VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Vergelijkbare documenten
VERSLAG OPENBARE VERGADERING

VERSLAG VOOROVERLEG. Nummer: Datum vergadering:

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 22 juni 2015

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG

De Onderwijsspecialisten Dienstverlening. De participatiewet. Ed Staal en Richard Brenkman

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Een nieuwe taak voor gemeenten

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Felua groep heeft als missie mensen met een afstand tot werk te begeleiden naar zo regulier mogelijk werk.

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 24 november 2014

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Beschut werk in Aanleiding

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 BESCHUT WERK

Raadsvoorstel. Geachte raad,

College voor Arbeidszaken Kamer Gesubsidieerde Arbeid

16R RAADSINFORMATIEBRIEF 16R O*

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Beleidsplan Participatiewet

Aan de leden van de gemeenteraad,

Vragen toekomststrategie ATEA voor de tweede beeldvormende sessie

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf 2017

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Van school af en aan het werk het verhaal van Sanne

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 september 2015

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG. Meedoen in de Samenleving

Verslag Wmo-raad vergadering Lochem d.d. 11 mei werkgroepen Wmo, Basismobiliteit

Voortgangsmemo. Betreft: Update Banenafspraak sector Overheid & Onderwijs periode juni - Van: Hans Spigt (aanjager banenafspraak)

GEMEENTE ÖËNHËLDER lngeitomen_. 3 MAART 2015

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

Wegwijzer WSW. Informatie voor begeleiders van de Gemiva-SVG Groep over werk en inkomen van hun cliënten.

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

iiníîiiiui VMC 19 ' JUL 2013 /n stuk j i IVÌ l? Ñ, reēkš7vfwrĩľľ (070) juli 2013 vitale lokale samenleving \JQ X 13/065

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Besluit op basis van de oplegnotitie behorend bij "Rapportage voor bepaling koers WSD" en een zienswijze op de betreffende rapportage.

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 8

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

WSD voert verder opdrachten uit van gemeenten op het gebied van schoonmaak, catering, groenvoorziening en dienstverlening.

2.0 Ingekomen stukken: Adviesaanvraag onderzoek onderbenutting Wmo begeleiding

Leren van de monitor Participatiewet

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Notulen Adviesraad Sociaal Domein 26 juni 2018

Maak je sterk VOOR WERK. Achtergrondinformatie: UWV

De voorziening beschut werk

Uitkeringswijzer. Aanvullende informatie Doelgroepenregister WSW

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Stage en WLZ, WMO en Participatiewet

Visie en uitgangspunten (1)

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 30 mei 2017

Voorgesteld besluit Het Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid Werk en Wederkerigheid vast te stellen

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG. Onderwerp Trekker Wmo-raad Periode Actie / stavaza 1 Decentralisatie AWBZ, o.a. begeleiding:

Oss. In het vervolg van uw advies geeft u ons nog 12 adviezen, omdat volgens u een aantal zaken. r40472

WERKPLAN 2015 Wsw-raad Utrecht

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

De 7 belangrijkste vragen:

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Overleg Adviesraad en Clientenraad Participatiewet Goeree Overflakkee BESTUUR WIM WITTE EN GERARD SANGERS

documentnr.: INT/G/16/26685 zaaknr.: Z/G/16/29445 Raadsvoorstel

College van burgemeester en wethouders gemeente Leiden t.a.v. mevrouw G Diender postbus PC Leiden

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Ondernemingsraden maken afspraken over duurzame garantiebanen voor arbeidsbeperkten. Gabbie van der Kroef, trainer-adviseur SBI Formaat

Visiedocument van de ondernemingsraad van WVS

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Aanleiding Achtergrond

Leren van de monitor Participatiewet

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Echt-Susteren 2015

Advies met betrekking tot het Vertrouwensexperiment met de bijstand

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Inleiding Beoogd effect

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

Het artikel de gemeente harkt te veel persoonsgegevens binnen zal nog worden verspreid.

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017

Algemeen advies. Datum : 18 oktober 2017 Kenmerk : ASD Aan : het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft : Advies verordening Wmo 2018

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Doel bijeenkomst. Informeren over de stand van zaken. Beeld schetsen van de beoogde aanpak UWV. Ophalen vragen, opmerkingen, tips en zorgen

VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Transcriptie:

Voorzitter: dhr. M. Venema, e-mail: m.vawmo@gmail.com Ambtelijk Secretaris a.i.: Davy Cinjee Tel: 06-28 31 49 35 e-mail: clientenraden@apeldoorn.nl www.wmoraadapeldoorn.nl VERSLAG OPENBARE VERGADERING Nummer: 1506 Datum vergadering: 08-06-2015 Aanwezig: Henk Aartsen, Erica Brettschneider, Corry Buter, Greeth Dekkers, Ank van der Ham, Linda Hofman, Gurdev Singh, Els Sprangers, Hilda Wetemans en Anneke Wilhelm Vanuit de gemeente: Joep Peters (agendapunt 3), Serge Delfos (agendapunt 4) en Francine Kruitbosch (agendapunt 5). Afwezig: Quirine Lensvelt-Ruys, Mient Venema en Wim van der Meer Notulist: Davy Cinjee Verzendlijst: Allen genoemd op blz. 1, de leden en voorzitter van de Adviesraad VWI, diverse (beleids-)ambtenaren alsmede externe belangstellenden.

