VARKENSPRO VLEESVARKENS FOD INFORMATIE KGAANTAL PRODUCTIE PRIJS VARKENSSTAPEL TON OPBRENGSTEN ALGEMENE DERKOSTEN BIGGEN

Vergelijkbare documenten
1.1 Veestapel. Figuur 5.1: Evolutie van de varkensstapel in Vlaanderen, stuks,

NEIEREN PRIJS CONSUMPT BEDRIJF PRODUCTCATEGORIE LEGHENNEN UITVOER EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN H3 SCHARRELEIEREN PRODUCTIE

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

Marktontwikkelingen varkenssector

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren

Marktoverzicht van de Belgische varkenssector 25 januari 2019

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

RENTABILITEITSANALYSE VARKENS. Vrints Goedele 26 mei 2015

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008

Perstekst: Actieplan De Vlaamse varkenshouderij op weg naar 2020

Productierekening 2005

Van stal tot akker: de link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009

TON PRIJS KOSTEN EVOLUTIE VLAANDEREN WINTERTARWE S HANDEL AARDAPPELAREA AREAAL SUIKERHOUDENDE EURO OPPERVLAKTE SALDO PROVINCIES

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

Trefdag VarkensAcademie 30 november 2018

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007

Tabel 6.1: Verdeling van de pluimveestapel, stuks, 2007

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Eindverslag van de technische werkgroep voor de berekening van een varkensindex

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014

Arbeidsmarkt Onderwijs

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

Vlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Arbeidsmarkt Onderwijs

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Arbeidsmarkt Onderwijs

Rabobank Food & Agri. Opslagregeling en kleiner aanbod ondersteunen langzaam herstel Europese varkensmarkt. Kwartaalbericht Varkens Q1 2016

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

EVOLUTIE VAN DE MARKT

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

Verblijfstoerisme Scheldeland 2016

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

De rundveesector. De rundveesector. 1.1 Veestapel

Arbeidsmarkt Onderwijs

Verblijfstoerisme Scheldeland 2017

Na dit hoofdstuk kan je: De opbrengsten van een varkensbedrijf berekenen De voerkosten van een varkensbedrijf berekenen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Studie. Prijzen, kosten en rendabiliteit in de varkenskolom

De agrarische handel van Nederland in 2012

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

Bijkomende informatie:

Vastgoedbericht juni 2008

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

IMPACTANALYSE RUSLAND

Verblijfstoerisme Scheldeland 2015

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013

Verblijfstoerisme Waasland 2015

Bijkomende informatie:

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De doelstelling van dit rapport is om een goed beeld te geven van de huidige situatie in de varkenshouderij in Vlaanderen.

De agrarische handel van Nederland in 2010

Bepaling van het bedrijfseconomisch optimale slachtgewicht van vleesvarkens -Verder kijken dan de ronde lang is-

Bijkomende informatie:

Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie

Grondgebonden veeteelt

BUITENLANDSE HANDEL VAN AGRARISCHE PRODUCTEN MET RUSLAND IN 2014

Verblijfstoerisme Meetjesland 2015

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

Debriefing dierlijke sectoren

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

31 Technische resultaten

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

Uit de INR-cijfers blijkt dat met een groei van 3,5 % de bouw de algemene economische groei (+1,2 %) in 2016 sterk gestimuleerd heeft.

Statistisch Bulletin. Jaargang

Verblijfstoerisme Vlaamse Ardennen 2017

NAAM: DANNY BILLENS LEEFTIJD: 55 PLAATS: OETINGEN (GOOIK) TEELT: BIOLOGISCH FRUIT

Transcriptie:

