Demografische ontwikkelingen 2010-2040: onzekerheid en regionale diversiteit Jan Ritsema van Eck Frank van Dam Carola de Groot Andries de Jong PBL Ruimteconferentie 21 mei 2013
Opbouw presentatie 1) Vragen en aanpak 2) Demografische processen en onzekerheden 3) Demografische ontwikkelingen en regionale verschillen 4) Eerste conclusies Vervolg Bart van Bleek: ruimtelijke gevolgen en beleidsdiscussie Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van het Ministerie van IenM/DGRW Met dank aan begeleidingscommissie vanuit IenM/DGRW, BZK/DGWBI, Provincie Zuid-Holland, Gemeente Den Haag, SCP, NIDI 2
Doel en onderzoeksvragen Doel: overzicht van en inzicht in toekomstige sociaal-demografische ontwikkelingen en de invloed hiervan op ruimtelijke ontwikkelingen. Vragen: 1. Wat zijn de voorziene sociaal-demografische ontwikkelingen in Nederland tussen nu en 2040, kwalitatief en kwantitatief in verschillende regio s en gebiedstypen, en wat zijn de bandbreedtes van deze voorziene ontwikkelingen? 2. Welke effecten kunnen deze voorziene ontwikkelingen hebben op ruimtelijke ontwikkelingen in de betreffende regio s en gebiedstypen? Welke ontwikkelingen c.q. onzekerheden daarin zijn het meest bepalend voor het ruimtegebruik? 3
Aanpak Op basis van bestaand materiaal Demografische gegevens 2010-2040 uit PBL/CBS regionale bevolkingsen huishoudensprognose, voor bandbreedtes ook Ruimtelijke Verkenningen. Ruimtelijke gevolgen bekeken adhv diverse (meest PBL-)studies, oa: 4
Sommige ontwikkelingen zijn vrij zeker Meer dan de helft van de bevolking van NL in 2040 is nu al hier, en wordt jaarlijks een jaartje ouder. De grootste geboortecohorten (1945-1970) schuiven door de bevolkingspiramide heen. Dit leidt tot: - vergrijzing (versterkt door verhoging levensverwachting), - krimp van potentiële beroepsbevolking en - tijdelijke daling aantal geboorten. 5
Andere zijn minder zeker Onzekerheden zitten bijvoorbeeld in: - Groei levensverwachting, door biomedische ontwikkelingen - Migratie, door internationale ontwikkelingen - Huishoudensontwikkelingen, door economische/sociaal-culturele ontwikkelingen - Binnenlandse verhuizingen, door combinatie van woning- en arbeidsmarktfactoren 6
Dat zie je terug in de bandbreedtes Bevolking zal naar verwachting groeien tot 18 miljoen in 2040, maar het kan ook anders lopen: in hoog scenario sterkere groei tot 19,5 miljoen, in laag scenario krimp tot 16 miljoen Aandeel 65+ers zal onvermijdelijk sterk toenemen van 15% tot 26% (maar het kan 3% meer of minder worden) 7
Wat doet dit regionaal? Ook bij groei op nationaal niveau zullen de randen van Nederland te maken krijgen met bevolkingskrimp (prognose). In een hoog scenario zal de bevolking bijna overal groeien. In een laag scenario groeit de bevolking alleen nog in enkele stedelijke regio s 8
Meer, vooral oudere, huishoudens Het aantal huishoudens neemt vrijwel overal toe. In totaal wordt tot 2040 een groei met 1 miljoen huishoudens verwacht. Zelfs in een laag scenario blijft het aantal huishoudens nationaal grofweg gelijk. Het neemt dan in sommige regio s toe, in andere af. De toename betreft in de meeste regio s uitsluitend oudere huishoudens! 9
Potentiële beroepsbevolking krimpt bijna overal Het aandeel 20-65 jarigen in de bevolking daalt in prognose tot 2040 met zo n 7%. Behalve delen van de Randstad, zien alle regio s een krimp van de potentiële beroepsbevolking. In een hoog scenario groeit de potentiele beroepsbevolking nog licht. Bij een constante arbeidsparticipatie krimpt het aantal werkenden dus. Een verder toenemende arbeidsparticipatie kan dit deels compenseren, maar niet in alle regio s, en niet in het lage scenario. 10
Vergrijzing zet door De komende decennia krijgt Nederland te maken met een toenemende vergrijzing: tussen 2010 en 2040 neemt het aandeel 65+ toe van 1 op 7 naar 1 op 4. De levensverwachting neemt steeds toe waardoor binnen de groep ouderen de alleroudsten aan terrein winnen (dubbele vergrijzing). De vergrijzing zet in alle regio s door, qua aandeel vooral in de randen van Nederland maar getalsmatig het sterkst in de Randstad. 11
Verschil tussen regio s wordt groter - ook sociaal-economisch? Verschillen tussen regio s worden groter door verdere groei in de steden en krimp en vergrijzing in de dunner bevolkte periferie. Het patroon van selectieve migratie leidt ook tot sociaaleconomische verschillen de Randstad en de rest van het land; dit verschil wordt uitgesprokener (1994-2010). (Bron: SCP, bewerking PBL) Karakterisering van wijken door SCP op basis van inkomen, opleidingsniveau en werkloosheid per PC4 Niet vooruitkijkend alleen terug. 12
Conclusies Sommige ontwikkelingen zijn zekerder dan andere. Vergrijzing komt onvermijdelijk op ons af en dat geldt voor alle regio s. Verdere toename van het aantal huishoudens lijkt bijna overal waarschijnlijk, evenals een afname van de potentiele beroepsbevolking. Bevolkingsgroei of -krimp is voor Nederland als geheel, maar ook voor veel regio s, onzeker. In sommige regio s zijn de onzekerheden nog groter, doordat de onzekerheid over migratie en verhuizingen juist deze regio s raakt. Dit geldt vooral voor gebieden rondom de grote stadsgewesten van de Randstad: krijgen die te maken met overloop of niet? Verschillen tussen regio s nemen toe: de groei concentreert zich in enkele stedelijke regio s; ook sociaal-economische verschillen lijken toe te nemen. 13
Dank voor de aandacht Vragen? www.pbl.nl jan.ritsemavaneck@pbl.nl 14