Handboek BPV examinator. Consortium materialen

Vergelijkbare documenten
Handboek begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

Beoordelaarsinstructie

Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Inleiding Het beroepsgericht examen Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3

Vitalis college. Meer voor elkaar.

Januari Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Vitalis college. Meer voor elkaar.

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties.

Beoordelingsformulieren BPV

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Consortium Beroepsonderwijs

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

p/a Structuurbaan 2, 3439 MB Nieuwegein Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2. Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2.

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

Animal events. Inleiding

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Brochure Examens Beroeps Specifiek Z&W Cohort 2014/2015 en Niveau 2 en 3

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Handleiding voor de examinator

Studiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Uitvoeren publieksactiviteit

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Docentenexemplaar. Verzamelformulier beroepsgerichte examens. Beoordeling O V G. Consortium Beroepsonderwijs

MetaB-instrument exameninstrumenten, gebaseerd op de 'Normenbundel exameninstrumenten', versie januari 2014

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Handleiding voor begeleiders

Opleidingen Welzijn Maatschappelijke Zorg Pedagogisch Werk Sociaal Werk

Toelichting op de VP-Examens

Studiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG

Nederlands en rekenen

Voorbereidingsopdrachten Keuzedeel Lesgever Zwem ABC. Naam student:

Beoordelingsvoorschift

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

Visitatie van examen in de BPV of simulatie op school

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Competentieprofiel beoordelaar

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Beoordeling en evaluatie

Verzorgende-IG Kompas (2011-vz-kp)

Handleiding Praktijkopleider

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Autoschadehersteller. Crebonummer / PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Naam Examenleverancier

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Maatschappelijke Zorg

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO

Albeda Muzikant Producer Keuzedeel Audio Opname

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Docentenexemplaar. Verzamelformulier beroepsgerichte examens. Beoordeling O V G. Consortium Beroepsonderwijs

Praktijktoets Geven van voorlichting en begeleiding

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier. Beoordeling audit examinering Rapportage inkoopaudit examenproducten en diensten op examinering

Naam Examenleverancier

DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID

Naam Examenleverancier

Handleiding examinering student eind stage

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Handboek begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

EE 5 Professioneel handelen

Naam Examenleverancier

Proeve van Bekwaamheid Entree assistent dienstverlening en zorg

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE BEOORDELAAR

Meewerkend voorman hoveniersbedrijf

Naam Examenleverancier

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Transcriptie:

Handboek BPV examinator Consortium materialen Versie juni 2015

Inleiding De BPV examinator is verantwoordelijk voor het uitvoeren van kwalificerende beoordelingen van de student in de BPV situatie. Een kwalificerende beoordeling betekent dat het met een voldoende moet worden afgesloten voor het behalen van het diploma. Afhankelijk van het cohort is dit een beroepsprestatie of een proeve. Deze zijn ontwikkeld door de Stichting Consortium Beroepsonderwijs. De informatie over welk onderdeel een kwalificerend examen is kunt u verder vinden in het examenplan van de opleiding en per cohort vast gesteld, zie www.kellebeek.nl/student, opleidingswijzer of oer. Een BPV examinator is op de hoogte van: - Werkwijze en procedures m.b.t. het beoordelen. - De afnamecondities en procedures op de afnamelocatie. - De inhoud en het beheersingsniveau van het examen. 1