1. OPENING EN MEDEDELINGEN 1.1. Henk Aartsen opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Interim-voorzitter Mient Venema en secretaris Wim van der Meer zijn vanwege vakantie vandaag afwezig, daarom neemt penningmeester Henk Aartsen vandaag het voorzitterschap waar. 1.2. Vaststelling van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. VASTSTELLING VAN VERSLAGEN 2.1 Verslag Wmo-raad d.d. 11 mei 2015 Tekstueel en n.a.v. het verslag: Pagina 6; Erica Brettschneider wijst op de uitspraak dat GGNet een intensief behandelingstraject gaat aanbieden, en zij vraagt zich af of dit ook inclusief de dagbesteding zal zijn, aangezien hier een groot knelpunt ligt. Henk Aartsen licht toe dat het hier gaat over het document Zorglandschap dat is opgesteld door het Trimbos instituut. In dit document staan de ambities van de GGZ-sector beschreven (waaronder de ambities van GGNet). Er wordt verwoord dat met het afbouwen van de klinische plaatsen de ambulante zorg fors zal worden verbeterd. Henk Aartsen vindt dit mooie uitspraken op papier, maar er zal afgewacht moeten worden of dit in de praktijk ook het geval zal zijn. Het is voor de Wmo-raad een belangrijk onderwerp om te blijven volgen. Pagina 6; Anneke Wilhelm wijst op de toezegging van Vincent Thunnissen om aan te schuiven in deze vergadering om in het kader van het woondoelgroepenbeleid nog de doelgroep verstandelijk gehandicapten te bespreken. Henk Aartsen vertelt dat Vincent Thunnissen momenteel op vakantie is, en dat hij in een volgende vergadering zal aanschuiven om zijn verhaal af te maken. Pagina 8; Henk Aartsen heeft een vraag naar aanleiding van een mededeling van Francine Kruitbosch over de voorlichting aan professionals. Hij vraagt zich af of de data van deze bijeenkomsten al bekend zijn. Afgesproken wordt om daar op terug te komen bij het vijfde agendapunt wanneer Francine Kruitbosch zal aanschuiven in de vergadering. Hierbij is het verslag vastgesteld. 2.2 2.3 Actie- en besluitenlijst Er zijn geen vragen en/of opmerkingen over de actie- en besluitenlijst. Actuele onderwerpen Henk Aartsen omschrijft de lijst met actuele onderwerpen als een forse waslijst. Henk Aartsen stelt voor om in één van de volgende AB-overleggen de lijst met actuele onderwerpen onder de loep te nemen en eventueel aan te vullen. Corry Buter vertelt dat de lijst met actuele onderwerpen ook in het laatste AB-overleg aan de orde is geweest, en tijdens dit overleg is afgesproken dat Mient Venema actie zou ondernemen om de lijst met actuele onderwerpen duidelijker en met prioritering op te stellen. Henk Aartsen vertelt dat vanuit de werkgroep Formele Zorg een lijstje is aangeleverd met onderwerpen die in het najaar op de agenda moeten komen te staan. Henk Aartsen heeft een dergelijk lijstje van de andere werkgroepen nog niet gezien, en hij vraagt om zo n lijstje alsnog aan te leveren, zodat het proces in gang gezet kan worden. Els Sprangers geeft aan dat op de derde pagina van de lijst met actuele onderwerpen de 2

naam van Anneke Wilhelm bij vervoer staat; dit moet gewijzigd worden in de naam van Els Sprangers. 3. SUBSIDIEREGELING 2016 (JOEP PETERS) Joep Peters schuift aan om de Wmo-raad bij te praten over de huidige stand van zaken rondom de subsidieregeling 2016. Joep Peters vertelt dat hij de afgelopen periode heeft gewerkt aan de subsidieregeling voor het komende jaar. Het stuk bevindt zich op dit moment in de afrondende fase, en zal op woensdag 10 juni voor het eerst besproken worden met de wethouder. Joep Peters stelt vast dat er weinig nieuws en geheimzinnigs over de nieuwe subsidieregeling is te melden. Op 1 januari 2015 zijn de subsidieregelingen Wmo en Jeugd ingegaan, en we zijn nu pas vijf maanden echt op weg. In deze vijf maanden is er geen sprake geweest van veel aanleidingen of argumenten om het roer volledig om te gooien. Het was mogelijk om de huidige regeling te continueren; met andere woorden te verlengen. Dit werd echter iets te weinig ambitieus gevonden, aangezien in veel evaluaties en gesprekken het signaal naar voren kwam dat veel begrippen in de regeling nogal vaag werden omschreven. Het verzoek was dan ook om deze begrippen beter en duidelijker te definiëren. Ook op een ander vlak is de regeling iets aangepast. Afgelopen december heeft het college accentverschillen aangebracht in de verdeling van de middelen. Deze accentverschillen zijn direct transparant gemaakt door dit op te nemen in de vernieuwde regeling. Daarnaast werd ook regelmatig de vraag gesteld waarom er eigenlijk twee subsidieregelingen bestaan, voor zowel Wmo als voor Jeugd, terwijl deze regelingen vrijwel identiek zijn. Joep Peters geeft aan dat deze regelingen inderdaad bijna hetzelfde zijn, en daarom is er nagedacht om deze twee regelingen ineen te vlechten. Dit is uiteindelijk ook gebeurd met als resultaat deze vernieuwde subsidieregeling. Dat vormt in een notendop hetgeen is uitgevoerd bij het opstellen van de nieuwe regeling. Dit is een proces van maanden geweest, met als doelstelling om transparant te zijn. Door middel van deze regeling wordt aangegeven hoe in feite is getoetst bij de subsidieaanvragen. Dat is in december gebeurd op basis van het verdeelmodel, en dat vindt u nu in de regeling per functie uitgewerkt. Dit geeft duidelijkheid over wat er vanuit de gemeente belangrijk wordt gevonden, en wat er minder belangrijk gevonden wordt. Het schetst een beeld van het ranken van de verschillende subsidieaanvragen. Joep Peters vertelt dat de subsidieregeling binnenkort gepubliceerd zal moeten worden. De einddatum waarop de aanvragers de subsidieaanvraag kunnen indienen is gesteld op 15 september 2015. De gemeente streeft ernaar om de instellingen in redelijkheid de tijd te geven om de subsidieaanvraag op te stellen en in te dienen. Vanuit dat oogpunt wil de gemeente de nieuwe subsidieregeling in juli gepubliceerd hebben, en daar wordt momenteel ook op gekoerst. Dit houdt in dat in juni het besluit wordt gemaakt, en in juli de regeling zal worden gepubliceerd. Als u de nieuwe subsidieregeling doorbladert dat ziet u in feite inhoudelijk dezelfde eerdere regelingen Wmo en Jeugd; alleen nu ineen geschoven en met een extra hoofdstuk met vele uitgewerkte definities. Met betrekking tot de subsidieplafonds vertelt Joep Peters dat het college daar eigenlijk niet over gaat, het is de gemeenteraad die daar over gaat. Joep Peters schetst de werkwijze: wij kopiëren eigenlijk de subsidieplafonds van dit jaar met de index, onder de voorwaarde dat de gemeenteraad de meerjarenbegroting ook voor het volgend jaar als zodanig vaststelt. Als de gemeenteraad dat niet doet, er kan bijvoorbeeld besloten worden tot meer of minder geld geven, dan betekent dat wij op basis van dit systeem, of strenger of minder streng moeten gaan toetsen. Dat is in feite het verhaal, maar daarmee is de regeling niet anders. Uiteindelijk 3

