Van hoogveen tot hoofdpijndossier De kwestie over het grondwaterpeil in de Blauwe Hel



Vergelijkbare documenten
Gevaren en kansen voor het Binnenveld. Auteurs: Johan van der Giessen en Daan Goos

Bewonersvereniging Noordwest

Op Stap in het Binnenveld. Willem van Raamsdonk & Christa Heijting

Deze handleiding hoort bij de Binnenveld excursie. Het Groene Wiel is een onderdeel van Stichting Veldwerk Nederland.

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal

Tastbare Tijd, Bilthoven

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

Tot in de 19e eeuw was De Peel een nooit betreden en gevreesd gebied.

Stichting Werkgroep Milieubeheer Rhenen

De Nederlander en de natuur. Rapportage

Ruimte om te leven met water

Eemnes. De Eempolder ( Bron:

Cultuurhistorische waarde Maarnse Meent (zone 3.1)

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Bespreekpunten Kennis nemen van de stand van zaken wandelroutenetwerk Regio Amersfoort. Kennis nemen van de concept-uitvraag voor de offerte.

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

OMMETJE VEENSCHAP:GESCHIEDENIS

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

meer stad meer landschap

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht

B1 Hoofddorp pagina 1

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

LEZEN. Terpentijd

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Wat is er al gebeurd en hoe gaan we verder?

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

P ROJECT 1.3 UIT HET G EBIEDSAKKOORD O OSTE L IJKE VECHT PL ASSEN.

DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone),

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

toekomst veenweide Inspiratieboek

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

PROVINCIAAL BLAD. ARTIKEL 2 AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost Er is een AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost, hierna te noemen de commissie.

Tynaarlo. Bron:

Drie aardkundige monumenten

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

Homburg. Uitbreiding bedrijventerrein. Projectontwikkelingsmij. M.B Tricht B.V. Postbus CH GELDERMALSEN.

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Eindexamen aaardrijkskunde havo 2008-II

infobulletin KEERSOPDAL over tracéalternatieven, kwaliteiten van het dal, de bedreiging hiervan, verwachtingen van burgers en de rol van de provincie

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De Aardkundige en landschappelijke waarde van de Havikse eng.

Nota beantwoording zienswijzen

Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen)

Betreft: reactie van VVG op het ontwerp van de Structuurvisie (d.d. 16 november 2011) Wijdemeren "Beheerste ontwikkeling met behoud van het goede".

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Het wordt mooier als u meedoet! Voorbeeld van samenwerking : Een Landschapscoördinator, (hoe) werkt dat???

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Nieuw landgoed De Horst schetsvisie. studio. 25 oktober 2012 Ronald van der Heide

Herstel van hoogveenlandschap

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

Deel 1 Toen en nu 13

(hoofdstuk uit Inspiratiegids Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Utrecht)

Negentien windmolens van rond 1740

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Linge s Zorglandgoed en ons dorp. Rumpt, 20 september 2011 Dorpshuis Albertine

De Oude Weg Elst. Wonen in de Amerongse Bovenpolder. 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s

FACTSHEET. Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden?

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Een inventarisatie en analyse van de ruimtelijke ontwikkelingen van twee gemeenten in de Drents-Groningse Veenkoloniën

Empese en Tondense Heide

4.4 Zouweboezem. Figuur 4: Kaart van het Natura 2000-gebied Zouweboezem (provincie Zuid-Holland: 2016)

Uitkomsten ledenenquête toekomst Fryske Gea

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Geschiedenis Ommerschans weer zichtbaar gemaakt Tekst en foto's: Harry Woertink

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Toelichting op te onttrekken wegverbindingen binnen de gemeente Venray

Polder Kortenhoef: landschap met geschiedenis. Korremof. Oost Indië. Wijde gat Oost zijde. Achter de Kerk

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

Inleiding. Figuur 1 UNESCO Werelderfgoed

Werkgroep Parklaan Anders

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Nieuwsbrief April 2018

Betreft: Alternatief Heerbaanfietsroute voor Trambaanfietsroute Maastricht - Aachen.

