Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R OMGEVINGSFACTOREN TOP OMGEVINGSFACTOREN. Partijen en omgevingsfactoren

Vergelijkbare documenten
HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R OMGEVINGSFACTOREN TOP

Organisaties & omgeving

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 06

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 06

ALGEMENE ECONOMIE /01

Hoofdstuk 4 De marketing- omgeving

MARKETING / 05A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 01

ALGEMENE ECONOMIE /03

Saxionstudent.nl Blok1

H2 Omgevingsinvloeden. organisaties staan in wisselwerking met de omgeving

sociaalculturele factoren DESTEP DEPEST politiekjuridische factoren

Programma SWOT. macro. - DESTEP-analyse. vooral O+T. meso. - vijfkrachtenmodel Porter - krachtenveldanalyse. micro. - INK-model - 7S - ESH

In welke landen liggen kansen?

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

PESTLE. Gebruik van de tool Template Voorbeeld

IAM V2 Trendanalyse 16 november bron:

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 08

MARKETINGPLAN. Etiënne Deguelle A.CML01D

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

DESTEP 2015 omgevingsanalyse t.b.v. strategisch beleid KNMvD. KNMvD Kaderdagen april 2015 Team B&O

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

DEEL 1: DE CONTEXT VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 2. Management en organisatie van public relations

Inhoud. deel 1 omgevingsfactoren en micro-economie

NDC RE TAIL BUSINESS TO BUSINESS-KRANT EN NDC RETAILCAFÉ VIA N CHANNEL T.B.V. DE RETAILSECTOR IN NOORD-NEDERLAND

Deel I Omgevingsfactoren en micro-economie 1

DESTEP analyse. De zes onderdelen van de DESTEP analyse:

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Visie Iedereen inspireren om hun ultieme geluk te bereiken.

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Nieuwe verbindingen. Inspiratie voor innovatie. Van Kenniscreatie naar Kenniscirculatie. Peter Koudstaal 3 juni 2010

MARKETING / 09A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development.

Workshop Marketingmix

MANAGEMENT 03A. HBO / University of Applied Sciences. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R

Arnold Monshouwer. Business Club Bernisse

Toetsvragen bij hoofdstuk 3 Oriënteren

Landenanalyse H4. Week 1 Landenrisico

MARKETING / 11A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R COMMUNICATIEBELEID

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Dr. Fred de Jong DE ECONOMISCHE IMPACT VAN EEN (DOORLOPENDE) GENERIEKE ZORGPLICHT

UIT groei en conjunctuur

Het Analyseproces. Zoeken naar eigenheid en differentiatie met de concurrentie

Kernstof Nima B hfd 2, en 3. Meso- en macro-omgeving (hfd 2) Vraaganalyse (hfd 3)

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

UIT theorie ASAD

Rabobank Cijfers & Trends

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 02

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Kernstof Nima B hfd 2, en 3. Meso- en macro-omgeving (hfd 2) Vraaganalyse (hfd 3)

Jan van der Wel, Zorgondernemer, Bestuurslid RGFHMR, Bedrijfskunde. Van bedreigingen naar kansen in de innoverende fysiotherapiepraktijk

SRA-Bouwscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Marketing: inspelen op de behoeften binnen doelstellingen/ bevredigen van behoeften

Trendwatching. Trend. Chayenne Brouwer Daphne Knape CO2B. 11 April Mark jacobs Veronica

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

TRENDS IN MOBILITEIT! Kans of bedreiging voor bestaande businessmodellen!

CBS publicatieplanning * )

Innoveren maakt het verschil

ALGEMENE ECONOMIE /05

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Aanleiding voor het onderzoek

Lesbrief 6: Trends en ontwikkelingen

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Werkstuk Economie marketing

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

26 november 2015 Rapportage & achtergronden

6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Literatuur: Rustenburg, G. (2007). Strategische en operationele marketingplanning. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. ISBN

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

Binnenstad in beweging. Rob van de Peppel I&O Research

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

M&O VWO 2011/

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

A. Kies een restaurant bij jou in de buurt en noteer om welk restaurant het gaat. Vul de segmentatiecriteria in voor dit restaurant.

