitnessondernemer in welke frequentie hij gedurende deze 6 maanden evaluatiemomenten in plant, maar in ieder geval na 6 maanden. Dan wordt samen met de deelnemer de eerste 6 maanden geëvalueerd. Dit gesprek dient als nieuwe startpunt voor een volgende trainingsperiode. De duur en inhoud van het beweegprogramma wordt bepaald in samenspraak met de deelnemer. 7

Locatie en uitvoerders Waar wordt de interventie uitgevoerd en door wie? Indien van toepassing per onderdeel beschrijven. De interventie wordt uitgevoerd door het Fit!vak Preventiecentrum omdat alleen daar de kwaliteit van organisatie en begeleiding geborgd is. Voor training van mensen met overgewicht zonder co morbiditeit is samenwerking met andere disciplines niet strikt noodzakelijk. De obese deelnemer dient te streven naar een negatieve energiebalans. Enerzijds kan een negatieve energiebalans worden bereikt door een matig energiebeperkt dieet, waarbij overleg met de diëtist noodzakelijk is, anderzijds door trainingen te doen die zich richten op het vergroten van het uithoudingsvermogen en spiermassa. Voor hen geldt dat multidisciplinaire interventies effectiever zijn, en de voorkeur genieten boven monodisciplinaire trainingsprogramma s. Samenwerking met fysiotherapeut, diëtist, diabetesverpleegkundige en/of praktijkondersteuner is wel noodzakelijk in het begeleiden van mensen met DMII. Deze specialisten kunnen al dan niet in het Fit!vak Preventiecentrum werken. De intake, (her)testen en evaluatiemomenten dienen te worden uitgevoerd door een geregistreerde Bewegingsdeskundige Prediabetes omdat alleen hij voldoende gekwalificeerd is en over de juiste kennis en vaardigheden beschikt. De trainingen kunnen worden uitgevoerd door andere instructeurs, maar de Bewegingsdeskundige Prediabetes fungeert als casemanager voor de deelnemer. Inhoud van de interventie Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en eventueel in welke volgorde? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe. Kennismaking Potentiele deelnemers melden zich aan de receptie van het Fit!vak Preventiecentrum, omdat ze zelf willen gaan bewegen of omdat ze zijn doorverwezen door bijvoorbeeld een arts, praktijkondersteuner, diëtist of fysiotherapeut. Intake De potentiele deelnemer vult de PARQ- /'Start Veilig Bewegen' -vragenlijst in. Als hieruit blijkt dat inclusie kan plaats vinden, zal hij zich als nieuwe deelnemer inschrijven. Maken beweeganalyse Tijdens de intake worden de PAR-Q, de aanvullende medische vragenlijst en de persoonlijke doelen en beweegvoorkeuren besproken. De Bewegingsdeskundige Prediabetes gaat in op het behalen van de ACSM beweegnorm (schijf van drie). Klachten en symptomen, ervaren drempels, barrières en zelfeffectiviteit worden geanalyseerd en besproken met de deelnemer. Tenslotte worden lichaamssamenstelling, buikomvang en uithoudingsvermogen getest. Op basis hiervan bepaalt de bewegingsdeskundige Prediabetes en de deelnemer per activiteit de gemeenschappelijke meetbare en objectiveerbare doelen. Deze doelen dienen voor beiden dusdanig motiverend en realistisch te zijn dat beiden zich er volledig aan kunnen committeren. Het trainingsresultaat van deze activiteiten dient toetsbaar te zijn. Samenstellen beweegprogramma Het beweegprogramma dient zich te richten op; het verbeteren van het aeroob uithoudingsvermogen het verbeteren van de spierkracht het behalen van de ACSM beweegnorm (de schijf van drie) 8

het verlagen van de middelomtrek het verbeteren van de lichaamssamenstelling het verminderen van het lichaamsgewicht De invulling van het beweegprogramma wordt door Bewegingsdeskundige Prediabetes bepaald samen met de deelnemer, op basis van aanwezige faciliteiten en mogelijkheden van de Fit!vak Preventiecentrum. Uitvoering programma Het beweegprogramma kan bestaan uit trainingen in groepsverband of individueel, zowel binnen als buiten de muren van het fitnesscentrum. Uitgangspunt is dat de deelnemer het programma minimaal 6 maanden volgt. Uit onderzoek blijkt namelijk dat deze periode noodzakelijk is om een blijvende gedragsverandering te realiseren. De Bewegingsdeskundige Prediabetes gaat aan de slag met de deelnemers te begeleiden om de beweeg- en trainingsdoelen te laten behalen, door