Els Bernaerts, Els Demuynck ECONOMIE KOSTEN BEDRIJVEN ECONOMISCHE VARKENS DERKOSTEN BIGGEN DEPARTEMENT STATISTIEK VARKENSΜ VLAANDEREN ZEUG TON OPBRENGSTEN KGAANTAL GESPECIALISEERDE EURO EIDSINKOMEN BIGGENPRIJS UITVOER LANDBOUW HANDEL PRODUCTIEWAARDE PRODUCTIE VLEESVARKENS PRIJS OPBRENGSTEN HANDEL VARKENSSTAPEL FOD INFORMATIE VISSERIJ PRODUCTIE ALGEMENE ZEUG VARKENSHOUDERIJ EV V VARKENSPRO HOOFDLIJNEN Hoewel de varkensstapel veel kleiner is dan eind jaren negentig, blijft de varkenshouderij vanuit economisch oogpunt een heel belangrijke sector binnen de Vlaamse land- en tuinbouw. De varkenssector neemt bijna 3% van de productiewaarde van de Vlaamse agrarische sector voor zijn rekening. Verder bedraagt het saldo op de handelsbalans van varkensproducten ruim 1 miljard euro. De varkenshouderij is met 93 % van de nationale productiewaarde en 94 % van de varkensstapel vooral een Vlaamse aangelegenheid. Er is een sterke concentratie van de varkensteelt op de grote bedrijven. De gemiddelde varkensstapel per bedrijf groeit sinds 27 in een versneld tempo. Op financieel vlak werd het jaar 29 gekenmerkt door dalende varkensvleesprijzen, bijna stabiele biggenprijzen en lagere voeder- en energieprijzen dan in 28. De varkenshouderij is economisch een zeer belangrijke bedrijfstak binnen de Vlaamse land- en tuinbouw en kan opgedeeld worden in twee oriëntaties: opfok en vleesproductie. In dit hoofdstuk worden beide deelsectoren geanalyseerd. Bepaalde brongegevens (o.a. gegevens van ADSEI) zijn echter niet gedetailleerd genoeg om een duidelijk onderscheid te maken tussen beide oriëntaties. Voor bepaalde kengetallen was dus enkel een globale analyse mogelijk met een aparte toelichting voor de zeugenhouderij. 41

1 STRUCTUUR 1.1 Veestapel De varkensstapel is sterk regionaal en provinciaal geconcentreerd. is goed voor 94 % van het totale aantal varkens in België (figuur 2). Binnen beschikt West- duidelijk over het grootste aantal varkens, namelijk 3,3 miljoen stuks. Figuur 2. Verdeling van de varkensstapel over de gewesten en provincies, 29 Volgens de mei-enquête 29 zijn er 5.933.238 varkens: 1.65.57 biggen tot 2 kg, 1.219.2 varkens van 2 tot 5 kg, 2.584.755 vleesvarkens van 5 kg en meer (inclusief reforme zeugen en beren) en 523.911 fokvarkens van 5 kg en meer. Figuur 1 geeft de evolutie van de varkensstapel weer. Het totaal aantal varkens in is van 1999 tot en met 24 sterk neerwaarts bijgesteld om daarna min of meer te stabiliseren. Vooral in 2 en 21 was er een zeer sterke daling. De zeugenstapel is verder blijven dalen tot 28. Figuur 1. Evolutie van de varkensstapel in, 1. stuks, 1999-29 : 5.933.238 stuks (93,9%) Antwerpen: 97.96 stuks (15,3%) Limburg: 475.888 stuks (8,%) Oost-: 1.115.272 stuks (18,8%) Vlaams-Brabant: 147.376 stuks (2,5%) 7.5 75 West-: 3.286.742 stuks (55,4%) varkens 7. 6.5 6. 7 65 6 zeugen Wallonië en Brussel: 387.817 stuks (6,1%) Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 5.5 55 1.2 Productie-eenheden 5. 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 totaal varkens zeugen Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 5 1.2.1 Aantal bedrijven In 29 zijn 8 % van de Vlaamse landbouwbedrijven gespecialiseerde varkensbedrijven (2.327 bedrijven). Ongeveer 5 % daarvan is gelokaliseerd in West-, terwijl de provincies Antwerpen en Oost- verantwoordelijk zijn voor elk 19 %. De afname van de varkensstapel is vooral een gevolg van het milieubeleid (mestproblematiek) en werd mee beleidsmatig gestimuleerd door de Vlaamse overheid via een opkoopregeling. In vier opkooprondes (21, 22, 23 en 24) zijn in totaal 42.161 zeugen en 344.34 vleesvarkens op 1.242 bedrijven uit productie genomen. 42 43

