Inkomstenbelasting winst 2 programma Winstberekening Vermogensetikettering Waardering vermogensbestanddelen Beperkt aftrekbare en niet aftrekbare kosten Vrijstellingen 1 Vermogensetikettering 1 van 2 Een vermogensbestanddeel kan behoren tot: Verplicht privévermogen Bij 90% of meer privégebruik. (auto: bij max. 500 km privégebruik) Verplicht ondernemingsvermogen Bij 90% of meer zakelijk gebruik (auto bij max. 500 km zakelijk gebruik). Keuzevermogen Ondernemer mag/moet zelf kiezen. Schuld volgt verbonden vermogensbestanddeel 2 Vermogensetikettering 2 van 2 De ondernemer mag niet van jaar tot jaar switchen. Wij spreken van een bestendige gedragslijn. De ondernemer mag een eenmaal gemaakte keuze alleen bij een bijzondere omstandigheid voor de toekomst herzien. Goede redenen om de keuze te herzien zijn: bestemmingswijziging (gebruik voor ander doel); wetswijziging; nieuwe rechtspraak; ingrijpende verbouwing. 3 1
Vermogenetikettering onroerende zaak Bijzondere regeling voor gemengde onroerende zaak Voor een pand dat zowel voor de onderneming wordt gebruik als voor privé geldt: Splitsen is technisch mogelijk: verplicht splitsen! Woongedeelte = privévermogen (bij gemengd gebruik keuzevermogen), bedrijfsgedeelte = ondernemingsvermogen Splitsen is technisch onmogelijk: keuzevermogen geheel ondernemingsvermogen, of geheel privévermogen, of administratief splitsen in ondernemingsvermogen en privévermogen. 4 Hoofdlijnen foutenleer 1. Fout komt wel tot uiting in een balanspost. Geen verjaring, herstel is altijd mogelijk. Is foutjaar verjaard? Nee: stap 1 corrigeren in jaar waarin fout werd gemaakt; stap 2 aanpassen daaropvolgende balansen. Ja: stap 1 corrigeren in oudste nog niet vaststaande jaar; stap 2 aanpassen daaropvolgende balansen. 2. Fout komt niet tot uiting in een balanspost. Wel verjaring. Correctie alleen mogelijk bij nieuw feit (art. 16 AWR). Is foutjaar verjaard? Nee: corrigeren in jaar waarin fout werd gemaakt door correctie/verhogen winst over foutjaar. Ja: correctie is niet meer mogelijk. 5 Waarderen activa en passiva Hoofdregel Waarderen volgens goed koopmansgebruik. vervangingswaardemethode is niet toegestaan; rekening houden met situatie op balansdatum; wel rekening houden met alle info over situatie per balansdatum, geen rekening houden met ontwikkelingen na balansdatum tenzij dit iets zegt over de situatie per balansdatum. 6 2
Waarderen bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen Waarderen tegen boekwaarde of lagere bedrijfswaarde. Boekwaarde is: + aanschaf- of voortbrengingskosten -/- afschrijvingen = boekwaarde Lagere bedrijfswaarde mag alleen gebruikt worden als het resterend nut van een duurzaam productiemiddel door een bijzondere oorzaak sterk is gedaald bijv. na brand. 7 Willekeurige afschrijving Kenmerk Bijzondere faciliteit ter bevordering bepaalde investeringen. De regeling geldt voor ondernemers en winstgenieters. Aard Willekeurige afschrijving op aangewezen activa. Aangewezen activa 1. Bepaalde investeringen in kader VAMIL-regeling Eis: activa moeten op de milieulijst staan (art. 3.31 IB + artt. 1-6 Uitv. reg. willekeurige afschrijving 2001); 2. Investeringen door startende ondernemers Eis: totaal van de investeringen mag niet meer zijn dan (zie art. 3.34 Wet IB + art 7 e.v. Uitv. reg. willek. afschr. 2001). 8 Willekeurige afschrijving door starter 1 van 3 Voorwaarden bij willekeurige afschrijving 1. Ondernemer heeft recht op verhoogde zelfstandigenaftrek (zie art. 3.76 lid 3 en art. 7-1 Uitv. reg. willekeurige afschr. 2001). 2. Alleen in eerste ondernemersjaar ook op verplichtingen/investeringen gedaan in voorafgaande jaar. 3. Geldt niet voor uitgesloten investeringen of verplichtingen (zie art. 3.45 en 3.46 IB en art. 7-4 Uitv. reg. willekerige afschr. 2001); 9 3
Willekeurige afschrijving door starter 2 van 3 4. Totaal van de investeringen/verplichtingen mag niet meer zijn dan 306.931 (zie art. 3.41-2 IB jo art. 8 Uitv. reg. willek. afschr.). 5. Bij vervreemding (verkoop) binnen 5 jaar na jaar van investeren moet de boekwaarde worden verhoogd tot boekwaarde die zou gelden als niet willekeurig was afgeschreven = desinvesteringsbijtelling. 10 Willekeurige afschrijving door starter 3 van 3 Aanvang willekeurige afschrijving Normale afschrijving: bij ingebruikname. Willekeurige afschrijving: bij aangaan verplichting maar niet meer dan het reeds betaalde bedrag/de reeds gemaakte voortbrengingskosten (zie art. 3.35 IB). Herinvesteringsreseve Ook bij willekeurige afschrijving komt de herinvesteringsreserve eerst in mindering op de aanschafwaarde. Op het daarna resterende bedrag mag worden afgeschreven (zie art. 3.34 IB). 11 Waarderen voorraden Grondslag Kenmerk Tref je aan bij Historische kostprijs Historische inkoopprijs of voortbrengingskosten Vooral bij handelsgoederen Marktwaarde Actuele inkoopprijs Vaak in strijd met goedkoopmansgebruik Minimum waarderingsregel Historische inkoopprijs of lagere marktwaarde Wordt veel toegepast IJzeren voorraad methode Vaste voorraad x vaste prijs Surplus: kostprijs of lagere marktwaarde Manco: actuele inkoopprijs Soms bij fabrieken 12 4
Waarderen onderhanden werk Onderhanden werk het constante deel van de algemene kosten moet sinds 2007 ook worden geactiveerd; De winst wordt voortschrijdend genomen, dus activeren. Voorbeeld Een aannemer bouwt voor 30 mln. een torenflat. Het werk is per balansdatum voor de helft gereed. De aannemer moet nu 50% van 30 mln. = 15 mln. activeren winstneming (balanswaarde -/- gemaakte kosten = winst). 13 Waarderen vorderingen 1 van 2 1. Vorderingen in euro s Hoofdregel: Waarderen tegen nominale waarde. Uitzonderingen: Geen / te lage rente dan waarderen tegen contante waarde; Dubieuze vorderingen afwaarderen; Vordering overgenomen voor minder dan de nominale waarde waarderen tegen kostprijs. 14 Waarderen vorderingen 2 van 2 2. Vorderingen in vreemde valuta Waarderen tegen kostprijs of lagere dagwaarde Voorbeeld Omschrijving Bedrag Dagkoers Balans Vordering is ontstaan op 15-mei $200,00 147,08 Situatie I koers stijgt 31-dec $200,00 160,00 147,08 Situatie II koers daalt 31-dec $200,00 130,00 130,00 15 5
Waarderen voorzieningen Kenmerk Gaat het om een toekomstige verplichting. Op balansdatum is er nog geen sprake van een afdwingbare verplichting. Voorwaarden Toekomstige uitgaven; Oorzaak ligt (ten dele) voor balansdatum; Redelijke mate van zekerheid dat uitgaven gedaan moeten worden; Kan aan de betreffende periode worden toegerekend; Met het Baksteenarrest is de eis van contract vervallen. 16 Aftrek van kosten 1 van 2 Hoofdregel Kosten zijn aftrekbaar geen beoordeling door inspecteur. Uitzonderingen Aftrek Algemeen zakelijk nut Mede voor privé van de ondernemer Hoofdregel Volledig aftrekbaar Inspecteur mag noodzaak van de kosten niet toetsen. Uitzonderingen Geheel uitgesloten Art. 3.14 IB Art. 3.16 IB Beperkt aftrekbaar Art. 3.15 IB Art. 3.17 IB 17 Aftrek van kosten 2 van 2 Algemene kosten Geheel van aftrek uitgesloten kosten (art. 3.14 IB). Voorbeelden: standsuitgaven, NL-geldboetes, wapens; Beperkt aftrekbare kosten (art. 3.15 IB). Voorbeelden: representatie, congressen, seminars, studiereizen. Kosten t.b.v. de belastingplichtige zelf Geheel van aftrek uitgesloten kosten (art. 3.16 IB). Voorbeelden: privé telefoonabonnement, persoonlijke verzorging; Beperkt aftrekbare kosten (art. 3.17). Voorbeelden: verhuiskosten, vergoeding zakelijk gebruik privéauto. 18 6
Objectieve vrijstellingen 1 van 3 Art. 3.11 bosbouwvrijstelling Lid 1: tot winst behoort niet voordelen uit bosbedrijf. Lid 2: op verzoek toch belast (voor min. 10 jaar). Art. 3.12 landbouwvrijstelling Lid 1: tot winst behoort niet voordelen door waardeverandering van landbouwgrond tenzij door: bestemmingswijziging grondverbetering. Lid 2: landbouwbedrijf is ook Waardestijging door andere bestemming Waardestijging door inflatie Aankoopprijs Belast Vrij 19 Objectieve vrijstellingen 2 van 3 Voorbeeld Landbouwer Brink kocht in 1960 5 ha grond voor 400.000 ( 8/m 2 ). Hij verkoopt de grond in 2013 voor 4.400.000 ( 88/m 2 ) aan een projectontwikkelaar die er huizen op wil bouwen. Bij verkoop aan andere landbouwer zou de prijs 1.400.000 zijn. Van de winst van 4.000.000 is 3.000.000 belast en 1.000.000 vrijgesteld. Waardestijging door andere bestemming Waardestijging door inflatie Aankoopprijs 3.000.000 Belast 1.000.000 Vrij 400.000 20 Objectieve vrijstellingen 3 van 3 Art. 3.13 overige vrijstellingen Lid 1: tot de winst behoort niet voordelen uit kwijtgescholden schulden voor zover er geen compensabele verliezen zijn. voorbeeld Ondernemer Smit leed vorig jaar 40.000 verlies. Ook dit jaar zit het tegen. Hierdoor kan hij zijn belangrijkste leverancier niet meer betalen. De schuld bedraagt inmiddels 100.000. Deze leveranciers scheldt daarom 75% van de schuld kwijt. Zonder de kwijtschelding zou er 10.000 verlies zijn. Bijzondere bate (kwijtschelding) 75.000 Af: verlies dat anders zou ontstaan 10.000 Af: verrekenbaar verlies vorig jaar 40.000 + 50.000 - Kwijtscheldingsvrijstelling 25.000 21 7
Subjectieve vrijstelling Art. 3.79a MKB-vrijstelling Wat: 14% van de winst na ondernemersaftrek. Eis: geniet de winst als ondernemer (geen ureneis + winstgenieter heeft er geen recht op) Let op Bel.pl. kan ondernemer zijn zonder dat hij aan het urencriterium voldoet. Denk aan een ondernemer die 3 dagen per week in loondienst werkt en daarnaast een onderneming runt waarin hij 1.000 uur per jaar werkt. 22 EINDE 23 8