een goede planning, instrueren, begeleiding, motiveren, bijsturen, monitoren en evaluatie. Het beweegprogramma zelf kan ook heel goed worden uitgevoerd door andere instructeurs dan de Bewegingsdeskundige Prediabetes. Evaluatie voortgang De fitnessondernemer mag zelf bepalen in welke frequentie hij gedurende deze 6 maanden evaluatiemomenten in plant, maar in ieder geval na 6 maanden. Dan wordt de deelnemer namelijk gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. Dit formulier wordt met de deelnemer besproken. Dit gesprek dient als nieuwe startpunt voor een volgende trainingsperiode. De duur en inhoud van het beweegprogramma wordt bepaald in samenspraak met de deelnemer. Naast de kwaliteit van begeleiding door de Bewegingsdeskundige Prediabetes, is het van belang dat er een werkwijze is, waarin zowel veiligheid als effectiviteit van een beweegprogramma kan worden waargemaakt. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? In te rapport van NISB Van zorg naar sport en bewegen - Interviews met zorgverleners en sportaanbieders over de doorstroom van Beweegkuur-deelnemers vanuit de eerstelijns gezondheidszorg naar het lokale sporten beweegaanbod staat dat deze doelgroep met name geïnteresseerd is in activiteiten als fietsen, wandelen en fitness. De fitnessondernemer kan binnen zijn mogelijkheden zelf bepalen welke activiteiten hij binnen zijn beweegprogramma aanbiedt. De fitnessondernemer kan (afhankelijk van zijn lokale situatie) zelf bepalen welke sport- en beweegactiviteiten hij aan de deelnemer aanbiedt. Hij doet er verstandig aan om, in samenspraak met de deelnemer (middels de beweegvoorkeur analyse), die activiteiten te kiezen die enerzijds passen bij de fysieke mogelijkheden en de ambitie van de deelnemer (ooit weer eens lekker te kunnen gaan voetballen) en anderzijds passen bij de financiële mogelijkheden van de deelnemer. De fitnessondernemer kan zich hierin laten beperken door het activiteiten aanbod dat hij zowel binnen als buiten de muren van het fitnesscentrum aanbiedt. Maar hij kan ook opties aanbieden waarbij de deelnemer gebruik maakt activiteiten bij andere sportaanbieders (sportverenigingen, wandelclubs, welzijnswerk) waarmee hij een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Dit concept, waarbij de fitnessondernemer een menukaart aan sport- en beweegactiviteiten aanbiedt (mede namens andere sport- en beweegaanbieders), staat sinds enkele jaren binnen de fitnessbranche bekend als Fitness 2.0. 2.5 Vergelijkbare interventies Nee In Nederland uitgevoerd Worden in Nederland vergelijkbare interventies uitgevoerd, zo ver bekend? Welke? Zijn deze opgenomen in één van de databanken met (potentieel) effectieve interventies? 9

Overeenkomsten en verschillen Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen (puntsgewijs)? nvt Toegevoegde waarde Wat is de toegevoegde waarde van deze interventie? nvt 3. Samenhang (Facultatief) Beschrijf in maximaal 250 woorden hoe de aanpak aansluit bij de aanleiding, het doel en de doelgroep. Anders gezegd: hoe leidt deze aanpak bij deze situatie en/of dit probleem tot het beoogde doel bij deze doelgroep. 10

4. Uitvoering Materialen Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie? Managementmateriaal: Een stappenplan voor de implementatie van de interventie Een voorbeeld structuur voor de opzet van een kwaliteitshandboek Interne procedures (pre)diabetes Begeleidingsprotocol Actief met (pre)diabetes Marketingchecklist Het klantvolgsysteem waarin leden gekoppeld kunnen worden aan trainers en aan begeleidingsprotocollen Het nieuwe Fit!vak uniforme intake-traject binnen het digitale klantvolgsysteem Het digitale interne team communicatieprogramma Het online kwaliteitsmanagement jaarplan Tevredenheid enquête diabetes-/preventieprogramma Wat Kan Beter procedure Een online club e-learning portal om het gehele team op algemene en specifieke expertise te trainen Werkdocumenten multidisciplinair team: Gebruikersdocumenten voor de Start Veilig Bewegen intake Het (pre)diabetes preventieplan Het (pre)diabetes preventie consult Overdrachtsformulier Fysiotherapeut- Diëtist Outtake formulier Positioneringmateriaal: Promotie materialen Actief met (pre)diabetes Bedrijfsprogramma