Wethouder Herbert Raat Uw contact www.amstelveen.nl Postbus 4, 1180 BA Amstelveen Aan de leden van de raad Vermeld bij reactie ons kenmerk en datum van deze brief Disclaimer: deze brief is ongetekend op persportal geplaatst. Aan deze versie kunnen geen rechten worden ontleend. Alleen de ondertekende schriftelijke versie is bindend. Datum 14 januari 2016 Betreft Invoering Vennootschapsbelasting (Vpb) voor gemeenten per 1 januari 2016 Geachte leden van de raad, Met deze brief informeer ik u over de invoering van de vennootschapsbelasting (Vpb) voor gemeenten. Vanaf 1 januari 2016 krijgen gemeenten (net als provincies en waterschappen) te maken met het feit dat ze voor een deel van hun activiteiten onder de Vpb gaan vallen. Dit geldt ook voor veel van hun verbonden partijen. De wet is in het voorjaar van 2015 aangenomen en gepubliceerd in de Staatscourant. Sindsdien zijn er meerdere handreikingen, producten en informatiebijeenkomsten geweest om de invoering van de wet te implementeren. De belastingdienst, VNG, VvG (Vereniging van Grondbedrijven en SVLO (Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden) werken nauw samen en proberen sindsdien concrete afspraken te maken en grondslagen vast te leggen. Er is tot op heden echter nog geen volledige informatie voor een goede implementatie beschikbaar. De wetgeving is daarnaast complex en veelomvattend en kent een lange doorlooptijd qua richting, duidelijkheid en uitkomst. Na de eerste aangifte (op zijn vroegst in 2017) moet, bij een controle van de belastingdienst, blijken of wij de wet op de juiste wijze hebben toegepast. De voorbereidingen zijn in volle gang (zie bijlage), contacten met vergelijkbare gemeenten zijn gelegd en waar nodig worden deskundigen ingeschakeld om ons te ondersteunen (zoals fiscalisten voor het bepalen van fiscale waarderingen). Het komende jaar informeer ik u in de reguliere P&C-documenten over de voortgang en de gevolgen van de invoering van de Vennootschapsbelasting voor gemeenten. Ik vertrouw erop u hiermee volgende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, Herbert Raat Wethouder Financiën Raadhuis Laan Nieuwer Amstel 1 Route per bus - Lijn 149, halte Raadhuis 1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 4 min. T (020) 540 49 11 Lijn 172, halte Lindenlaan + 8 min. www.amstelveen.nl IBAN NL22 BNGH 0285 0003 14 101/F089 [20160114 Invoering
Datum 14 januari 2016 Pagina 2 van 5 Bijlage: Inleiding Met de invoering van de Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (hierna: Vpb) vanaf 1 januari 2016 krijgen gemeenten (en ook provincies en waterschappen) te maken met het feit dat ze voor een deel van hun activiteiten onder de Vpb gaan vallen. Dit geldt ook voor veel van hun verbonden partijen. Het achterliggende doel van dit besluit is, mede onder druk van de Europese Commissie; het scheppen van een gelijkwaardig speelveld tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen. Overheden die winst of structureel overschotten behalen met activiteiten die concurreren met de markt, gaan vennootschapsbelasting betalen. Uitgangspunt hierbij is dat de belastingplicht komt te liggen op het niveau van het publiekrechtelijke lichaam (één gemeente) in plaats van op het niveau van de verschillende ondernemingen binnen een publiek rechtelijk lichaam. In deze notitie wordt uiteengezet wat er tot nog toe is gedaan, welke stappen worden gezet om te komen tot een goede implementatie van de wetgeving en welke specifieke aandachtspunten er zijn. De volgende resultaten worden beoogd: Er kan juist, volledig en tijdig aangifte gedaan worden; De financiële effecten zijn in beeld; Er is een beeld van de te nemen beheersmaatregelen in de organisatie AA en in de samenwerking met andere organisaties om de (financiële) risico s en gevolgen te beperken. Wat is er tot nog toe gedaan? Aan de hand van een door PwC ontwikkeld model is, begin 2015, een eerste verkenning van de gevolgen van de invoering vennootschapsbelasting voor gemeenten gedaan door PwC. Alle huidige activiteiten zijn, aan de hand van de begrotingen 2015, van beide gemeenten, in kaart gebracht en beoordeeld of (nieuwe) activiteiten belast worden met vennootschapsbelasting en wat de impact op de fiscale positie zal zijn. De wet modernisering Vennootschapsbelasting is op 26 mei 2015 aangenomen in de Eerste Kamer en op 11 juni 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Er zijn in de loop der tijd allerlei handreikingen, producten