bepaald toch de omvang van het budget de intensiteit van de beschikking die de gemeente aan de instellingen kan verlenen. Hilda Wetemans vertelt dat zij samen met Henk Aartsen onlangs bij een bijeenkomst is geweest gericht op het thema vastgoed. Tijdens deze bijeenkomst werd verteld dat uit onderzoek blijkt dat er nog wel knelpunten rond dit thema waarneembaar zijn. Hilda Wetemans vraagt hoe dit wordt opgepakt en verwerkt in de nieuwe regeling. Joep Peters licht toe dat bij twee functies sprake is van vastgoed dat noodzakelijk is, omdat deze functies worden uitgevoerd op locatie: de dagbesteding en de ontmoetingsplekken. Joep Peters vertelt dat de functie ontmoeten uit een dertigtal plekken binnen de gemeente Apeldoorn bestaat. Voor het bestaan van deze plekken wordt door de gemeente Apeldoorn dit jaar 3 miljoen euro aan subsidiegeld uitgegeven. Van dit bedrag gaat ongeveer 450.000 euro uit naar de vastgoedkosten. De gemeente heeft te maken met een kaderstelling opgesteld vanuit de gemeenteraad, en de gemeenteraad heeft gezegd dat welzijnsachtige beschikkingen vooral geïnvesteerd moeten worden in de menskracht en in de uren, en niet in de stenen. Dus wees daar zo terughoudend mogelijk in. Tegelijkertijd klinkt vanuit de instellingen het geluid dat voor het uitvoeren van de functie ontmoeten, vastgoed gewoon een noodzaak is. Joep Peters vertelt dat de gemeente realiseert dat om de functie ontmoeten goed uit te voeren, vastgoed nodig is. Daarnaast wil de gemeente ook graag een bepaalde spreiding binnen de gemeente Apeldoorn creëren, waarbij de functie uitgeoefend wordt op de locatie waar er ook behoefte aan is. Vanuit die gedachte wordt er in kaart gebracht of de ontmoetingsplekken op de juiste locaties worden opgezet. Met als gevolg dat ene ontmoetingsplek soms op een duurdere locatie staat, en de andere ontmoetingsplek op een minder kostbare locatie. Tegelijkertijd wil de gemeente ook geen gekke Henkie zijn, en allerlei duur vastgoed voor een lange periode te blijven betalen. In overleg met het vastgoedbedrijf van de gemeente, is Marc van Leemt het gesprek aangegaan met de instellingen, en hij is vervolgens gaan rekenen dat heeft geleid tot een overzicht. Hieruit komt naar voren dat wanneer men al deze panden van de instellingen analyseert er vele verschillen aan het licht komen. Joep Peters geeft aan dat in de regeling dit transparant wordt gemaakt. Uit de exercitie van het vastgoedbedrijf kan een soort van gemiddeld bedrag (450.000 euro) worden opgetekend, dat de gemeente een redelijk bedrag vindt om aan vastgoedkosten uit te geven. Ligt dit bedrag hoger, dan ontstaat er een problematische situatie, en zal de betreffende instelling en de gemeente gezamenlijk het gesprek hierover moeten aangaan. Hierbij geeft Joep Peters aan dat de gemeente realiseert dat er huurcontracten aan die instellingen hangen. Binnen de gemeente zoekt men naar een beweging, waar ook de tijd voor wordt genomen. Uiteindelijk draait het allemaal om de kwaliteit van de dienstverlening. Joep Peters schetst een voorbeeldsituatie. Stel dat instelling X en instelling Y beiden een subsidieaanvraag doen, en dat de gemeente maar voor één van deze twee instellingen geld beschikbaar heeft. De gemeente zal dan moeten kijken naar welke instelling de beste kwaliteit levert. Als instelling X dezelfde dienstverlening levert maar in een goedkoper pand dan instelling Y, dan is het vanuit het perspectief van de gemeente logisch om te kiezen voor instelling X. Als het pand van instelling X echter in een weiland staat waar niemand kan komen, en instelling Y heeft een duurder maar wel toegankelijker pand, dan zal de keuze uiteindelijk toch weer vallen op instelling Y. Het is de taak van de gemeente om dit allemaal uit te schrijven, en transparant te maken en dat is ook het doel van de regeling. Hilda Wetemans geeft aan dat zij vanuit cliëntenperspectief hier wel wat onzeker van wordt. Bovendien geeft zij aan dat het voor de aanbieders ook een onzekere situatie is, zeker met het oog op de inrichting op de lange termijn. Joep Peters geeft aan dat het subsidiesysteem zoals dat nu is bedacht, anders is dan voorgaande jaren. Voorheen stond bijvoorbeeld de instelling Stimenz op de gemeentebegroting, en deze instelling wist voor de volgende vier jaar waar het aan toe 4

