Gemeente, de opgestane Heer verschijnt aan apostel Tomas 1. Jezus kritische leerling Jezus koos twaalf leerlingen uit. Sommige leerlingen zijn

Transcriptie

1 Morgen Votum en groet Zingen Ps 145: 1,2 Tien woorden Zingen Ps 145: 3 Gebed Schriftlezing Joh 20: Zingen Ps 16: 1 Preek Joh 20: Zingen Ps 67: 1,2,3 Gebed Collecte Zingen PvN 84 Wat hou ik van uw huis Zegen Zingen GK 64 Vrede zij u Middag Votum en groet Zingen Ps 145: 1,2 Gebed Zingen Ps 145: 3 Schriftlezing Joh 20: Zingen Ps 16: 1 Preek Joh 20: Zingen Ps 67: 1,2,3 Belijden Zingen Ps 117 Gebed Collecte Zingen PvN 84 / Ps 149: 1,2 Wat hou ik van uw huis Zegen Zingen GK 64 Vrede zij u 1

2 Gemeente, de opgestane Heer verschijnt aan apostel Tomas 1. Jezus kritische leerling Jezus koos twaalf leerlingen uit. Sommige leerlingen zijn bekender geworden dan andere. (dia) Misschien kent iemand ze alle twaalf bij naam? Maar Tomas is bekend geworden. Tomas (Hebr) of Didymus (Gr) betekent Tweeling. Wij kennen de uitdrukking ongelovige Tomas. Daarom is het soms niet zo leuk om Tomas te heten. Met hem wil je toch niet graag vergeleken worden? Maar dat beeld over Tomas moeten we wel bijstellen vanuit de Bijbel. Want was Tomas ongeloviger dan de andere discipelen? Wat zeggen de anderen als vrouwen boodschappen: Jezus leeft? Dan zeggen ze: onmogelijk, dat is vrouwenpraat, kletskoek. Zij geloven pas als ze Jezus op de Paasdag zien bij die verschijning. Maar daar was Tomas niet bij. De leerlingen vertellen het later aan Tomas. Tomas, je zult het niet geloven, maar Jezus is opgestaan! Jezus was er ineens in ons gesloten huis. Dan zegt Tomas: dat moet ik eerst zien en voelen, dan geloof ik! Vandaar het negatieve beeld over de ongelovige Tomas. Maar waarom zou Tomas hun ongelooflijke verhaal wel geloven? We kennen Tomas uit de Bijbel als kritische en toegewijde leerling. Jezus riep Tomas net als de andere 11 tot zijn kring van leerlingen. In Joh. 11 lees je dat Lazarus is gestorven. Dan besluit Jezus naar Bethanië te gaan. Tomas oordeel kritisch: Jezus, dat is levensgevaarlijk! Toch zegt Tomas: laten ook wij maar gaan om met Hem te sterven. Daar blijkt Tomas bereid om met Jezus te sterven! 2

3 In Joh. 14 spreekt Jezus over zijn sterven, opstanding en hemelvaart. Jezus zegt: ik maak plaats voor jullie, en jullie kennen de weg. Dan zegt Tomas kritisch: we weten niet waar U heen gaat! Ik wil wel meegaan, maar ik weet de weg niet Tomas blijft in geloof verbonden aan Jezus, zijn Heer! Toch begrijpt Tomas niet waarom Jezus moet lijden en sterven. Jezus kon Lazarus en anderen wel opwekken uit de dood. Maar Jezus is dood nu houdt alles op. Daarin verschilde hij in niets van zijn medeleerlingen. Alleen Tomas was niet bij Jezus verschijning op de Paasdag. Hij keek als mens naar de feiten en botst op het onbegrijpelijke. Wie helpt de kritisch gelovige mens Tomas? 2. Jezus verschijning De leerlingen vertellen enthousiast: Tomas, je zult het niet geloven! Daar stond ineens onze gestorven Jezus levend voor ons. De deuren van het huis waren gesloten - vergrendeld! En ineens staat onze Heer Jezus er in ons midden! Ongelooflijk! Ja inderdaad, wie kan dat geloven? Een dode ineens levend? En hoe kan een mens door de deuren heen verschijnen? Wat stel ik me bij dat verschijnen voor? Dat is echt niet alleen een probleem voor Tomas Ik voel me op dit punt net als Tomas. Jezus moet zijn leerlingen overtuigen dat Hij het echt is. Ze horen zijn eigen stem en groet: Vrede zij u! Jezus is geen geestverschijning of spook, of hologram. Nee hij heeft een echt lichaam zijn eigen Jezus lichaam. Ze zien zijn littekens in zijn handen en zijn zijde. Het is echt hun Jezus die aan het kruis heeft gehangen! De opgestane Jezus eet ook een paar keer met zijn leerlingen. 3

