DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV.

Vergelijkbare documenten
DE ONDERKAAK. Hoofdstuk X.

Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

DE WERVELS VAN DE BORSTKAS. Hoofdstuk XVI.

HET BOT, ZIJN FUNCTIE EN DE VERSCHILLENDE soorten. Hoofdstuk I.

DE ACHT BEENDEREN VAN DE HERSENPAN EN DE naden die ze bijeenhouden. Hoofdstuk VI.

DE HALS- OF NEKWERVELS. Hoofdstuk XV.

DE SLEUTELBEENDEREN. Hoofdstuk XXII.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL. DE NAMEN WAARMEE DE DELEN EN DE plaatsen van de beenderen worden aangeduid. Hoofdstuk III.

HET HEILIGBEEN EN HET STAARTBEEN. HOOFDSTUK XVIII. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE het achttiende hoofdstuk.

De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

HET DIJBEEN. Hoofdstuk XXX

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld

DE HUMERUS OF HET BEEN VAN DE ARM. Hoofdstuk XXIII. INDEX VAN DE LETTERTEKENS VAN DE TWEE FIGUREN VAN dit hoofdstuk (die de volgende pagina toont).

DE BOUW VAN DE SCHEDEL en enkele schedelvormen. Hoofdstuk V.

OVER DE BEENDEREN DIE MET DE zijkanten van het sacrum samenkomen. HOOFDSTUK XXIX

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Naam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam

Werkblad schedels groep 1

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

Rechtop staan vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Rechtop staan hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Begeleidend schrijven bij de cursus "Het tillen van jonge kinderen"

Dienst Orthopedie Stedelijk Ziekenhuis Roeselare LUMBALE KANAAL STENOSE WAARVOOR DECOMPRESSIE

Aanvulling: Om de oefeningen wat uitdagender te maken kun je je handen op je borst leggen ipv naast je lichaam op de grond.

Spreekbeurtpakket - het skelet

DE BEENDEREN VAN DE VOORARM, namelijk de ellepijp en het spaakbeen. Hoofdstuk XXIV.

rekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.

Statische stretching

Cardioschema (50 minuten)

DE BEENTJES DIE TUSSENKOMEN bij de bouw van het gehoororgaan. Hoofdstuk VIII.

DE ONDERLINGE SAMENHANGVAN DE beenderen en de structuur ertussen. Hoofdstuk IV.

Patiënteninformatie. Wervelbreuken terTER_

Samenvattingen. Samenvatting Thema 8: Stevigheid en beweging. Basisstof 1. Stevigheid bij dieren door:

Ik en de maatschappij. Gezondheid

Voorste kruisband reconstructie Het plaatsen van een nieuwe kruisband (donorpees)

DE SCHOUDERBLADEN. Hoofdstuk XXI. EERSTE FIGUUR VAN DE TWEEDE DE DERDE HET EENENTWINTIGSTE hoofdstuk

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

DE BEENDEREN VAN DE THORAX. Hoofdstuk XIX. Index van de lettertekens van de zeven figuren van het negentiende hoofdstuk.

DE VINGERS. Hoofdstuk XXVII.

Laminectomie / lumbale kanaalstenose. Poli Neurochirurgie

Alle spieren rond je ruggengraat aanspannen door te 'bracen'

HET SCHEENBEEN EN KUITBEEN. HOOFDSTUK XXXI. EERSTE FIG. DE TWEEDE DE DERDE DE VIERDE van hoofdstuk XXXI.

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals)

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

CERVICALE HERNIA 17962

Uw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese

OVER DE TWAALF BEENDEREN VAN DE BOVENKAAK, WAARTOE OOK DE neusbeenderen gerekend worden. Hoofdstuk IX.

Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare. Cervicale Discusprothese

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Yogaworkshop 14 juni 2015

Afdeling revalidatie. De wervelfractuur

Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Hernia-operatie nek

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Cervicale fusie. Dienst orthopedie Stedelijk ziekenhuis Roeselare

Cambridge Health Plan Benelux BV

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed

Geraamte hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

DE BEENDEREN VAN DE VOET. Hoofdstuk XXXIII.

Patiënteninformatie. Draag zorg voor je rug

Operatie aan een vernauwing van het lendenwervelkanaal

HOE IK EEN BALG MAAK

OVER DE TANDEN, DIE OOK TOT de beenderen gerekend worden. Hoofdstuk XI.