was. Dat is nu inderdaad niet meer het geval, maar dat was ook een wens van de gemeenteraad. Dat geeft inderdaad het gevoel dat men elk jaar opnieuw subsidie moet aanvragen, waarbij elk jaar de onzekerheid zal bestaan of deze subsidie wel of niet zal worden toegekend. Joep Peters erkent dat de continuïteit hierdoor niet meer vanzelfsprekend is. Deze consequentie is ook met het college verkend, maar om dit te veranderen zal nieuw beleid ontwikkeld moeten worden. Meneer Klink uit het publiek vraagt hoe het zit met de controle van het juist besteden van de subsidiegelden; hoe wordt voorkomen dat er fakeposten worden opgegeven om in aanmerking te komen voor een hogere subsidie? Joep Peters vertelt dat het proces als volgt verloopt. Allereerst publiceert de gemeente de regeling, concreet wordt in deze regeling aangegeven welke zaken volgens de gemeente geregeld moeten worden op het gebied van Wmo en Jeugd (met daaraan gekoppeld een bepaald budget). Vervolgens ontvangt de gemeente van de instellingen de subsidieaanvragen. Al deze instellingen hebben mooie ideeën, en in de regeling staat aangegeven hoe deze instellingen zich moeten verantwoorden aan de gemeente. Over het algemeen is het zo dat de instellingen moeten rapporteren aan de gemeente, en altijd formeel met een accountantsverklaring. Hierop staat aangegeven wat er aan subsidiegeld is aangevraagd, en welk subsidiebedrag de instelling heeft ontvangen van de gemeente. De accountant moet hierbij aangeven of dit bedrag juist is besteed. Als de accountant constateert dat er bijvoorbeeld een ton aan subsidiegeld niet is uitgegeven, dan vordert de gemeente dit bedrag terug. Het komt ook wel eens voor dat een instelling een ton teveel uitgeeft, dan compenseert de gemeente echter niet, want het subsidieplafond is dan al bereikt. Bij onderbesteding zal het subsidiegeld dus weer terugvloeien naar de gemeenschap, en bij overbesteding is er sprake van een eigen risico voor de instellingen. Erica Brettschneider vertelt dat vorige jaar de instellingen de gelegenheid kregen om op spreekuren te komen en daar vragen te stellen over de subsidieregeling. Ze vraagt of de input die tijdens deze spreekuren door instellingen is aangeleverd, ook is opgenomen in de nieuwe regeling, en of daardoor nog vele wijzigingen hebben plaatsgevonden. Joep Peters deelt allereerst mee dat er ook dit jaar weer spreekuren voor de instellingen georganiseerd gaan worden. Dat kan bijvoorbeeld per functie plaatsvinden; elke functie is gekoppeld aan een beleidsadviseur met een expertise op dit terrein. Dit kan vrij informeel gaan in de vorm van telefonisch contact of mailcontact bij vragen of onduidelijkheden. Dit is de gemeente vorige jaar goed bevallen, en dat zal dit jaar wederom worden opgepakt. Joep Peters vertelt dat de informatie die de gesprekken met de instellingen hebben opgeleverd, ook een aanleiding is geweest om de regeling weliswaar te continueren maar ook hier en daar te verduidelijken. Deze zaken zijn allemaal geïnventariseerd, en de beleidsmedewerkers hebben deze input meegenomen bij het beter formuleren van de subsidiefuncties. Alles wat er is gehoord of is gelezen, is input geweest voor deze nieuwe regeling. Erica Brettschneider vraagt of er nog wijzigingen hebben plaatsgevonden binnen de diverse functies. Joep Peters licht toe dat als er beleid gekopieerd wordt dit beleid hetzelfde blijft. Er is dus sprake van dezelfde functies met min of meer dezelfde subsidieplafonds. Henk Aartsen begreep dat er binnenkort een klankbordgroepbijeenkomst zal plaatsvinden waar de regeling gepresenteerd zal worden, en vraagt aan Joep Peters of dit inderdaad het geval is. Joep Peters bevestigt dat er binnenkort een klankbordgroepbijeenkomst zal zijn met betrekking tot de nieuwe regeling. Henk Aartsen bedankt Joep Peters voor zijn aanwezigheid en bijdrage in de vergadering. 5

4. PARTICIPATIEWET (SERGE DELFOS) Serge Delfos schuift aan om de Wmo-raad bij te praten over de huidige stand van zaken rondom de Participatiewet. De presentatie is als bijlage bij dit verslag gevoegd. De notulen zijn te lezen als aanvulling op de informatie in de sheets.. Serge Delfos vertelt dat hij vorige jaar ook al eens is aangeschoven in de vergadering van de Wmo-raad om een toelichting te geven op de ontwikkelingen rondom de Participatiewet. Het belangrijkste verschil tussen toen en nu, is het feit dat we nu te maken hebben met de praktijksituatie, in plaats van het toewerken naar 1 januari 2015. Serge Delfos kan de Wmo-raad nu meenemen in het verhaal wat er eigenlijk is gebeurd rondom de Participatiewet in de eerste maanden van dit jaar. Serge Delfos wil nog even aangeven dat enkele leden uit de Wmo-raad zijn aangehaakt bij de werkgroep van de VWI-raad die specifiek de Participatiewet volgt. Het is volgens hem goed dat die link is gelegd. Destijds is wel afgesproken dat het goed is om af en toe op hoofdlijnen de hele vergadering mee te nemen in deze ontwikkelingen. Sheet 3: Status Participatiewet In december 2014 is het traject van start gegaan met de vaststelling van de Kadernota. Hierin hebben het college en de gemeenteraad aangeven wat de contouren van de Participatiewet vormen, en wat de gemeente Apeldoorn belangrijk vindt. Hierbij vormde een belangrijk thema het vinden van de balans tussen enerzijds de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente in de richting van haar burgers, en anderzijds het financiële resultaat (het feit dat er ook veel bezuinigingen meespelen bij de Participatiewet). Dat soort elementen en vraagstukken zitten in deze Kadernota verweven. Vervolgens is in april de Verordening vastgesteld, waarbij de regels rondom de Participatiewet eigenlijk zijn vastgelegd. Beschut werk geldt als een thema waar alvast een voorlopige beleidslijn voor is uitgezet, en waarbij niet is gewacht op de vaststelling van de beleidsregels Participatiewet als totaal. Er was namelijk direct vanaf het begin van het jaar behoefte aan meer richting, sturing en duidelijkheid. Nadat op 9 juni de beleidsregels in het college zijn besproken, zal het worden vrijgegeven door het college en volgt de adviestermijn. Dat betekent dat na de zomer de gemeenteraad aan zet zal zijn. Voor beleidsregels is dat in feite niet noodzakelijk, aangezien het een bevoegdheid van het college betreft. Desalniettemin heeft men uitgesproken het zeer belangrijk te vinden dat zowel de gemeenteraad als de adviesraden worden meegenomen in het proces. Voortkomend uit het feit dat in de beleidsregels toch een aantal zaken zijn vastgelegd die van invloed zijn op de cliënten, en het belangrijk wordt gevonden om toch iedereen daarin te betrekken. Serge Delfos vertelt dat de gemeenten pas op de valreep veel informatie en aanvullende maatregelen van bestuur hebben ontvangen. De informatie omtrent beschut werk werd bijvoorbeeld pas in december ontvangen. Zo zijn er rondom de Participatiewet vele zaken die op het laatste moment bekend werden gemaakt, en ook nu nog worden er vanuit het Rijk nog continue nieuwe elementen aangeleverd. Daarnaast bestaan er ook nog vele vragen waar op landelijk niveau weer antwoord op gevonden moet worden. Het betekent ook dat in de praktijk is begonnen met deels wat we al hebben, maar deels ook met wat er in de praktijk wordt tegengekomen. Het is van belang om daarin ook samenhang te zoeken met de Wmo en de Jeugdwet, en oplossingen te vinden. Hoewel de Participatiewet wel verschilt van de Wmo; het aantal cliënten is kleiner omdat de gemeente niet de verantwoordelijkheid krijgt voor de gehele groep. De oude Wajong-groep blijft vallen onder de verantwoordelijkheid van het UWV, met als gevolg dat de gemeente te maken enkel te maken heeft met de nieuwe instroom. Deze instroom werd geraamd op 130 tot mogelijk 200 klanten op jaarbasis. Dat neemt niet weg dat het Werkplein Activerium veel tijd en energie heeft gestoken in de voorbereiding, en hierbij is vooral gefocust op die diensten en mogelijkheden die men al in huis had. 6

