REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS

Vergelijkbare documenten
Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters

Jaarverslag De volgende twee aanbevelingen zijn meer algemeen van karakter en zijn niet in het overzicht op de volgende bladzijde opgenomen:

Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

Ingekomen stuk D14 (PA 4 december 2013)

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen JAARVERSLAG 2014

Raadsinformatiebrief stand van zaken voortijdig schoolverlaten

Nadere uitwerking definitieve Vsv Cijfers voor regio 36b

Vaststellen raadsinformatiebrief 'Ontwikkeling voortijdig schoolverlaten'

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers

Oplegvel. 1. Onderwerp Informatienota cijfers voortijdig schoolverlaten Rol van het

Subsidieverlening Flex College 2016 en actuele ontwikkelingen

8 Samenvatting en conclusies

Rekenkamercommissie. Jaarverslag datum sept Auteur. Rekenkamercommissie. Raadsnummer

JAARVERSLAG 2014 maart 2015

Rekenkameronderzoek Wmo en Jeugdhulp: informatievoorziening aan de gemeenteraad. Presentatie rapport en lokale zorgmeter (digitale tool)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Meldpunt geen stage. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp

Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht/RMC Oosterschelderegio

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

Opmerkelijke cijfers en interpretaties versie 7 maart 2013

Kampen 104 ( 2,3% ) Epe 84 ( 3,1% ) Apeldoorn 474 ( 3,8% ) Rozendaal. Westervoort 62 ( 3,8% ) 65 ( 2,6. Lingewaard 87 ( 2,3% ) Ubbergen 24 ( 3,4% )

Aanval op schooluitval

Bijeenkomst 22 juni 2017

Stromen door het onderwijs

JAARVERSLAG 2015 Maart 2016

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Jan Wibier secretaris-directeur

RMC Noord-Kennemerland. Presentatie PORA 6 januari 2016

FACTSHEET VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN RMC-REGIO 026 ZUID-HOLLAND NOORD

Aanval op schooluitval

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Ter besluitvorming door het college 1. De raadsinformatiebrief over 'Stand van zaken Meldpunt geen stage' vast te stellen.

Doelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Samenleving BOW/ RIS december Evaluatie Haagse vsv-maatregelen

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen JAARVERSLAG 2015

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Vaststellen raadsinformatiebrief over passend onderwijs

18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403

megen Gemeenteraad Nijmegen In afschrift: fracties, college Geachte leden van de gemeenteraad,

Jaarverslag leerplicht gemeente Rijswijk. Schooljaar

Onderwerp Beantwoording schriftelijke raadsvragen over toelatingsbeleid ROC Nijmegen inzake jongeren met autisme

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Passend Onderwijs en zorg voor Jeugd verbonden 4 juni 2013

Raadsvergadering d.d.: 30 mei 2016 Agenda nr: 5 Onderwerp: Vaststellen Jaarverslag Leerplicht-RMC/Voortijdig schoolverlaten

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

Vragen tijdens miniconferentie Modulaire Gemeenschappelijke Regeling sociaal domein centraal Gelderland op 10 en 13 september 2018

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 17/18 in RMC regio Eem en Vallei vs

Dat houdt je bij de les! Dat houdt je bij de les! Programma Regionale aanpak Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio 026 Zuid-Holland Noord

Schoolondersteuningsprofiel. 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 16/17 in RMC regio Eem en Vallei vs

Overzichtsrapport SER Gelderland

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC.

Bronnen en Berekeningswijze

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 16/17 in RMC regio Eem en Vallei vs

VERZUIM- EN MELDPROTOCOL V(S)O en MBO REGIO 38

Maastricht Heuvelland. JMW Jegers. Telefoonnummer: Raadsbesluit

Voortijdig Schoolverlaten Methode en cijfers

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

ACTUALISERING ANALYSE DEKKEND AANBOD maart 2014

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

VSV 2.0 Kwetsbare groepen/route Arbeid

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Inhoudsopgave Jaarverslag rekenkamer Venlo 2015

Landelijke doelstelling

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. Datum: Besluitvormend DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 15/16 in RMC regio Eem en Vallei vs

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

Jaarplan SWV PO3002

Onderzoeksprogramma 2018 en Jaarverslag van de Rekenkamer Breda

Aanval op schooluitval

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Vaststellen regionaal programma voortijdig schoolverlaten "Alle jongeren een toekomstperspectief".