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen

Orthopedie VOORSTE KRUISBAND RECONSTRUCTIE

Voorste kruisband reconstructie

De basis van de ondervoet bij het paard! Inleiding:!

,B4(8TJJ4H genoemd wordt.

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Conservatieve behandeling van lage rugklachten

Samenvatting Biologie Thema 1: stevigheid

2.1 Botten VWO groep A

Oefeningen na een onderbeenamputatie

Conservatieve behandeling van lage rugklachten

APPENDIX C: Patiënteninformatie over uitzaaiingen in de wervelkolom.

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Rughernia (behandeling door de huisarts)

Reconstructie van de voorste kruisband

- Gewoon rechtop staan (nekwervel in verlengde van rugwervel en volledig ontspannen)

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

Fysio Bruggeman RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN ALS DE SCHOKDEMPER DEFECT EN STERK VERSMALD IS

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Lage rugklachten.

Orthopedie. Voorste kruisband

Individuele vendelreeksen Trommelreeks voor het Brechts Korpsvendelen

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s!

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Instabiele wervelfractuur

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

1 e een anker op het onderbeen fig 5 2e anker op de voet

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (oefeningen voor beweeglijkheid van nek en schouder)

Transcriptie:

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 140 DE RUG, EN EEN ALGEMEEN OVERZICHT van zijn beenderen. Hoofdstuk XIV. INDEX VAN DE HIERNAVOLGENDE FIGUUR EN HAAR LETTERTEKENS. MET de figuur op de volgende bladzijde hebben wij de rug, die door de Grieken D"P4H en <TJ@< genoemd wordt, van opzij afgebeeld, zodat eerst de samenhang van de beenderen van de ganse rug zou te zien zijn, terwijl de aparte delen ervan daarna in de afzonderlijke hoofdstukken zullen afgebeeld worden. Aangezien bovendien de drie figuren, en vooral de derde ervan, geplaatst achteraan dit boek, eveneens de rug tonen, is het nuttig ook deze terloops te bekijken, samen met de figuren van het derde boek die de oorsprong afbeelden van de reeks zenuwen die uit het ruggemerg ontspringen en die zich bevinden aan het begin van het elfde hoofdstuk van dat boek. A, B C, D E, F G, H I, K L, L De hals bestaande uit zeven wervels, die aangeduid worden met kleine nummertjes, geplaatst aan hun binnenkant. Het deel van de rug dat mede de borstkas vormt, door sommigen eenvoudigweg 'rug' genoemd, door anderen echter metaphrenum, omdat het als het ware achter het middenrif ligt; nog anderen noemen het, zoals wij reeds zegden, het deel van de rug waarmee de borstkas gevormd wordt. Dit bestaat meestal uit twaalf wervels, waarmee de ribben van de borstkas gewricht maken, hierom worden deze ook ribwervels of borstwervels genoemd. Het deel van de rug dat de vijf lendenwervels omvat. Het heiligbeen, waarvan gij voorlopig aanneemt dat het bij de mens uit zes beenderen of wervels bestaat, tot ik een aparte beschrijving van het heiligbeen zal geven. De coccyx waarvan gij eveneens voorlopig aanneemt dat hij uit vier beentjes is gevormd, tot ik ook hem zal beschrijven. // In het samenstel van de rug hebben wij enkele wervels met een L getekend, namelijk de tweede, de negende, de achttiende en de vierentwintigste, om aldus het deel of de plaats van de wervels aan te duiden die wij hun lichaam noemen.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 141 M, M N, N O, O P, P In dezelfde wervels waar er een L voorkomt is er een M te zien, die de zijwaarts gerichte uitsteeksels merkt en door ons hierom dwars- of zij[- uitsteeksels] genoemd. Ik meen immers dat het niemand ontgaat dat niet alleen de wervels getekend met een L over een lichaam of dat deze met een M getekend over dwarsuitsteeksels beschikken, ook als wij niet alle wervels met lettertekens overladen. Bovendien dient er in de hieronder volgende aantekeningen rekening mee gehouden te worden dat wij ons in dit hoofdstuk niet voornemen uiteen te zetten wat er typisch is voor elke wervel op zich. In de ganse ruggegraat zult ge een N zien in de achtste wervel, vervolgens in de zeventiende en in de drieëntwintigste. Door de N worden immers bepaalde werveluitsteeksels gemerkt die naar beneden geknikt zijn en waardoor de bovenste of opliggende wervels gewricht maken met de eronder gelegen wervels. Deze uitsteeksels zullen wij in het verloop van de uiteenzetting afdalende [uitsteeksels] noemen, omdat ze naar beneden gericht zijn. Er is een O te zien in de wervels die gelegen zijn onder deze die wij zojuist genoemd hebben en hij toont de werveluitsteeksels die naar omhoog kijken, waardoor de bovenliggende wervels met de onderliggende gewricht maken. Wij zullen deze terecht afdalende uitsteeksels noemen. Er zijn P's gezet bij deze wervels die wij eerder met een L, een M en een O getekend hebben. Zij duiden immers