Het aantal varkenshouders is echter veel groter. Volgens de mei-enquête 29 zijn er 5.377 bedrijven met varkens. Van het totale aantal landbouwbedrijven zijn er 18 % met varkens en 11 % met zeugen. Dit percentage is het hoogst in West- en het laagst in Vlaams-Brabant (figuur 3). 35 Figuur 3. Aandeel bedrijven met varkens in het totaal aantal landbouwbedrijven per provincie, %, 29 1. totaal varkens 1.2.2 Bedrijfsgrootte Het aantal varkenshouders vertoont de laatste 1 jaar een continu dalende tendens (-43 % ten opzichte van 1999). Het aantal varkens is minder sterk gekrompen, zodat het gemiddelde aantal varkens per bedrijf steeg van 775 in 1999 tot 1.13 in 29 (figuur 4). Ten gevolge van de zeer sterke afname van de varkensstapel was er tussen 1999 en 21 een stabilisatie van het gemiddelde aantal varkens per bedrijf. Sinds 27 gebeurt de groei van de bedrijven in een versneld tempo. De introductie van MAP III zorgt voor nieuwe expansiemogelijkheden, want varkensbedrijven mogen voortaan groeien als ze kunnen aantonen dat ze mest verwerken. De gemiddelde varkensstapel per bedrijf is het grootst in Antwerpen (1.395 varkens) en met slechts 655 het laagst in Vlaams-Brabant. 3 25 Figuur 4. Evolutie van het aantal bedrijven met varkens en het gemiddelde aantal varkens per bedrijf, 1999-29 2 15 gemiddelde voor 12. 1.2 1 5 Antwerpen Limburg Oost- Vlaams- Brabant West- aantal bedrijven met varkens 1. 8. 6. 1. 8 6 aantal varkens per bedrijf 2. zeugen 35 4. 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 4 3 aantal bedrijven met varkens aantal varkens per bedrijf 25 op basis van FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 2 15 1 5 Antwerpen Limburg Oost- Vlaams- Brabant West- gemiddelde voor op basis van FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Tabel 1 toont het percentage van de bedrijven en het aantal dieren per grootteklasse, zowel voor het totaal van de varkens als voor de zeugen. Er zijn nog steeds relatief veel kleine bedrijven. Ongeveer 17 % van de bedrijven heeft minder dan 25 varkens maar vertegenwoordigt daarmee slechts 1,5 % van het aantal varkens. De meeste dieren bevinden zich op de grotere bedrijven: 56 % van de varkens wordt gehouden op de bedrijven met meer dan 1.5 varkens. Wat de zeugen betreft is de situatie gelijkaardig: 41 % van de zeugenstapel wordt gehouden op bedrijven met meer dan 25 zeugen. 14 % van de bedrijven heeft minder dan 5 zeugen maar vertegenwoordigt daarmee slechts 1,7 % van het totale aantal zeugen. 44 45

1.3 Economisch belang op gemeenteniveau Tabel 1. Indeling van de bedrijven per grootteklasse, 29 1. totaal varkens aantal dieren per bedrijf % bedrijven % dieren 1 tot 249 16,8 1,5 25 tot 499 16, 5,5 5 tot 749 12, 6,7 75 tot 999 12,1 9,6 1. tot 1.499 18,2 2,3 1.5 tot 1.999 1,3 16,2 2. tot 2.499 6,6 13,2 2.5 en meer 8, 27, 1 1 geheel van de bedrijven Uit de verdeling van de varkensstapel over de provincies (figuur 2) en het aandeel van de bedrijven met varkens in het totale aantal landbouwbedrijven per provincie (figuur 3), bleek alvast de sterke concentratie van de varkenshouderij in West-. Figuur 5 toont aanvullend het belang van de varkenssector per gemeente. De gemeenten waar de varkenshouderij een belangrijke plaats inneemt, liggen in de eerste plaats in West- met een aansluitend deel in Oost- en in mindere mate in het noorden van Antwerpen en Limburg. Figuur 5. Belang van de varkenssector per gemeente, 29 verstedelijkte gemeenten % gespecialiseerde varkensbedrijven op totaal aantal bedrijven in de gemeente > 2% % SO bedrijfstak varkens in de totale SO van de gemeente % < 1 % 1-2 % 2-4 % > 4 % (max.66%) 2. zeugen aantal dieren per bedrijf % bedrijven % dieren 1 tot 49 13,9 1,7 5 tot 99 21,2 9,9 1 tot 149 22,3 16,2 15 tot 199 15,5 16,1 2 tot 249 11,1 14,7 25 en meer 16, 41,4 1 1 geheel van de bedrijven op basis van FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 25 5 Km op basis van FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, NGI-AGIV 46 47