4 Jezus verschijning is voor zijn leerlingen niet te bevatten! Het valt buiten onze menselijke begrippen van lichaam, ruimte en tijd. Zoals je trouwens geen enkel wonder begrijpelijk kan maken. Wie kan God begrijpen, navolgen? Wie heeft zicht op de hemelse werkelijkheid achter de dingen? Wie begrijpt het leven na de dood? Wie kan de opstanding en verschijning van Jezus bevatten? Je ziet iets van de hemelse dimensie in onze aardse perspectief. Je staat als mens even in Gods dimensie. Tomas had kritisch gereageerd tegen de andere leerlingen! Ik geloof pas als ik Jezus zelf zie en zijn wonden voel. Die kritische houding zorgt niet voor verwijdering. De anderen begrepen Tomas in zijn moeite. En de volgende zondag zoekt Tomas zijn broeders op. Die zondag werd na Pasen de speciale dag van ontmoeting. Op deze zondag verschijnt Jezus weer en nu is Tomas erbij. Dan geeft Jezus Tomas precies waar hij om vroeg. Kijk mijn handen en mijn zijde, steek je vinger maar in mijn wond. Dan ervaart Tomas de zorg van Pastor Jezus. Tomas is verbijsterd: Jezus was er steeds bij, al zag ik het niet. Tomas krijgt een blik in de goddelijke werkelijkheid. Jezus is niet alleen Heer, Jezus is ook God. 3. Jezus zien Waarom vertelt Johannes ons dit speciaal in zijn evangelie? Dat Jezus opnieuw verschijnt aan zijn leerlingen: nu met Tomas? Joh zegt in 20,30: ik vertel niet alles over Jezus werk. Maar waarom wel Jezus verschijning aan Tomas? Voor ons! Opdat ú gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God! En opdat u door geloof leven hebt in zijn Naam. Wij moeten dit weten! Jezus is de Zoon van Gód. 4

5 Johannes herinnert hier ook aan het begin van zijn evangelie. Het Woord was God. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond Jezus is God en mens: dat zie je in Jezus' verschijning aan Tomas. Jezus verscheen op de Paasdag aan de leerlingen zonder Tomas. Jezus blaast de Heilige Geest op zijn leerlingen. Hij zegt: zoals de Vader mij zond, zo zend ik jullie. Verkondig het evangelie in de wereld! Maar staat er dan: één van de twaalf, Tomas, was er niet bij... Hoezo twaalf? Judas had zich toch verhangen! Toch hoort Tomas bij het college van de twaalf discipelen! Zij waren oog- en oorgetuigen van alles wat Jezus op aarde deed. Het getuigenis van de Twaalf over Christus moet betrouwbaar zijn. Maar Tomas was niet bij Jezus verschijning na zijn opstanding. Tomas kan zo geen getuige zijn, dat Jezus is opgestaan! Stel je voor dat Tomas één van de twaalf niet zou geloven. Dan zou er een split komen in het getuigenis van Jezus leerlingen. Tijdens Petrus pinksterpreek zou Tomas roepen: het is niet waar! Dan loopt een breuklijn in het fundament: het is tien tegen één. Maar Jezus wil dat het evangelie eenstemmig de wereld ingaat. Die verschijning aan Tomas raakt het fundament van de kerk! Iedereen moet horen dat Jezus Gods Zoon is En dat Jezus is opgestaan! Maar dat evangelie kan niet de wereld in als Tomas het niet gelooft! Hoe kan ik geloven, als Tomas het niet gelooft! Ik ben Tomas. Als Jezus Tomas overtuigt kan ik ook gaan geloven. Daarom verschijnt Jezus aan Tomas. Tomas moet als één van de twaalf getuigen in de wereld. 5