en correspondentie Bewegen is medicijn/schijf van 3 materialen voor interne bekendmaking Bekendmaking en correspondentie 1e lijnszorg Al deze middelen worden de fitnessondernemer in een gemakkelijke, persoonlijke online toolbox aangereikt. Type organisatie Welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? Alleen leden van Fit!vak die voldoen aan de criteria van een Fit!vak Preventiecentrum. Opleiding en competenties Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist? Een Fit!Vak Preventiecentrum moet een in EREPS.nl geregistreerde Bewegingsdeskundige Prediabetes in dienst hebben om de interventie uit te kunnen voeren. Alleen fitness instructeurs die een rijks erkend diploma op niveau 4 hebben, komen in aanmerking voor deelname aan het schriftelijk examen Bewegingsdeskundige Prediabetes, dat onder auspiciën van Fit!vak wordt uitgevoerd. Er zijn diverse particuliere opleidingsinstituten (Bewegingscentrum Drachten, EFAA, Fysio Fhysics, Opleidingen 2000 en Start to Move) die de één-of tweedaagse opleiding verzorgen tot Bewegingsdeskundige Prediabetes. De competentie eisen van de Bewegingsdeskundige Prediabetes staan vermeld op website van Fit!vak. 11

De intake, (her)testen en evaluatiemomenten dienen te worden uitgevoerd door de Bewegingsdeskundige Prediabetes omdat alleen hij voldoende gekwalificeerd is en over de juiste kennis en vaardigheden beschikt. Alle andere activiteiten mogen door een andere instructeur uitgevoerd worden. Tijdens de aanwezigheid van de deelnemers aan het beweegprogramma is er altijd iemand in het Fit!vak Preventiecentrum aanwezig die weet hoe te handelen bij calamiteiten (in relatie tot de doelgroep). Indien er zich voor, tijdens of na een training omstandigheden hebben voorgedaan waardoor de deelnemer de (zelfstandige) training voortijdig heeft moeten afbreken, dan wordt de Bewegingsdeskundige Prediabetes hierover door de instructeur geïnformeerd. Kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? Alleen fitnesscentra die voldoen aan alle criteria van het keurmerk Fit!vak Preventiecentrum kunnen deze interventie uitvoeren. De aanvraag voor een 1 e keuring dient schriftelijk te worden aangevraagd bij Fit!vak middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het onafhankelijke instituut Keurmerk Fitness voert de jaarlijkse keuringen uit. Het keurmerk is steeds voor een jaar geldig. De 1 e keuring is schriftelijk (en dus op afstand). De 2 e keuring vindt plaats op locatie en is praktisch van aard. De keuring in het derde jaar valt samen met de basis keuring en is ook weer praktisch van aard. De 4 e is weer schriftelijk en de 5 e weer op locatie. De werkgroep Fit!vak Preventiecentra komt op reguliere basis bij elkaar komt. Zij kan en mag over alle aspecten van de interventie en het keurmerk iets zeggen. Zij voeden daarmee de Fit!vak commissies opleidingen, beweegprotocollen en kwaliteit, die inhoudelijk beslissen over respectievelijk het competentieprofiel, het beweegprogramma en het keurmerk. De effectiviteit van de interventie wordt op landelijk niveau gemonitord, gerapporteerd en geëvalueerd door Fit!vak. De Bewegingsdeskundige Prediabetes dient daartoe van elke deelnemer 3 maandelijks de vooruitgang te testen en te registeren in een online registratiesysteem. Randvoorwaarden Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? De ondernemer moet zich ervan bewust zijn dat bij samenwerking tussen zulke verschillende sectoren als zorg en sport het verschil in cultuur, tijdsbesteding en prioriteiten soms belemmerend kan werken. Het opbouwen van structurele samenwerking tussen zorgverleners en het Fit!vak Preventiecentrum zal daarom veel tijd kosten en doelen moeten daarom in een reëel tijdpad worden gesteld. In het document van NISB Stappenplan voor het vormgeven van lokale samenwerking staan praktisch tips. Een kennismaking tussen zorgverleners en de fitnessondernemer die is ontstaan, wordt belangrijk gevonden en gewaardeerd, maar leidt niet vanzelfsprekend tot een structurele samenwerking en doorstroming van deelnemers naar het Fit!vak Preventiecentrum. In het document van NISB Stappenplan voor het vormgeven van lokale samenwerking staan praktisch tips. De zorg en sportsector zelf leggen of