Geschapen om te dienen

Transcriptie

1 Bijbelstudie 1 Geschapen om te dienen Genesis 2:4-25 Welke zin heeft het leven? Je wordt geboren. Je leeft een aantal jaren op aarde. Daarna sterf je. Wat is de zin ervan? Op die vraag geeft de Bijbel het antwoord. God laat zien wat de betekenis van ons leven is. We moeten terug naar het begin. God heeft ons geschapen. God heeft de hemel en de aarde geschapen. In de eerste vijf dagen heeft God ontzettend veel geschapen. Hij heeft de hemel en de aarde geschapen. Hij heeft onderscheid aangebracht tussen land en zee. Hij heeft de dierenwereld geschapen. Kortom, een prachtige schepping. Op deze zesde dag schiep Hij de mens. In vers 7 lees je hoe God dat doet. God heeft de mens uit het stof van de aarde gemaakt. Hij heeft het lichaam van de mens gevormd. Toen heeft Hij in de neusgaten van de mens de levensadem geblazen. Zo werd de mens een levende ziel. Het leven komt van God. God is de levende God. Hij is het leven. Hij geeft het leven. Hij heeft de mens het leven gegeven. Hij heeft er recht op om het doel van het leven te bepalen. Dit staat haaks op de evolutietheorie. Die zegt dat alles door 9

2 toeval ontstaan is. Daarin speelt God geen enkele rol. Het blijft dan ook onduidelijk waarom wij hier op aarde leven. Daar wordt door de evolutieleer geen antwoord op gegeven. Het leven is in de ogen van de aanhangers van de evolutietheorie zich geleidelijk gaan ontwikkelen. De mens moet dan ook zelf de zin aan het leven geven. In dit Bijbelgedeelte lezen we dat God de mens het leven heeft gegeven. Dat doet Hij niet zomaar. Hij geeft de mens een plaats in de hof van Eden (vers 8). De hof van Eden wordt beschreven in de verzen Je kunt hier inderdaad het woord paradijs voor gebruiken. In die hof geeft God de mens een prominente plaats. In vers 15 lezen we de bedoeling van God met de mens: Zo nam de Heere God de mens en zette hem in de hof van Eden, om die te bouwen en die te bewaren. God zet de mens in het paradijs om Gods schepping te verzorgen en te beschermen. De hoge positie van de mens in de hof van Eden kom je steeds weer in de Bijbel tegen. In Psalm 8 vers 6 lezen we hoe God de mens met eer en heerlijkheid gekroond heeft. Alles wat God geschapen heeft, is prachtig. De mens neemt in de schepping een unieke plaats in. God heeft hem die plaats gegeven. God heeft hem het leven gegeven om Zijn schepping te bewerken en te bewaren. God geeft hem een verantwoordelijke positie. Hij vertegenwoordigt God in de schepping. God vertrouwt hem de zorg over de schepping toe. De unieke schepping van de mens bestaat in de bijzondere relatie die de mens met God heeft. In Genesis 3 vers 8 staat: Zij hoorden de stem van de Heere God, wandelende in de hof, aan de wind des daags. God sprak tot hen in de hof van Eden. Zij merkten Gods aanwezigheid aan de wind. Er was omgang met de heilige God, Die hen 10

3 geschapen had. God heeft de mens geschapen om met Hem om te gaan. De mens is geschapen naar het beeld van God (Gen. 1:26). De mens staat recht tegenover God. Er staat niets tussen God en hem in. De mens kan God recht in de ogen kijken. De heilige God en de mens kennen elkaar. De mens vervult ook de opdracht die God hem gegeven heeft. De mens is gehoorzaam aan God. Hij kent zijn plaats. God is zijn Schepper. Hij leeft om God te dienen. Hij bewerkt en beschermt de aarde. Hij leeft om God te loven, want de schepping is zeer goed (Gen. 1:31). Paulus schrijft in Romeinen 1 vers 21 dat de zonde van de mens juist is dat hij God niet verheerlijkt en dankt. God heeft de mens in de schepping die bijzondere plek gegeven om Hem te verheerlijken en te danken. Het geluk van de mens ligt in zijn positie tegenover God. Ook in zijn afhankelijkheid van God. De mens is geschapen uit het stof van de aarde. God heeft de adem in onze neusgaten geblazen. Laten we ons niets verbeelden. Hij hoeft maar onze adem in te houden en wij zijn er niet meer. Aan de mens die uit het stof geschapen is, heeft God zo n prachtige plek gegeven in de hof van Eden. Door de zondeval is er een streep gekomen door het geluk van de mens. De zonde maakt ons diep ongelukkig. Het leven is niet meer zoals het was. Ook niet meer zoals God het bedoeld heeft. Maar deze eerste bladzijden van de Bijbel laten ons zien dat de zin van ons leven niet ligt in een leven zonder God. Dat is ook de reden waarom zoveel jongeren en ouderen twijfelen aan de zin van het leven. Wanneer je God niet kent als je Schepper, blijft onduidelijk wat de zin van het leven is. De een zegt: Je moet de zin van je leven zoeken in de leuke dingen die er op aarde zijn. Een ander zegt: Je moet de zin van je leven zoeken in jezelf. Maak jezelf belangrijk. Weer een ander zegt: De zin van het 11