Hoofdstuk 1 Instructie voor de BPV examinatoren van de kwalificerende beoordelingen, consortium materialen. 1.1Vorm en inhoud van de kwalificerende beroepsprestatie of proeve, consortium materiaal. De proeve / beroepsprestatie hebben steeds dezelfde, samenhangende vorm en structuur. Zie figuur 1. Figuur 1 1. Overzicht van werkprocessen en competenties. De competenties die de student binnen betreffende werkprocessen dient aan te tonen 2. Typering. Inleidende tekst met voorbeelden uit de beroepspraktijk. Mate van: complexiteit, zelfsturing en verantwoordelijkheid 4. De integrale opdracht, passend bij de vereisten in het kwalificatiedossier. Inhoud van de: primaire opdracht A specifieke opdrachten B, C etc.. Ruimte voor eventuele aanvullende of vervangende opdrachten 5. Het resultaat/ bewijsstukken. De resultaten uit de opdrachten d.m.v. relevante bewijsstukken die de student aanlevert op basis van de opdrachten. Zo nodig aanvullende of vervangende bewijzen 6. De beoordelingslijst. De prestatie-indicatoren resp. criteria die in verband staan met de kerntaken, werkprocessen en competenties, componenten. Beheersingsniveau R, P of T. Overzicht van bewijsstukken. Cesuur. Onderbouwing van de beoordeling 2

. 1. Overzicht van werkprocessen en competenties De tabel werkprocessen en competenties: in deze tabel kunt u lezen welke werkprocessen en competenties er beoordeeld worden in dit examenonderdeel (beroepsprestatie/proeve). Deze werkprocessen zijn vastgesteld in het kwalificatiedossier van de opleiding. 2. Typering Typering, schets een context in diverse werkvelden waarmee de opdracht wordt verduidelijkt. De student wordt uitgedaagd om relevante kennis, vaardigheden en houding optimaal te benutten. 3.Tabel moeilijkheidsgraad Tabel Moeilijkheidsgraad: mate van complexiteit, begeleiding en verantwoordelijkheid De mate van complexiteit van de beroepssituatie Een gesloten context is een redelijk voorspelbare beroepssituatie. De student voert routinematige beroepshandelingen uit vanuit regels, procedures en protocollen. Er is een begeleider aanwezig waarop de student kan terugvallen. Een open context is minder voorspelbaar en kan divers van aard zijn. Naast het toepassen van regels, procedures en protocollen voert de student niet-routinematige beroepshandelingen uit. Deels kan de student terugvallen op regels, procedures en een coachende begeleider. In een complexe context is er sprake van onvoorspelbare en meervoudige problematiek. De student is in staat om zelf oplossingen en strategieën voor problemen te bedenken binnen de grenzen van het beroep. De mate van begeleiding/zelfsturing Bij het beroepsgerichte leren is het zelfsturende vermogen van de student een belangrijk onderdeel van het leerproces. De sturing in de onderdelen van de methodemix is in het begin hoog en neemt af met het vorderen van de opleiding. In het begin is er veel aandacht voor het aansturen van het eigen leerproces (HOE) met voorgestructureerde opdrachten in een relatief laag complexe context (WAT). Geleidelijk neemt de sturing in de begeleiding af en wordt de context complexer. In de tabel Moeilijkheidsgraad kan de examinator lezen of de student de beroepsprestatie/proeve geleid, begeleid dan wel zelfstandig moet uitvoeren. Dit is afhankelijk van de inhoud en het niveau van de opleiding. Geleid Wanneer een student een beroepsprestatie of proeve geleid uitvoert, wordt zij direct aangestuurd door de begeleider. Veelal wordt er samen opgewerkt. De begeleider geeft gerichte instructie waarna de student de handeling uitvoert en nabespreekt. Begeleid Met begeleid wordt een coachende manier van begeleiden bedoeld. De begeleider stuurt de student op afstand aan. Praktisch gezien zal er een voorbespreking zijn waarna de student de beroepsprestatie of proeve uitvoert. De student vraagt raad en advies en kan zo nodig tijdens de uitvoering en naderhand terugvallen op de begeleider. Zelfstandig Wanneer het blokje zelfstandig is ingevuld, wordt van de student verwacht dat ze de beroepsprestatie / proeve zelfstandig uitvoert. Naderhand legt de student uit zichzelf verantwoording voor het eigen handelen af. De mate van verantwoordelijkheid Ongeacht het opleidingsniveau is iedere student in een zorg- of welzijnsopleiding verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen taak. In de tabel is dit blokje daarom altijd ingekleurd. De student voert de beroepshandelingen met zorg en toewijding uit en legt daarover verantwoording af. Het afleggen van die verantwoording gebeurt geleid, begeleid of zelfstandig (zie boven). 3