onderhouden nog weinig contacten en een faciliterende rol van bijvoorbeeld gemeente of Regionale Ondersteuning Structuur (ROS) is nog vaak nodig. In het document van NISB Stappenplan voor het vormgeven van lokale samenwerking staan praktisch tips. Een belemmerende factor bij de doorstroming van patiënten naar het reguliere lokaal sportaanbod is dat zorgverleners het niet altijd als hun verantwoordelijkheid zien om patiënten te verwijzen. Een heldere taakverdeling, gedeelde verantwoordelijkheid en een duidelijke missie en doelstellingen worden als bevorderende factoren genoemd. Zorgverleners vinden het sportaanbod soms niet geschikt voor hun patiënten en fysiotherapeuten hebben soms zelf een beweegaanbod. Doorstroming werkt beter naarmate de zorgverlener zelf gemotiveerd is en actief doorverwijst, of deelnemers zelfs begeleidt. Het goed zichtbaar maken van resultaten van de samenwerking werkt bevorderend. Positieve ervaringen van patiënten zouden zowel voor huisartsen als fysiotherapeuten de grootste stimulans zijn om meer patiënten te verwijzen. 12

Het is belangrijk dat er een financieel laagdrempelig beweegaanbod is aangezien de doelgroep vaak minder te besteden heeft. Patiënten zijn niet altijd intrinsiek gemotiveerd om te gaan bewegen, en doorstroming naar een lokaal beweegaanbod is voor hen vaak een grote drempel, ook wanneer er een gesubsidieerd of speciaal aanbod is. In dit kader is het aanbevelenswaardig dat de fitnessondernemer de deelnemer diverse (goedkopere) opties aanbiedt waaruit hij kan kiezen. Mogelijkheden hierin zijn o.a. een beweegprogramma dat de deelnemer van thuis uit kan volgen (bijvoorbeeld middels een beweegmonitor en een online leefstijlplatform zoals Its my life of FitCoach ) of een aanbod van activiteiten welke worden aangeboden door andere sport- en beweegaanbieders ( Fítness 2.0 concept) De buurtsportcoach die vanaf 2012 wordt ingezet, zou een belangrijke schakel (makelaarsfunctie) kunnen vormen tussen zorg en sport. In het eindrapport werkgroep flankerend beleid buurtsportcoaches Aan de slag met de Buurtsportcoach staat heel praktisch beschreven hoe dit het beste kan. Op de website van Sport en bewegen in de Buurt staan ook de financieringsmogelijkheden van de buurtsportcoach beschreven. De regionale netwerken van ROS, GGD, en sportraad stellen soms een sociale kaart op met daarop de sport en beweegvoorzieningen in de buurt en organiseren informatiebijeenkomsten rondom zorg en sport. Samenwerking en netwerkvorming tussen zorg en sport zou moeten worden ingepast in het lopend gemeentelijk zorgen sportbeleid. In de bestaande netwerken participeren gemeenten echter niet altijd actief, door gebrek aan tijd en bezuinigingen. Wanneer de gemeente wel actief betrokken is bij de samenwerking, vindt beleidsmatige verankering plaats en ontstaan soms gereduceerd sportaanbod en een gesubsidieerde beweegmakelaar. Binnen de gemeente zou intensief overleg moeten bestaan tussen de afdelingen sport, welzijn en gezondheid, maar dat is nog niet overal het geval. Bron: Kennisvraag - Zorg en sport bewegen in de buurt (Nivel 2013) Overdraagbaarheid en/of implementatie Is er een systeem voor de overdracht en/of implementatie? Geef een samenvatting. Een ondernemer kan er voor kiezen om zich de volledig zelfstandig voor te bereiden op de externe audit voor het Keurmerk Fit!vak Preventiecentrum. Met het handboek dat Fit!vak ter beschikking stelt en de online helpdesk is dat mogelijk. De doelstelling is het behalen van het keurmerk Fit!vak preventiecentrum. De ondernemer moet rekening houden met een implementatietraject van 3 tot 12 maanden, afhankelijk van het huidige organisatieniveau binnen het fitnesscentrum, de tijd die de ondernemer kan vrijmaken, en de kwaliteiten van de fitnessondernemer. Veel ondernemers hebben echter de behoefte aan ondersteuning in de vorm van een opleidingstraject. Er worden door EFAA Opleidingen een tweetal opleidingstrajecten aangeboden. Preventiecentrum managementopleiding De duur van dit opleidingstraject is 12 maanden en bestaat uit 6 management opleidingsdagen en twee terugkomdagen. En er is één training bij de fitnessondernemer op locatie. Het 10-stappenplan van deze managementopleiding ziet er als