Kenniscentrum InfoMil Energie

Vergelijkbare documenten
EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel

De weg van de energietransitie d.d VEBOA - Alphen aan den Rijn Dhr. E.J. Reemst

Energie Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit

Energiebesparing in de bouw

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel. BIC, Hans van Wolferen

Energieneutraal via de Passief bouwen route

Kennismaking BENG Hans van Eck en Jacqueline Hooijschuur 22 november 2016

NVN 7125 Berekenen energiebesparende gebiedsmaatregelen als onderdeel van de EPC-eis

Verduurzamen van de gebouwde omgeving. Actuele ontwikkelingen op het gebied van verduurzamen gebouwde omgeving

OPZET KLIMAATPLAN

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energieprestaties grondgebonden woningen

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nationaal Expertisecentrum warmte (NEW) Maakt duurzame warmte en koude mogelijk

Helmonds Energieconvenant

Energieprestatie. Energieprestatie van gebouwen en de rol van de installatiesector. Kees Arkesteijn (ISSO)

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

Duurzame ontwikkeling:

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Voorbeelden toepassen Besluit m.e.r.

Een goede jas: schoon, gezond en zuinig. Frank te Poel 10 oktober 2007

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden (ASV);

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Bieden van gelegenheid voor het beoefenen van sport in de buitenlucht

PLUS LEVEN. Wetgeving 2015; epc van 0,4 / Wij reeds energieneutraal in 2015 icm windenergie Wetgeving per : BENG

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Het kan minder! ing. P. Hameetman

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

delft energieneutraal delft smart city thema

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

Bodemenergie in Arnhem Stimuleren en regie

Energie-efficiënt ontwerpen met BENG. Een waaier van mogelijkheden

Trias energetica. Verdiepende opdracht

Een nieuwe woning in Zoetermeer NEXUM

VNG Raadsledencampagne

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Een nieuwe woning in Den Haag 46 woningen Binck Plaats

BENG en Bodemenergie Projectervaringen utiliteitbouw. 6 november 2016 Ir. Esther Gerritsen Techniplan Adviseurs

Energieambities in strategisch voorraadbeleid

INNAX Gebouw & Omgeving

Infoblad Trias Energetica en energieneutraal bouwen

Menukaart Klimaatneutrale Zelfbouw

1 van :03

1 juni 2011 Minisymposium Groen Gas W. Deddens

Introductie. Ernst van Tongeren. Directeur Besseling Installatietechniek

Energieverbruiken per sector

BENG. Update

CONCEPT Datum vergadering: Aanpassing subsidieverordening Duurzaam Bouwen

Ke u ze p l a n e n e rg i e - e n i n stallatieconcept. K e i z e r l i b e l Te r B o r c h 2 9 n o v e m b e r

TER KENNISNAME. Onderwerp : Klimaatbeleid (energiebeleid) de commissie grondgebiedzaken

Energieprestatie in de toekomst Verdouw Beurs 2.0

Vereniging Amersfoort Bedrijven (VAB) Dinsdag 3 maart 2015

Duurzame woningverbetering

Toelichting. 1. Inleiding

Een nieuwe woning in Zoetermeer 42 woningen De Blauwe Tuinen

tot eind LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

Kennissessie: CO 2 neutraal het echte verhaal

Een nieuwe woning in RijswijkBuiten Tuinen van Sion fase 13 De energie van morgen vandaag in huis

Kenniscentrum InfoMil verlenen vergunning/melding

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

Gemeente Ede energieneutraal 2050

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Beleidskader windenergie

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem

Bouwen is Vooruitzien

Een 10 puntenplan gemeenten die echt iets aan het klimaatprobleem willen doen

Duurzaamheidvisie Gemeente Staphorst

Zonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018

Themacafé Energietransitie 22 februari 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

1E SCHOOL. duurzaam gerenoveerd

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

Een nieuwe woning in Westergouwe 53 woningen Wijdeblik

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Duurzaamheid in Boswinkel Oost

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Kenniscentrum InfoMil Resultaten

Smart Grid. Verdiepende opdracht

Samen voor duurzaam. Jaarverslag 2013 Eneco Holding N.V.