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

SOORTEN ORGANISATIES

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Transcriptie:

Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 OMGEVINGS- FACTOREN ECONOMISCH MICRO- OMGEVINGS- FACTOREN MACRO- OMGEVINGS- FACTOREN PUBLIEKS- MARKT- PARTIJEN MESO- OMGEVINGS- FACTOREN SCHAPPELIJK BRANCHE- VARIABELEN JURIDISCH PROV./LOCALE OVERHEDEN MEDIA CONSUMENTEN CONCUR- PRODU- CENTEN AFNEMERS AANBOD VAN ARBEID & KAP. TOELEVER- RENTEN PROD. INKOOP TOP PERSNL MARKET FINANCE ANCIERS TUSSENPERSONEN INSTELL'N HANDELSSCHAKELS BELANGENGRP'N MACRO- POLITIEK- MAAT- SOCIAAL- CULTUREEL TECHNOLOGISCH INSTITUT. CONSUM.- GROEPEN DEMOGRAFISCH 2 Partijen en omgevingsfactoren M Management & Organisatie onderscheidt: F interne omgeving(sfactoren); ook wel de micro-omgeving; F partijen: de directe omgevingsfactoren; ook wel de meso-omgeving, vaak verdeeld in marktpartijen en branche-variabelen; F omgevingsfactoren: de indirecte omgevingsfactoren; ook wel de macro-omgeving ( DESTEP ). 3

Interne omgevingsfactoren M Interne omgevingsfactoren zijn o.a.: F inkoop / inkoopbeleid F producten / productie / productiebeleid F research & development F marketing & sales F personeel & organisatie F financieel / administratief / financiële positie 4 Marktpartijen: consumenten en afnemers M Marktpartijen: consumenten, afnemers F hoewel het hier kan gaan om individuele afnemers, wordt hier vaker de markt bedoeld. De markt kan o.a. bestaan uit: G consumenten: consumentenmarkt G ondernemingen: business of industriële markt; G instellingen zoals scholen, ziekenhuizen, e.d.: institutionele markt G overheden: overheidsmarkt G internationale afnemers: internationale markt. 5 Marktpartijen: handelsschakels 6

Marktpartijen: marketingtussenpersonen M Marktpartijen: marketingtussenpersonen Het betreft hier allerlei bedrijven die helpen met de promotie, verkoop en distributie van de producten en/of diensten, zoals: F wederverkopers (groothandel, detailhandel, agentschappen, enz.); F logistieke dienstverleners (transportfirma s, opslagbedrijven, e.d.); F marketingservices (marktonderzoekbureau s, reclamebureau s, marketingadvies, enz.); F financiële dienstverleners (banken, e.d.). 7 Marktpartijen: concurrentie 8 Meso-omgeving: branchevariabelen M Aanbod van arbeid & kapitaal (d.w.z. ten behoeve van de bedrijfstak) M Institutionele instellingen organisatie-belangenbehartigers, normbewakers, bijv. KvK, werkgevers-/werknemersverenigingen, e.d. M Publieksgroepen: Media / overheid / belangengroepen / publieke opinie >> 9