2 PRODUCTIE 2.1 Productievolume 2.2 Productiewaarde De eindproductiewaarde van de varkenssector in bedraagt in 29 ongeveer 1.295 miljoen euro, wat 48 % uitmaakt van de waarde van de volledige veeteeltsector en 29 % van de waarde van de volledige land- en tuinbouw (figuur 7). In 29 zijn in België 11,2 miljoen varkens geslacht. Dat komt overeen met een geslacht gewicht van 1.82.36 ton. Figuur 6 geeft de evolutie weer van het geslacht gewicht en het aantal geslachte varkens. De evolutie van het geslacht gewicht en het aantal geslachte varkens volgt de sterk dalende trend van de varkensstapel niet. Een verklaring is dat de dalende binnenlandse aanvoer van varkens gecompenseerd wordt door een kleinere uitvoer en een grotere invoer van vleesvarkens. Figuur 7. Evolutie van de productiewaarde van varkens, miljoen euro, 1999-29 2. 1.6 1.2 Figuur 6. Evolutie van het geslacht gewicht en het aantal geslachte varkens, België, 2-29 1.1 12 8 gewicht geslachte varkens (1. ton) 1. 11 9 1 8 9 7 8 6 7 5 6 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 aantal geslachte varkens gewicht geslachte varkens Bron: FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie aantal geslachte varkens (miljoen stuks) 4 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 *voorlopig cijfer Uit de evolutie blijkt dat de afgelopen 1 jaar de hoogste waarden werden genoteerd in 21 en de laagste in 1999, de jaren waar respectievelijk zeer hoge en zeer lage prijzen werden genoteerd. Het jaar 29 wordt gekenmerkt door een omzetdaling ten opzichte van 28. De grotere slachtproductie kon de slechtere prijsvorming niet compenseren. Toch blijft de productiewaarde hoger dan in 25, 26 en 27. 29* Om de werkelijke productie van varkensvlees te kennen, moeten deze slachtingen vermeerderd worden met de uitvoer van levende dieren en verminderd met de invoer ervan. In 27 (laatst beschikbaar cijfer) bedroeg de bruto Belgische varkensvleesproductie 1.61.45 ton karkasgewicht. Op basis van dit nationale cijfer kan de Vlaamse bruto productie geraamd worden op 987.26 ton karkasgewicht. 48 49

3 AANWENDING VAN DE PRODUCTIE 3.1 Consumptie Figuur 8 toont de evolutie van de aankoop van vers vlees in kg per inwoner in. De gemiddelde Vlaming kocht 42,1 kg vlees in 29, waarvan 9,4 kg varkensvlees. Het thuisverbruik van vers varkensvlees is sinds 26 licht toegenomen. Veel varkensvlees wordt echter ook aangekocht in de vorm van vleesmengelingen (gemengd gehakt, worst, enz.). In geldwaarde uitgedrukt wordt 362,5 euro vers vlees per inwoner aangekocht in 29, waarvan 7,2 euro voor varkensvlees. 3.3 Buitenlandse handel Tabel 2 geeft de handelsbalans voor België weer voor de varkensproducten. In totaal is er een export van ongeveer 1,6 miljard euro en een positief saldo van 1 miljard euro. Dit is bijna hoofdzakelijk te danken aan de omvangrijke uitvoer van vers varkensvlees. De meeste handel gebeurt met landen van de Europese Unie. Bij de invoer bedraagt het aandeel van de intracommunautaire handel bijna 1 %, bij de uitvoer is dit 92 %. Tabel 2. Buitenlandse handel in varkensproducten, miljoen euro, België, 29 invoer uitvoer saldo levende varkens 125,4 95,2-3,1 fokdieren 19,8,2-19,7 Figuur 8. Thuisverbruik van vlees, kg per inwoner, 25-29 slacht- en gebruiksdieren 15,5 95,1-1,5 5 vers varkensvlees 18,2 1.164,1 1.55,9 gedroogd en gerookt vlees 16, 97,8-8,1 4 3 2 ander vers vlees gevogelte en wild vleesmengelingen varkensvlees bereidingen 226, 236,1 1,1 totaal 565,6 1.593,3 1.27,7 waarvan intra-eu-27 565,3 1.465,8 9,4 op basis van Eurostat 1 25 26 27 28 29 Bron: GfK Panel Services Benelux, VLAM rund- en kalfsvlees Figuur 9 toont procentueel per handelspartner de in- en uitvoer van de afzonderlijke varkensproducten en van het totaal. De totale invoer van varkensproducten is hoofdzakelijk afkomstig van Frankrijk (32 %), Nederland (22 %) en Duitsland (2 %). De herkomst verschilt echter per product. De invoer van levende varkens komt vooral uit Frankrijk en Nederland. De bereidingen zijn vooral afkomstig uit Duitsland en Frankrijk en die van vers varkensvlees uit Duitsland, Frankrijk en Nederland. Voor gedroogd en gerookt vlees is Italië de belangrijkste leverancier. 3.2 Zelfvoorzieningsgraad De Belgische zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees bedraagt 242 in 27 (laatst beschikbaar cijfer). Aangezien dit kengetal groter is dan 1, wil dit zeggen dat de nationale productie groter is dan het nationale verbruik. 5 51