Transcriptie:

Figuur 1: Natura 2000-gebied de Blauwe Hel, gezien vanaf industrieterrein Nijverkamp (Bron: Sjoerd Nanninga) Van hoogveen tot hoofdpijndossier De kwestie over het grondwaterpeil in de Blauwe Hel Auteurs: Youp Koopman & Sjoerd Nanninga Staande aan de Grift, een smal kabbelend riviertje dat het Binnenveld doorkruist, overheerst de stilte. Niets anders dan het stromende water en het ruisen van de wind is hoorbaar. Een uitgestrekt open landschap met de contouren van de Utrechtse Heuvelrug op de achtergrond. De weilanden worden bevolkt door vee. In de andere richting grotendeels hetzelfde beeld: Grazende koeien in de wei, slechts een enkele bomenrij die het vergezicht doorbreekt en de Veluwe die in de verte vorm geeft aan de horizon. Het Binnenveld in de Gelderse Vallei is zo open, dat zowel de Veluwe als de Utrechtse Heuvelrug zichtbaar zijn staande aan de Grift. Dit was in het verleden wel anders... Figuur 2: Het Binnenveld (roze) als binnentuin van de WERV-steden. De Blauwe Hel ligt nabij Veenendaal. Bron: Werv, 2010

Meer dan 10.000 jaar lang was de Gelderse Vallei een veengebied, waarbij de omstandigheden voor veengroei vooral in het zuiden van de Gelderse Vallei gunstig waren. Dit gebied was het Binnenveld. Veengroei was een gevolg van een grote aanvoer van water dat door de relatief kleine hoogteverschillen lastig af te voeren was. Vooral tijdens het Atlanticum (9.220-5.660 jaar geleden) groeide een grote hoeveelheid veen aan. Het gevolg was dat het veen waar nu Veenendaal ligt een hoogte van 6 à 7 meter bereikte. Het is dit veen waaraan Veenendaal haar naam heeft te danken. Turfwinning in het Binnenveld In de 10 e tot 13 e eeuw werd het veen in grote delen van de Gelderse Vallei ontgonnen ten bate van agrarische exploitatie, maar het Binnenveld werd hierbij gespaard. De specifieke lokale omstandigheden die de oorzaak waren voor de veengroei in het Binnenveld, maakten ontwatering en ontginning lastig. Doordat het veen bleef staan bij de Grote Ontginning kon het veen enkele eeuwen later worden gebruikt als brandstof. Vanaf 1474 werd het kanaal de Grift uitgegraven ten behoeve van afwatering van de veenbodem en het vervoer van afgegraven turf. De winning van turf kwam halverwege de 16 e eeuw pas echt goed op gang en werd de belangrijkste economische activiteit in het Binnenveld en rondom Veenendaal. Nadat het hoogveen halverwege de 17 e eeuw was afgegraven, werd het Binnenveld alsnog ontgonnen. Dit proces nam veel tijd in beslag; de geringe waterafvoer uit het Binnenveld bleef veengroei stimuleren. Pas met de afsluiting van de Zuiderzee en de aanleg van het Valleikanaal in 1937 lukte het om het Binnenveld in de jaren 50 te ontginnen en ontwateren, als gevolg van de ruilverkaveling. Slechts de meest natte plekken in het Binnenveld bleven gespaard. Dit zijn de Blauwe Hel en de Bennekomse Meent. Blauwgraslanden en trilvenen De Blauwe Hel en de Bennekomse Meent zijn de enige restanten van het oorspronkelijke veenlandschap in de Gelderse Vallei. De uiterst kwetsbare en daardoor zeldzame blauwgraslanden en trilvenen die vroeger in het hele Binnenveld voorkwamen, planten zich nog slechts in deze gebieden voort. Blauwgraslanden en trilvenen hebben behoefte aan een natte moerassige omgeving zoals de Blauwe Hel. De nabijheid van de Grift is dan ook noodzakelijk om de specifieke ecologische structuur van het kleine natuurgebied in stand te houden. Vanwege de kwetsbaarheid van de habitattypen in het gebied en het gevaar dat de moerasgrond bij betreding met zich meebrengt is de Blauwe Hel slechts onder begeleiding toegankelijk. De aanwezigheid van zeldzame soorten als trilvenen en blauwgraslanden hebben ertoe geleid dat het veenlandschap in 1983 is aangewezen tot beschermd natuurmonument. In 2009 is het gebied zelfs aangewezen als Natura 2000 gebied, waarmee het enige overgebleven stukje veenlandschap van het Binnenveld nog beter beschermd is. Echter, de aanwijzingsprocedure duurt nog voort, waardoor Figuur 3: De uitbreiding van Veenendaal van 1971-2009, t.o.v. de Blauwe Hel (blauw omlijnd). Links: Veenendaal in 1966. Rechts: Veenendaal in 2009. Bron: ANWB Wegenkaart (1971, 2009, schaal: 1:200.000)