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL 142 Q, Q R, R a) Dit gat wordt aan getroffen in de fign van de 3 v olgende hoofdstukken. de werveluitsteeksels aan die op de achterkant van het lichaam uitsteken en die nogal op een angel of een doorn gelijken. Vandaar ook dat ze door de Grieken 6"<2"4, maar door de Latijnen 'spinae' genoemd worden; en om die reden noemen wij het volledig samenstel der wervels ook 6"<2" en 'spina'. In de tekst van de uiteenzetting echter zullen wij deze uitsteeksels meestal de achterste uitsteeksels of de doornen der wervels noemen en met deze term zeldener de ganse rug bedoelen. Dichtbij dezelfde wervels waarbij wij laatst vermelde letters inschreven, zult gij een Q aantreffen. Nu duidt die Q geen deel van de wervel aan, maar wel de opening die bestaat aan de zijkanten van de wervels en die de zenuwen doorlaat die uit het ruggemerg ontspruiten. In hoever deze opening bij de beenderen van de rug varieert zal in hun afzonderlijke beschrijving behandeld worden. Met de R wordt het kraakbenig ligament aangeduid dat tussen de wervellichamen zit, waarvan Galenus tegen de mening der anderen in beweerde dat het uit zuiver kraakbeen bestaat. De juiste toedracht zullen we zeer precies uiteenzetten in het zevenentwintigste hoofdstuk van het tweede boek, waar wij een figuur zullen voorstellen die niet zonder nut is voor deze uiteenzetting, waarbij enkele wervellichamen zullen getekend worden die dit kraakbenig ligament uitbeelden, de aanhangsels van de wervellichamen en het kraakbeen dat tussen het wervellichaam en de aanhangsels ligt, zoals die bij kinderen voorkomen. IJDENS de schepping der wereld heeft de Natuur de rug voor de mens bedacht als een soort scheepskiel en als een grondvest. Door middel van de rug kunnen wij rechtop lopen en blijven rechtstaan. Zij heeft aan de mens trouwens niet daartoe alleen een rug geschonken, maar zoals zij ook elders bij de bouw van één enkel lichaamsdeel, dit tegelijkertijd voor verschillende doeleinden pleegt aan te wenden, vertoont zij ook hier een niet geringe ijver. Vooreerst immers heeft zij bij alle wervels, aan de achterzijde van hun lichaam een gat a uitgesneden om een geschikte weg te bieden aan het ruggemerg dat er benedenwaarts door afdaalt. Ten tweede heeft ze de ganse rug niet uit een eenvoudig been uit één stuk samengesteld, // ofschoon dit voor de stevigheid en als veilige plaats voor het ruggemerg beter zou geweest zijn, aangezien hij niet zou kunnen ont- De opzet van de Natuur bij de schepping van de rug. Opdat hij zou ondersteunen. Opdat hij een weg zou vormen voor het ruggemerg en tegelijk be-