De Belgische uitvoer van het totaal van de varkensproducten is met een aandeel van 38 % hoofdzakelijk bestemd voor de Duitse markt. Ook hier verschilt de situatie grondig per product. Opvallend is het hoge aandeel van Nederland bij de uitvoer van levende varkens en bereidingen. Bij vers varkensvlees heeft Duitsland het overwicht. Voor gedroogd en gerookt varkensvlees is Frankrijk de belangrijkste handelspartner. 4 RENTABILITEIT 4.1 Prijzen Figuur 9. Buitenlandse handel van varkensproducten per handelspartner, %, België, 29 1. invoer 1% Figuur 1 geeft de evolutie weer van de maandelijkse prijzen voor biggen en de prijs voor vleesvarkens (levend) voor de periode 22-29. De noteringen van de prijs voor halfvette varkens door het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) zijn stopgezet in april 27. De tijdreeks wordt vanaf dan voortgezet door de noteringen van de varkensprijs door de Vereniging voor houders (VEVA). 8% 6% 4% Frankrijk Nederland Duitsland Italië De varkensprijs is in 29 gedaald. Vooral de inkrimping van de Europese exportmarkt door de relatief dure euro en de maatregelen van Rusland inzake kwaliteit hebben bijgedragen tot de slechtere prijsvorming. De biggenprijs veranderde bijna niet ten opzichte van 28. Uit de cijfers van de eerste zes maanden van 21 blijkt dat de prijs voor vleesvarkens en biggen gemiddeld lager is dan de eerste zes maanden van 29 door een ruim aanbod. 2% andere Figuur 1. Evolutie van de biggenprijs (euro/dier) en de prijs voor vleesvarkens (levend, euro/1kg), 23-29 % 2. uitvoer 1% 8% levende varkens vers varkensvlees gedroogd en gerookt vlees bereidingen totaal Frankrijk Nederland 14 12 1 8 6 4 2 halfvette varkens (BIRB) vleesvarkens (VEVA) biggen 6% Duitsland 23 24 25 26 27 28 29 4% 2% Italië Verenigd Koninkrijk andere Bron: BIRB, VEVA, Departement Landbouw en Visserij % levende varkens vers varkensvlees gedroogd en gerookt vlees bereidingen totaal op basis van Eurostat 52 53