4 leven is dat je zo goed mogelijk leeft voor jezelf en voor je naaste. God laat zien dat je leven echt zin heeft als je Hem kent. Denk aan je Schepper in de dagen van je jeugd (Pred. 12:1). God heeft een doel met je leven. Je leeft niet voor niets. Je bent geschapen om voor God te leven. Dat geeft echt geluk. Adam en Eva waren gelukkig in het paradijs. God heeft na de zondeval Zijn bemoeienis met de mens niet stopgezet. In Genesis 3 vers 1-15 lees je hoe Adam en Eva ongehoorzaam zijn aan God. De slang door wie de duivel spreekt, spiegelt hun voor dat ze als God zullen zijn bij ongehoorzaamheid aan God. Ze geloven de duivel in plaats van God. Dat betekent de val van de mens in de zonde. Hij heeft de band met God doorgesneden en daarmee zijn geluk verspeeld. Maar God stopt hier niet. Zou Hij dat gedaan hebben, dan zou ons leven hier op aarde geen zin meer hebben. Ons leven zou dan verloren zijn en verloren blijven. Onze tijd op aarde zou verloren tijd zijn. Maar God zoekt Adam en Eva op God zoekt Adam en Eva op en Hij belooft hun de verlossing van de zonde. God zal Zijn Zoon sturen naar deze wereld om zondaren te verlossen. Dat maakt onze tijd hier op aarde tot een waardevolle tijd. De tijd van ons leven is bedoeld om verlost te worden uit de macht van de zonde. God kan en wil weer herstellen in ons leven wat door de zonde stuk is gegaan. Hij wil door Zijn Heilige Geest je overtuigen dat je geluk te vinden is in het dienen van Hem. Je gaat zien hoe de zonde tussen God en jou in staat en je leven zinloos maakt. Maar de Heere Jezus heeft beantwoord aan het doel dat God met je voorhad bij de schepping. God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld. Hier hoort ook bij dat God naast Adam Eva geschapen heeft. In vers 18 staat dat God zegt: Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken die als tegenover hem zij. Adam krijgt van God gele- 12

5 genheid om aan alle dieren een naam te geven. In de dierenwereld die God geschapen heeft, waren er van elk soort twee, van het mannelijk en vrouwelijk geslacht. Maar Adam had niemand als hulp tegenover hem. God heeft uit Adams lichaam een rib genomen en heeft Eva geschapen. God heeft Eva tot Adam gebracht. God heeft Adam en Eva aan elkaar gegeven om samen God te dienen en te loven. Daarmee geeft God aan dat je als mens niet op jezelf staat op aarde. Je staat niet los van andere mensen. God heeft mensen om je heen gegeven. Je ouders, je familie, je vrienden en vriendinnen. Je bent niet alleen. God heeft heel in het bijzonder het onderscheid tussen man en vrouw geschapen. God heeft de mens niet geschapen om alleen te zijn, maar te leven in contact met andere mensen. Daarin heeft het huwelijk een heel bijzondere plaats. God verbindt een man en een vrouw aan elkaar om samen God te dienen. Maar ook als je alleen blijft, heeft God een plan met je. Of wanneer je beperkingen hebt. Ik heb een begrafenis mogen leiden van een jongere die al heel jong door een operatie een hersenbeschadiging had opgelopen. Het was een wonder dat hij nog leefde. Toen hij wat ouder werd, was hij een voorbeeld voor veel jongeren in de gemeente. Hij had de Heere en Zijn dienst lief. Toen er in onze gemeente op zondag twee morgendiensten achter elkaar werden gehouden, zat hij op zijn plek tijdens beide diensten. Hij zei: Als de Heere er is, wil ik er ook zijn. Rond zijn begrafenis hoorde je van veel jongeren hoe hij een voorbeeld was in de dienst van de Heere en naar Gods Woord leefde. Hij sprak jongeren aan en wekte hen op om de Heere te zoeken. Ik denk ook aan een zwaar gehandicapt meisje dat elke keer weer in het ziekenhuis opgenomen werd. De artsen begrepen niet waarom de ouders nog steeds de medische zorg voor het meisje vroegen. Wat heeft het leven van zo n meisje nog voor zin, zo meenden zij. Menselijk gesproken had zij al niet meer geleefd. De ouders legden keer op keer uit hoe zij op God vertrouwden en 13

6 zij juist door dít meisje in hun gezin dicht bij de Heere zijn gaan leven. De artsen moesten later erkennen dat er met dit meisje wel iets bijzonders was, ook door de rust en de vriendelijkheid die zij zelf uitstraalde. Zo werd zij een getuige in het ziekenhuis van de enige ware God Die leeft. Leerpunten: 1. God heeft jou geschapen. Hij heeft recht op jouw leven en Hij bepaalt wat de zin van je leven is. Het doel van de mens hier op aarde is om God te dienen, de schepping te bouwen en te bewaren. Je kunt het ook weergeven met het woord gehoorzaamheid. 2. God heeft je niet alleen geschapen. God heeft jou geplaatst in een gezin. Het is belangrijk dat jij thuis van je vader en je moeder leert om de Heere te dienen. Uit de belijdenis God heeft de mens goed en naar Zijn evenbeeld geschapen, dat is in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen. Naar antwoord 6 van de Heidelbergse Catechismus 14

7 Vragen 1. God heeft zowel de man als de vrouw geschapen. Is er verschil tussen de roeping van een man en een vrouw? 2. Welke betekenis hebben je ouders voor jou volgens de Bijbel? 3. Wat is de bedoeling van God met je opleiding en je baan? 4. Ken je voorbeelden uit de Bijbel van mensen die al jong de Heere dienden? 5. Wat zegt de Bijbel over abortus en euthanasie? 6. Wat is de zin van je leven als je lichamelijk of psychisch beperkt bent? Spreuk Wat is het hoogste doel van de mens? Het hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken en zich eeuwig in Hem te verheugen. Kleine Catechismus Westminster