b) De drie f i g u r e n v ó ó r hoofdstuk e l f v a n boek vier. DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I 143 wrichten, noch verschuiven of verrekken indien hij niet zo'n gevarieerde gewrichten zou hebben. Waarlijk, indien de Schepper der wereld zich met zo'n geduldige hardnekkigheid heeft ingespannen, en in de bouw der organen geen belangrijker of waardiger doel zou gezien hebben, dan zou hij de rug zeker niet anders dan volledig uit één stuk en enkelvoudig geschapen hebben. Immers indien iemand een stenen of houten dier maakt, dan bouwt hij de rug niet anders dan uit één enkel doorlopend stuk. Bij de mens echter, waarbij de rug moet gebogen en gestrekt worden, werd deze best niet volledig uit één enkel been gemaakt, maar aangezien de mens door middel van zijn rug veel en verschillende bewegingen moet uitvoeren, was het veeleer beter dat hij uit meerdere beenderen werd samengesteld, ofschoon hij hierdoor ook veel vatbaarder werd voor kwetsuren. Na deze inleiding bij de uiteenzetting van dit aparte deel dat handelt over de ganse rug, dient nu te volgen waarom de rug inderdaad niet uit twee of drie zo'n lange beenderen is opgebouwd als het opperarmbeen en de ellepijp met het spaakbeen in de arm of het dijbeen en het scheenbeen met het kuitbeen in het been, maar uit vierendertig beenderen, die onderling veelsoortige gewrichten maken. Het is inderdaad [omwille van] dit ruggemerg, b dat wij net als de hersenen van plan zijn te tonen, bij de delen die onder het hoofd gelegen zijn, wanneer wij in het vierde boek de reeks zenuwen zullen behandelen. Aangezien dit dus, net als de hersenen, moet beschermd worden door een harde beschutting die goed kneuzingen afwendt, dient de rug, gelegen als een kiel in het menselijk lichaam, het merg zelf geheel en al in te graven en het tegelijk een weg en een zeer veilige beschutting te bieden én (zoals de Grieken zeggen) een FLD4(> ÊJ,D". De natuur ervan komt immers overeen met deze van de hersenen en de hinder die iemand ondervindt bij een aantasting ervan, kan vergeleken worden met deze die wij dagelijks zien ontstaan bij hersenlijden. Want de bewegingen en gewaarwordingen worden aangetast van alle delen die onder de gekwetste wervels gelegen zijn. Maar Galenus betuigt dat dit ongetwijfeld niemand ontgaat. De goddelijke Hippocrates vermeldde zelfs in het boek over de Gewrichten, waarom "een dwarse verschuiving van verschillende wervels op één lijn ten opzichte van de daaropvolgende ernstig is, terwijl de verplaatsing van één [wervel] uit het volledige samenstel gevaarlijk is, hetgeen helemaal niet door iedereen gekend is". En zo leert Hippocrates ons de oorzaak van de symptomen, want wanneer verschillende wervels tezamen verschuiven, zodat elk slechts weinig verplaatst wordt en van zijn plaats afwijkt, dan treft het ruggemerg een boogvorweeglijk weze. De reden voor de grote hoeveelheid ruggebeenderen. In boek 12 o v e r ' D e functie van de lichaamsdelen.

c) G, H. O f d e overzichtsfiguren M met 1. d) F, of het teken 24. e) A, of 1. f) I, H van d e 1 4 e spierplaat. g) L, K op d e z e l f d e plaat. h) Q van d e 1 3 e spierplaat. i) Eerste f i g u u r vóór het 11e hoofdstuk van boek 4. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL mige en bijgevolg een niet geweldige verrekking. "Indien echter", zo zegt hij, "één van de wervels uit zijn samenhang verplaatst wordt, dan wordt het ruggemerg getroffen door een knikking over een kleine afstand en de verplaatste wervel drukt het samen, als hij het inderdaad niet doorbreekt". Aangezien het ruggemerg dus geen hoekige noch plotse en scherpe knik kan maken, kan een rug met grote en slappe gewrichten, gekenmerkt door aanzienlijke verplaatsingen, niet zonder schade gebogen worden. Vandaar dat het ook beter was dat de rug samengesteld werd uit vele en kleine beenderen die elk apart bijdragen tot de beweging. Deze beenderen zijn overigens niet allemaal even groot en het gat dat het ruggemerg doorlaat is niet in allemaal even ruim uitgesneden. Om goed op elkaar te passen was het immers beter dat de hoger gelegen [wervels] telkens kleiner waren, alleen al omdat het beter is dat iets dat door iets anders gedragen wordt kleiner is dan hetgene dat draagt. Hierom dus is onder de ruggebeenderen het heiligbeen c het grootste dat door de Natuur geschapen is en is het als een fundament onder de vierentwintig wervels geplaatst, verbonden met twee zeer grote beenderen c die samen ermee het lichaam zeer stevig ondersteunen. Het tweede grootste been van de rug nu, als gij van het heiligbeen omhoog gaat, is de wervel d die met het heiligbeen gewricht maakt, de vierentwintigste wervel geteld vanaf de eerste en van de lendenwervels zélf de vijfde in de reeks. Verder is elk der overige wervels lichter naarmate hij verder van de onderste verwijderd is. En deze afname in grootte zet zich verder tot aan de schedel zelf, behalve voor de iets grotere wervel die er juist onder ligt. Dat dit zeker niet zonder belangrijk nut is, toont de beschrijving van de eerste halswervel, e die zal leren dat deze breder is dan de overige halswervels, voor een gemakkelijke aanhechting van de vijfde f en de zesde g spier die het hoofd bewegen en de oorsprong van de tweede spier h die het schouderblad opheft. En daarnaast zult gij er ook vernemen dat de tweede halswervel, omwille van het gewricht, steviger en groter is dan de derde. Maar omdat de Natuur de wervellichamen aan hun achterzijde helemaal niet heeft uitgesneden, moest het gat inderdaad in grootte precies overeenkomen met het ruggemerg om een weg i te maken voor het ruggemerg. Daar dit ter hoogte van de verschillende wervels echter niet gelijk is, en bij de eerste wervels het grootst is (want door het voorbrengen van zenuwen wordt het geleidelijk nauwer en dunner), is het gat van de bovenste wervels volkomen terecht breder dan het gat van de onderste. Aangezien nu de bovenste wervels van een groot gat moeten voorzien zijn en zij ondertussen op de andere wervels steunen, 144 Dat de rugg e w e r v e l s n i e t a l l e even groot zijn en het w e r v e l k a - n a a l n iet overal even ruim.