De verantwoordelijkheid van de student kan zich beperken tot het functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot het werk van anderen. Dit hangt samen met het niveau van de opleiding. Zijn de blokjes aansturing van medewerkers op een lager niveau en verantwoordelijkheid voor de gehele zorg- of begeleidingscyclus ingekleurd, dan zullen de examinatoren t.b.v. de oordeelsvorming en de beoordelingssituatie daarop selecteren. Bijvoorbeeld voor het beoordelen van coördinerende taken past een beoordelingssituatie van overdracht en overleg met andere medewerkers. Voorafgaand aan de beoordeling raadpleegt de examinator de moeilijkheidsgraad die in de tabel is aangegeven (zie figuur 2). Deze tabel geeft drie factoren aan waarbinnen de beoordeling plaatsvindt. De gekleurde blokjes in de tabel geven aan wat in de desbetreffende beroepsprestatie/proeve/examen van toepassing is. Figuur 2 Tabel moeilijkheidsgraad De mate van complexiteit van de beroepssituatie De mate van zelfsturing De mate van verantwoordelijkheid voor gesloten context open context complexe context geleid begeleid zelfstandig uitvoering van eigen takenpakket samenwerking met collega s aansturing medewerkers op lager niveau de hele zorg- of begeleidingscyclus GO / NO GO Voordat tot de beoordeling wordt overgegaan is door de begeleider van school en BPV een GO gegeven. De examinatoren kunnen dit controleren doordat de GO is omcirkeld en voorzien van datum, naam en handtekening van de begeleiders. 4 De integrale opdracht, passend bij de vereisten in het kwalificatiedossier In deze opdracht kunt u lezen wat de deelnemer moet uitvoeren in de BPV zodat ze het vereiste niveau kan aantonen. 5. Het resultaat/ bewijsstukken Bewijsstukken Een bewijsstuk staat niet op zichzelf. Het zijn tastbare resultaten die uit de opdracht(en) voortkomen, zoals een verslag, een planning. Achter ieder bewijsstuk staat het werkproces en de bijbehorende competenties die de student met het betreffende bewijsstuk aantoont (zie figuur 3) of de eisen waaraan het bewijsstuk moet voldoen. Eén van de bewijsstukken is altijd de afgetekende beoordelingslijst. Dit is de uitvoering van het totaal van het betreffende examenonderdeel in de BPV. 4