volgt uit: Kwaliteitshandboek en interne communicatie ACSM beweegmodel toepassing Kennisontwikkeling team/trainers over het beweegmodel Kennisontwikkeling diabetes beweegbegeleiding en chronische aandoeningen Effect onderzoek fitness en gezondheidsbevordering. Diabetes preventieprotocol Klantcontact controlesysteem waarborgen Test/intake protocol Sociale kaart en lokaal netwerk Kwaliteit/Audit programma Preventiecentrum managementopleiding (zelfstandig programma) Deze opleiding is voor de ondernemer die zijn organisatie al prima heeft georganiseerd, reeds beschikt over een kwaliteitshandboek, waar de interne communicatie goed ingericht is, en waar al wordt samengewerkt met fysiotherapie en misschien ook al met diëtisten, en is er een goede aansturing van de fitnessafdeling. 13

Door middel van de online Leefstijlclub toolbox krijgt de ondernemer de benodigde documenten en hulpmiddelen aangereikt. Dit programma is zonder additionele begeleiding of training, wel kan de ondernemer een beroep doen op de helpdesk van EFAA. Kosten Wat zijn de kosten van de interventie? Denk ook aan de uren voor voorbereiding en evaluatie. Kosten voor de deelnemer; Kosten van deelname aan een traject van 6 maanden (of langer) voor de deelnemer bestaan uit; Eenmalige entreebijdrage (voor intakeprocedure); ca. 40-80 Maandelijkse bijdrage voor gebruik van de faciliteiten / lidmaatschap van de Fit!vak Preventiecentrum (ca. 40-50 per maand) De ondernemer is vrij in de keuze van abonnementsvorm en tarifering, deze wijze waarop en wanneer hij zijn programma aanbiedt. Dit kan zowel individueel als in kleine of grote groepen, binnen als buiten, vanuit het Fit!vak Preventiecentrum en/of bij mensen thuis. De additionele kosten voor individuele begeleiding (of in groepsverband) van de Personal Trainer, diëtist, fysiotherapeut e.d. variëren per specialisme. Afhankelijk van de soort ziektekostenverzekering word (een deel van) deze kosten vergoed door de zorgverzekeraar. Kosten voor de ondernemer; Opleiding Bewegingsdeskundige Prediabetes + examen; ca. 175,- / 250,- (afhankelijk van de opleider) Registratie Bewegingsdeskundige Prediabetes in EREPS; 49,- per jaar Preventiecentrum Managementopleiding; 1.890,- (exclusief BTW) Preventiecentrum Managementopleiding (zelfstandig programma); 12 maanden x 95,- (exclusief BTW) Keuring Fit!vak Preventiecentrum; 105,- De tijdsinvestering die een fitnessondernemer moet doen voor het behalen van het keurmerk moet doen wordt geschat op 50-150 uur. Dit is afhankelijk van de huidige organisatieniveau binnen de onderneming en het gewenste kwaliteitsniveau. Daarnaast moet de ondernemer rekening houden met een behoorlijke tijdsinvestering in het opbouwen van een netwerk met de eerste lijn. Belangrijk is om van het begin af aan te realiseren dat een ondernemende houding en integrale samenwerking een essentiële rol spelen. Net als veel andere leefstijlinterventies is dit een preventieinstrument dat zich op het snijvlak van de verantwoordelijkheid van gemeenten, zorgverzekeraars en individuen bevindt. Dit maakt het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen om aan een goede samenwerking te bouwen en te verankeren. Het Nationaal Instituut voor Sport en bewegen (NISB) heeft de toolbox financiering gecombineerde leefstijlinterventie ontwikkeld. Deze heeft tot doel landelijk beschikbare kennis en ervaring op dit gebied te bundelen, zodat iedereen daar vanuit zijn eigen behoefte uit kan putten. In deze toolbox zijn ook goede voorbeelden te vinden waarin wordt beschreven op welke manier het binnen bepaalde gemeenten is gelukt om met elkaar een gecombineerde leefstijl interventie structureel te financieren. De toolbox Financiering is te vinden op de website van de Beweegkuur (www.beweegkuur.nl) onder het kopje financiering en kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een beeld te vormen over de wijze waarop een GLI gefinancierd kan worden na de twee jaar opstartsubsidie vanuit de Sportimpuls. 5. Evaluatie van praktijkervaringen Onderzoek en resultaten 14