Sheet 4: Eerste ervaringen Jongerenloket Het Jongerenloket vormt de verbinding met JZW, aangezien daar ook bijvoorbeeld de vertegenwoordigers van RMC zitting in nemen. Op die manier is ook een relatie met het onderwijs gelegd. Het Jongerenloket heeft op dit moment vooral te maken met de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet. Het zijn vooral de jongeren die vanuit het voorgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) zich melden bij het Jongerenloket. Vooraf is daar al op geanticipeerd door een soort kopgroep samen te stellen. Deze groep is voorbereid om een rol te vervullen voor deze doelgroep. Daarnaast wordt er ook samengewerkt met partners als de Felua-groep en het UWV, die al veel kennis en ervaring ten aanzien van deze doelgroep in huis hebben. Met betrekking tot de samenwerking met de Felua-groep, wordt nu gekeken naar de mogelijkheid om de processen van het Werkplein Activerium en die van de Felua-groep meer in elkaar te schuiven, om zo een onderlinge versterking tot stand te brengen. Een voorbeeld van deze samenwerking betreft het programma Kansrijk Intensief. Een variant op het programma Direct Actief. Dit is een programma dat ingezet wordt voor de mensen van 27 jaar en ouder. De jongerenvariant van dit programma betreft Kansrijk; en het traject Kansrijk Intensief is specifiek ontwikkeld voor de doelgroep jongeren tot 27 jaar met een arbeidsbeperking. Binnen dit programma wordt gewerkt met een stukje training, een stukje werkervaring opdoen, maar vooral ook het zoeken naar de mogelijkheden om, al dan niet via een stage, aan het werk te komen. Hierbij wordt wel heel nauwlettend de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep in het oog gehouden; zowel qua groepsomvang als qua niveau. Scholennetwerk Op de sheet wordt ook gesproken over het scholennetwerk. Voor een deel bestond een dergelijk netwerk al; het UWV voorzag daarin en stond in contact met de vso en de pro scholen. De doelgroep waar dit scholennetwerk betrekking op heeft werd voorheen de pre-wajong groep genoemd, en nu de pre-participatiewet groep. Voordat jongeren achttien jaar worden wil de gemeente al graag een beeld van deze doelgroepjongeren hebben. Zitten er bijvoorbeeld jongeren tussen waarvan gedacht kan worden dat zij een beroep zullen doen op de Participatiewet? Zijn het jongeren die richting de dagbesteding zullen gaan? Of zijn het jongeren die misschien wat ondersteuning nodig hebben op de werkvloer, in de vorm van bijvoorbeeld loonkostensubsidie? Om deze zaken duidelijker in kaart te brengen is afgelopen februari het eerste scholennetwerk in nieuwe stijl georganiseerd, waar alle vso en pro scholen uit Apeldoorn en omgeving bij zijn aangeschoven. Tijdens deze bijeenkomst hebben de deelnemers alle (potentiële) jongeren besproken. Deze leerlingen werden door de scholen vooraf aangemeld op basis van het criterium dat er een vermoeden bestaat dat zij te maken zullen krijgen met de Participatiewet. Dit is opgepakt in de vorm van een scholennetwerk bestaande uit de vso en pro scholen, de gemeente, en partners als UWV en MEE. Op deze manier ontstond een inzicht in de omvang van deze groep jongeren, en de mogelijke vervolgstappen voor deze jongeren; van onderwijs naar vervolgonderwijs, van onderwijs naar werk of van onderwijs naar dagbesteding. In juni zal deze bijeenkomst nogmaals plaatsvinden met het oog op de schoolverlaters. Het scholennetwerk wordt straks heel bepalend om te zien op welke wijze aan de jongeren kansen geboden kunnen worden. Anneke Wilhelm geeft aan dat zij in de veronderstelling is dat de Participatiewet ook op ouderen is gericht, terwijl zij nu enkel een verhaal hoort over jongeren, en ze vraagt aan Serge Delfos hoe dit precies in elkaar steekt. Serge Delfos vertelt dat de Participatiewet zeker ook betrekking heeft op de ouderen, maar het verschil zit in het feit dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor de gehele doelgroep, maar enkel voor de nieuwe instroom. Deze nieuwe instroom betreft vooral de mensen met een jonge leeftijd. De gemeente heeft dus nu vooral te maken met de jongeren, maar een aantal van deze 7