het gebied nog geen definitieve Natura2000- status heeft. Een grote bedreiging voor moerassige gebieden zoals de Blauwe Hel is verdroging. Moerasgebieden blijven intact op drassige grond. De mens heeft invloed op de verdroging van de Blauwe Hel, zoals bij de aanlegwijze van de nieuwbouwwijk Veenendaal-Oost. De vraag is dan ook in hoeverre de Blauwe Hel wordt bedreigd door de expansiedrift van Veenendaal. Expansiedrift Veenendaal In 1546 ontstond het dorp Veenendaal, als gevolg van de turfwinning in het Binnenveld. Tot 1960 groeit het dorp gestaag tot 23.000 inwoners, waarna het inwonertal in rap tempo stijgt naar meer dan 62.000 inwoners. De uitbreiding van Veenendaal heeft de laatste decennia ook geleid tot een soort van omsingeling van natuurgebied de Blauwe Hel. In de eerste fase werd ten zuiden van de Blauwe Hel het bedrijventerrein Nijverkamp ontwikkeld. Sinds 1960 breidt dit terrein zich steeds verder uit, waardoor het Binnenveld steeds meer stukken grond moest afstaan aan economische bedrijvigheid. Tot op heden is de Blauwe Hel gespaard. Dit mag een klein wonder heten, aangezien het gebied altijd als (beschermd) natuurgebied is gezien, maar pas sinds 2009 de aanwijzingsprocedure loopt tot Natura2000- gebied. Wel is het gebied al langere tijd een stiltegebied, wat betekent dat aan bepaalde geluidsvoorwaarden moet worden voldaan in de directe omgeving. Doordat in de Blauwe Hel niet gebouwd mag worden, krijgt het bedrijventerrein Nijverkamp een langgerekte vorm en leidt dit tot een inham van economische activiteiten in het Figuur 4: Relatieve groei van het aantal inwoners in de gemeente Veenendaal en Nederland ten opzichte van 1960, 1960-2010. Figuur 5: Relatieve groei van het aantal inwoners in de WERV-gemeenten ten opzichte van 1960, 1960-2010. Bron: CBS/Statline, 2011 Binnenveld. Nijverkamp heeft inmiddels de gemeentegrens van Veenendaal bereikt, verdere uitbreiding richting het Binnenveld is niet meer mogelijk. Nadat sportaccommodaties en een provinciale weg zijn aangelegd ten westen van de Blauwe Hel, wordt momenteel aan de noordzijde van de Blauwe Hel de nieuwbouwwijk Veenendaal-Oost aangelegd. Tot 2018 worden in het midden en zuiden van de nieuwbouwwijk ongeveer 3.500 woningen gebouwd, een groot gedeelte hiervan ligt op minder dan één kilometer van de Blauwe Hel. De Blauwe Hel is een stiltegebied, waardoor de bouw van industrieterreinen en woonwijken in haar nabijheid opmerkelijk is. Voor de Blauwe Hel is geluidsoverlast dat door de aanleg van industrieterreinen en woonwijken wordt veroorzaakt echter niet het grootste probleem. De strijd om het grondwaterpeil Het grootste probleem voor de Blauwe Hel is de wijze waarop de nieuwbouwwijk Veenendaal-Oost wordt aangelegd. De manier van aanleggen leidt indirect tot verdroging van het gebied. De bebouwing rondom de Blauwe Hel is niet zozeer een probleem, het grote probleem is dat Veenendaal-Oost niet op voldoende hoogte is gebouwd, aldus Han Runhaar, verbonden aan het KWR Watercycle Research Institute en gespecialiseerd in de relaties tussen grondwater en vegetatie. Als voorzitter van de Werkgroep Milieu Rhenen (WMR) is Han Runhaar nauw verbonden met het Binnenveld. Bron: CBS/Statline, 2011 De bebouwing rondom de Blauwe Hel is niet zozeer een probleem, het grote probleem is dat Veenendaal-Oost niet op voldoende hoogte is gebouwd Han Runhaar, 2011