Meso-omgeving: branchevariabelen M Media maken en breken imago s en bedrijven M (Lokale / provinciale) overheid (infrastructuur, regelgeving, vergunningen, enz.) M (Consumenten-)belangenbehartigers (WNF, Greenpeace, Consumentenbond, enz.) M Publieke opinie (imago, maatschappelijke rol, enz.) 10 M DESTEP-analyse: G Demografische factoren G Economische factoren G Sociaal-culturele factoren G Technologische factoren G Ecologische factoren cq. Maatschappelijk G Politiek-juridische factoren M Het doel van de DESTEP-analyse is om de onderneming zicht te bieden op de kansen en bedreigingen die op de onderneming afkomen vanuit de 6 bepalende factoren. 11 M Demografische factoren alle elementen betreffende opbouw en samenstelling van de bevolking. M Belangrijke elementen o.a.: - bevolkingsomvang - bevolkngspiramide - vergrijzing / ontgroening - aantal en grootte van huishoudens - verhouding volwassenen / kinderen - verhouding mannen / vrouwen 12

M Macro-economische factoren alle elementen die inkomen en koopkracht ( buying power ) van de consument beïnvloeden. M Beïnvloedende elementen o.a.: - inflatie / deflatie - werkgelegenheid (werk vs. werkloosheid) - rentepeil / wisselkoersen - conjunctuur (economisch klimaat) 13 14 M Conjunctuur en onderneming: Een opgaande conjunctuur beïnvloedt de omzet positief. Echter, door oplopende bezettingsgraad, kunnen bij toeleveranciers knelpunten in de productie ontstaan, waardoor de prijzen van grondstoffen en energie oplopen. Voor zover de gestegen kosten niet kunnen worden goedgemaakt door productiviteitsverbetering, of niet kunnen worden doorberekend aan de afnemers, tasten deze kosten uiteindelijk de winstmarge aan. Een neergaande conjunctuur beïnvloedt de omzet negatief. Om het ondernemingsresultaat te herstellen, zal de onderneming efficiënter moeten gaan produceren en lagere inkoopprijzen moeten afdwingen. De onderhandelingspositie van werknemers verzwakt, waardoor loonstijgingen gematigd worden. 15

M Conjuntuurwerkloosheid, structuurwerkloosheid: O Conjunctuurwerkloosheid ontstaat ten gevolge van het tekortschieten van de macrovraag, de bestedingen. In dergelijke situaties kan ook gesproken worden van onderbestedingswerkloosheid. O Structuurwerkloosheid (in enge zin) ontstaat ten gevolge van de structuur van de productie en de veranderingen in die structuur. Ook wel: niet-conjuncturele of hardnekkige werkloosheid. Oorzaken zijn o.m.: G verschillen kwaliteit gevraagde en aangeboden arbeid G verplaatsing van producties naar het buitenland G verdwijning van producties door internationale concurr. G verzadiging van bepaalde markten G afbouw van overcapaciteit G fusie of integratie van ondernemingen. 16 M Sociaal-culturele omgevingsfactoren Alle sociologische elementen uit de samenleving die het koopgedrag van afnemers (consumenten) beïnvloeden. M Onderscheid tussen: - culturele basiswaarden: veranderen geleidelijk zoals religie, huwelijk, opvoeding, e.d. - culturele secundaire basiswaarden: oppervlakkig, veranderen snel zoals trends, modegrillen, enz. 17 M Sociaal-culturele omgevingsfactoren Hebben betrekking op de normen en waarden binnen een maatschappij, zoals: - de opvoeding van kinderen - samenwonen of trouwen - aandacht voor balans in werken en privé - verandering in aandacht voor milieu en arbozaken 18

M Technologische omgevingsfactoren Alle uit de techniek voortkomende elementen die marktpartijen binnen een bepaalde branche kunnen beïnvloeden. M m.n. technische ontwikkelingen zoals nieuwe of innovatieve producten, methoden en systemen die in organisaties kunnen worden aangepast. M Gevolgen o.a.: - veranderingen van productieprocessen - nieuwe marketingplannen - mogelijk ook externe vernieuwingen 19 M Maatschappelijke stromingen Zichzelf oplossende ontwikkelingen in de samenleving die veranderingen in de overige macroomgevingsfactoren geven. M Voorbeelden: - emancipatiebeweging - milieubeweging / klimaat - consumentisme (mede door JFK geïnitieerde grondrechten van de consument: veiligheid, informatie, vrije keuze, rechtsvertegenwoordigingsmogelijkheid) 20 M Diverse ontwikkelingen: nu dichter bij huis: Maatschappelijke trends die voor non-profit én profitorganisaties van belang kunnen zijn: F Vergrijzing F Individualisering F Professionalisering F Grensvervaging F Duurzaamheid F Multicultiralisering F Dematerialisering F Drukker bestaan F Technologisering 21