Aangezien de voederkost de belangrijkste variabele kost is voor de varkenshouderij, is het nuttig om naast de verkoopprijzen ook de veevoederprijzen te analyseren. Na een sterke stijging van de mengvoederprijzen in 28 door een krapte op de grondstoffenmarkt, zijn de veevoederprijzen in 29 opnieuw gedaald en ze blijven begin 21 stabiel (figuur 11). Met de stijging van de grondstoffenprijzen is de voederprijs vanaf mei 21 opnieuw gestegen. Figuur 11. Evolutie van de voederprijzen per jaar, euro per ton, jan/7 - aug/1 4.2 Technische en financiële resultaten De technische en financiële resultaten hebben betrekking op 61 gespecialiseerde varkensbedrijven die bij het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) aangesloten zijn. Voor de berekening van de gegevens per bedrijfstak worden voor de vermeerdering enkel bedrijven met meer dan 75 fokzeugen geselecteerd en voor de vetmesting bedrijven met meer dan 3 mestvarkens. De meeste bedrijven in de steekproef zijn gecombineerde bedrijven, zodat deze voor beide bedrijfstakken in aanmerking genomen worden. 35 3 4.2.1 Bedrijfstak vermeerdering De gespecialiseerde zeugenhouderij scoort technisch steeds beter: het aantal worpen en het aantal grootgebrachte biggen per zeug stijgen (tabel 3). 25 Tabel 3. Evolutie van de rentabiliteitscijfers zeugenhouderij, 25-28 2 15 25 26 27 28 1 5 gemiddeld aantal aanwezige zeugen 145 15 161 169 aantal worpen per zeug per jaar 2,16 2,2 2,19 2,21 aantal grootgebrachte biggen per zeug per jaar 19,9 2,2 21,2 22,2 jan/7 feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec jan/8 feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec jan/9 feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec jan/1 feb mrt apr mei jun jul aug sterftepercentage biggen 13 14 13 13 opbrengsten (euro/gem. aanwezige zeug) 697 723 66 828 biggenmeel zeugenmeel mestvarkensmeel variabele kosten (euro/gem. aanwezige zeug) 531 555 644 764 Bron: BEMEFA bruto saldo (euro/ gem. aanwezige zeug) 167 168 16 64 opbrengsten per 1. euro voederkosten (euro) 1.879 1.853 1.374 1.453 gemiddelde verkoopprijs per big (euro) 38,7 4,3 33,1 4,2 gemiddelde prijs krachtvoeder biggen (euro/kg),26,28,32,36 gemiddelde prijs krachtvoeder zeugen (euro/kg),16,18,22,26 De opbrengst per zeug steeg sterk in 28, vooral door de verbeterde biggenprijs. De variabele kosten per zeug zijn echter zeer hoog in 28, wat toe te schrijven is aan de hoge voederkosten. De voederkosten nemen drie kwart van de totale variabele kosten voor hun rekening (figuur 12). Ten opzichte van 27 wordt er een iets hoger bruto saldo per zeug en een iets hogere opbrengst per 1. euro voederkost opgetekend. Deze indicatoren blijven echter aan de lage kant. 54 55

Figuur 12. Verdeling van de variabele kosten per zeug, 28 werk door derden 1% overige variabele kosten 7% Aan de kostenzijde stijgen de variabele kosten per gemiddeld aanwezig vleesvarken in 28 door de stijgende voederprijzen. De totale voederkosten nemen 93 % in van de totale variabele kosten (figuur 13). Figuur 13. Verdeling van de variabele kosten per vleesvarken, 28 energie 9% energie 1% werk door derden 1% overige variabele kosten 3% diergeneeskundige zorgen 8% veevoeder 75% diergeneeskundige zorgen 2% veevoeder 93% 4.2.2 Bedrijfstak vetmesting De opbrengst per gemiddeld aanwezig vleesvarken steeg sterk in 28 dankzij een hogere verkoopprijs (tabel 4). De waarde van de inkomende biggen wordt als negatieve opbrengst geboekt, zodat de prijsstijging zich niet volledig weerspiegelt in de opbrengststijging. Tabel 4. Evolutie van de rentabiliteitscijfers vleesvarkenshouderij, 21-28 25 26 27 28 gemiddeld aantal aanwezige vleesvarkens 862 913 952 1.71 gemiddeld gewicht verkochte vleesvarkens (kg) 19 11 11 111 sterftepercentage (%) 2,97 2,89 2,74 2,89 opbrengsten (euro/gem. aanwezig vleesvarken) 218 228 222 246 variabele kosten (euro/gem. aanwezig vleesvarken) 12 13 164 187 De gestegen opbrengsten worden bijna volledig tenietgedaan door de gestegen voederkosten, zodat het bruto saldo slechts licht stijgt. 4.2.3 Bedrijfsresultaten Tabel 5 toont de bedrijfsresultaten van de gespecialiseerde varkensbedrijven. De stijging in de kosten werd gecompenseerd door de gestegen opbrengsten zodat het arbeidsinkomen per familiale arbeidskracht (FAK) op de varkensbedrijven licht toenam ten opzichte van de slechte resultaten van 27. Uitgedrukt per omgerekend varken blijft het familiale arbeidsinkomen op het niveau van 27. bruto saldo (euro/gem. aanwezig vleesvarken) 98, 98,2 58,5 59,4 opbrengsten per 1. euro voederkosten (euro) 2.9 1.932 1.475 1.415 gemiddelde verkoopprijs per vleesvarken (euro) 123 128 118 133 gemiddelde prijs krachtvoeder vleesvarkens (euro),17,176,221,255 56 57

