VOORSCHRIFTEN Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg)
HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A 1 het plan: het onderhavige bestemmingsplan, zijnde de kaart en deze voorschriften; 2 de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nr. 47.438 waarop het plan is aangegeven; 3 een gebouw: een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 4 een bouwwerk: elke constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect steun vindt in of op de grond; 5 een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde; B 1 een bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf: een detailhandelsbedrijf waarbij bedrijfsmatig artikelen in de bouwen doe-het-zelfbranche ter verkoop worden aangeboden. Tot bouwmaterialen worden onder meer gerekend: bouwgrondstoffen zoals cement, hout en bouwstenen, wand- en vloertegels, ijzerwaren, elektrisch installatiemateriaal alsmede sanitair-, badkamer- en keukeninrichtingsmaterialen. Tot doe-het-zelf materialen worden onder meer gerekend: verf en verfwaren, behang, lijmen, (tuin)gereedschap alsmede tuininrichtingsmaterialen. Aanvullend is de verkoop van onderdelen en accessoires ten behoeve van rijwielen en motorvoertuigen toegelaten. 2 straatmeubilair: objecten welke zijn bestemd voor de aankleding van de openbare ruimte (wegen, straten, voetgangersgebieden, pleinen en dergelijke) zoals kunstwerken, verlichtingsornamenten, bloem- en plantenbakken, vlaggemasten, zitbanken en prullebakken dan wel om functionele redenen in de openbare ruimte dienen te worden geplaatst zoals informatie- en/of reclame-objekten met een maximale breedte van 2.00 meter respectievelijk 2.50 meter. C 1 een bouwperceel: de grond die, overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften, behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen; 2 de perceelsgrens: de grens van een bouwperceel;
Bestemmingsplan Brabantse Poort XI 3 de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil; 4 de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door bebouwing mag worden overschreden. 5 de goothoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt, boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en andere technische ruimten alsmede antennes vallen hierbuiten; 6 de nokhoogte van een gebouw of bouwwerk: de hoogte van de nok of het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk gemeten boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en andere technische ruimten alsmede antennes vallen hierbuiten; 7 bebouwingspercentage: een op de kaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel vaneen bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd; 8 bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing op, boven en onder peil, ten dienste van kantoren en/of bedrijven (waaronder begrepen groothandelsbedrijven), alsmede ten dienste van horeca- en/of detailhandelsbedrijven met inbegrip van alle daartoe behorende magazijnen, administratieruimten en overige dienstruimten; 9 peil: a b voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddelijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
HOOFDSTUK II BESTEMMINGSCATEGORIEEN CATEGORIE 1 B-DHZ Bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf CATEGORIE 2 1 De gronden welke op de kaart voor 'Bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf' (B-DHZ) zijn aangewezen zijn bestemd voor de oprichting van een bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf. 2 Op deze gronden zijn toegelaten: a gebouwen; b bouwwerken, geen gebouwen zijnde; c bijbehorende voorzieningen, zoals parkeerplaatsen, expeditieruimte, groenvoorziening, e.d.; 3 Voor het oprichten van bebouwing gelden de volgende bepalingen: a De totale bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen ten behoeve van een bouwmarkt c.q. grootschalig doe-hetzelfbedrijf mag niet meer bedragen dan 4.000 m²; b de maximum nokhoogte van de bebouwing is vastgesteld op het aantal meters als op de kaart is aangegeven; c de bebouwing uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen mag worden opgericht, met dien verstande: - de bebouwingsgrenzen tot maximaal 2.50 meter mogen worden overschreden met ingangspartijen en luifels alsmede andere ondergeschikte bouwdelen; Verkeersdoeleinden 1 De gronden welke op de kaart voor 'Verkeersdoeleinden' zijn aangewezen, zijn bestemd voor de aanleg van wegen met in hoofdzaak een funktie voor ontsluiting van de aanliggende (bedrijfs)percelen, alsmede fiets- en voetpaden met bijbehorende groenstroken. 2 Op deze gronden zijn toegelaten: a verhardingen; b groenvoorzieningen; c bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, verkeers- en verwijzingsborden en andere verkeersvoorzieningen, keermuren alsmede straatmeubilair.
HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen.
HOOFDSTUK IV TOEPASSING ARTIKEL 15 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING A Het bouwen buiten de bebouwingsgrens: Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting om te bouwen binnen de bebouwingsgrenzen vrijstelling verlenen voor het bouwen vóór de bebouwingsgrens, indien het betreft: - het oprichten van gebouwtjes ten openbare nutte, zoals gasdrukregel- en meetstations, traforuimten en telefooncellen met een maximale oppervlakte per gebouwtje van 30 m2, geen grotere hoogte van 3,50 meter en met een maximale inhoud van 50 m3. - overdekte rijwielstallingen, bergingen ten behoeve van winkelwagentjes met geen grotere goot- c.q. nokhoogte dan 3.00 respectievelijk 6.00 meter en met een maximale bebouwde oppervlakte van 100 m2.
HOOFDSTUK V GEBRUIKSBEPALINGEN 1 Het is verboden gebouwen, bouwwerken en werken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht ver krijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht danwel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd. 3 Burgemeester en Wethouder verlenen van het bepaalde onder sub 1 vrijstelling als strikte toepassing van de voor schriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 4 Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit Hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
HOOFDSTUK VI SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: 'Bestemmingsplanvoorschriften Brabantse Poort XI'. 040196/RE10/37TK03.R10