Een nieuwe woning in Rockanje 38 woningen De Lange Stallen

Transcriptie:

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Energie 25 januari 2017

Inhoudsopgave Energie 3 Beleid, wet- en regelgeving 3 Maatregelen 5 Bestemmingsplan 7 Verwijzingen 9 Colofon 10

Energie Het Rijk heeft ambitieuze klimaatdoelen gesteld die via diverse convenanten en akkoorden (zowel met het bevoegd gezag, bedrijfsleven en marktpartijen) zijn geborgd. Alleen via het Bouwbesluit geldt een wettelijke verplichting om bij bestemmingsplannen aandacht te besteden aan (duurzame) energie. Er zijn wel mogelijkheden beschikbaar om aandacht te besteden aan energie in het bestemmingsplan onder meer door de Energieprestatie op Locatie (EPL) en Energieprestatieadvies (EPA) en door het bieden van mogelijkheden voor de productie van duurzame energie. Diverse duurzame en energie-efficiënte activiteiten, zoals benutting van restwarmte en warmte- /koudeopslag, bieden veel mogelijkheden om de ambities van het Rijk te halen. Architecten en stedenbouwkundige ontwerpers kunnen rekening houden met technieken gericht op (duurzame) energie door een stedenbouwkundig ontwerp zodanig op te stellen dat op een passieve manier' energie wordt bespaard. Energiebesparing en het gebruik van duurzame energie is een belangrijk thema in het nationale klimaatbeleid. Gemeenten en provincies kunnen via hun ruimtelijke instrumenten een belangrijke bijdrage leveren aan een bewust gebruik van energie. Het hanteren van de principes van de Trias Energetica is zeer goed bruikbaar. Dit houdt in dat eerst gekeken wordt naar de mogelijkheden voor het beperken van de behoefte aan energie. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre de energie die toch nodig is op duurzame wijze kan worden opgewekt. De derde stap in de Trias Energetica is het streven naar een zo efficiënt mogelijke gebruik van energie uit de resterende fossiele brandstoffen. Beleid, wet- en regelgeving Beleid De ambities van het Rijk zijn in het werkprogramma Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor klimaat vastgelegd. Het betreft de volgende nationale ambities: reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 30 % in 2020 (vergeleken met 1990) een jaarlijkse verbetering van de energie-efficiëntie met 2% het aandeel hernieuwbare energie verhogen naar 20% van het totale energiegebruik in 2020 Meer informatie in het dossier klimaatverandering Om de nationale klimaatambities te bereiken worden diverse (financiële) instrumenten ingezet. Via convenanten en akkoorden is het Rijk met zowel het bedrijfsleven, de provincies als de gemeentes afspraken aangegaan om invulling de geven aan de nationale ambities. Duurzaamheidsakkoord 2007-2020 Op 1 november 2007 heeft het Rijk met VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland afspraken gemaakt om gezamenlijk maximaal aan de slag te gaan met betrekking tot de reductie van broeikasgassen, verbetering van de energiebesparing en toename van hernieuwbare energie. Klimaat- en Energieakkoord Rijk en provincies 2009-2011 Op 14 januari 2009 heeft het Rijk het Klimaat- en Energieakkoord met de twaalf provincies afgesloten. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt met betrekking tot het gebruiken van de wettelijke van de provincies Energie Kenniscentrum InfoMil 3

voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen via ruimtelijke ordening. Het betreft de verantwoordelijkheid van de provincies als ruimtelijke ordenaar met betrekking tot: het bevorderen van energiebesparing stellen van randvoorwaarden voor de ruimtelijke inpassing van energieprojecten en infrastructuur opstellen van klimaatbestendige provinciale structuurvisies leveren van bijdragen aan het ontwikkelen van innovatieve duurzame technologie, zowel in grootschalige projecten als in lokale benutting van duurzame energiebronnen leveren van bijdragen aan een betere ruimtelijke inrichting van Nederland met het oog op de klimaatverandering. Meer informatie: Klimaat- en Energieakkoord 2009-2011 (pdf, 160 kb) Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 Op 12 november 2007 heeft het Rijk met de VNG ( #1) afspraken gemaakt over onder andere het bevorderen van ontwikkelingen met betrekking tot duurzame energie. Gemeenten moeten hiervoor in de bestemmingplannen ruimte reserveren door locaties aan te wijzen waar duurzame energie kan worden opgewekt. Tevens moeten gemeenten in de bestemmingplannen ruimte bieden voor biomassa- en mestvergisting die zo goed mogelijk landschappelijk wordt ingepast. Meer informatie: Klimaat- en Energieakkoord 2007-2011 Convenant energiebesparing bij bestaande gebouwen ("Meer met minder") Op 23 januari 2008 heeft het Rijk het convenant Energiebesparing bestaande gebouwen ( Meer met Minder') getekend. Het doel van dit convenant is om tenminste 100 PJ energiebesparing in 2,4 miljoen bestaande woningen en andere gebouwen te realiseren in 2020. Meer informatie: convenant energiebesparing bestaande woningen en gebouwen (pdf, 101 kb) Lente-akkoord (Energiebesparing in de nieuwbouw) Op 22 april 2008 heeft het Rijk met de marktpartijen het Lente-akkoord getekend waarin afspraken zijn gemaakt over energiezuinige nieuwbouw (zowel woningbouw als utiliteitsbouw). Het Lente-akkoord richt zich op het verlagen van het energiegebruik van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen met 25% in 2011 en 50% in 2015. Meer informatie:lente-akkoord (Energiebesparing in de nieuwbouw) (pdf, 1,1 MB) Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Via de Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) wordt door het Rijk financiële middelen beschikbaar gesteld voor personeel, onderzoek, communicatie en educatie voor de uitvoering bij provincies en gemeenten. Via subsidieregelingen en belastingtechnische maatregelen worden zowel particulieren als ondernemers gestimuleerd om (duurzame) energiebesparende maatregelen te realiseren. Via een tenderregeling en/of een structureel programma, zal de implementatie van innovatieve energiebesparende maatregelen worden gestimuleerd. Wet-en regelgeving Wet ruimtelijke ordening Via een bestemmingsplan kunnen gemeenten eisen stellen op stedenbouwkundig niveau. Dit mogen Energie Kenniscentrum InfoMil 4

dan echter alleen eisen zijn, die voortkomen uit het ruimtelijk gebruik, zoals de locatiekeuze, het aantal woningen per hectare (compact bouwen) en de oriëntatie van gebouwen op de zon. Bouwbesluit In het Bouwbesluit is voor nieuwbouw van woningen of utiliteitsgebouwen de EnergiePrestatieNormering (EPN) opgenomen. De EPN houdt in dat eisen worden gesteld aan het maximale energiegebruik van het gebouw. Dit is vastgelegd in een getal: de EnergiePrestatieCoëfficiënt (EPC). De EPC wordt bepaald met behulp van NEN 7120. Relevante ontwikkelingen Afzet restwarmte Veel (rest-)warmte die ontstaat bij productie- of verbrandingsprocessen wordt weggekoeld. Door de (vaak grote) afstand tussen de bronnen waar deze restwarmte ontstaat en de potentiële afnemers, wordt hergebruik van deze restwarmte belemmerd. Er bestaat een toenemende belangstelling om via de ruimtelijke ordening de vestiging van warmteproducerende inrichtingen en potentiële afnemers in elkaars omgeving mogelijk te maken. Door de Warmtewet kan het lozen van restwarmte worden verboden of via een heffing worden ontmoedigd. Warmte- en koudeopslag (WKO) Wko is inmiddels een volwassen technologie die marktrijp en commercieel aantrekkelijk is. Diverse technieken worden in Nederland toegepast, waarbij de nadruk ligt op grote open systemen met grote vermogens. Het toepassen van warmte- en koudeopslag vindt groeit jaarlijks met meer dan 10 procent. Per sector (utililiteitsbouw, glastuinbouw, woningbouw en industrie) is deze groei verschillend. Via ruimtelijke instrumenten (masterplannen, structuurvisies voor de ondergrond en uitbreiding van het bestemmingsplan) kunnen geschikt locaties voor warmte- en koudeopslag inzichtelijk worden gemaakt, waarbij tevens de interactie met andere activiteiten bekend worden. Voor meer informatie zie de website van Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW) van Agentschap NL en het rapport Groen licht voor bodemenergie - Advies taskforce WKO. Aanscherping energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Om verdere vermindering van de CO2-uitstoot te realiseren zal een verdere aanscherping van de energieprestatie voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw nodig zijn. Daartoe zullen de energieprestatie-eisen aangescherpt worden. Ook wordt er gewerkt aan een nieuwe norm, de EPG, waarmee voor zeer energiezuinige gebouwen de energieprestatie berekend kan worden. voor meer informatie zie de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.. Rechtspraak en jurisprudentie ABRvS 9 juni 1998 E01.95.0148 BR 1998, 936 ABRvS 27 januari 2000 E011980289/1 ABRvS 31 oktober 2001 200004237/1 ABRvS 1 oktober 2003, 200301237/1 ABRvS 1 augustus 2007, 200608981/1 ABRvS 22 augustus 2007, 200609161/1 #1 VNG: Vereniging Nederlandse Gemeenten Maatregelen Energie Kenniscentrum InfoMil 5