Tabel 5. Bedrijfsresultaten van de gespecialiseerde varkensbedrijven, 25-28 25 26 27 28 aantal omgerekende varkens 1.234 1.24 1.238 1.38 aantal VAK 1,51 1,59 1,5 1,56 De totale kosten per omgerekend varken zijn in 28 gestegen met 5 % tot de hoogste waarde van de laatste jaren. Vooral de kosten van de veevoeders en, in mindere mate, van energie en grond- en gebouwenkapitaal dragen bij tot de stijging. De veevoeders, de berekende lonen en de kosten voor het grond- en gebouwenkapitaal zijn de drie voornaamste kostenrubrieken en nemen samen 81 % van de kosten voor hun rekening (figuur 15). aantal FAK 1,5 1,54 1,46 1,49 rentabiliteit (euro) Figuur 15. Structuur van de kosten voor de gespecialiseerde varkensbedrijven, 28 totale opbrengsten (euro per omgerekend varken) 283,2 296,9 295,3 315,2 totale kosten (euro per omgerekend varken) 264, 281,2 321,5 337,1 netto bedrijfsresultaat (euro per omgerekend varken) 19,2 15,8-26,1-21,9 fam. arbeidsinkomen (euro per omgerekend varken) 62,9 61,7 17,1 17, fam. arbeidsinkomen (euro per FAK) 51.839 49.693 14.528 15.719 Departement Landbouw en Visserij werk door derden 2% grond- en gebouwenkapitaal 1% berekende lonen 12% overige 8% Uit de structuur van de bedrijfsopbrengsten van de gespecialiseerde bedrijven in 28 blijkt dat 89 % afkomstig is van de varkens (figuur 14). Dat wijst op een zeer sterke specialisatie. Figuur 14. Structuur van de opbrengsten voor de gespecialiseerde varkensbedrijven, 28 overige opbrengsten 3% pluimvee 2% marktbare gewassen 5% rundvee en voedergewassen 1% werktuigkosten 3% energie 3% diergeneeskundige zorgen 3% veevoeders 59% varkens 89% 58 59

REFERENTIES z Bernaerts E. & Demuynck E. (29) Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 29, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. z Bernaerts E. & Demuynck E. (25) Regionale rekeningen van de landbouw, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. z Coulier T. (29) Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 28, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. z Danckaert S., Lenders S. & Oeyen A. (29) De landbouwactiviteit in Vlaamse gemeenten, proeve van typologie, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. z D hooghe J. & Campens V. (29) Vlaamse standaardopbrengsten voor de gewassen en de veehouderij 23-25, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. z Eurostat (12/21) Intra- and extra-eu trade, combined nomenclature, Luxemburg. z FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. Mei-enquête, meerdere jaargangen, Brussel. z GfK Panelservices Benelux (28), Brussel, www.gfk.be. z Instituut voor de nationale rekeningen (21) Regionale rekeningen 1999-28, Brussel. z Raad van de Europese Unie (1985) Bijlage 2 Classificatie van de landbouwbedrijven volgens productierichting, Publicatieblad van de Europese Unie L22, 17/8, 1-13. z www.bemefa.be: Beroepsvereniging van de mengvoederfabrikanten. z www.statbel.fgov.be: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. z www.veva.be: Vereniging houders vzw. 6 61