Preek over zondag 4 Gemeente van Jezus Christus, gasten, [dia 1 titel] We pakken de draad even op bij waar we vorige week gebleven waren, zondag 3. - [dia 1.1] alle mensen zijn ontaard. Het bijzondere daarvan, heb ik toen gezegd, is niet dat mensen geneigd tot het kwaad. Zelfs niet kleine kinderen, zij worden ontvangen en geboren uit ouders en in een wereld die verstrikt is in de gevolgen van het kwaad. - [dia 1.2] Het bijzondere van de belijdenis van de kerk is dat dit niet altijd zo is geweest. God heeft de wereld niet slecht, maar goed geschapen. - [dia 1.3] Bijzonder is ook dat die ontaarding volgens de belijdenis van de kerk ertoe leidt dat iedereen persoonlijk schuldig staat voor God. - [dia 1.4] de Bijbel en de catechismus zijn heel persoonlijk. De Bijbel gaat niet uitgebreid in op de vraag naar de oorsprong van het kwaad, maar de Bijbel roept op tot bekering. God wil niet dat wij ons verontschuldigen. God wil dat wij, net als David in psalm 51, onze schuld belijden. - [dia 1.5] Mensen die dat doen, wil God graag in genade aannemen als zijn kind. Dat is het werk van de Heilige Geest. God kan en wil, door het geloof ons ontaarde DNA veranderen. Zodat je eeuwig leeft. En daarmee zijn we eigenlijk al op het terrein van zondag 4. [dia 2 leeg scherm] zondag vier vraagt zich af, of God de mens geen onrecht doet als Hij van ons vraagt wat wij eigenlijk niet kunnen. We kijken even terug naar zondag 2: wat vraagt God dan ook al weer van ons?
God vraag van ons dat we zijn wet houden. Zondag 2 legt ook uit, waar de wet ten diepste over gaat. Ten diepste gaat de wet niet over het houden van regeltjes, maar om liefde. Liefde tot God en liefde tot onze naasten. Dat vraagt God van ons. Nog steeds. Ook al zijn we hier genetisch niet op aangelegd. Iedereen die geboren wordt met het DNA van Adam, is erfelijk belast met de onmogelijkheid om Gods liefde te beantwoorden. Terecht dat zondag 4 zich dit afvraagt. Is God hier ten diepste niet oneerlijk, onrechtvaardig? Wie ís God eigenlijk? Dat is de grote vraag van zondag 4. Zondag 3 ging over ons. Onze afkomst, wie jij bent en ik. Zondag 4 stelt de vraag naar God. Is Hij wel rechtvaardig? Hij is toch ook barmhartig? [dia 3 titel] Wie is God? Het is één van de grote vragen van mensen. Altijd geweest. Ook nu nog. Type het maar eens in op Google: wie is God? een kleine 9 miljoen hits. In het Engels: 113 miljoen hits! De vraag wie is God loopt als een rode draad door de preek. Laten we eens beginnen bij de de zin en onzin die mensen over God zeggen. Het lijkt er namelijk op dat de catechismus dit ook doet. Het lijkt erop in zondag 4, alsof de catechismus hier z n gelovige jas even aan de kapstok hangt en los van zondag 1 probeert te beredeneren wie God is. Ik moest hieraan denken toen ik deze week een uitzending zag van Pauw en Witteman, met als belangrijkste gast Kluun, de schrijver van het boek komt een vrouw bij de dokter. Kluun heeft ook een essay geschreven met als ondertitel de dictatuur van het atheïsme. En in dat essay het gevecht aan met atheïsten, die zeggen dat zij zeker weten dat God niet bestaat.