onvoldoende aangetoond (o) voldoende aangetoond (v) goed aangetoond (g) Een specifiek bewijsstuk is een verdieping van een gedeelte uit de beroepsprestatie/proeve. Dit bewijsstuk wordt door de BPV gelezen en gecontroleerd op juistheid. De schoolexaminator beoordeelt het bewijsstuk. Aanvullende of vervangende bewijsstukken Om verschillende redenen kan het zijn dat de student, de opleiding en/of de praktijk kiest voor een aanvullend of vervangend bewijsstuk. Bij een aanvullend bewijs heeft de examinator bepaald dat de student de oorspronkelijke opdracht niet voldoende heeft aangetoond en een extra, aanvullend bewijs daarvoor dient aan te leveren. Figuur 3 Fragment uit een beoordelingslijst van een proeve met de driepuntsschaal Bewijsstukken Kwalificerend A. De afgetekende beoordelingslijst van deze proeve. Specifieke bewijsstukken Werkproces Competenties B. Onderzoeksresulaten van de kwaliteitszorg. 2.2 H-T C. Schriftelijke samenvatting van een trend, eigen 2.1 K visie daarop, schriftelijke rapportage van de discussie daarover in je team + jouw bijdrage. Aanvullende of vervangende bewijsstukken Werkproces Competenties Aanvullend bewijsstuk: verbetervoorstel 3.2 K voor de participatie van vrijwilligers. - - 6. De beoordelingslijst De beoordelingslijst De examinator beoordeelt competenties altijd binnen een werkproces en vooraf vastgestelde moeilijkheidsgraad (zie figuur 2 Tabel Moeilijkheidsgraad). Een competentie kan bestaan uit verschillende componenten. Deze componenten geven de kern van de competentie weer. Bijvoorbeeld de competentie F: Ethisch en integer handelen. Een component daarvan is: verschillen tussen mensen respecteren. De examinator let bij het beoordelen goed op de componenten omdat deze richting geven aan de prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn criteria en komen uit het kwalificatiedossier. Voorbeelden van prestatie-indicatoren binnen de competentie F Ethisch en integer handelen zijn: toont zich eerlijk en betrouwbaar, respecteert vertrouwelijkheid en accepteert en respecteert verschillen tussen cliënten (zie figuur 4 Fragment uit een beoordelingslijst). Het beheersingsniveau is kwalificerend uitgedrukt in R, P of T. Zie verklarende woordenlijst. 5

Beheersingsniveaus onvoldoende aangetoond (o) voldoende aangetoond (v) X Marlies Grommen Assessor goed aangetoond (g) Figuur 4 Fragment uit een beoordelingslijst Competenties Prestatie-indicatoren - componenten 2.2 Begeleidt een cliënt op psychosociaal gebied F. Ethisch en integer handelen - integer handelen - verschillen tussen mensen respecteren P Dit betekent dat: je handelt volgens de ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode) en de organisatie je eerlijk en betrouwbaar bent je verschillen tussen mensen accepteert en respecteert je vertrouwelijkheid respecteert je verbaal en non-verbaal duidelijk communiceert zodat: je de cliënt respectvol behandelt. Bij het beoordelen gaat het om een samenhangende beoordeling. Dit wil zeggen dat een competentie met de bijbehorende componenten, het beheersingsniveau en prestatie-indicatoren tezamen één beoordeling oplevert (zie voorbeeld in figuur 4). De examinator vinkt NIET alle onderdelen apart aan. De examinator geeft dus een integrale beoordeling. Dit betekent voor de beoordeling dat: het getoonde gedrag van de student plaatsvindt binnen of vanuit de beroepscontext. Conform protocollen en procedures beroepspraktijk. het getoonde gedrag van de student, binnen de betreffende kerntaak/werkproces met de bijbehorende competenties en de prestatie-indicatoren. Onvoldoende aangetoond (o) De student toont het gedrag niet of onvoldoende op het vereiste beheersingsniveau aan binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad, zoals in de beoordelingslijst is vastgelegd. De examinator zet in dit geval een paraaf in de kolom onvoldoende aangetoond. Wanneer het vereiste niet van toepassing is in de betreffende context, geeft de examinator dit in de beoordelingslijst aan met: niet van toepassing. In voorkomende gevallen is de student via het examenplan geïnformeerd over de herkansingsregeling. De examinator verwijst de student naar de opleiding om de consequenties van de onvoldoende voor de voortgang van het leerproces te bespreken. 6