De afgelopen jaren zijn diverse instrumenten ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij het zorgvuldig omgaan met energie. Eén van de instrumenten is de EnergiePrestatie op Locatie (EPL). De EPL kan worden bepaald in de fase van (stedenbouwkundige) planvorming, waarna de resultaten in het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen. De EPL is in aanvulling op de EPN ontwikkeld. Het gebruik van de EPL is niet wettelijk verankerd maar is een hulpmiddel om het ambitieniveau van een gemeente te kunnen bepalen. De Energie Prestatie op Locatie (EPL) is een instrument dat een belangrijke rol speelt in het realiseren van energiebesparing op locatieniveau. De EPL is een getal tussen 0 en 10 waarbij de 10 staat voor de ideale situatie waarin geen fossiele brandstoffen meer worden gebruikt. Het doel van de EPL is om locale partijen op eenvoudige wijze te helpen met het verlagen van het primaire verbruik van fossiele brandstoffen in nieuwbouw en herstructureringslocaties. Het instrument ondersteunt gemeenten in hun energiebeleid voor de gebouwde omgeving. De partijen die direct met de EPL te maken krijgen, zijn gemeenten, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, netbeheerders en leveranciers van energie. Indirect krijgen ook producenten van energie te maken met de EPL via de energieleveranciers. Verder zullen architecten en stedenbouwkundigen op de hoogte moeten zijn van het bestaan en de werking van de EPL. De EPL is in aanvulling op de EnergiePrestatie Norm (EPN) ontwikkeld. Het gebruik van de EPL is niet wettelijk verankerd maar is een hulpmiddel om het ambitieniveau van een gemeente te kunnen bepalen. De EPL bevat niet alleen gebouwmaatregelen (zoals het Bouwbesluit waarin de EPN is opgenomen) maar ook maatregelen in de energievoorziening. De EPL heeft dus een relatie met de EPN, maar is beslist niet hetzelfde. In het onderstaande worden de voornaamste verschillen benoemd: De EPN richt zich op één gebouw in tegenstelling tot de EPL die over meerdere gebouwen (inclusief de energienetten en -bronnen voor de energielevering aan deze gebouwen) Hoe hoger de EPL, hoe hoger het ambitieniveau in tegenstelling tot de EPN. Bij de EPN is dit juist omgekeerd: hoe lager de EPN, hoe hoger het ambitieniveau De EPN waardeert maatregelen buiten het gebouw niet of onvoldoende. Duurzame energie in het gebouw neemt de EPN slechts beperkt mee. De EPL geeft deze maatregelen wel reële waarden. Dit geldt bijvoorbeeld voor zonnecellen op gebouwen of voor benutting van restwarmte De EPL richt zich op het totale energieverbruik, inclusief al het elektriciteitsverbruik. De EPN richt zich hoofdzakelijk op het energieverbruik voor verwarming. Hierdoor geldt dat maatregelen die effect hebben op de hoogte van de EPN ook effect hebben op de hoogte van de EPL, maar niet altijd andersom De EPL het energieverbruik voor openbare verlichting en bemaling mee; Zoals eerder is opgemerkt, mist de EPL de wettelijke verankering die wel van toepassing is op EPN via het Bouwbesluit Een verhoging van de EPL betekent verlaging van het fossiele brandstofverbruik. Om tot een verlaging te komen moet de energievraag worden verkleind en/of de omvang van de energiedrager moet worden verlaagd. Een lagere energievraag wordt bereikt met bouwkundige en installatietechnische maatregelen. De EPL kan worden verhoogd door: energiebesparing via bouwkundige maatregelen in het gebouw (bijvoorbeeld isolatie en passieve zonne-energie) verbetering van de efficiëntie van installaties in de gebouwen zoals HR-ketel, micro-warmtekrach t duurzame energie in of op het gebouw (deels EPN) de aanleg van (warmte-/elektriciteits)netten met lagere netverliezen (niet in EPN) Energie Kenniscentrum InfoMil 6