Kluun gelooft niet in God. Niet in de God van de Bijbel. Hij gelooft wel, dat er iets is. Bij het gesprek was o.a. ook Frits Wester. Hij noemt zichzelf een twijfelaar. Ik vertel dit omdat het een goed voorbeeld is van hoe mensen er in ons land over denken. [dia 3] Over God. Over geloven. Pauw en Witteman zeggen: God bestaat niet. Frits Wester twijfelt. Kluun is ervan overtuigt dat er iets is. Zo zijn veel mensen in ons land: ze vullen het beeld zelf in. God is liefde, energie, of noem maar op. Als je gelooft, dat ben je christen in deze wereld. En dit zijn precies de standpunten die je bij anderen, maar soms ook als vraag bij jezelf kunt ontdekken. [dia 4 titel] Nog een voorbeeld van hoe mensen God zien in deze tijd. In de film Bruce Almighty krijgt de hoofdpersoon Bruce voor zeven dagen de kracht van God. Hij komt erachter dat het nog een hele klus is om de aarde te runnen. Afgezien van het gebrek aan eerbied is het beeld dat in deze film wordt getekend van God erg simplistisch. God is er voornamelijk om wensen van mensen te vervullen. Wanneer de hoofdpersoon uit pure onmacht op alle menselijke wensen maar ja zegt, blijkt iedereen de loterij gewonnen te hebben. Het aardige van deze film is wel dat je als je hem gekeken hebt, je beter begrijpt dat je als mens niet kunt beoordelen wie God is en hoe Hij zich moet gedragen. Hij is God en jij bent mens. Dat is een serieus verschil waar je, als je over God praat, ook als je met God praat, rekening mee moet houden. Wie is God? Het eerste antwoord op deze vraag is dus: dat kan een mens niet zelf invullen. [dia 4.1] God wil niet dat wij Hem verklaren, Hij wil wel dat wij getuigen. Net zoals God niet wil dat wij het kwaad verklaren. Hij wil niet dat wij
ons verontschuldigen, maar onze schuld belijden. Zo wil God ook niet dat wij over Hem praten, Hij wil dat je van Hem getuigt. Getuigen, dat is niet doen alsof je boven God staat. Alsof jij onpartijdig bent. Dan ben je zoals de vrienden van Job. Getuigen, dat is de jas van zondag 1, die we bij wijze van experiment even hebben uitgedaan, weer aandoen. De jas van het geloof. Dat doet de catechismus ook. [dia 5 - leeg scherm] Wie is God? De catechismus legt met twee woorden uit wie God is. Rechtvaardig en barmhartig. God is rechtvaardig, v/a 10: Hij vertoornt Zich verschrikkelijk, zowel over de zonde die ons aangeboren is als over de zonden die wij doen. Zonde kan absoluut niet ongestraft blijven. Dat is niet onrechtvaardig, maar rechtvaardig. Volgens God. [dia 6] God is rechtvaardig. Dat betekent: God laat het er niet bij zitten. Hij laat mensen niet in hun waarde. Hij schrijft ze zijn wetten voor. Omdat God vasthoudt aan zijn doel. Hij wil dat we om[ Hem lijken en met Hem leven. Het doel waarmee Hij jou en mij gemaakt heeft, moet hoe dan ook bereikt worden. Is het onrechtvaardig dat God dat doel niet uit het oog verliest? Doet God de mens onrecht als Hij vasthoudt aan een dat hoge, ultieme doel? Zo zou je vraag 9 ook kunnen formuleren. Dat klinkt al iets anders. En dan snap je ook, denk ik, dat het zwaartepunt ligt bij de vraag wat God vindt, en niet bij de vraag wat ik vind. Ik kan niet bepalen wat rechtvaardig is. Dat is principieel: alleen God bepaalt wat recht is. En recht is volgens God, dat Hij vasthoudt aan zijn doel met zijn schepping, met mij dus ook. En met jou. God heeft niet gezegd na Genesis 3: laat maar zitten, weet je wat, scheur die eerste twee hoofdstukken maar uit je bijbel. Zoals je doet met foto s na een echtscheiding. God houdt vast aan het oorspronkelijke doel: een goede schepping en mensen die leven in een relatie met Hem. Daarom laat Hij de fotolijstjes gewoon staan.
Dat is best confronterend. Wij kijken niet graag naar de lelijke plekken in ons leven. We willen er niet aan denken. Wij doen de foto s weg. Ook uit de herinnering. Als het lukt. Maar God niet! Hij houdt vast aan zijn doel vanaf het begin. Dat zien we trouwens al direct na de zondeval. God sticht vijandschap tussen de slang en de vrouw. Vijandschap? Is dat iets om blij mee te zijn? Ja, want het betekent: God legt zich niet neer bij het kwaad dat zijn goede schepping is binnengedrongen. De mens, jij en ik, zullen het altijd voelen. Wij mogen er niet aan wennen. In het baren en in het harde werken. Ook de straf waar zondag 4 van spreekt lijkt misschien niet rechtvaardig vanuit ons perspectief, maar het is wel rechtvaardig volgens God. Vijandschap en straf. Het hoort bij Gods rechtvaardigheid. Het herinnert ons eraan dat het kwaad niet bij het leven past volgens God. Het betekent: de lat blijft hoog liggen. Hij houdt vast aan zijn doel met jou, en jou [dia 7] En dat is meteen ook zijn barmhartigheid. Niet voor niets heet waar we het net over hadden ook: moederbelofte. God belooft niet alleen vijandschap maar ook de overwinning op het kwaad: het nageslacht van de vrouw (de mensenzoon) zal zijn kop verbrijzelen. Dat is zijn genade. Jouw redding is, dát Hij het er niet bij laat zitten. Als je gelooft, speel je het één niet tegen het ander uit. Als wij willen weten wie God is, moeten wij niet gaan bepalen welke eigenschappen volgens ons goed bij God en bij elkaar passen. Als je dat doet wordt je een ietsist, en dan hebben Paul en Witteman gelijk: God is niet meer dan een projectie die alleen bestaat in je eigen hoofd: je hebt Hem zelf bedacht.