j) De drie f i g u r e n v o o r a a n het elfde hoofdstuk van boek 4. k) Q, Q. l) P,P,P. m) Figuur 2, 3 van hoofdstuk 17 F, G. De figuren van boek 5 en 6 tonen welke organen er DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I ligt het voor de hand dat zij noodzakelijker wijze tevens lichter gebouwd zijn. In de wervels is er niet alleen een weg uitgesneden voor het ruggemerg, maar bovendien zijn er in de wervels zeer veilige wegen en openingen j gesneden voor de dertig paar zenuwen, k die bij de mens in het ruggemerg een oorsprong nemen en die ik bij de reeks zenuwen zal behandelen; ofschoon bij de afzonderlijke beschrijvingen van de wervels straks inderdaad melding wordt gemaakt van hun gaten, vooral omdat ze niet in alle wervels van dezelfde soort zijn, noch in een gelijk aantal voorkomen. Daar het ruggemerg dus als het ware zoals een tweede stel hersenen beschouwd wordt van bijna alle organen die zich onder het hoofd bevinden, en de rug ervoor een doorgang en tevens een veilige beschutting bouwt, heeft de Schepper der wereld talrijke bijkomende en wonderlijke vormingen // gemaakt rondom de wervels. Hij heeft immers in het midden van hun achterste delen een doorn l vervaardigd als een versperring en een wal over de ganse rug. Deze steekt hoofdzakelijk uit om [stoten] te breken en af te wenden en op alle mogelijke wijzen te neutraliseren, voordat er een letsel toegebracht wordt aan één of andere wervel en het ruggemerg erdoor gekwetst wordt. Bij de meeste wervels m die een aanhangsel hebben is er op deze achterste uitsteeksels kraakbeen vastgegroeid, een geschikte beschutting voor wat eronder ligt, aangezien dit niet kan verbrijzeld worden of afbreken zoals breekbare, broze of harde [voorwerpen doen], en het evenmin in het weke vlees kan snijden of het kneuzen. Bovendien ziet de grootte van de verschillende uitsteeksels, waarvan wij zegden dat ze uitsteken als doornen, er bij alle wervels enigszins verschillend uit, dit door de even wondere als voorzienige Natuur. Het ware immers geenszins billijk om op deze plaatsen waar één of ander belangrijk orgaan zich op dezelfde plaats bevindt als het ruggemerg, het belang van dit orgaan te veronachtzamen, noch ware het gepast lange doornen op te richten op plaatsen waar alleen merg voorkomt. Zoals zij er evenmin voor zorgt dat uit de kleine wervels een lange doorn ontspruit, noch een korte uit de grote wervels. Aangezien het hart in de borstkas gelegen is en de grote slagader tegen de rug aanligt, heeft de Natuur in deze delen van de rug dus met een opperste wijsheid de langste doornen gevormd, maar kortere op de overige plaatsen. Het lichaam van de lendenwervels is ongetwijfeld groot en de grote slagader en de holle ader worden er langs binnen door gesteund; maar de massa van het heiligbeen is nog groter en aanzienlijker, nochtans ligt er echter geen enkel belangrijk orgaan voor. De achterste uitsteek- 145 De openingen gemaakt v o o r d e uittredende zenuwen. De doorn van de wervels. Het kraakbeen dat met de toppen van de doorn e n v e r - groeid is.