Is er een evaluatie geweest van de praktijkervaringen met de interventie bij de uitvoerders en de doelgroepen en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Beschrijf het bereik, de succes- en verbeterpunten en geef indien van toepassing aan of er na de evaluatie punten in de interventie zijn aangepast. Beschrijf hoe de evaluatie is opgezet en neem hier de respons en de respondenten in mee. Onderzoek onder fitnessondernemers Onderzoek (uitgevoerd door Fit!vak en bewerkt door NISB in zomer 2012) heeft uitgewezen dat 24 (43%) van de 56 Fit!vak Preventiecentra (in wording) nog niet waren begonnen met het programma en/of er nog geen instroom was van deelnemers. Toen hadden 11 centra het keurmerk reeds. Inmiddels beschikken 62 fitnesscentra over het keurmerk Fit!vak Preventiecentrum. De meest genoemde succesfactoren van het programma zijn het maatwerk/de doelgroepsgerichte begeleiding (10x genoemd). Daarnaast wordt ook de toegenomen deskundigheid en extra kennis van de professionals door vijf fitnesscentra genoemd als succes. Vervolgens worden het resultaat van de deelnemers (4x), training in groepsverband (4x) en persoonlijke/ 1-op-1 begeleiding (3x) als ook de combinatie van trainen/voeding en psychologische ondersteuning (3x) genoemd. Tenslotte noemen fitnesscentra als succesfactor Motivational Interviewing (2x), uitstraling/bekendheid van het centrum op het gebied van deskundigheid (2x), inzet fysio (2x), begin- en tussentijdse metingen (2x), duidelijk trainingsschema (1x), nieuwe deelnemers (1x), vaste werkwijze i.p.v. vast programma (1x) en coaching door bewegingswetenschapper (1x). De leerpunten die de fitnesscentra hebben zijn erg divers. Ze kunnen onderverdeeld worden in drie gebieden: Begeleiding deelnemers: Er is meer opstarttijd nodig met deze doelgroep voor trainingsschema (2x), begeleiding slaat soms niet aan (2x), kosten voor deelnemer waardoor minder doorverwijzing vanuit huisarts (2x), hoe motivatie deelnemers vergroten (2x), andere tijdstippen (1x), uitleg aan deelnemers over bewegen/voorkomen hypo (1x), coach aanwijzen voor klanten (1x), verwachtingen en uitkomsten goed communiceren (1x), het bekijken van de deelnemer uit ogen van een preventiecentrum en niet vanuit het fitnesscentrum (1x). Verbinding extern: Promotie/PR (4x), aanmeldingen vallen tegen (2x), samenwerking met 1 e lijnszorg (3x), betrekken leefstijlcoach niet veel opgeleverd (1x). Procesmatig: Verbinding/afstemming intern (3x), logistiek/controle op structuur en proces (2x), invullen formulieren (1x), hulpproces declaratie (1x). De meest genoemde behoefte is antwoord op de vraag hoe je de eerste contacten legt/ hoe men met elkaar om de tafel komt (7x genoemd). Daarnaast bestaat bij drie fitnesscentra de behoefte om artsen te overtuigen van de meerwaarde van het programma. Nog eens drie locaties willen de samenwerking met ziekenhuis en/of gemeente (bijv. afdeling sport & gezondheid) verbeteren. Andere behoeftes zijn: meer overdracht vanuit 1 e lijnszorg (2x), lokale partijen meer op de hoogte brengen (2x), bereidheid/behoefte om samen te werken (2x), materiaal/folder (2x), duidelijke afspraken (1x), kennis personeel bekendmaken (1x), niet onderuit te halen resultaten/effecten van programma (1x), mening van zorgverzekeraars (1x), tijd (1x), vaker informatie uitwisselen (1x), communicatie met artsen over het belang van bewegen (1x), landelijke aanpak (1x). Twintig van de fitnesscentra die deze vraag hebben beantwoord hebben hulp nodig bij deze behoeftes. Meest genoemde partijen van wie zij deze hulp willen ontvangen zijn Fit!vak (5x), provincie/overheid (2x), marketingspecialist, ervaringsdeskundige, Syntens, diverse belangengroeperingen, ROS, NISB en EFAA. Een locatie merkt op dat Fit!vak, NISB of EFAA wellicht als neutrale partij de 1 e lijnszorg zou kunnen benaderen met deze aanpak waarna de fitnesscentra serieuzer genomen zullen worden. Op basis van dit onderzoek heeft Fit!vak een aantal initiatieven genomen die er voor moeten zorgen dat ondernemers geholpen worden met de realisatie van hun doelstellingen; Allereerst is er de werkgroep Fit!vak preventiecentra opgezet met een vertegenwoordiging van Fit!vak Preventiecentrum-ondernemers die op reguliere basis bij elkaar komen om prioriteiten toe te kennen aan zaken die ontwikkeld moeten worden, zoals een eigen website voor Fit!vak Preventiecentra, logo s, beeldmerken, persartikels e.d. Er is een handboek ontwikkeld waarin o.a. staat samengevat welke hulpmiddelen en onderzoeken er beschikbaar zijn om de verbinding met overheid en de 1 e lijnszorg tot stand te brengen. In ons eigen vakblad Fit! Magazine, via een speciale e-nieuwsbrief, en tijdens de regiobijeenkomsten word geregeld gerefereerd 15