jongeren die dit jaar zullen instromen zullen tot hun 67 ste jaar door de gemeente begeleid worden. Kortom, de focus ligt momenteel op jongeren, maar de oudere doelgroep wordt niet vergeten en er bestaat zeker een aanpak voor de mensen die ouder dan 27 jaar zijn. Doelgroepregister Serge Delfos gaat vervolgens in op het Doelgroepregister. Dit register is bedoeld om mensen die niet in staat zijn om, zonder ondersteuning, 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen te registeren. Op deze wijze wordt duidelijk hoeveel mensen in aanmerking komen voor het instrument loonkostensubsidie. Zij zullen in aanmerking komen voor de banen voortkomend uit de baanafspraak. Landelijk is de afspraak gemaakt om 125.000 banen te creëren voor deze doelgroep, en mensen die tot deze doelgroep behoren en staan geregistreerd in het Doelgroepregister hebben een voorrang op deze banen. Daar is het register voor bedoeld, en het wordt beheerd door het UWV. Bij het UWV dienen deze klanten ook aangemeld te worden. Over deze procedure is op landelijk niveau de afgelopen tijd veel te doen geweest. Uiteindelijk heeft staatssecretaris Klijnsma zich er ook mee bemoeid, en zij heeft bepaald dat het onderwijs de leerlingen rechtstreeks bij het UWV (en niet via de gemeente) kan aanmelden voor het Doelgroepregister. Landelijk is het beeld waarneembaar dat in sommige arbeidsmarktregio s nog nul mensen zijn aangemeld voor het Doelgroepregister vanwege alle onduidelijkheden die er rondom de registratie bestonden en (nog) bestaan. De gemeente Apeldoorn heeft tot vorige maand negen mensen aangemeld voor het Doelgroepregister. Hiervan zullen zes mensen opgaan voor de loonwaardemeting. Wat is de rol van het UWV in dit verhaal? Het UWV voert de keuring uit, en daaruit komt naar voren of iemand volledig duurzaam arbeidsongeschikt is of niet. Indien iemand volledig duurzaam arbeidsongeschikt is, komt hij in aanmerking voor een Wajonguitkering, en zal hij onder de verantwoordelijkheid van het UWV vallen. Daarnaast is het UWV verantwoordelijk voor de indicatie of iemand wel of niet in staat is om 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen. Indien een klant daar niet toe in staat is valt men onder de Participatiewet, en ontstaan er rechten op bijvoorbeeld werken op basis van loonkostensubsidie en ontstaat er een voorrang op de banen voortkomend uit de baanafspraak. Voormalige wachtlijst WSW Serge Delfos vertelt dat de wachtlijst voor de WSW in feite niet meer bestaat, aangezien de instroom in de sociale werkvoorziening per 1 januari jl. is gestopt. Dit heeft natuurlijk consequenties voor de mensen die wel geïndiceerd waren, maar nog geen dienstverband hadden. Landelijk is afgesproken dat deze mensen voorrang krijgen bij de banen voortkomend uit de baanafspraak. In samenwerking met de Felua-groep heeft de gemeente Apeldoorn de (voormalige) wachtlijst onder de loep genomen, en gekeken naar welke mensen hier tussen zitten en welke mogelijkheden er voor deze kandidaten bestaan. Het blijkt dat daar kandidaten tussen zitten die aan het werk kunnen gaan met loonkostensubsidie. Dit was voorheen niet mogelijk, maar met de komst van de Participatiewet nu wel. Serge Delfos vertelt dat het ook mogelijk kan zijn dat er kandidaten tussen zitten voor beschut werk. Voor beschut werk stelt de gemeente Apeldoorn 15 plekken, waarvan 10 plekken in 2015, per jaar beschikbaar. Voor beschut werk zijn op dit moment drie kandidaten geselecteerd, waarvan één persoon afkomstig van de voormalige wachtlijst WSW. Marja van der Kous vraagt vanaf de publieke tribune hoe groot de voormalige wachtlijst qua omvang was. Serge Delfos geeft aan dat hij niet precies uit zijn hoofd kan vertellen om hoeveel mensen het in totaal gaat. Aangezien de voormalige wachtlijst niet alleen betrekking had op Apeldoorn, maar op Apeldoorn plus Epe en Heerde. Serge Delfos weet wel dat op deze lijst tientallen mensen uit Apeldoorn stonden. Hierbij plaatst hij wel een kanttekening; op de voormalige wachtlijst WSW stonden ook een groot aantal mensen die niet onder de Participatiewet vallen, maar die bijvoorbeeld Wajong ontvangen en onder het UWV vallen. Dus niet iedereen die op de voormalige wachtlijst WSW stond, valt 8

