Het hulpchassis kan voor de volgende doeleinden worden gebruikt: Voor een gelijkmatige verdeling van de lading over het chassisframe Voor speling van de wielen en andere onderdelen die boven het frame uitsteken Voor de verbinding van de opbouw met het chassisframe Voor stijfheid en geringere spanningen in de overhang achter Voor bescherming van het chassisframe Draagt bij aan het dempen van chassistrillingen Het hulpchassis moet torsiesoepel zijn, indien de carrosserie dit toestaat, voor de aanpassing aan het torsiesoepele gedeelte van het chassisframe. De langsbalken en de dwarsbalken van het hulpchassis moeten daarom hoofdzakelijk bestaan uit open profielen, bijv. U-profielen. 334 113 Gebruik hoge en sterke langsbalken, zeer torsiestijve dwarsbalken en diagonale versterkingen om het hulpchassis sterk en stevig te maken. Versterking wordt over het algemeen alleen in het achterste gedeelte van de vrachtwagen toegepast. Meer informatie over chassisframes kunt u vinden in het document Het hulpchassis en de bevestiging kiezen. Raadpleeg het document Krachten onder Berekeningen en theorie van bewegingen 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 1 (6)
Het hulpchassis kan er anders uitzien afhankelijk van de vereiste kenmerken. Het hulpchassis kan uit één of twee delen bestaan of verdeeld zijn in meerdere secties. Voorbeeld van een gedeeld hulpchassis 347 749 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 2 (6)
Langsbalken De langsbalken worden net als de langsbalken van het chassis gemaakt van U-profielen. Een open profiel staat draaien toe zonder aan onnodige spanningen blootgesteld te worden. Dwarsbalken De dwarsbalken worden gemaakt van open profielen, bijv. U-profielen, om dwarskrachten op te vangen en het hulpchassis bij elkaar te houden. Voor de versterking van het chassis kunnen de dwarsbalken gemaakt worden van gesloten holle profielen, bijv. buizen of kokerprofielen. Als het chassis herhaaldelijk wordt blootgesteld aan draaiende bewegingen, dan is het niet ongebruikelijk dat er breuken ontstaan rond de bevestiging van de langsbalken. Vooral de opbouw van de dwarsbalkbevestiging aan de langsbalken is daarom belangrijk. Scania raadt het gebruik van een geperste balk of een dwarsbalk met eindstuk aan. Plaats de dwarsbalken zodanig dat ze aansluiten op de carrosseriesteunen om te voorkomen dat het hulpchassis slingert bij belasting door de carrosseriesteun. Geperste balk of dwarsbalk met eindstukken 314 793 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 3 (6)
Voorste gedeelte hulpchassis Voorste gedeelte hulpchassis N.B.: Om frametrillingen te dempen, moet het hulpchassis naar voren worden getrokken en zo dicht mogelijk bij de vooras aan het chassisframe worden vastgeklemd. Dit is met name belangrijk bij voertuigen die een vooras met luchtvering hebben. De grootste toegestane afstand tussen de middenlijn van de vooras en de voorste rand van het hulpchassis: Vooras met luchtvering: 600 mm Vooras met bladvering: 800 mm 600 800 327 097 Voorzijde van voertuig met luchtvering of bladvering Afstand tussen de middenlijn van de vooras en de eerste bevestiging van het hulpchassis: Vooras met luchtvering: zo ver mogelijk naar voren binnen een bereik van 550 tot 700 mm. Vooras met bladvering: zo ver mogelijk naar voren binnen een bereik van 550 tot 875 mm. Meer informatie over de maximale afstand tussen het midden van de vooras en de eerste bevestiging van het hulpchassis vindt u in de documenten voor het betreffende type vrachtwagen onder Vrachtwagens en in het document Carrosseriebevestiging. 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 4 (6)
Voorste gedeelte hulpchassis Opbouw en montage van hulpchassis Montage 1 Laat het hulpchassis tegen het chassisframe rusten, zodat eventuele trillingen in het frame worden gedempt door de wrijving tussen de twee frames. Het hulpchassis moet een groot contactoppervlak hebben zodat het aan de voorrand de contouren van het frame volgt voor optimale dempingseigenschappen. 45 45 Breng de carrosseriesteunen op het voorste gedeelte van het hulpchassis zodanig aan dat er een gelijkmatige verhoging van de buigweerstand verkregen wordt. Doe dit door gebruik te maken van flexibele voorste steunen of een lagere balkribhoogte voor de eerste 500 mm. Voorrand Breng het voorste gedeelte van het hulpchassis zodanig aan dat er een gelijkmatige verhoging van de buigweerstand verkregen wordt. Zie de afbeelding voor voorbeelden van insnijdingen. Rond de voorste onderrand af tot de kleinste radius van 5 mm om slijtage aan de bovenste flens van het chassisframe, die na verloop van tijd tot beginnende breuken zal leiden, te voorkomen. 1. Zachte buigweerstandscurve bij hoeken van meer dan 45 graden. 2 347 750 Verbindingen Als het hulpchassis moet worden opgebouwd met verbindingen, moeten deze zo gevormd zijn dat een glad oppervlak tegen het chassisframe aan ligt. Slijp lasnaden bij tot een glad oppervlak. <45 347 751 2. Gekruiste buigweerstandscurve bij hoeken van minder dan 45 graden. 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 5 (6)
Achterste gedeelte van hulpchassis Voor een torsiesoepele carrosserie is vaak een torsiestijve overhang achter nodig. Dit is met name belangrijk bij, bijvoorbeeld, kiepwagens, betonmixerwagens, voertuigen met verwijderbare opbouw en voertuigen met een aan de achterzijde gemonteerde kraan voor het verkrijgen van een goede stabiliteit. Een lange overhang achter met een sleepbalk verhoogt ook de eisen aan de stijfheid van het hulpchassis. Achterste gedeelte van hulpchassis Meer informatie over de aanbevolen versterkingen in de overhang achter is beschikbaar in het document Versterking. 09:30-01 Uitgave 5 nl-nl 6 (6)