Figuur 6: Een omsingeling van de Blauwe Hel/De Hel. Aan de zuidzijde ligt industrieterrein Nijverkamp, aan de oostzijde sportaccommodaties en een rondweg en aan de noordzijde wordt tot 2018 de nieuwbouwwijk Veenendaal-Oost aangelegd Bron: LOP Veenendaal, 2007 Runhaar geeft aan welke afwegingen zijn gemaakt om Veenendaal-Oost niet op hoogte te brengen, zoals eerder wel is gedaan met industrieterrein Nijverkamp. Als het grondwaterpeil en het waterpeil in de Grift hoger wordt, neemt de kans op waterschade in de woningen toe. Ook boeren hebben geen baat bij een stijging van het grondwater en het peil van de Grift. Hierdoor wordt hun landbouwgrond natter, wat ten koste gaat van de gewassen en de vruchtbaarheid van de grond. De enige partij die baat heeft bij de ophoging van het grondwater zijn de natuurorganisaties. De unieke veensoorten in het gebied zijn namelijk gebaat bij een hoog vochtgehalte. In hun wens om het grondwaterpeil te verhogen staan natuurorganisaties alleen tegenover bewoners, boeren en (lokale) overheid die allen hinder ondervinden van een hoog waterpeil. Doordat het industriegebied Nijverkamp met zand verhoogd is aangelegd, ondervindt de aanwezige industrie weinig hinder van een verhoging van het waterpeil. Door de verhoging van het waterpeil kan de natuur behouden blijven en zich zelfs verder ontwikkelen, zonder dat economische activiteiten deze ontwikkeling in de weg staan. Echter, deze slimme oplossing om toch te kunnen bouwen rondom de Blauwe Hel is niet toegepast op Veenendaal-Oost. Waar men eerder verwacht dat industrie de natuur in de weg staat, is het vooral de woonfunctie die de ontwikkeling en behoud van natuur in, met name, de Hellen in de weg staat. Onenigheid tussen boeren en natuurorganisaties Het belangenverschil tussen natuurorganisaties en boeren over verhoging van het grondwaterpeil speelt al jaren. Over deze kwestie staan natuurorganisaties en agrarische bewegingen, al sinds de ruilverkaveling van de jaren 50 en 60, lijnrecht tegenover elkaar. Natuurorganisaties willen de natuur van het Binnenveld en de kwetsbare habitatsoorten in de Blauwe Hel behouden. Lokale agrariërs willen van zowel het Binnenveld als de Blauwe Hel een sterk agrarisch gebied maken en geven hiervoor de natuur op.

Drie toekomstscenario s voor de Blauwe Hel Doel: instandhouding en uitbreiding van op Europese schaal bedreigde habitattypen (blauwgrasland en trilveen) Scenario 1: instandhouding én uitbreiding blauwgrasland en trilveen, verbeteren condities door opzetten peil Grift Scenario 2: instandhouding huidige areaal blauwgrasland en trilveen Scenario 3: opgeven doelstellingen, omzetten blauwgrasland en trilveen in laagwaardige struinnatuur Bron: WMR, 2011a Sinds de jaren 90 is er een toenemende samenwerking tussen de agrarische ondernemersvereniging LTO Noord en de natuurorganisaties Staatsbosbeheer en WMR (Werkgroep Milieu Rhenen). Onder andere werken zij samen in de werkgroep Achterberg, die belast werd met het opstellen van een reconstructieplan voor de Gelderse Vallei. Ook werd de adviesgroep gevraagd te kiezen uit drie toekomstscenario s voor het Binnenveld. Toekomstscenario s Binnenveld realistisch? De WMR geeft aan dat de overheid met het opstellen van de drie scenario s echter gebruik maakt van een doorzichtige truc om het door haar gewenste scenario te realiseren (zie kader voor de drie scenario s). Tegenover het gewenste overheidsscenario werden twee extreme en bovendien onhaalbare scenario s gepresenteerd. De overheid kon er hierdoor vanuit gaan dat het enige haalbare scenario (scenario 2) als zogenaamde middenweg geaccepteerd zou worden. De werkelijke invloed van natuurorganisaties op de uiteindelijke keuze was veel kleiner dan gewenst: Runhaar: Er zijn drie scenario s opgesteld, waarvan er twee extremen zijn. Beide extremen leiden tot zoveel weerstand bij de oppositie dat zij onhaalbaar zijn. Het overgebleven scenario is een middenweg. De invloed van natuur- en agrarische organisaties en gemeentes lijkt groot, maar door de grote belangenverschillen was vooraf al duidelijk dat de besluitvorming zou uitmonden in scenario twee, het gewenste scenario dat als middenweg is gepresenteerd. In de Gelderse adviesgroep Binnenveld- Oost is het gelukt om unaniem op scenario 1 uit te komen, in de Utrechtse adviesgroep Achterveld waren de meningen sterk verdeeld. De WMR en Staatsbosbeheer willen het vastgestelde beleid voortzetten; de LTO Noord en Ondernemersvereniging Achterberg pleiten om het gebied agrarisch te maken en de natuur en Natura2000 gebieden hiervoor op te geven. Ook de gemeenten Rhenen en Veenendaal zijn voorstander van scenario 3. De belangen bij de toekomst van het Binnenveld zijn binnen de werkgroep Achterberg zo divers, dat de WMR zich heeft teruggetrokken uit deze werkgroep. De toegenomen samenwerking tussen agrarische en natuurorganisaties heeft hierdoor een gevoelige deuk opgelopen. Figuur 7: Blauwgraslanden en trilvenen zijn gebaat bij een hoge grondwaterstand. De hoge grondwaterstand in de Blauwe Hel blijkt uit het water dat de natte landen. Bron: Sjoerd Nanninga