automatisch onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Anneke Wilhelm geeft aan dat er altijd een groep mensen zal blijven bestaan voor wie een beschut werkplek noodzakelijk zal zijn, hoe wordt daarmee omgegaan? Serge Delfos vertelt dat daar op landelijk niveau op allerlei manieren naar wordt gekeken. Een beschut werkplek kan namelijk op diverse manieren georganiseerd worden. Soms kan een beschermd werkplek ook bij een reguliere werkgever ingericht worden. De gemeente Apeldoorn is één van de gemeenten die heeft besloten om wel beschutte werkplekken op te zetten. Weliswaar krijgt de gemeente daarvoor maar beperkte middelen vanuit het Rijk, maar in ieder geval zullen er vijftien plekken per jaar worden gecreëerd voor die doelgroep voor wie beschut werk echt noodzakelijk is. Els Sprangers heeft gelezen dat aan de mensen die al bij de Felua-groep werkzaam zijn met een vast contract, geen werkplek in WSW dienstverband aangeboden hoeft te worden. Uit ervaringsverhalen weet zij echter dat dit anders is gecommuniceerd naar deze mensen. Deze mensen hebben te horen gekregen dat zij de mogelijkheid hebben om terug te keren bij de Felua-groep indien het begeleid werken niet lukt. Serge Delfos geeft aan dit punt van Els Sprangers mee te nemen, en dit na te vragen. Kansrijk Intensief Serge Delfos vertelt dat hij het belangrijk vond om (via het lijstje op de sheet) een indruk te geven van de diversiteit die binnen de doelgroep voor Kansrijk Intensief bestaat. Erica Brettschneider wijst op de groep deelnemers van Kansrijk Intensief die uiteindelijk afziet van een uitkering, en vraagt naar de beweegredenen van deze mensen. Serge Delfos geeft aan dat de gemeente geen uitkering kan afdwingen, er zijn jongeren die op een gegeven moment een andere keuze maken. Er zijn ook jongeren waarvan de ouders een keuze maken, en de ouders duidelijk te kennen geven dat zij niet willen dat hun kind in de bijstand terecht komt. Daarnaast wordt het soms ook in familiaire kring opgelost. Bijvoorbeeld een kind met een arbeidsbeperking waarvan een familielid een bedrijf heeft, waar deze jongere aan de slag kan. Dat kan ook een oplossing zijn. Sheet 5: Regionaal Werkbedrijf Serge Delfos vertelt dat het ook goed is om te weten dat er een regionale component is. Deze regionale component heeft vooral betrekking op het Doelgroepregister, de baanafspraak, de samenwerking met de werkgevers, het ontzorgen van de werkgevers en het stimuleren van werkgevers op arbeidsplaatsen aan de doelgroep aan te bieden. In de eerste maanden van het jaar is op dit vlak duidelijk een worsteling waarneembaar. Aan de ene kant is zichtbaar dat veel werkgevers bereid zijn om arbeidsplaatsen aan de doelgroep beschikbaar te stellen. Aan de andere kant is ook zichtbaar dat veel werkgevers het moeilijk vinden om in de praktijk dit uit te werken, aangezien elke gemeente het beleid op een eigen manier invult. Binnen onze arbeidsmarktregio wordt geprobeerd om meer uniformiteit en eenheid aan te brengen. Dit is voor werkgevers prettig, omdat zij dan niet met allerlei verschillende regelingen per gemeente te maken krijgen. Deels is dit niet te vermijden, maar door hier op regionaal niveau afspraken over te maken wordt getracht hier meer duidelijkheid en eenheid in aan te brengen. Een belangrijk onderdeel van de regionale samenwerking is het feit dat de cliëntenparticipatie nu ook op regionaal niveau een ontwikkeling doormaakt. Met de opzet van een regionale cliëntenraad kan nu ook gezamenlijk meegekeken en meegeadviseerd worden op een regionaal niveau. Sheet 6: Raakvlakken 3D s Serge Delfos vertelt dat de drie thema s op deze sheet de kernthema s vormen. Met betrekking tot het thema de toegang is het belangrijk dat er vooral gezamenlijk naar de toeleiding en toegang wordt gekeken. Door de samenwerking te zoeken wordt voorkomen dat bepaalde informatie bij diverse spelers onbekend blijft of dat zaken dubbel worden gedaan. Een voorbeeld hiervan is het opzetten van de sociale wijkteams. 9

Ook de samenwerking tussen Werkplein Activerium (het Jongerenloket) en JZW is een voorbeeld van het zoeken naar verbinding, en op een gezamenlijke wijze de zaken oppakken. Dit heeft ook betrekking op het tweede punt op deze sheet: de sluitende aanpak jongeren. Het is van belang dat partijen als het Jongerenloket, JZW en het onderwijs in de uitvoering nadrukkelijk de samenwerking zoeken, en samen optrekken in de dienstverlening aan jongeren met of zonder arbeidsbeperking. Het derde punt op de sheet toont de concrete raakvlakken aan tussen Werkplein Activerium en JZW. De dagbesteding en de Talent-plekken zijn voorbeelden van de concrete samenwerking tussen Werkplein Activerium en JZW. Op deze manier kan sneller en efficiënter gewerkt worden, en wordt voorkomen dat men langs elkaar heen werkt en informatie onderling niet wordt gedeeld. Henk Aartsen bedankt Serge Delfos voor zijn aanwezigheid en bijdrage in de vergadering. 5. MEDEDELINGEN (FRANCINE KRUITBOSCH) Francine Kruitbosch schuift aan in de vergadering om in te gaan op mededelingen Toezicht Francine Kruitbosch vertelt dat Marieke Born in de regio heeft gesproken over een regionale aanpak van het toezicht. De portefeuillehouders hebben uitgesproken dat zij willen dat het toezicht, zoals dat in de Wmo verplicht is gesteld voor gemeenten, zoveel mogelijk regionaal geregeld wordt. Henk Aartsen vraagt of dit toezicht betrekking heeft op de kwaliteit of op de budgetten. Francine Kruitbosch vertelt dat het toezicht bestaat uit een aantal componenten, en daar is kwaliteit er zeker ook één van. Het toezicht op het budget is meer lokaal van aard, omdat de verantwoordelijkheid van het budgetbeheer ligt bij de gemeenteraad. Francine Kruitbosch geeft aan dat Marieke Born meer kan vertellen over dit onderwerp. Cliëntenparticipatie Cliëntenparticipatie is ook een onderwerp waar Marieke Born momenteel mee aan de slag is. Er is momenteel een concept opdracht geformuleerd voor de nieuwe aanpak van de cliëntenparticipatie, dat wordt nu voorgelegd aan wethouder Blokhuis. Francine Kruitbosch raadt aan om Marieke Born uit te nodigen om met haar verder te praten over dit onderwerp. Ongehinderd App Op 1 juni is de zogenoemde Ongehinderd App van start gegaan. Dit is een initiatief van enkele mensen om de toegankelijkheid van de stad Apeldoorn in kaart te brengen, en daar is nu een app voor ontwikkeld. Er zijn vrijwilligers geworven en geschoold, en zij zullen nu diverse plekken en gelegenheden in Apeldoorn bezoeken om te zien hoe het is gesteld met de toegankelijkheid. Mirjam Wassink is vanuit het beleidsteam hierbij betrokken, en zij vertelde dat ze hoopt dat in het komende najaar een groot aantal gelegenheden zijn bezocht en de informatie in de app is verwerkt. De verwachting is dat de app (met de resultaten) in het najaar gelanceerd kan worden. Voor meer informatie over dit initiatief is het handig om contact op te nemen met Mirjam Wassink. Toekomst van de Huishoudelijke Hulp (HH) Het ministerie is een overleg gestart tussen enkele aanbieders en enkele gemeenten (waaronder Apeldoorn) over de toekomst van de huishoudelijke hulp. Gezocht wordt naar de mogelijkheden hoe, ondanks de vermindering van de ureninzet van HH door de gemeenten als gevolg van de bezuinigingen, gewerkt kan worden aan de vernieuwing en innovatie van het product HH. In het overleg werd gesproken over de inzet van de HHT-gelden, maar ook over 10

experimenten met combinatieproducten. In overleg met de zorgverzekeraar zou bijvoorbeeld ondersteuning geboden kunnen worden die zowel persoonlijke verzorging als huishoudelijke hulp biedt. Daarnaast werd tijdens het overleg door aanbieders de suggestie gedaan om een code verantwoord marktgedrag te ontwikkelen. Het betreft een soort gentlemen s agreement waarbij de partijen die betrokken zijn bij een bepaalde sector met elkaar afspraken maken, en waar partijen zich aan kunnen verbinden. Het zijn afspraken die gemaakt worden tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers (de aanbieders) en de vakbonden. Het doel van het opstellen van een dergelijke code is om te komen tot afspraken die ook nageleefd worden en waarbij de sector zich met alle betrokkenen inspant om gezamenlijk verder te komen. De veronderstelling van het ministerie is dat de vernieuwing en innovatie van het product HH op deze manier ook beter gestalte zal krijgen. Francine Kruitbosch heeft tijdens het overleg gemerkt dat het ministerie wel haast wil maken met het opstellen van deze code. Henk Aartsen vertelt dat in het verleden wel vaker codes zijn ingesteld, maar dat deze codes vaak leidden tot kartelvorming. Hij vraagt zich af waarom er nu niet voor wetgeving wordt gekozen in plaats van een code? Francine Kruitbosch geeft aan dat zij denkt dat het momenteel een zoektocht is om op alle niveaus tot iets goeds te komen. In de cao voor de VVT (Verpleging, Verzorging en Thuiszorg) zijn nieuwe afspraken gemaakt en die cao is algemeen verbindend verklaard. Dat traject is daarmee afgerond, en in die cao staan ook nieuwe salarisschalen voor de huishoudelijke hulpen. De aanbieders geven op dit moment aan dat deze salarissen betaald moeten worden, maar dan moeten zij met de gemeenten ook het tarief voor hun product kunnen afspreken, zodat die salarissen daadwerkelijk betaald kunnen gaan worden. Met als gevolg dat er een discussie ontstond over hoe hoog dat tarief moet zijn. Toen is gesuggereerd door de aanbieders dat in de Wmo vastgelegd zou moeten worden welk tarief de gemeenten moeten betalen. Dat was voor de VNG een stap te ver. Op deze manier ontstond er een patstelling tussen het ministerie en de VNG. De VNG worstelt ermee dat met de nieuwe taken te weinig geld mee komt. Het ministerie en de VNG zijn daarover in gesprek, maar Francine Kruitbosch merkte bij het overleg dat er een blokkade ligt, en een code zou wellicht een eventuele uitweg kunnen zijn. Francine Kruitbosch benadrukt dat dit een persoonlijke inschatting van haar is, en dit kan zij natuurlijk niet met zekerheid voorspellen. Bij de aanwezige deelnemers aan het overleg was het een diepe wens om door middel van een code het te gaan proberen en de situatie vlot te trekken. Misschien zal het plan niet de eindstreep halen, en ook niet door alle gemeenten ondertekend worden, maar soms is het proces al een groot deel van de oplossing. Dat er gezamenlijk gezocht wordt naar mogelijkheden om verandering te bewerkstelligen. Jan uit het publiek vertelt dat hij als vrijwilliger mensen helpt met het doen van de belastingaangifte. Het valt hem hierbij op dat mantelzorgers fiscaal worden aangevallen; wanneer iemand geen indicatie krijgt voor HH1 of HH2, wordt dat gevolgd door een advies dat een cliënt het ook zelf kan inkopen. In dat laatste geval is de eigen bijdrage volledig aftrekbaar. Francine Kruitbosch reageert dat dit een goed signaal is om mee te nemen bij de advisering, en om dat intern even te bespreken. Vrouwenopvang, Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en Beschermd wonen Voor het beleidsveld Vrouwenopvang, Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het beleidsveld Beschermd Wonen worden nieuwe meerjarenbeleidskaders opgesteld. De Wmo-raad zal bij deze processen worden betrokken. Ambtelijke betrokkenen zijn Linda Stomphorst en Antonie de Vlieger Voorlichting professionals Henk Aartsen stelt aan Francine Kruitbosch een vraag naar aanleiding van haar bijdrage in de vorige vergadering, waarin zij vertelde over de planning van een aantal bijeenkomsten met betrekking tot het voorlichten van professionals over de Wmo. 11

Henk Aartsen vraagt of er al meer bekend is over de data van deze bijeenkomsten. Francine Kruitbosch vertelt dat een tweede bijeenkomst inmiddels gepland is, en zij zal bij het Wmo-loket even navragen om de uitnodiging, al dan niet via Davy Cinjee, te delen met de Wmo-raad. Reactiebrief t.a.v. de uitgebrachte adviezen 2014 Henk Aartsen vertelt dat de Wmo-raad de opgestelde reactiebrief van Francine Kruitbosch heeft ontvangen. De leden hebben uitgesproken niet gelukkig te zijn met hoe het proces rondom de reacties op de uitgebrachte adviezen vorige jaar is verlopen. Daar heeft Francine Kruitbosch in de brief zelf ook al melding van gemaakt, en zij is het ermee eens dat dit anders had gemoeten. Het verzoek van de Wmo-raad is om dit jaar de adviezen en de reacties daarop weer volgens de procedure af te handelen. Henk Aartsen deelt met Francine Kruitbosch het idee om de reactiebrief op de website van de Wmo-raad te plaatsen, omdat deze brief een mooi overzicht geeft van de vele werkzaamheden die de Wmo-raad in het afgelopen jaar heeft verricht. Hij vraagt aan Francine Kruitbosch of dit bezwaarlijk is, aangezien er wel namen van ambtenaren bij de adviezen staan weergegeven. Francine Kruitbosch zegt dat zij deze vraag wil meenemen, om hierover intern te overleggen met de leiding van de eenheid. Henk Aartsen bedankt Francine Kruitbosch voor haar aanwezigheid en bijdrage in de vergadering. 7. POSTZAKEN Ingekomen post - Uitgegane post - 8. RONDVRAAG & SLUITING Henk Aartsen bedankt alle leden voor hun inbreng en sluit de vergadering om 12:00 uur. 12