aan deze onderzoeken en worden ondernemers er bewust van gemaakt dat er nogal wat tools beschikbaar zijn waarvan zij gebruik kunnen maken. NISB wordt daarbij uitgenodigd om toe lichten te geven op de rapporten die voor zijn gekomen op basis van de BeweegKuur. Onderzoek onder deelnemers In juli 2013 is door Fit!vak een eerste (test-)onderzoek uitgezet onder deelnemers aan het (pre)diabetes programma. Alle 62 Fit!vak Preventiecentra kregen een vragenlijst (zie handboek) toegestuurd met het verzoek deze binnen twee weken te laten invullen door een vijftal deelnemers. In het eerste deel van het onderzoek werd inventariserend gevraagd naar startdatum van het programma, of men nog steeds actief was binnen het programma, en of men al een besluit had genomen t.a.v. een vervolg na afloop van het programma? Indien men zou stoppen, wat men dan voor vervolg activiteiten zou willen gaan doen? In het tweede deel werd concreet gevraagd een rapportcijfer te geven voor de diverse onderwerpen betreffende toegankelijk accommodatie, informatievoorziening, afhandeling van klanten en verzoeken, deskundigheid instructeurs en overige personeel, persoonlijke aandacht, vriendelijkheid en behulpzaamheid van de medewerkers, passend trainingsaanbod, veiligheid en netheid accommodatie en de prijs/kwaliteit verhouding. Omdat slechts 3 centra de moeite of de tijd hadden gevonden om zo snel al te reageren, zijn pas van een 15- tal deelnemers de resultaten verwerkt. Er kunnen daarom slechts een aantal opvallende zaken geconstateerd worden; 10 van de 15 deelnemers bleek ouder dan 60 jaar. Deelnemers gaven heel veel hoge waarderingen, slechts sporadisch geven deelnemers een voldoende op een van de ca. 20 onderwerpen. Een onvoldoende werd nooit gegeven. 5 deelnemers waren nog geen 6 maanden aan de slag, 7 deelnemers 7-12 maanden, en 3 deelnemers al meer dan 12 maanden. 9 deelnemers gaven aan er nog niet over na te denken om te gaan stoppen. 4 deelnemers waren al lid geworden van het fitnesscentrum. Slechts 2 personen gaven aan nog niet te weten of ze zouden doorgaan, na afloop van het programma. Op de vraag wat voor sport of beweegactiviteiten de deelnemers zouden willen doen na afloop van het diabetesprogramma bij het fitnesscentrum antwoordde men, op enkele uitzonderingen na, dat men dan zou gaan zwemmen, wandelen en/of fietsen. Bijna alle deelnemers gaven aan dat ze er geen of passend trainingsaanbod buiten de muren van het fitnesscentrum werd geboden. Op basis van de eerste resultaten van dit onderzoek valt voorzichtig te concluderen dat de Fit!vak Preventiecentra er goed aan doen te overwegen (individuele of groepsgeleide) programma s zoals wandelen, fietsen en zwemmen aan te gaan bieden voor deze doelgroep. Doordat senioren een zeer grote deel van het klantenbestand uitmaken zijn dit soort (buiten)activiteiten dan goed te exploiteren. Praktijkvoorbeeld (Facultatief) Beschrijf, indien beschikbaar, in max. 600 woorden een praktijkvoorbeeld van de uitvoering van de interventie. Anne Marie Haex had al jaren diabetes type 2, maar de situatie verergerde zienderogen. In het begin kon Anne Marie een en ander nog prima met een aangepast voedingspatroon opvangen, vanaf begin 2012 gebruikt ze medicijnen om de bloedsuiker onder controle te houden, en dat werd steeds lastiger. Vanuit de huisarts kreeg Anne Marie het advies om wat meer te bewegen. Anne Marie was nooit een sporter geweest en had het idee dat sporten niks voor haar was. Ze had vroeger wel een paar maanden aan badminton gedaan, maar vanaf de zwangerschap van dochter Sharon had ze dat weer 16