en informatiebijeenkomsten geweest om de invoering van de VPB voor gemeenten te implementeren. In januari 2016 komt zelfs de handreiking VPB nog weer voor een derde keer uit, met als naam Willen, kunnen en doen. Een complexe wetgeving met nieuwe thema s die veelomvattend is en die een lange doorlooptijd kent qua richting, duidelijkheid en invoering. Er zijn nauwe relaties met aanstaande wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (verder BBV) die ook nog aan veranderingen onderhevig is. Hoe gaan we nu verder De hierboven genoemde inventarisaties van beide gemeenten worden met actuele recente informatie en richtlijnen gecheckt op volledigheid. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken welke activiteiten de gemeenten uitvoeren. Basis hiervoor zijn de huidige IV3-functies zoals deze worden voorgeschreven in het BBV en er bij de betreffende functie opbrengsten worden gegenereerd. Vervolgens wordt bekeken of bepaalde activiteiten geclusterd kunnen worden, bijvoorbeeld sociaal domein, infrastructuur veiligheid etc. Indicaties voor clustering van activiteiten zijn, de ruimtelijke vormgeving, de aard van de activiteiten; of de organisatorische, economische en of financiële verwevenheid.
Datum 14 januari 2016 Pagina 3 van 5 Voor de clusters van activiteiten moet in kaart gebracht worden of hier sprake is van een onderneming. Voor de Vpb is sprake van een onderneming indien sprake is van: Een duurzame samenwerking van kapitaal en arbeid, waarmee wordt deelgenomen aan het economisch verkeer, EN waarmee winst wordt beoogd. (ook van toepassing als er structurele overschotten worden gerealiseerd of incidentele overschotten worden behaald en in concurrentie wordt getreden) Indien aan alle drie de eisen wordt voldaan, gaat de gemeente de ondernemingspoort door en moet vervolgens bepaald worden: 1. Of er sprak is van een zgn. subjectieve vrijstelling (bv ziekenhuis, bibliotheek etc.), dit is overigens voor gemeenten nagenoeg niet van toepassing 2. Als die er niet zijn moet bepaald worden hoe de winst wordt berekend 3. Bepaling of er sprake is van objectieve vrijstellingen (interne activiteiten, quasi inbestedingen, overheidstaken en samenwerkingsverbanden) Vervolgens moet per belastbare activiteit bepaald worden hoe de grondslag berekend wordt. Tot slot bezien we hoe de VPB administratief moet worden verwerkt, geautomatiseerd in Key2 of extracomptabel. Dit alles resulteert uiteindelijk tot twee definitieve rapporten van PwC, waarin de financiële effecten in beeld zijn. Specifieke aandachtsvelden Specifieke aandachtspunten bij de clusters van activiteiten binnen Aalsmeer en Amstelveen zijn: Personele vergoedingen; Verdieping in met name vergoedingen van derden (bouwzaken/detachering), zijn er overschotten aanwezig, is hier sprake van een onderneming? Afval en riolering; Onderscheidt in overheidstaken en ondernemingstaken. Zijn de inkomsten van ondernemingstaken hoger dan de kosten? Gebouwenexploitatie; Is er sprake van inzet van kapitaal en arbeid en wordt deelgenomen aan het economisch verkeer, is er sprake van een winstoogmerk? Is er sprake van kostendekkende verhuur? Verbonden partijen. Zijn er specifieke acties richting verbonden partijen noodzakelijk? Zijn er ambtelijke kosten toe te rekenen aan verbonden partijen? De Meerlanden heeft bijvoorbeeld de gemeente Aalsmeer bericht over de gevolgen van invoering van de VPB op de hoogte van het dividend. Hoe zit het met de dienstverlening AA. Cluster grondexploitatie De belastingdienst, VNG, VvG (Vereniging van Grondbedrijven) en SVLO (Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden) zijn de afgelopen maanden bezig geweest om concrete afspraken te maken over invulling van de wet. Tot aan het moment van schrijven van deze notitie zijn de afspraken nog niet definitief en kan er nog van alles wijzigen. Waar we wel mee aan de slag kunnen, is hoe de organisatie Amstelveen de clustering grondbedrijf in haar organisatie heeft georganiseerd. Welke activiteiten vallen bij de gemeente Amstelveen en bij de gemeente Aalsmeer onder het grondbedrijf. Daarna gaan we voor de beide gemeenten een Quick scan grondbedrijf maken (is er sprake van een winstoogmerk).hierbij wordt gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG Vennootschapsbelasting en het gemeentelijk grondbedrijf. De uitkomst hiervan geeft antwoord op de vraag of de gemeente met haar grondbedrijf door de ondernemingspoort gaat of niet.