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

Oplegvel. 1. Onderwerp Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht 2. Rol van het

Voortijdige schoolverlaters VO

Beleid onderzocht. Wat de rekenkamer voor u kan betekenen. uitgave 21 maart 2018


Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

Norwin College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T. Stierhout

Den Haag Ons kenmerk Bijlagen

Rekenkamer Nijmegen De Rekenkamer neemt een onafhankelijke positie in binnen de gemeente Nijmegen OPLEGNOTITIE. Grip krijgen op Veilig Thuis

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

Verslag van de bijeenkomst Sturen op cijfers. ROC Mondriaan, Leeghwaterplein 72, Den Haag (Symposiumzaal)

Raadsstuk. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt:

Hoe waarderen het vo en mbo Spirit4you? September 2014

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden

Factsheet vsv-cijfers en nieuwe meetsystematiek

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

mi ui urn ii ii mi ii ii /07/2013

Transcriptie:

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS Korte toelichting op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen De Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen (verder de Rekenkamer) heeft op suggestie van een aantal fracties uit de gemeenteraad - onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters (vsv ers). Hierna is een korte toelichting gegeven op de aanpak en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. AANPAK De problematiek van vsv is complex. Er zijn veel (samenhangende) oorzaken waarom jongeren hun school niet afmaken, er is sprake van veel betrokkenen en er zijn de nodige beleidsontwikkelingen die hun weerslag (zullen) hebben op dit terrein. Doel van het Rekenkameronderzoek was om het inzicht in deze problematiek in Nijmegen te vergroten. Het onderzoek bestond daarvoor uit drie delen: 1. Quick Scan: waarin wordt geschetst hoe het veld in elkaar zit (kernbegrippen, ontwikkelingen, betrokken partijen, regionale samenwerking, effectiviteit); 2. Cijfers in perspectief: een deel waarin de beschikbare cijfers over 'Nijmegen' in perspectief zijn gezet, door vergelijkingen te maken met de gestelde doelen, met andere steden, met andere scholen en dergelijke. 3. Deel III: een deel waarmee inzicht wordt gegeven in het functioneren van de ondersteuningsstructuren op scholen en de samenhang met zorgstructuren daarbuiten. Hier is expliciet naar gekeken, omdat een goede ondersteuningsstructuur één van de verklarende factoren is voor het al dan niet uitvallen van jongeren én omdat gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg (per 1 januari 2015). CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Deel I: Quick Scan, belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de gemeenteraad: Zowel inhoudelijk als financieel zijn er nog onduidelijkheden rond de decentralisaties in het sociale domein. Dat maakt het voor gemeenten extra lastig om (regionaal) tot een samenhangende voorbereiding van beleid en uitvoering op deze terreinen te komen. Omdat deze allemaal hun weerslag zullen hebben op de problematiek van vsv, adviseert de Rekenkamer de raad om alert te zijn op de samenhang en samenloop van deze ontwikkelingen en zich regelmatig te (laten) informeren over de stand van zaken en mogelijke scenario s. Daarbij wijst de Rekenkamer in het bijzonder op de wijze waarop de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente wordt vormgegeven. De informatievoorziening aan de raad vindt gefragmenteerd en ad hoc plaats. Het gevolg is dat de raad geen goed totaalinzicht heeft in de problematiek, het gevoerde beleid en de daarmee bereikte resultaten. De resultaten van het vsv-beleid zijn tot nu toe ook maar zelden besproken tussen college en raad. De Rekenkamer adviseert de raad om systematisch en periodiek de balans op te maken (bijvoorbeeld gekoppeld aan de bespreking van het programma Onderwijs bij de jaarstukken), en daarover concrete afspraken te maken met het college.