verbetering van de efficiëntie van installaties buiten de gebouwen zoals gasmotoren, grotere elektrische pompen, restwarmte benutten uit elektriciteitscentrales duurzame energie buiten het gebouw zoals duurzame stroom of ecogas (niet in EPN) Bij de ontwikkeling van (bestemmings)plannen voor herstructureringsprojecten kan de gemeente, burgers of corporaties stimuleren om een Energieprestatie Advies (EPA) aan te vragen waarmee inzichtelijk wordt welke energiebesparende maatregelen zij in hun eigen huis of gebouwen kunnen nemen. Maatregelen Gemeenten hebben concrete mogelijkheden in handen om energiezuinigheid en de toepassing van duurzame energie te bevorderen. Het belangrijkste in dit verband is dat de gemeente vaak de centrale regisseur is bij ontwikkelingsprojecten. Zij kan, afhankelijk van haar ambitieniveau, streven naar een zo duurzaam mogelijk project, los van de wettelijke eisen waaraan een bouwplan volgens het Bouwbesluit moet voldoen. Op het niveau van het bestemmingsplan kan worden gedacht aan: zongericht verkavelen of bouwen: zodanig inrichten van een woongebied dat zoveel mogelijk passieve en actieve zonne-energie wordt benut; passief: opwarming door de zon van het gebouw, actief: zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking en zonneboilers voor warmwater compact bouwen: bouwvorm waarbij de verhouding tussen het gebruiksoppervlak (vloeroppervlak) en het verliesoppervlak (gevels en daken) zo gunstig mogelijk is en de transmissieverliezen klein zijn warmtelevering door gebruik van restwarmte: een voorbeeld hiervan is het gebruik in woningen of bedrijven van restwarmte die vrijkomt bij elektriciteitscentrales, industrie en afvalverbranding warmteopwekking door een kleinschalige warmte-krachtinstallatie gebruik maken van overige duurzame energiebronnen: dit betreft onder meer aardwarmte, lange termijn koude- of warmteopslag in de bodem, zonne-energie, biomassacentrales en warmtepompen bij bedrijfsmatige activiteiten de mogelijkheden voor de productie van duurzame energie (mestvergisting, oprichting windturbine) nadrukkelijk als mogelijke nevenactiviteit benoemen. Voorbeelden hiervan zijn: in de voorschriften en/of op de plankaart randvoorwaarden vastleggen voor passieve en actieve zonne-energie, als zuid-oriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ter vermijding van beschaduwing vastleggen op de plankaart en/of in de voorschriften van hoge(re) netto dichtheden of een differentiatie in dichtheden in deelgebieden van het bestemmingsplan rooilijnen op de plankaart vastleggen vastleggen op de plankaart en/of in de voorschriften van ruimteclaims collectieve en/of decentrale warmtelevering of energie-opwekking (windturbines, bio-energiecentrale) extra bouwmogelijkheden scheppen voor serres (tot de hoogte van de woning) via (vrijstelling) van de bijgebouwenregeling Om dit soort maatregelen te benutten moet het energiethema in een vroeg stadium van de planontwikkeling worden meegenomen. Bestemmingsplan Energie Kenniscentrum InfoMil 7