Datum 14 januari 2016 Pagina 4 van 5 De Quick scan gaat uit van de bedrijfseconomische resultaten (de huidige waarde uit de meerjarenperspectieven) van alle grondbedrijf activiteiten. Hieruit worden de volgende onderdelen geëlimineerd: Grondbedrijf vreemde activiteiten (bijv. verhuur van panden, beheer openbare ruimte), aansluiten bij de kosten- en opbrengstensoorten van de Wet Ruimtelijke Ordening Rente en prijsstijgingen Bijdragen en onttrekkingen van reserves en voorzieningen Afhankelijk van de uitkomst is zijn verdere stappen noodzakelijk. v Positief: bepalen van resultaat op basis van fiscale grondslag (per 31-12-2015) v Rond nul: nader onderzoeken v Negatief: activiteit gaat ondernemingspoort niet door Extra aandacht wordt besteed aan de bestaande samenwerkingsvormen binnen grondexploitaties, zoals bijvoorbeeld met Greenpark Aalsmeer Gebiedsontwikkeling BV. De concrete wijzigingen die nog op ons af komen rondom de bepaling van fiscale winst bij grondexploitaties, blijven we volgen en gaan we mee aan de slag. Daar waar we (alle betrokken) geen comfort voelen over de uitkomst gaan we in gesprek met andere gemeenten of belastingdeskundigen (bijvoorbeeld het bepalen van de fiscale waardering grondexploitaties), om onze kennis te vergroten. Relatie met wijzigingen in het BBV De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de forse afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de aankomende vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het kan namelijk helpen in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten. De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die leiden tot wijzigingen in het BBV en de uitwerking hiervan. De wijzigingen leiden tot meer transparantie, eenduidigheid en een vermindering van de administratieve lasten. De wijzigingen moeten per 1 januari 2016 gaan gelden en kunnen gevolgen hebben voor de begroting 2016. De commissie heeft daarom een vooraankondiging van de wijzigingen in het Voornemen tot herziening BBV-verslaggevingsregels rondom grondexploitaties uitgebracht. Bij de accountants van beide gemeenten PWC en E&Y wordt nagevraagd of er eventuele stelselwijzigingen, aanpassing van waarderingsgrondslagen etc. noodzakelijk zijn in de jaarrekeningen 2015, in het kader van de aanstaande wijzigingen van het BBV en de invoering van de Vpb.
Datum 14 januari 2016 Pagina 5 van 5 Toezicht van de belastingdienst De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer vallen beiden onder horizontaal toezicht. De basis voor horizontaal toezicht is wederzijds vertrouwen. Begrippen als transparantie en begrip spelen tevens een belangrijke rol. Het toezicht op uitvoering van de Vpb valt net als de andere belastingwetgeving onder het horizontaal toezicht. Op 28 oktober jl., op een bijeenkomst van de VNG, VvG en SVLO, heeft de belastingdienst de aanwezige gemeenten geïnformeerd over de wijze van toezicht. De Belastingdienst heeft voor de implementatie van de nieuwe wet, het Bureau Belastingplicht Overheidsondernemingen (BBO) opgericht. Deze mensen zijn de vraagbaak voor de klant-coördinatoren van de belastingdienst die de gesprekspartner van de gemeenten zijn. In het contact met de Belastingdienst verandert niets. Het eerste aanspreekpunt blijft een eventuele klantcoördinator. Als er vragen zijn wordt dringend een beroep gedaan om de andere gemeenten op te zoeken met gelijksoortige vragen en hier samen uit te komen. Voor de meer specifieke vragen doet de gemeente een beroep op de klant coördinator van de belastingdienst en het BBO. Waar de presentatie vooral om ging was dat gemeenten zelf heel veel kunnen en hiervoor geen bevestiging van de belastingdienst nodig hebben. Ook werd aangegeven dat ze er, net als alle aanwezige gemeenten, vanuit gaan dat de eerste aangifte Vpb niet 100% juist zal zijn. Zolang de gemeenten zich comfortabel voelen bij de invoering van de VPB, is de belastingdienst dit ook.