Deel II: Cijfers in perspectief, belangrijkste conclusies: Wanneer de cijfers worden, dan blijkt op hoofdlijnen het volgende: In de RMC-regio Arnhem/Nijmegen: is sprake van een relatief geringe daling in het aantal nieuwe vsv ers in de periode 2005/2006 tot 2011/2012. Het percentage nieuwe vsv ers in 2011/2012 ligt boven het gemiddelde van alle RMCregio s; de daling in het percentage nieuwe vsv ers totaal raakt in de RMC-regio Arnhem/Nijmegen steeds verder achter op de Nederlandse daling. In de gemeente Nijmegen: is sprake van een gemiddelde score op het percentage nieuwe vsv ers en op de daling van het aantal nieuwe vsv ers. Deze score is echter opgebouwd uit twee sterk tegengestelde deelscores: de Nijmeegse leerlingen op het mbo scoren slecht op nieuwe vsv; de Nijmeegse leerlingen op het voortgezet onderwijs (vo) scoren hier juist goed op. is de laatste jaren sprake van een stijging van het percentage nieuwe vsv ers op het mbo 1 ; is de ontwikkeling in het vo vooral de laatste twee jaar gunstiger dan landelijk en in de andere kennissteden. Het onderzoek heeft geen verklaringen opgeleverd voor de relatief goede score van het vo in Nijmegen en de relatief slechte score van het ROC. Deel III: Functioneren ondersteuningsstructuren op scholen en relatie met zorgstructuren daarbuiten, belangrijkste conclusies: De Rekenkamer ziet dat er al veel goed gaat in de ondersteuning van leerlingen, zodat zij niet uitvallen of erger nog vsv er worden. De Rekenkamer heeft ook gezien dat daar waar zaken minder goed gaan, partijen zelf aan verbetering werken. Voor drie knelpunten is de Rekenkamer van mening dat er meer nodig is dan er nu gebeurt of gepland is. Daar zijn de aanbevelingen op gericht: Verbeter de overgang van het voortgezet onderwijs naar het ROC; Zorg voor aansluiting van sociale wijkteams op de ondersteuningsstructuur op school; Organiseer de uitstroom naar werk voor jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen. Bij de verbetering van deze drie knelpunten achten wij het essentieel dat de gemeente vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid in het sociale domein vanaf 2015 partijen bij elkaar brengt en houdt, zowel op bestuurlijk niveau als op de werkvloer. Voorgaande wordt breed onderschreven vanuit de gemeente en het onderwijs. Over de wijze waarop sociale wijkteams en ondersteuningsstructuren op scholen moeten aansluiten, verschillen de meningen. De Rekenkamer adviseert hierover snel het gesprek met elkaar aan te gaan. Verder adviseert de Rekenkamer de gemeente nadrukkelijk om ook financiële instrumenten in te zetten om het veld te beïnvloeden. Tot slot heeft de Rekenkamer het noodzakelijk genoemd goede informatie te hebben. Op dit moment zijn er nog veel lacunes. De gemeente zou zo snel mogelijk tot een dekkend beeld moeten komen. Het gaat dan om het uitbreiden en vervolmaken van de lokale VSV-Monitor, het in perspectief blijven plaatsen van de Nijmeegse cijfers en het gebruiken van het sociaal statistisch bestand. De rapportages naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vsv ers zijn nog niet geagendeerd in de gemeenteraad. De klankbordgroep uit de raad voor dit onderzoek heeft geadviseerd eerst een informatiebijeenkomst te organiseren (22 april 2014) en daarna de vaste route voor de behandeling van rapporten van de Rekenkamer te volgen: 1) Presentatie door de Rekenkamer in de Burgerronde, 2) Bespreking in de Kamerronde tussen raadsfracties onderling en portefeuillehouder(s) en 3) Besluitvorming in de Besluitenronde. 1 Voor de volledigheid: na afronding van ons onderzoek bleek dat de vsv-cijfers over het schooljaar 2012/2013 voor het eerst sinds het schooljaar 2008/2009 een daling van het aantal vsv ers bij het ROC laten zien.