Voldoende aangetoond (v) De student toont gedrag op het vereiste beheersingsniveau voldoende aan binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad zoals aangegeven is in de beoordelingslijst. De examinator zet een paraaf in de kolom voldoende aangetoond. Goed aangetoond (g) Als een student een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (boven de norm) heeft uitgevoerd binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad, waardeert de examinator dit met goed aangetoond. Bijvoorbeeld wanneer de student meer of beter presteert dan in de beoordelingslijst geëist wordt. Een goed in de beoordelingslijst is een tastbaar bewijs en is stimulerend voor de verdere competentiegroei van de student. Het is ook belangrijk voor de loopbaanontwikkeling van de student bij doorstroom naar een vervolgopleiding. De student kan aantonen op welk gebied zij zich goed (boven de norm) ontwikkeld heeft. Talentvolle studenten hebben hierdoor een grotere kans op doorstroom naar opleidingen met een lotingsprocedure. Tabel Onvoldoende - Voldoende - Goed Onvoldoende Voldoende Goed De student voldoet niet of onvoldoende aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst. * excellente student De student voldoet voldoende aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst De student voldoet uitstekend* aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst Hulpvragen voor het beoordelen van GOED Handelt de student bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording van het eigen handelen Is de student pro- actief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? Deelt de student relevante kennis en inzicht? Is de student een gelijkwaardige collega ( op zijn/haar beheersingsniveau)? Geeft de student constructieve feedback met als doel om de kwaliteit van het werk te verbeteren? Onderbouwing van de beoordeling De examinator verantwoordt de beoordeling met concrete voorbeelden van aantoonbaar gedrag van de student. Het valt niet altijd mee om de onderbouwing concreet op te schrijven. Leuk, gemotiveerd of doet het goed zegt niet zoveel. Een tip: onderbouw met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren die horen bij de betreffende werkprocessen en competenties. Bv. Je overlegt je werkzaamheden goed. Je troost mevr. op een fijne manier. Je legt duidelijk uit wat de cliënt van jou mag verwachten. Wanneer de student een onderdeel niet of onvoldoende heeft aangetoond, dan vermeldt de examinator in de beoordelingslijst ook wat de oorzaak hiervan is. De examinator onderbouwt dit met concrete bewoordingen en/of voorbeelden(zie voorbeeld in figuur 6). 7

Figuur 5 Fragment uit een beoordelingslijst Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatieindicatoren. heeft m.b.t. de competenties C. Begeleiden en Q. Plannen en organiseren binnen het werkproces 1.2, een uitdagend en afgestemd activiteitenplan opgezet en uitgevoerd. De cliënten begrepen de bedoeling, waren betrokken bij het onderwerp en deden enthousiast mee. Aan de evaluatie met de groep cliënten heeft wel aandacht besteed, maar kan m.b.t. competentie D. Aandacht en begrip tonen, nog wat gerichter doorvragen over het leerresultaat en de mate van tevredenheid van de cliënten. Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicatoren aan wat de oorzaak daarvan is. gaat m.b.t. competentie E. Samenwerken en overleggen binnen het werkproces 1.4 teveel haar eigen gang. Overlegt op cruciale momenten te weinig met haar collega s. rapporteert m.b.t. competentie J. Formuleren en rapporteren binnen het werkproces 1.4 nog onvolledig, waardoor collega s niet goed op de hoogte zijn van gebeurtenissen die in de groep cliënten hebben plaatsgevonden. Cesuur De cesuur is de grens tussen voldoende en onvoldoende. Binnen alle onderdelen van de methodemix ligt de cesuur op het niveau waarop de student voldoet aan de eisen die in de beoordelingslijsten zijn vastgelegd. Wanneer de student alles in de beoordelingslijst voldoende en/of goed heeft aangetoond, dan vinkt de examinator de cesuurbepaling Ja aan. In geval van een onvoldoende vinkt de examinator Nee aan(zie figuur 6). Figuur 6 Fragment uit een beoordelingslijst Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. Ja Nee Het beoordelingsformulier is essentieel bij het ordenen van observatiegegevens (Classificeren) en het beoordelen hiervan (Kwalificeren). Bij de inzet van meerdere examinatoren wordt er onafhankelijk van elkaar beoordeeld waarna onderlinge terugkoppeling en afstemming (Evaluatie) van de beoordeling plaatsvindt. De beoordelingen worden samengevoegd op één beoordelingslijst. Na afloop maken de examinatoren in een kort gesprek met de student de beoordeling bekend. 8