M Maatschappelijke trends, nader beschouwd: G Vergrijzing: de gemiddelde leeftijd in Nederland is inmiddels opgelopen van 30,8 (1950) naar 38,6 jaar. 25% van de Nederlanders behoort tot de groep 55+, waarvoor service en bedieningsgemak zeer belangrijk zijn. G Multicultiralisering: in 2002 waren er 3 miljoen allochtone Nederlanders (thans alleen al in A dam 45%); in 2050 zal 1 op de 3 Nederlanders van allochtone -meerendeels niet-westerse- afkomst zijn. 22 M Maatschappelijke trends, nader beschouwd: G Individualisering: sterke toename van het aantal huishoudens: thans 33% 1-persoonshuishoudens, wat zal oplopen tot 40% in 2020. Gevolg: méér consumenten (!), en méér verkoop. G Dematerialisering: verschuiving van concurrentieslag van materieel naar immaterieel, dit doordat producten kwalitatief steeds beter worden. Gevolg: meer accent op immateriële zaken zoals merknaam, service, dienstverlening, enz. 23 M Maatschappelijke trends, nader beschouwd: G Professionalisering: enorm stijging van opleidingsniveau van -meest autochtone, deels allochtoneconsumenten. Gevolg: meer kritische en mondige houding, en mede op basis van toegenomen transparantie door internet meer druk op de retailers. G Drukker bestaan: de arbeidsparticipatie van vrouwen is enorm gestegen. Gevolg: sterk toegenomen huishoudens-inkomens, en: minder beschikbare tijd en toch een groter aantal verplichtingen (stijging van ruim 3 uur per week). Gevolg hiervan is dat mensen minder tijd nemen om bij reguliere winkels te oriënteren. 24

M Maatschappelijke trends, nader beschouwd: G Grensvervaging: geografische, en ook (winkel-) conceptmatige grenzen vervagen. Mensen komen tegenwoordig overal, en halen uit de hele wereld hun producten in huis. Winkel- en dienstenconcepten worden steeds sneller uit het buitenland gehaald, en branchevervaging rukt verder op (mega-supermarkten, accountancy, enz.). 25 M Maatschappelijke trends, nader beschouwd: G Technologisering: enorme toename (én afhankelijkheid) van technologische producten (GSM, flatscreen- TV, DVD, internet, etc.), en in alles zijn chips en minicomputers verwerkt (Big brother is watching us). G Duurzaamheid: consumenten waarderen gaandeweg langetermijn belangen voor onze samenleving, en eisen van producenten en leveranciers dat zij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemenen. Bedrijven vinden dit niet altijd leuk, maar moeten wel. 26 M Politiek-juridische factoren alle politiek-juridische regels / regelgeving die organisaties kunnen beïnvloeden. M Onderscheid op 4 niveaus: - gemeentelijk - provinciaal - nationaal - en steeds méér: Europees 27

M En tenslotte nog : Institutionele factoren alle factoren voortkomend uit de institutionele omgeving (financiële instellingen, overheids- en publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties, werkgevers/werknemersorganisaties, branche- en beroepsverenigingen, e.d.), die organisaties kunnen beïnvloeden. F Voorbeelden van dit soort factoren: -hoe snel kan een krediet worden verkregen -hoe snel kunnen vergunningen worden rondgemaakt -welke acties van vakbonden kunnen worden verwacht -hoe kan een rechtbank worden ingeschakeld -enz. 28