6 4. Jezus geloven. Tomas geloofde in Jezus als Messias en de Heer van zijn leven. Maar Tomas kan niet geloven dat Jezus als God de dood trotseert! Met Jezus dood vervalt al Tomas hoop! Die spanning zet heel Tomas leven op zijn kop. Jezus brengt Tomas tot de belijdenis: Mijn Heer en mijn God. Want Jezus heeft Tomas nodig als getuige! Daarom verschijnt Jezus speciaal aan Tomas. Jezus geeft precies de bewijzen die Tomas vroeg: zijn wonden. Dit bewijs ziet Johannes op Patmos ook in zijn visioen. (Openb 5,6) Daar ziet hij Jezus als een lam in de troon. Het lam zag eruit alsof het geslacht was. Jezus toont Tomas zijn wonden en goddelijke dimensie. Tomas, Ik ben het echt: gestorven en opgestaan, God en mens. Nu is Tomas zelf oog- en oorgetuige. Hij erkent dat Jezus met goddelijke kracht opstond! Tomas komt tot een dieper belijden dan één van de anderen. Hij knielt voor Jezus en spreekt zegt: Mijn Heer en mijn God! Er is geen twijfel meer in Tomas denken en voelen. Hij geeft zich helemaal over aan Jezus. Ineens begreep Tomas alles. Jezus is de Heer die met goddelijke macht de dood overwon. Tomas beseft: Ik sta voor God! Ik kan Hem zo vastpakken. (Joh 1,18) Ik zag al die tijd Jezus niet, maar Hij zag mij wel. Hij is als de God van Psalm 139 altijd om me heen! Hij kent mij, Hij kende mijn moeite en vragen. En Hij zocht mij op in zijn liefde! Jezus verwijt Tomas niet: jij had de anderen moeten geloven. Nee Jezus toont dat Hij in moeite de God van dichtbij is. Hij zegt: Tomas, kijk en voel mijn wonden. 6

7 Tomas zegt: mijn Heer en mijn God. Dit is de geweldigste belijdenis die je kunt uitspreken. Zo diep had nog geen van de discipelen het beleden. Tomas pakt hier de belijdenis op van Petrus uit Caesarea. (Mat 16,18) Petrus zei: U bent de Messias, de zoon van de levende God. Jezus noemde toen die belijdenis het fundament van de kerk. Maar toen voor Golgotha en Pasen begrepen ze het nog niet. Maar nu voelen ze de diepte van Tomas belijdenis. Dit is de spits van Johannes Evangelie: Jezus is de Zoon van God. Voor ons mens geworden, gestorven en opgestaan. Omdat Tomas gelooft kunnen ook wij het gelovig belijden. Jezus, mijn Heer en mijn God. 5. Jezus preken Tomas gaat Jezus preken in de wereld. Daarom kunnen wij elke zondag met Tomas belijden: Ik geloof in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, onze Here. Jezus mijn verlosser leeft: mijn Heer en mijn God! Jezus geeft ons als gelovigen een gelukwens mee: Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven. Sommige mensen blijven twijfelen: Zou het wel waar zijn en voor mij? Soms wijzen ze naar de kritische Tomas. God kan mij toch net als Tomas wel krachtig wat laten merken! Maar de situatie rond Tomas is uniek. Tomas moest als apostel van Jezus getuigen in de wereld. Wat een bemoediging dat ook apostelen moeite hadden met geloof. De discipelen konden het verhaal van de vrouwen niet geloven! Tomas kon zijn mede broeders niet geloven op hun woord! De prediking van het evangelie komt uit de mond van een zwak mens. Jezus liet ze met zichtbaar bewijs tot geloof komen. 7

8 Maar wat voor bewijzen zien wij? We hebben het betrouwbare evangelie van getuigen! Het blijft moeilijk om het wonderlijke evangelie te aanvaarden. Hebben wij geen recht op een Tomas-tijdje? Hoe zullen mensen op de prediking van Tomas tot geloof komen? Tomas kent de kritische geest van binnenuit. Maar hij weet ook dat Jezus aan de prediking verbonden blijft. Jezus blies zijn heilige Geest over de leerlingen. Hij zal op de prediking de harten openen en geloof geven. Jezus riep de twaalf om vissers van mensen te worden. Johannes vertelt straks van een wonderlijke vangst. (Joh 21) Jezus zal door zijn Geest vele vissen in het net sturen. Hij blijft aan de prediking verbonden. Op de Pinksterpreek van Petrus komen velen tot geloof. Jezus gaf de kritische Tomas alle ruimte. Maar nu zegt Jezus: Tomas, wees niet langer ongelovig, maar geloof. Je hoort vandaag veel over elkaars mening respecteren. Ieder heeft zo zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar Jezus roept ons net als Tomas op tot geloof. Het betrouwbare geloofsgetuigenis laten we ontwijfelbaar staan! Jezus zegt: gefeliciteerd als je het evangelie gelooft, zonder bewijs. Tomas belijdenis vult mijn leven: Jezus mijn verlosser leeft: Hij is mijn Heer en mijn God! Met dit evangelie mag ik leven in Gods liefde en zorg. Hij geeft kracht om mijn levenstaak op te pakken. Met de opgestane Jezus heb ik hoop voor de toekomst. Kijk, daartoe verscheen Jezus aan de kritische Tomas. Met Tomas zoekt Jezus ons! Wij mogen de boodschap doorgeven. Amen. 8