tegen de voorzijde v a n d e w e r v e l s aanliggen. n) M,M. o ) F i g. 1,2,3 van hst. 19. p) R,R. q) N,O. r) R,R. ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL sels moesten dus net zoals bij de borstwervels het langst zijn bij de lendenwervels en het kortst bij het heiligbeen. Daar de halswervels nu de kleinste zijn van alle kunnen zij geen lange uitsteeksels vormen en zijn zij evenmin geschikt om op onberispelijke wijze weerstand te bieden aan kwetsuren aangezien zij door van hun zwakheid bij de minste gelegenheid breken. Waar dus de pas besproken uitsteeksels die op een doorn gelijken een krachtige verdediging vormen, zo beschikt een wervel nog over andere uitsteeksels, dwarse namelijk, n die inderdaad deels als steun opgericht worden voor de spieren die de rug bewegen, zoals ook de doornen krachtig bijdragen tot deze functie bij het voortbrengen van spieraanhechtingen, functie dank zij dewelke over het algemeen haast alle uitsteeksels van de beenderen zich als bergen en heuvels verheffen en uitsteken, hetgeen eerder méér dan ééns vermeld werd. Tegenaan al deze werveluitsteeksels immers liggen spieren met slagaders, aders en zenuwen die er naartoe gaan en er langs trekken. Maar naast de reeds genoemde functies van de dwarsuitsteeksels der borstwervels is er nog een derde, o daar zij aan de ribben een geschikte plaats bieden waarmee zij gewricht maken. Aangezien de rug echter als één enkel lichaam moest gevormd worden uit verschillende wervels, [lichaam] dat tegelijkertijd stevig en sterk en goed beweeglijk is, strekt het tot grote eer van de Natuur, die de rug voor beide, nochtans tegengestelde functies op geschikte wijze heeft gebouwd. Tot aan het heiligbeen immers zijn namelijk alle wervels, de eerste twee uitgezonderd, aan hun voorkant p onderling op een veilige wijze verbonden door de grote lichamen, terwijl ze achteraan q met dubbele gewrichten samengehouden worden, waar ze tevens een krachtige steun krijgen dank zij hun voorste verbinding. De wervels zijn dus niet verhinderd om te bewegen doordat hun lichamen niet aan elkaar vastgegroeid zijn en zij achteraan voorzien zijn van duidelijke gewrichten; en om dezelfde reden kunnen wij ver voorover maar helemaal niet achterover buigen. Want als gij dit forceert zult gij de vliezige banden scheuren die de wervellichamen verbinden met een andere kraakbenige band r gelegen tussen de wervellichamen en die de lichamen zo verbindt dat de wervels bijna aaneengegroeid schijnen. Maar de aard en de samenstelling van die banden evenals van al de rest zal het volgende boek uitvoerig behandelen. Aangezien het echter niet even veilig ware de rug voorwaarts én achterwaarts te kunnen buigen - zó zou ze immers heel zwak, instabiel en slap zijn - heeft de Natuur terecht verkozen wat het beste is. Voor alle behoeften van het leven is het inderdaad gemakkelijker 146 De dwars uitsteeksels. De gewrichten tussen de wervels.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I als de rug voorwaarts buigt. Voorts veroorzaakt zo'n buiging ook een kleinere belasting voor de bloedvaten die daar tegen de rug steun vinden, namelijk de grote slagader en de holle ader, die anders zeer sterk zouden uitgerokken worden. Aangezien de rug vooraan dus stevig moet ineenzitten maken de wervels achteraan terecht een losser gewricht. Welke vorm hun gewrichten echter hebben zullen wij straks bespreken, samen met hetgeen over de verschillende wervels nog blijft te vertellen. Onder de wervels zijn er immers vele verschillen die zonder onderscheid de ongelooflijke ijver van de Natuur aantonen en die hierom alles behalve oppervlakkig zullen behandeld worden in de vier nu volgende hoofdstukken, waarvan de eerste aan de wervels van de hals of de nek, het tweede aan de borstwervels, het derde aan de wervels die zich in de lenden bevinden en het vierde aan het heiligbeen en het staartbeen zal gewijd worden 147 Dat het beter was dat de rug voorwaarts kon g e b o g e n worden.