De afronding van het examen In iedere beoordelingslijst staat een tabel met ruimte voor zakelijke gegevens: naam van de student, naam en functie van de beoordelaar, naam van de instelling/beroepscontext en handtekeningen. Hierdoor is de beoordeling naspeurbaar en rechtmatig Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar Handtekening Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar Handtekening Naam student Handtekening Mondelinge rapportage: Direct na het examen. Spreek vanuit de we vorm Verwijs naar de status van het examen Onderbouw de beoordeling aan de hand van gedragsvoorbeelden. Vertel de vervolgprocedure. Resultaat is pas definitief na vaststelling door de voorzitter sub-examencommissie. Controleer de beoordelingslijst op correctheid van invullen, volledigheid en zetten een handtekening. Ook de student tekent de beoordelingslijst. De examinatoren blikken terug op de eigen rol en de beoordelingsprocedure. De examinatoren gaan na of de procedure goed is doorlopen Verbeterpunten kunnen betrekking hebben op: het eigen handelen het handelen medebeoordelaar het verloop van de procedure Als de beoordeling onvoldoende is de SLB per mail op de hoogte brengen. De deelnemer levert de beoordelingslijst in bij de SLB docent. Bijzonderheden m.b.t. de uitvoering van de procedure kunt u mailen naar de sub-examencommissie. KCsubexamencommissie@rocwb.nl. 9

Verklarende woordenlijst Kwalificerende score R-P-T en ontwikkelscore r-p-t In samenhang met de hierboven vermelde mate van complexiteit, begeleiding, verantwoordelijkheid, competenties en prestatie-indicatoren zijn er in de beoordelingslijsten twee begrippen vastgelegd die van belang zijn voor de beoordeling. In dit verband spreken we over het beheersingsniveau waarop de student de prestatie-indicatoren aantoont. Deze twee begrippen zijn: - de kwalificerende of normscore, een grote, vetgedrukte letter R, P, T - de ontwikkelscore, een kleine letter, cursiefgedrukte r, p, t. Bij een kwalificerende of normscore voldoet de student aan de gestelde prestatie-indicatoren (criteria) in het desbetreffende kwalificatiedossier die verwijzen naar de werkprocessen met bijbehorende competenties, componenten en prestatie-indicatoren van een beginnend beroepsbeoefenaar. De student toont de competenties binnen werkprocessen in verschillende beroepssituaties en dus meerdere keren kwalificerend aan (raadpleeg daarvoor de competentiescoretabel). De ontwikkelscore r, p of t geeft aan dat de student zich ontwikkelt en nog niet hoeft te voldoen aan de norm. De student heeft nog meer tijd en/of meer begeleiding nodig. Ze kan zich nog ontwikkelen in de richting van de normscore. De ontwikkelscore geeft inzicht in de mate van ontwikkeling richting de normscore. Is er vooruitgang aanwezig, staat de student even stil in zijn groei, met welke competenties heeft zij meer/minder moeite? (Zie de competentiescoretabel.) Uitleg van de begrippen Reproductief, Productief of Transfer Op Reproductief niveau voert de student een taak uit onder begeleiding. Deze taak wordt uitgevoerd volgens standaardprocedures en voorschriften. De student krijgt een opdracht en voert deze uit. De student verwerft kennis en vaardigheden én zij ontwikkelt een passende beroepshouding. Op Productief niveau voert de student de taak deels op eigen initiatief uit. Ze lost problemen op en bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Ze vraagt advies ten aanzien van de oplossingen. Ze heeft minder (dan R) structuur nodig om zelfstandig activiteiten te ondernemen. Bij Transfer gedrag voert de student binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties taken zelfstandig uit. Ze past kennis, houding en vaardigheden toe. Ze ziet verbanden en kan die uitleggen. De student is proactief en haar oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep. 10