40 jaar NMU en lokale organisaties De WMR is één van de vier natuur- en milieuorganisaties in het Binnenveld die aangesloten is bij de NMU. De NMU is in 1972 opgericht, met de naam Stichtse Milieufederatie (SMF), in eerste instantie als actiegroep. In de jaren 90 was de SMF vooral beleidsmatig en dus indirect betrokken bij het Binnenveld. De aandacht ging vooral uit naar het grondwatervraagstuk. In 1999 en 2006 heeft het SMF en later het NMU een veldsymposium georganiseerd over de waterkwaliteit in het Binnenveld. De uitkomst was dat het Binnenveld een sense of urgency gebied is, een gebied waarin de waterkwaliteit stagneert of achteruit gaat, ondanks het nemen van maatregelen. Op de twee veldsymposia na is de NMU bij het Binnenveld en de Blauwe Hel vooral betrokken bij de beleidskant van de Blauwe Hel. De lokale uitvoering van beleidsplannen voor de Blauwe Hel laat de NMU vooral over aan lokale organisaties. Harmke van Dam, 19 jaar werkzaam bij het NMU, geeft aan: Lokale organisaties zijn veel actiever betrokken en hebben meer kennis van zaken. Wanneer deze organisaties deskundig genoeg worden bevonden door het NMU, wordt veel initiatief overgelaten aan deze organisaties. Het NMU heeft daardoor niet echt een focus op het Binnenveld. Het succes van lobbyen: de toekomst? Wat is de rol van het NMU in de toekomst voor de Blauwe Hel? In het huidige politieke klimaat wordt bezuinigd op natuurorganisaties en is minder aandacht voor de natuur. Enerzijds kan de NMU ervoor kiezen om te blijven overleggen en lobbyen, bijvoorbeeld met de provincie. Tot op heden is hiermee het nodige bereikt, met name de aanwijzing van de Blauwe Hel tot Natura2000- gebied heeft bijgedragen aan het behouden van het bijzondere natuurgebied. Anderzijds kan de NMU ervoor kiezen om de WMR achterna te gaan en verder als actiegroep te opereren voor dit gebied. Het NMU kan daarbij coördineren bij gezamenlijke acties van Utrechtse natuurorganisaties. Wil de overheid het Natura2000-gebied de Blauwe Hel in stand houden, dan moet op korte termijn actie worden ondernomen. Wordt de nieuwbouwwijk Veenendaal-Oost aangelegd volgens de huidige plannen, dan neemt de kans toe dat het Natura2000-gebied de Blauwe Hel opgegeven kan worden. De Blauwe Hel verdroogt en de zeldzame veensoorten die oorspronkelijk in het hele Binnenveld voorkwamen sterven uit. De verwachting is dat het gebied dan een stedelijke of agrarische functie krijgt, of dat het industrieterrein Nijverkamp zich uitbreidt naar het noorden. Ongetwijfeld wordt dit vraagstuk vervolgd, over 40 jaar weten we meer. Bronvermelding: ANWB (1971, 2009), ANWB Wegenatlas. Blijdenstijn, R. (2007), Tastbare Tijd, cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht. Provincie Utrecht. Dam, Harmke van (2011), Medewerker NMU. Medewerker waterkwaliteit, integraal waterbeheer, duurzaam bodembeheer, klimaat (adaptatie). Interview op 1 november 2011. Gemeente Veenendaal (2006), Bestemmingsplan Veenendaal-Oost, gemeente Veenendaal. SVP, Architectuur en stedenbouw. LOP Veenendaal (2007), Landschapsontwikkelingsplan Veenendaal, landschap in beweging. Inventarisatie, analyse en visie, april 2007. Brons + partners landschapsarchitecten bv. Runhaar, Han (2011), KWR Watercycle Research Institute en voorzitter WMR (Werkgroep Milieu Rhenen). Interview op 24 oktober 2011. Stol, T. (1992), De Veenkolonie Veenendaal, turfwinning en waterstaat in het zuiden van de Gelderse Vallei, 1546-1653. Stichtse Historische Reeks 17. WERV (2010), Beeldkwaliteitsplan Binnenveld. WERV, maart 2010. WMR (2011a), Nieuwsbrief Stichting Werkgroep Milieubeheer Rhenen, 2011 nr. 1. WMR (2011b), Nieuwsbrief Stichting Werkgroep Milieubeheer Rhenen, 2011 nr. 2.