Als wij willen weten wie God is, en dat is het geheim van het christelijk geloof, zullen we ervoor moeten openstaan dat God zichzelf bekend maakt. In de Bijbel lezen we soms eigenschappen die wij niet bij elkaar zouden hebben gebracht. Kijk maar [dia 8]: God is Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde. (Ex. 34 vs. 6b-7) En ook. In het Nieuwe Testament: [dia 9] God is liefde (1 Joh. 4 vs. 8) Onze God is een verterend vuur (Hebr. 12 vs. 29) God is een God die zichzelf bekend maakt. Wij krijgen dat beeld niet rond. Daarom moeten we vaker zwijgen dan spreken. En als je je mond opendoet, getuig dan. Getuig ervan dat je Hem gelooft op zijn Woord. Doe niet alsof je God bent, maar getuig ervan dat je Hem kent. Die God, die inderdaad rechtvaardig is, en barmhartig. Die tegelijk een verterend vuur is en vurige liefde. Die tegelijk schepper is en zijn schepping binnenkwam. [dia 10 leeg scherm] God is een God die niet wacht op mensen. Tot die hem op de goede manier omschreven hebben. Tot die Hem gevonden hebben. Tegen al die ietsisten zeg ik vanmiddag: God is niet iets tussen hemel en aarde. Hij woont in de hemel en kwam naar de aarde. God is een God die mensen bevrijd. Bevrijd van de gevolgen van Genesis 3. En ja, dan komen er dingen bij elkaar die geen mens bedacht heeft. Mozes moet haastig zijn schoenen uit doen.
De demonen schrikken zich rot wanneer de Heilige van Israël naar de synagoge van K. komt. Maar dan komt het wonder: Hij is rechtvaardig en barmhartig! Hij komt om te verzoenen. Als je wilt weten wie God is, kijk dan naar Jezus Christus. Een raadsel. Niemand heeft dat bedacht. Maar wel heel concreet en heel dichtbij. God is een persoon, rechtvaardig en barmhartig. God is een persoon, die op zoek is, naar jou. Hij is geen concept waar je aan de tafel van Pauw en Witteman over kunt praten. Hij is een persoon waarmee je kunt praten. [dia 11 titel] Wie is God? Alles kan worden samengevat in één woordje. Het is de kern van de preek van vanmiddag. [dia 11.1] God is Heilig. De catechismus gebruikt het woord ook, maar niet in zondag 4. Wel in zondag 3, v/a 6. God is HEILIG. Dat betekent, niet wij bedenken Hem. Hij heeft ons bedacht, geschapen. Hij is wie Hij is. God. Uiteindelijk vraag God van ons niet dat wij Hem verklaren of het voor Hem opnemen. Het werd de vrienden van Job bijna fataal. Zij zwegen lang, maar niet lang genoeg. God vraagt van ons wat de reactie was van Job: ontzag. Erkenning. Overgave. Naar die reactie is God nóg op zoek. Ook vanmiddag. Adam, waar ben je? Die vraagt echoot nog steeds door de wereld. Heilige God zoekt gevallen mensen. En dit is het wonder: Hij is zowel rechtvaardig als barmhartig. Hij laat het er niet bij zitten. Dat kan Hij niet. Hij is gekomen om jou en mij te verzoenen. [dia 12 leeg scherm] We gaan, nog even terug naar de tafel van Pauw en Witteman. Intussen is ook een andere gast aangeschoven. Hij heet Job. Hij heeft iets gemeen met Kluun, die zijn vrouw aan kanker verloren heeft. Maar Job is er veel erger aan toe. Hij heeft zojuist alles verloren. Alles.
Het gesprek aan tafel verstomt. Wat heeft hij te zeggen? Zij die van mening zijn dat God niet bestaan, wrijven in de handen. Ha, een levend bewijs dat God onrechtvaardig is. Of niet bestaat. Zij, die denken dat er iets is, twijfelen. Dan begint hij te vertellen. Hij is eerlijk. Hij is niet zoals sommige gelovige mensen, met wie altijd alles goed gaat. Hij houdt zijn jas aan. Die van het geloof. Hij vertelt dat het zo erg was dat hij zij geboortedag vervloekte, dat hij tekeer ging tegen zijn vrienden die het opnamen voor God. Hij vertelt dat Hij God ter verantwoording riep. Hij vertelt tenslotte, dat God verscheen. Maar niet met een duidelijk antwoord. Dat heeft hij eigenlijk nóg niet. Maar God verscheen op zijn manier. Hij vertelt dat hij geleerd heeft om God niet ter verantwoording te roepen. Hij houdt rekening met het verschil. Tussen God en mensen. Wanneer Pauw en Witteman dan toch vragen of het niet oneerlijk is wat er is gebeurd, en hoe het kan dat Job God nog niet heeft vervloekt, vertelt dat hij geleerd heeft, niet over God maar met God te praten. En dan vooral te luisteren. Hij vertelt, ten slotte, dat hij niet anders kon dan zich overgeven. Hij getuigt. Je kunt wel zien, dat Jobs rechtvaardigheid uiteindelijk niet bestond uit zijn eigen onschuld. Maar uit zijn verbondenheid met God. Dat is de jas van zondag 1. Van je relatie met God in Jezus Christus. Die jas is de redding van iedereen die gelooft. Getuig daar maar van. Van een God die de lat hoog blijft leggen. Die zich niet neerlegt bij de gevolgen van het kwaad. Die tegelijk rechtvaardig en barmhartig is. Wees eerlijk. Praat niet over Hem maar getuig van Hem. Laten we daarmee beginnen door te zingen LB 457 [amen]