laten vallen. Daan, de man van Anne Marie werkte in ploegendienst bij een drukkerij, waardoor het gezin niet altijd met een vaste regelmaat aan tafel zat. Beiden, zowel Anne Marie als Daan, hielden van een oer Hollandse keuken en in familie Haex stond altijd de koekjestrommel open op tafel. Anne Marie vond echter, zeker nu de huisarts had aangegeven dat sporten belangrijk was voor de verdere ontwikkeling van diabetes, dat ze wat meer aan beweging moest gaan doen. Ze had te weinig energie, had steeds meer moeite om haar bloedsuiker onder controle te houden, kreeg steeds meer last van rugpijn en werd zienderogen zwaarder. De vraag was, met welke sport aan de slag? Een vriendin van Anne Marie wees haar op het programma Actief met Diabetes, een programma vanuit sport- en preventiecentrum Life Style Vitae in Weert. Normaliter zou Anne Marie hier nooit voor gekozen hebben, ze was er nl van overtuigd dat er met name fitte en slanke mensen sporten in het sportcentrum. Omdat de vriendin zo enthousiast was, trok ze de stoute schoenen aan en stapte Life Style Vitae binnen. Anne Marie werd te woord gestaan door Inge, de leefstijladviseur van Life Style Vitae. Na een compacte evaluatie van de situatie van Anne Marie werd het Actief met Diabetes programma toegelicht. Het was een 6 maanden programma, met een activiteiten programma volgens de nieuwe beweegrichtlijn (de schijf van 3). Naast sporten voor het uithoudingsvermogen werd ook spiertraining opgenomen in het programma en werd geadviseerd om elke dag minimaal 30 minuten recreatief, rondom het huis, te bewegen. Voor de rugpijn werd er een afspraak gemaakt bij Life Style Health & prevention, de fysiotherapeut en om de voeding onder de loep te nemen werd er samengewerkt met een diëtist van het Groene kruis. Anne Marie was enthousiast en maakte een afspraak om het programma te starten. De eerste afspraak vond plaats met Niels, de beweegdeskundige (pre)diabetes. Anne Marie kreeg een informatie- en programma map overhandigd, waarin stap voor stap het programma werd toegelicht, maar waarin ook belangrijke informatie opgenomen was, waarmee rekening te houden om effectief en veilig aan de slag te gaan. Het handboek bevatte tevens een beweeglogboek, waarmee Anne Marie haar beweegactiviteiten en haar bloedsuiker kon registreren, om zo beter zicht te krijgen hoe haar bloedsuiker reageerde op de verschillende beweegvormen. Er werd een beweeganalyse en fitheidstesten uitgevoerd en een beginsituatie bepaald, waarmee Anne Marie aan de slag kon. In de eerste 3 weken sportte Anne Marie onder begeleiding van Niels, maar al snel was ze in staat om zelfstandig te sporten. Het idee wat Anne Marie had over de fitte mensen en de strakke pakjes, bleek totaal niet van toepassing, allerlei soorten mensen kwam ze tegen op het sportcentrum, ook voldoende die nog wel wat meer kilootjes af moesten vallen dan Anne Marie. Omdat ze nog regelmatig last had van haar rug, kreeg ze van de fysiotherapeut enkele extra oefeningen voor de versterking van de rompspieren, wat al snel zijn vruchten afwierp. Anne Marie leerde in de groepsintroductie Cindy kennen, waarmee ze na de eerste 3 introductie weken samen naar de Zumba les ging. Na 2 maanden sportte Anne Marie 3 keer per week, een keer Zumba, en 2 keer cardio fitness met fitness, een 30 minuten circuit lesje in de fitnesszaal. Onder begeleiding van de diëtist van het Groene kruis, werd ook het voedingspatroon. In het begin wel onder commentaar van Daan, maar na een tijdje zag ook hij er de voordelen van in, zeker toen ook hij 2 kilo overgewicht verloor. Nu, 5 maanden na de start van het programma, is Anne Marie 12 kilo van haar overgewicht kwijt, heeft ze geen rugklachten meer, hoeft ze geen medicijnen meer te slikken voor de diabetes en voelt ze zich veel energieker dan ze ooit is geweest. Ze sport nog steeds 3 keer per week en wandelt steeds meer met Daan en Sharon. Het programma heeft voor mij echt voor een omslag in mijn leven gezorgd. Ik moet me niet voorstellen hoe ik me gevoeld zou hebben, als ik niet met dit programma was gestart aldus Anne Marie. 6. Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters). NIVEL: Kennisvraag - Zorg en sport bewegen in de buurt 17

NISB: Van zorg naar sport en bewegen - Interviews met zorgverleners en sportaanbieders over de doorstroom van Beweegkuur-deelnemers vanuit de eerstelijns gezondheidszorg naar het lokale sport- en beweegaanbod RIVM: Nieuwsbrief 2013-2 NAD: http://actieprogrammadiabetes.nl/nad-nieuwsbrief-april-2013/nieuwe-cijfers-rivm 18