In het bestemmingsplan gaat het er bij het thema energie om dat rekening gehouden wordt met duurzaamheidsaspecten bij het ontwikkelen van een plangebied. Wat moet? Er is geen wettelijke verplichting om het thema energie vast te leggen in het bestemmingsplan. Wat kan? Door bij de opstelling van een bestemmingsplan al rekening te houden met bijvoorbeeld een zongerichte situering van woningen, kan al in een vroeg stadium van een planontwikkeling worden bewerkstelligd dat de mogelijkheden voor efficiënt gebruik van energie en de inzet van nieuwe energiebronnen kunnen worden benut. In het bestemmingsplan kan in de toelichting een paragraaf worden opgenomen over duurzaamheid in zijn algemeenheid en energie in het bijzonder. Hierin kan worden vermeld welke extra maatregelen in het kader van het bestemmingsplan worden geleverd op het thema energie. In de toelichting van het bestemmingsplan kan worden aangegeven dat bij de planontwikkeling is gedacht aan: zongericht verkavelen of bouwen: Het zodanig inrichten van een woongebied dat zoveel mogelijk passieve en actieve zonne-energie wordt benut. Dit kan passief bijvoorbeeld door opwarming door de zon van het gebouw of actief. Voorbeelden van het actief benutten van zonne-energie zijn zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking en zonneboilers voor warmwater. compact bouwen: Hierbij wordt gekozen voor een bouwvorm, waarbij de verhouding tussen het gebruiksoppervlak (vloeroppervlak) en het verliesoppervlak (gevels en daken) zo gunstig mogelijk is en de transmissieverliezen klein zijn. warmtelevering door gebruik van restwarmte: Een voorbeeld hiervan is het gebruik in woningen of bedrijven van restwarmte die vrijkomt bij elektriciteitscentrales, industrie en afvalverbranding. warmteopwekking door een kleinschalige warmte- krachtinstallatie. Dit betreft het gebruik maken van overige duurzame energiebronnen, bijvoorbeeld aardwarmte, koude- of warmteopslag in de bodem, zonne-energie, biomassacentrales en warmtepompen. Bij bedrijfsmatige activiteiten kunnen de mogelijkheden voor de productie van duurzame energie (mestvergisting, oprichting windturbine) nadrukkelijk als nevenactiviteit worden benoemd. Verder kunnen in de regels en de verbeelding stedenbouwkundige eisen worden opgenomen, die tevens bijdragen aan een energiebewust' plan. Hieronder staan enkele voorbeelden genoemd. Het is mogelijk om als randvoorwaarde vast te leggen dat de bebouwing, dakhelling, nokrichting in zuidelijke richting zijn georiënteerd. Dit kan bijvoorbeeld door de rooilijnen vast te leggen. Op deze manier kan passieve zonne-energie beter benut worden. De onderlinge oriëntatie van bebouwing kan zo worden vorm gegeven dat beschaduwing wordt vermeden. In het bestemmingsplan kan ook ruimte worden gereserveerd voor collectieve en/of decentrale warmtelevering of energie-opwekking ( windturbines, bio-energiecentrale). De bijgebouwenregeling kan het bouwen van serres (tot de hoogte van de woning) toelaten. Om dit soort maatregelen te benutten moet het energiethema in een vroeg stadium van de planontwikkeling worden meegenomen. Wat kan niet? Voorwaarden stellen met betrekking tot energie in het bestemmingsplan van niet stedenbouwkundige aard. Energie Kenniscentrum InfoMil 8

Verwijzingen Hier vindt u de belangrijkste verwijzingen betreffende het aspect energie en de ruimtelijke ordening. Beleid Nationaal energiebeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Ministerie van IenM 2012 (op Ruimtelijke plannen.nl: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte). Wetgeving Wet ruimtelijke ordening Besluit ruimtelijke ordening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Besluit omgevingsrecht Activiteitenbesluit Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Brochures/Handreikingen Centraal stellen van duurzame energieambities in het gebiedsontwikkelproces, Agentschap NL, 2011. Websites Rijksoverheid, dossier Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Rijksoverheid, dossier energie Rijksoverheid, dossier duurzame energie Agentschap NL, dossier Energieneutraal bouwen Energie Kenniscentrum InfoMil 9

Colofon URL: http://www.infomil.nl/vaste-onderdelen/onderwerpen/ruimte/milieuthema/energie/ Datum: 25 januari 2017 Dit is een publicatie van: Kenniscentrum InfoMil www.infomil.nl Post Kenniscentrum InfoMil Postbus 7007 2280 KA Rijswijk Bezoek Kenniscentrum InfoMil Lange Kleiweg 34 Rijswijk Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #2)nl/leefomgeving. Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl