Masterproject Ontwikkelingsstoornissen

Vergelijkbare documenten
Nr masterproject: Titel masterproject:

Bachelorprojecten Neuropedagogiek/Ontwikkelingsstoornissen

Masterprojecten November

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Taalontwikkeling, vroegtijdige interventie, baby s en peuters

Bachelor projecten Start September

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Masterprojecten September/Oktober. Neuropedagogiek / Ontwikkelingsstoornissen

Masterproject Ontwikkelingsstoornissen november 2010

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Titel masterproject: Stressgevoeligheid en (sociale) cognitie bij kinderen en adolescenten met externalizerende gedragsproblemen

1.1 Ontwikkelingspsychopathologie Opbouw van het boek Hoofdstuk 1 in tien punten 25 Belangrijke begrippen 25

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof

Informatie voor ouders. Mindfulness voor kinderen met ADHD en mindful ouderschap

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Ontwikkelingsrisico s bij meisjes met een extra X chromosoom

De Groeifabriek! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen!

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

NEDERLANSE SAMENVATTING

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Informatie voor deelname aan onderzoek: basisscholen De toekomst van muziek

Graduate School of Child Development and Education Welkom bij de mastervoorlichting van Orthopedagogiek

Nederlandse Samenvatting

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Foetaal Alcohol Syndroom: Een ondergediagnosticeerde en voorkombare aandoening. Pieter Jelle Vuijk, neuropsycholoog STAP 23 september

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Samenvatting (Summary in Dutch)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nieuwsbrief Een goed begin

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

GGZ aanpak huiselijk geweld

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Nederlandse samenvatting

Ondersteuningaanbod voor peuters met problemen in de ontwikkeling. Lex Wijnroks (UU) 22 juni 2015

SAMENVATTING Introductie

Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Samenvatting

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

Wie ben ik? Onderzoek ouderen. Vandaag: De ouder wordende cliënt met autisme. Aantal publicaties

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Inhoud Inleiding Gedragsproblemen Psychosociale vaardigheden Emotionele vaardigheden Leervaardigheden De rol van het gezin Literatuur

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus Dr. EWM (Lisette) Verhoeven

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Op weg naar effectiviteitonderzoek in het cluster 4 onderwijs

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

BETER BIJ DE LES INFORMATIE

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

Samenvatting (Dutch summary)

2 Classificatie, diagnostiek en epidemiologie 35

Een PAD naar minder agressie

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen

Hoofdstuk 1 en 2 bestaan uit de inleiding en de beschrijving van de onderzoeksdoelen.

Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek

Introductie. JuniorCare gaat voor Samen aan de Slag. Zie hier zorgaanbod 2019:

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Kajak Congres Psychiatrie en LVB

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Wie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf. Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

A nimal A ssisted T herapy

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Expertisecentrum. Trisomie van de X en Y chromosomen. Informatie over de TRIXY kliniek. Nieuwsbrief. Voorwoord

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Samenvatting (Summary in Dutch)

Prikkelverwerking bij Gedragsstoornissen

Orthopedagogiek. Specialisatie. Faculteit der Sociale Wetenschappen. MSc Education and Child Studies

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

7 Nederlandstalige Samenvatting

6 Psychische problemen

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Neuropsychologisch onderzoek

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)

VOORLICHTING KLINISCHE LEERLIJN 4 MEI 2016

Nieuwsbrief Een goed begin

De Groeifabriek. Denken met een groeimindset!

Sikkelcelziekte. Hersenschade: 30-60% silent infarct op MRI

On the Move! Cognitietour door Nederland

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

Nederlandse Samenvatting

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

Nederlandse samenvatting

Transcriptie:

Nummer masterproject: Titel masterproject: Probleemstelling: Onderzoeksvragen: Dataverzameling: Masterproject Ontwikkelingsstoornissen O01 Ontwikkeling van het executieve functioneren bij jonge kinderen Ruben is vijf jaar en is nooit een beetje boos of verdrietig; nee, als hij boos of verdrietig wordt, dan explodeert hij bijna van de heftige emoties. Zijn klasgenootje Els is een lieve meid, maar zij kan niet haar aandacht bij een spelletje houden; zij is dromerig en dwaalt steeds af met haar gedachten. Zowel bij Ruben als Els is er sprake van onvoldoende ontwikkelde capaciteiten om cognitieve en emotionele processen te controleren en sturen. De verzameling van hersenfuncties die voor die sturing en controle zorgen, noemen we: Executieve Functies. Bij enkele veel voorkomende ontwikkelingsstoornissen zoals de aandachtstekorthyperactiviteitsstoornis (ADHD), oppositioneelopstandige gedragsstoornis, of zelfs autisme lijken problemen met de executieve functies een deel van symptomen te verklaren. Het is daarom belangrijk om goed inzicht te krijgen in de ontwikkeling van die executieve functies bij jonge kinderen, hoe we die functies het beste kunnen meten bij jonge kinderen en hoe de relatie is tussen het executieve functioneren en kenmerken van ADHD of andere stoornissen. Over deze zaken is nog erg weinig bekend. Dit project heeft als doel een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kennis over executieve functies bij jonge kinderen van 2 t/m 5 jaar. De verzamelde gegevens gaan tevens gebruikt worden voor onderzoek naar de validiteit, betrouwbaarheid en normen van een nieuw instrument om executieve functies bij jonge kinderen te meten. Er vinden 10 bijeenkomsten plaats tussen oktober 2011 en juni 2012. In de eerste fase wordt een literatuurstudie gedaan en een vraagstelling geformuleerd. De student zoekt zelfstandig literatuur bij de gekozen vraagstelling, leest deze literatuur kritisch en maakt op basis daarvan een inleiding. Tevens wordt actief data verzameld door middel van vragenlijsten en tests bij kinderen met een leeftijd van 2 t/m 5 jaar. De data worden daarna met behulp van SPSS geanalyseerd. Ten slotte wordt het onderzoek beschreven in een individueel eindverslag. Begeleiding: Het merendeel van de bijeenkomsten vindt groepsgewijs plaats maar er vinden ook individuele besprekingen plaats met de docent. De docent begeleidt je onder andere bij de keuze van de vraagstelling, de uitwerking van de methoden en het zoeken van onderzoeksliteratuur. Tevens ontvang je van de docent feedback op de voorlopige versie(s) van het verslag en beoordeelt hij/zij het eindproduct. Dr. Kristiaan van der Heijden Aantal studenten: 8

Nummer masterproject: Titel masterproject: Probleemstelling: Theoretisch kader: Onderzoeksvragen: Dataverzameling: Masterproject Ontwikkelingsstoornissen O02 Het lerende brein: de rol van slaap en slaapgerelateerde factoren Waarom zou je eigenlijk slapen? Je zou je leven met eenderde verlengen als je dat achterwege zou laten. Helaas blijkt uit onderzoek dat slaap essentieel is en dat slaaptekort tot ernstige lichamelijke en geestelijke problemen kan leiden. Pas sinds het laatste decennium is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de effecten slaaptekort bij kinderen. Daaruit is gebleken dat zelfs een beetje minder slaap bij kinderen op de lange termijn kan leiden tot slechte schoolprestaties, lage IQ scores, en gedrags/stemmingsproblemen. Omdat slaapproblemen veel vaker voorkomen bij kinderen met psychiatrische stoornissen zoals ADHD, autisme, angststoornissen of stemmingsstoornissen zal er in wetenschappelijk onderzoek, maar ook in de klinische praktijk, veel meer aandacht moeten komen voor de oorzaken, gevolgen en behandeling van slaapproblemen bij kinderen. Uitgebreid en recent empirisch en meta-analytisch onderzoek door onze eigen onderzoeksgroep in Leiden, in samenwerking met centra in binnen- en buitenland, heeft inzicht gegeven in welke mechanismen en factoren een rol spelen bij de invloed van slaaptekort op het leerproces bij kinderen. Zo is gebleken dat met name hersenfuncties die voor die sturing en controle zorgen worden aangedaan door slaaptekort. Voorts zijn er aanwijzingen gevonden dat slaaptekort bij kinderen leidt tot een negatievere beoordeling van informatie. Dit soort veranderingen in informatieverwerking kunnen leiden tot cognitieve en gedragsproblemen, of kunnen resulteren in een toename van die problemen bij kinderen die bijvoorbeeld ADHD of autisme hebben. Dit masterproject maakt deel uit van een onderzoek van de afdeling Orthopedagogiek met het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen. Enkele factoren die mogelijk belangrijk zijn bij de negatieve invloed van slaaptekort op het leren bij kinderen zullen nader worden onderzocht, zoals het tijdstip van de dag, het temperament, of opvoedingsfactoren. Er vinden 10 bijeenkomsten plaats tussen oktober 2011 en juni 2012. In de eerste fase wordt een literatuurstudie gedaan en een vraagstelling geformuleerd. De student zoekt zelfstandig literatuur bij de gekozen vraagstelling, leest deze literatuur kritisch en maakt op basis daarvan een inleiding. Er zullen gegevens worden verzameld aan de hand van het Nederlands Slaap Register, door middel van vragenlijsten en tests bij kinderen met een leeftijd van 8 t/m 11 jaar. De data worden daarna met behulp van SPSS geanalyseerd. Ten slotte wordt het onderzoek beschreven in een individueel eindverslag. Begeleiding: Het merendeel van de bijeenkomsten vindt groepsgewijs plaats maar er vinden ook individuele besprekingen plaats met de docent. De docent begeleidt je onder andere bij de keuze van de vraagstelling, de uitwerking van de methoden en het zoeken van onderzoeksliteratuur. Tevens ontvang je van de docent feedback op de voorlopige versie(s) van het verslag en beoordeelt hij het eindproduct. Dr. Kristiaan van der Heijden Aantal studenten: 6

Masterproject Neuropedagogiek en Ontwikkelingsstoornissen Thema masterproject: Agressie, neuropsychologie, psychofysiologie (hartslag/huidgeleiding/cortisol), interventie. Nummer masterproject: O03 Titel masterproject: Agressie beter beheersen Probleemstelling: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Theoretisch kader: In dit masterproject kun je meedraaien in een longitudinaal onderzoek naar de onderliggende neurocognitieve en neurobiologische factoren van agressief en antisociaal gedrag bij kinderen. Een doel van het onderzoek is duidelijk te krijgen welke cognitieve functies minder goed ontwikkeld zijn bij kinderen met zulke gedragsproblemen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar empathisch vermogen, executieve functies, sociale cognitie, taal, emotie, leerbaarheid etc. Daarnaast wordt er met behulp van psychofysiologische meetapparatuur en hormoonmetingen het stress systeem in kaart gebracht, zoals hartslag, huidgeleiding en cortisol reactiviteit tijdens stress. Dit onderzoek is specifiek erop gericht om uit te zoeken of verschillende vormen van agressie, zoals kinderen die meer berekenende agressie (psychopathie) laten zien versus kinderen die impulsieve agressie laten zien, te onderscheiden zijn op basis van al deze cognitieve en neurobiologische kenmerken. Met deze kennis kan beter ingeschat worden of bestaande behandelingen gericht op het verminderen van agressie, zoals PMTO (Parent Management Training Oregon), meer of minder geschikt zijn voor kinderen met verschillende typen agressie. Deze kinderen hebben namelijk mogelijk een verschillende interventie nodig, door de verschillen in cognitieve en neurobiologische profielen. Het onderzoek moet uiteindelijk leiden tot beter maatwerk in de zorg voor kinderen met agressie. Studenten op dit onderzoek kunnen ervaring opdoen in de volgende onderdelen: - Neuropsychologische en neurobiologische testen afnemen bij kinderen - Vragenlijsten afnemen bij kinderen - Neuropsychologische verslaglegging Omdat er meerdere vraagstellingen mogelijk zijn, kunnen er 15 studenten aan dit project werken. Bij bepaalde praktische onderdelen van het onderzoek kan samenwerking heel handig zijn. Er zullen in het begin van het project een serie gezamenlijke bijeenkomsten georganiseerd worden. Iedere student zal wel zelf een eigen onderzoeksvraag bedenken en beantwoorden en dus individueel de gegevens analyseren en een verslag schrijven. Onderzoeksvragen: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Dataverzameling: Neuropsychologische testen, vragenlijsten, psychofysiologisch onderzoek (hartslag, huidgeleiding, speeksel) Opmerkingen over Start vanaf september planning: Sophie van Rijn Aantal studenten: 15

Masterproject Neuropedagogiek en Ontwikkelingsstoornissen Thema masterproject: Klinefelter, autisme, neuropsychologie, interventie Nummer masterproject: O04 Titel masterproject: Het syndroom van Klinefelter en autisme: de ontwikkeling van een selfmanagement training Probleemstelling: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Theoretisch kader: In dit masterproject kun je meedraaien in een onderzoek naar de risico s op ernstige sociale beperkingen en autisme bij jongens met het syndroom van Klinefelter. We willen niet alleen onderzoeken hoe groot die risico s zijn, maar juist ook inzicht krijgen in de onderliggende oorzaken. Daarom vergelijken we het cognitief functioneren van jongens met Klinefelter, jongens met autisme en jongens uit de algemene populatie met elkaar. Deze cognitieve functies hebben bijvoorbeeld te maken met het herkennen van gezichtsexpressies, theory of mind, executieve functies, taal en visueel inzicht. Ook inventariseren we gedragsproblemen met behulp van vragenlijsten en interviews bij ouders. Naast het in kaart brengen van risico s in de ontwikkeling zullen we onderzoeken hoe beïnvloedbaar deze risico s zijn. Dit doen we door een self-management training aan te bieden aan jongens met Klinefelter. Deze is gericht op de cognitieve functies die belangrijk zijn bij het aansturen van denken, gedrag en gevoel, waarbij we de effecten op de sociale ontwikkeling willen gaan evalueren. Studenten op dit onderzoek kunnen ervaring opdoen in de volgende onderdelen: - Neuropsychologische testen afnemen - Neuropsychologische verslaglegging - Meelopen met de self-management training Omdat er meerdere vraagstellingen mogelijk zijn, kunnen er 6 studenten aan dit project werken. Bij bepaalde praktische onderdelen van het onderzoek kan samenwerking heel handig zijn. Er zullen in het begin van het project een serie gezamenlijke bijeenkomsten georganiseerd worden. Iedere student zal wel zelf een eigen onderzoeksvraag bedenken en beantwoorden en dus individueel de gegevens analyseren en een verslag schrijven. Onderzoeksvragen: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Dataverzameling: Neuropsychologische testen, vragenlijsten Opmerkingen over Start vanaf oktober planning: Sophie van Rijn Aantal studenten: 6

Titel masterproject Docent(en) Projectnr Inleiding Methode Werkwijze Masterproject Neuropedagogiek en Ontwikkelingsstoornissen Effect van oudertraining en leerkrachttraining op executieve functies bij kleuters en kinderen ion groep 3 en 4 Prof.dr.H.Swaab en aio s O05 De functies die de regulatie van gedrag en emotie regelen, de executieve functies (EF) zijn volop in ontwikkeling op de kleuterleeftijd. De ontwikkeling van de executieve functies is van belang voor het sociale functioneren en voor het leren op school. Ouders en leerkrachte hebben, met hun opvoeding en de manier van onderwijs geven, invloed op de ontwikkeling van de EF. In een cursus krijgen ouders en leerkrachten informatie over de ontwikkeling van EF op de kinderleeftijd. Daarnaast krijgen ze oefeningen om EF met de kinderen te oefenen. Het effect van deze training op de ontwikkeling van de kinderen wordt geëvalueerd. EF, sociale cognitie en gedrag worden gemeten voorafgaand aan de cursus. Na de training wordt gekeken naar het effect bij de kinderen en de ouders. Dit effect wordt vergeleken met een controlegroep. Studenten dragen bij aan het meten van de kinderen en de ouders. Zij helpen mee bij de oudertrainingen en leerkrachtrainingen die meestal s avonds gegeven worden op school. Studenten beantwoorden vragen als: welk eigenschappen van kind en ouder zijn belangrijk om succes van de cursus te voorspellen. Studenten kunnen in dit project ervaring opdoen met het testen van jonge kinderen, het omzetten van wetenschappelijke inzichten in training voor ouders en leerkrachten en het in kaart brengen van ouder- en leerkracht eigenschappen. Het project is onderdeel van een aantal lopende aio projecten waarvoor subsidie is gegeven door de overheid, met als overkoepelende doelstelling de bevordering van beta vaardigheden bij basisschoolleerlingen. Het onderzoek in Leiden maakt deel uit van een landelijk initiatief van meerdere universiteiten. Zie ook de website www.talentenkracht.nl

Titel masterproject Docent(en) Projectnr Inleiding Methode Werkwijze Masterproject Ontwikkelingsstoornissen Behandeling van kinderen met autisme via de ouders, meten van sociaal begrip Prof.dr.H. Swaab, Sophie van Rijn en aio s O06 Problemen in de sociale ontwikkeling bij kinderen met autisme zorgen ervoor dat ouders vragen hebben over de manier waarop deze kinderen in de opvoeding het beste ondersteund kunnen worden. Een oudertraining die erop gericht is om communicatie en exploratief gedrag bij deze kinderen te ontwikkelen wordt al sinds enige tijd met succes toegepast in het centrum voor autisme in leiden. In dit project gaan studenten helpen bij het evalueren van de effectiviteit van deze interventie. Daarnaast gaan studenten aan het werk om het meten van sociale vaardigheden bij kinderen verder te ontwikkelen. Om deze taken te ontwikkelen worden kinderen van reguliere scholen onderzocht, zodat daarna toepassing bij kinderen met autisme mogelijk wordt. Studenten worden getraind in ouderinterviews gericht op het in kaart brengen van de ontwikkeling van kinderen. Autistische kinderen en hun ouders worden onderzocht voor de start van de training op executieve functies en sociale cognitie. Het effect van de training op sociaal gedrag van de kinderen en opvoedingscompetentie van de ouders wordt geevalueerd. Prototypen van meetinstrumenten gericht op sociale ontwikkeling worden bij kinderen van reguliere basisscholen afgenomen. Studenten dragen bij aan het onderzoek in het centrum autisme in Oegstgeest. Zij doen een deel van de ouderinterviews en leren hoe de training van de autistische kinderen eruit ziet, indien mogelijk volgen zij een aantal sessies. Studenten doen mee aan het meten van de effecten van de training. Studenten dragen bij aan de ontwikkeling van de instrumenten voor het meten van sociale ontwikkeling, zij doen ervaring op in diagnostiek van sociale ontwikkeling bij jonge kinderen. Het project, waarin behandeling van autisme wordt geëvalueerd, is een langerlopend, meerjarig project.

Masterproject Neuropedagogiek Nummer masterproject: O07 Titel masterproject: Instrumentele versus Affectieve Agressie Probleemstelling: Agressie kent vele vormen. Een belangrijke indeling, die de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt, onderscheidt instrumentele agressie (ook wel proactieve agressie genoemd) en affectieve agressie (ook wel reactieve agressie genoemd). Daarnaast komt agressie ook vaak voor in relatie met andere internaliserende (bijvoorbeeld angst, depressie, stemmingsstoornissen) en externaliserende (bijvoorbeeld ADHD) gedragsproblematiek. Het doel van dit onderzoek is het vinden van aspecten van cognitie en gedrag die een unieke bijdrage leveren instrumentele agressie, affectieve agressie, agressie + hyperactiviteit/inattentie, en agressie + angst- en/of stemmingsstoornissen. Theoretisch kader: Instrumentele agressie is een berekenende vorm van agressie waarbij men door middel van zijn/haar gedrag een bepaald doel wil bereiken. Affectieve agressie is een gedragsuiting als gevolg van frustratie of stress. Wat zijn de cognitieve en gedragprofielen die bij deze vormen van agressie horen? En hoe worden deze patronen beïnvloed door mogelijk comorbide hyperactiviteit/inattentie en/of angst- en/of stemmingsstoornissen. Het is belangrijk hier achter te komen voor de behandeling van agressie. Bepaalde vormen van agressie of comorbide stoornissen kunnen de effectiviteit van bepaalde therapieën beïnvloeden. Daarnaast kan er bij de behandeling van agressie gebruik worden gemaakt van specifieke sterktes en zwaktes op het gebied van cognitie en gedrag. Onderzoeksvragen: Dit masterproject zal zich richten op de relatie tussen verschillende vormen van agressie en sociale, cognitieve, en gedragsprofielen bij jongens tussen de 12 en 18 jaar. Dataverzameling: Een bijzonderheid is dat studenten kunnen worden ingezet bij de dataverzameling voor verschillende, aan dit project gerelateerde, onderzoeken. Dientengevolge moeten zij bereid zijn door Nederland te reizen. Er wordt gewerkt met vragenlijsten en/of computergestuurde en pen-papier tests. Dr. S.C.J. Huijbregts Aantal studenten: Max. 5

Masterproject Neuropedagogiek Nummer masterproject: O08 Titel masterproject: Een goed begin Probleemstelling: Wanneer vrouwen voor het eerst moeder worden, betekent dat vaak een grote verandering in hun leven. Veel aanstaande moeders hebben vragen. Hoe zal mijn leven veranderen als ik een kind heb? Wat hebben baby s precies nodig? Hoe zal de ontwikkeling van mijn kind verlopen? Aan de afdeling Orthopedagogiek van de Universiteit Leiden is een onderzoek gestart naar ouderschap bij jonge moeders en de ontwikkeling van baby s en peuters. In dit onderzoek worden jonge moeders tijdens de zwangerschap en na de geboorte gevolgd tot hun kind tweeënhalf jaar oud is. Daarnaast wordt de effectiviteit van een interventie (een goed begin) onderzocht. Dit masterproject heeft betrekking op de eerste meting van dit onderzoek, welke zal plaatsvinden omstreeks de 27 e week van de zwangerschap van de aanstaande moeder. Theoretisch kader: Dit onderzoek richt zich op een hoog risico populatie van 120 zwangere vrouwen die hun eerste kind krijgen, waarvan de helft ondersteuning krijgt tijdens de zwangerschap en opvoeding in de vorm van coaching. Tevens wordt er gebruik gemaakt van een controlegroep uit een reguliere populatie. Het onderzoek kan in belangrijke mate bijdragen aan de vergroting van kennis en inzichten in de biologische, psychologische en sociale (gezins-) factoren die van invloed zijn op de normale en problematische ontwikkeling bij jonge kinderen. Onderzoeksvragen: Het masterproject richt zich op het eerste meetmoment, waarbij vooral de kenmerken van de moeder in kaart worden gebracht (o.a. reflectief functioneren, zelfvertrouwen ten aanzien van de moederrol, psychopathologie, middelengebruik, persoonlijkheid, etc.). Onderzoeksvragen kunnen toegespitst worden op een selectie van deze kenmerken. Vergelijkingen zijn mogelijk tussen aanstaande moeders uit de hoog risico populatie en aanstaande moeders uit de controlegroep. Ook kunnen verbanden tussen bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld reflectief functioneren en persoonlijkheid, of psychopathologie en middelengebruik) worden onderzocht. Dataverzameling: Er wordt van deelnemende studenten een zeer actieve rol verwacht bij het werven van controlemoeders (17-25 jaar). Dataverzameling (in de vorm van vragenlijsten en interviews) zal o.a. plaatsvinden door middel van huisbezoeken. Deze bezoeken zullen in duo s plaatsvinden. Ook hierbij zullen studenten zich richten op controlemoeders. Bijzonderheid: interviews mogen pas worden afgenomen na training door Hanneke Smaling en Jill Suurland. Zij beoordelen ook of iemand capabel geacht mag worden voor interview-afname, en deze kwaliteit is vereist voor succesvolle afronding van het masterproject. Stephan Huijbregts, Hanneke Smaling, Jill Suurland Aantal studenten: Max. 6

Masterproject Neuropedagogiek Nummer masterproject: O09 Titel masterproject: Neurofibromatose Type 1 Probleemstelling: Neurofibromatose Type 1 (NF1) is een syndroom dat veroorzaakt wordt door afwijkingen in het gen dat codeert voor het eiwit neurofibromine. Neurofibromine speelt een belangrijke remmende rol bij celgroei; het NF1-gen staat daarom ook bekend als het tumor-suppressor-gen. Door mutaties in dit gen valt de remmende rol (gedeeltelijk) weg en ontstaat er ongecontroleerde celgroei. NF1 komt voor bij ongeveer 1 op de 3.000 mensen. NF1 tast het centrale zenuwstelsel, het perifere zenuwstelsel, het vatenstelsel, het skelet en het uiterlijk aan. Daarnaast zijn er vaak sociale en cognitieve problemen. Directe relaties tussen neurologische, cosmetische en andere fysiologische kenmerken enerzijds en cognitieve en sociale problematiek anderzijds zijn nog amper aangetoond. Theoretisch kader: NF1 wordt vaak in verband gebracht met (kenmerken van) ADHD en Autisme. Ook daaraan niet-direct gerelateerde cognitieve-, sociale-, en gedragsproblemen worden regelmatig gerapporteerd. Het is nog niet helemaal duidelijk welke NF1-symptomen hieraan ten grondslag liggen. Dit onderzoek richt zich op de verheldering van deze onderlinge relaties. Er vindt een parallelle MRI-studie plaats, waarbij we ons direct richten op mogelijke verbanden tussen de werking van het brein en de cognitieve en sociale problematiek bij NF1. Daarnaast is er deze studie, gepresenteerd als masterproject, waarin we o.a. proberen op indirecte wijze een beeld van de werking van het brein bij NF1, en de mogelijke verbanden met cognitieve en sociale problematiek, te verkrijgen. Onderzoeksvragen: Het eerste doel van dit onderzoek is de verdere ontwikkeling van een vragenlijst die de ernst van de NF1 in kaart brengt op neurologisch, cosmetisch, en overig fysiologisch gebied. Dit is een voortzetting van werk dat al eerder is verricht. Het tweede doel is het in kaart brengen van associaties tussen bovengenoemde problematiek en specifieke cognitieve en sociale problemen bij mensen met NF1. Dataverzameling: Er wordt van deelnemende studenten een actieve rol verwacht bij het werven van mensen met NF1 (uit verschillende leeftijdscategorieën) die de zelfontworpen vragenlijst met nog enige andere vragenlijsten (bijvoorbeeld over sociaal functioneren) willen invullen. Cognitief functioneren kan ook direct in kaart gebracht worden door middel van neuropsychologische testafnames. Ondersteunende activiteiten in het parallelle MRI-onderzoek kunnen ook van deelnemende studenten worden verlangd. Dit onderzoek is vooral geschikt voor studenten die affiniteit hebben met sociaalmedisch of medisch-cognitief onderzoek. Organisatorische vaardigheden zijn in dit onderzoek onontbeerlijk. Dr. S.C.J. Huijbregts Aantal studenten: Max. 2