(EUMEDICA) Farmaceutisch bedrijf

Vergelijkbare documenten
Wetenschappelijke bijsluiter. Benaming IMPROMEN* Registratiehouder Janssen-Cilag N.V. Antwerpseweg B-2340 Beerse

(EUMEDICA) Farmaceutisch bedrijf

(EUMEDICA) Farmaceutisch bedrijf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 4, 02/2016 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 1 be-spc-impnl051

(EUMEDICA) Farmaceutisch bedrijf. Benaming DIPIPERON. Registratiehouder Eumedica N.V. Winston Churchilllaan 67 BE-1180 Brussel

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de kenmerken van het product

LACTULOSE KELA 500ML FLES

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. IMPROMEN, 2 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing Bromperidol

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

GLYCERINE Suppo's Kela

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 4, 02/2016 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. be-spc-impdecnl051

SPC Semap / Therapeutische indicaties Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen.

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Samenvatting van de productkenmerken

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting van de kenmerken van het product

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

Summary of the Product Characteristics

Een ampul HALDOL DECANOAS 100 mg/ml inspuitbare oplossing bevat 141,04 mg haloperidoldecanoaat (R13 672) (eq. haloperidol 100 mg) per ml

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SIBELIUM 10 mg tabletten: 11.8 mg flunarizine hydrochloride gelijkwaardig aan 10 mg flunarizine

Samenvatting van de Productkenmerken

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Vloeibare paraffine 78,230 g per 100 g gel voor oraal gebruik.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

TOULARYNX CODEINE, 11,49 mg/15 ml, siroop Codeïne fosfaat hemihydraat

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Een gevarieerde en evenwichtige voeding is noodzakelijk om hypovitaminosen te vermijden.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BETAMINE 474,5 mg dragees

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

1.3. PRODUCT INFORMATION

Lactulose Teva bevat 670 mg/ml vloeibare lactulose en geen hulpstoffen. Drank Heldere, kleurloze tot licht bruinachtig-gele visceuze oplossing.

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Urgenin druppels. Tinctuur van Serenoa repens (Bartram Small), Sap van Echinacea purpurea (Moench)

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

Een ml STUGERON suspensie voor oraal gebruik bevat 75 mg cinnarizine.

SEDISTRESS SLEEP 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MOTILIUM 1 mg/ml suspensie voor oraal gebruik pediatrie

CHLORAMINE PURA 250 mg, tabletten. Elke tablet bevat 250 mg chloramine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fenistil dimetindeenwaterstofmaleaat 1 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank. piracetam

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne

Summary of Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MOTILIUM 1 mg/ml suspensie voor oraal gebruik volwassenen

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

27 Mai (5) VSM Belgium bvba Rodizen, SPC-NL SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Transcriptie:

Farmaceutisch bedrijf (EUMEDICA) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Impromen 2 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml (= 20 druppels) druppels voor oraal gebruik bevat 2 mg bromperidol. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Druppels voor oraal gebruik, oplossing 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Waanvoorstellingen en hallucinaties bij schizofrenie. Impromen is in het bijzonder aangewezen bij patiënten bij wie negatieve symptomen deel uitmaken van het klinisch beeld. 4.2 Dosering en wijze van toediening De aflevering gebeurt op medisch voorschrift. Dosering Bij lichte tot matige psychotische toestanden: De dagdosis (voor volwassenen) moet voor iedere patiënt individueel worden vastgesteld. Men start daarbij met lage doses. De optimale dosis ligt meestal tussen 1 en 15 mg (gemiddeld 5 mg), eenmaal per dag. Bij zwaardere psychotische toestanden: Het opbouwen van de stootdosis kan per dag gebeuren. Vierentwintig uur na een toediening kan het effect op de hallucinaties en waandenkbeelden worden geëvalueerd. Zo kan de stootdosis in een drietal dagen worden bereikt. Indien agitatie en angst een bijkomend acuut probleem vormen, kan een deel van de medicatie door haloperidol of droperidol worden vervangen. Bij de "refractaire" chronische psychoticus: Na een geleidelijk opgevoerde dosering (1ste week: 10 mg Impromenper dag oraal; 2de week: 20 mg per dag; 3de week: 30 mg per dag enz. tot een dosis van maximaal 50 mg per dag) houdt men die bereikte dosis 2 tot 3 maanden aan. Nadien wordt de dosis weer verlaagd door per week de dagelijkse dosis met 10 mg te verminderen tot een dosis waarbij de patiënt goed blijft functioneren. Na het instellen van een behandeling en het verkrijgen van een voldoende therapeutisch resultaat zal, door middel van regelmatige aanpassingen tijdens de onderhoudsperiode, worden gestreefd naar de laagst noodzakelijke dosis om de psychose te onderdrukken. Oudere personen zijn gevoeliger voor de werking van neuroleptica. Daarom zal men de aanvangsdosis bij hen verlagen (b.v. door te starten met een halve dosis) (zie ook rubriek 4.4). Wijze van toediening Gebruiksaanwijzing voor het openen van de fles en het gebruik van de druppelteller: Bij het eerste gebruik van een nieuwe fles: 1. Duw de plastieken schroefdop naar beneden terwijl u tegen wijzerzin draait. Verwijder de losgeschroefde dop (Figuur 1). 2. Trek de druppelteller uit de houder en schroef hem op de fles (Figuur 2). Bij elke toediening: 1. Duw de schroefdop van de druppelteller naar beneden terwijl u tegen wijzerzin draait (Figuur 3). 2. Zuig de nodige hoeveelheid vloeistof op uit de fles. De hoeveelheden op de druppelteller zijn aangeduid in milliliter (ml). 3. Schroef de druppelteller opnieuw op de fles tot bij de volgende inname.

4.3 Contra-indicaties - Overgevoeligheid voor de werkzame stof (of andere butyrofenonen) of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. - De ziekte van Parkinson. Aangezien de ziekte van Parkinson het gevolg is van een onvoldoende secretie of activiteit van dopamine, zal een neurolepticum die toestand nog verergeren. - Comateuze toestanden en onderdrukking van het centraal zenuwstelsel. - Impromen in monotherapie is eveneens tegenaangewezen bij depressieve patiënten. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik - Zelden is bij psychiatrische patiënten die werden behandeld met antipsychotische geneesmiddelen waaronder Impromen, plotse onverklaarbare dood vastgesteld. De aard van de gegevens maakt het niet mogelijk uit te maken of Impromen daartoe heeft bijgedragen. - Bij patiënten met epilepsie of een anamnese van in het verleden doorgemaakte aanvallen zal, wegens de eventuele verlaging van de convulsiedrempel, een aanpassing of instelling van preventieve anti-epileptische medicaties moeten worden overwogen. - Preventieve maatregelen tegen het ontstaan van tardieve dyskinesie zijn ingegeven door de bestaande hypothesen rond de etiologie. Zo raadt men aan de onderhoudsdosis van het neurolepticum regelmatig bij te sturen, zodat de dosis zo dicht mogelijk het niveau van de laagste effectieve dosis benadert (zie ook rubriek 4.8). - Om het maligne neuroleptisch syndroom te voorkomen, zal bijzondere aandacht worden besteed aan symptomen zoals niet onmiddellijk verklaarbare koortsopstoten, abnormale of plots verergerende spierrigiditeit, orofaciale repetitieve bewegingen, speekselvloed, mutisme enz. (zie ook rubriek 4.8). - De metabolisatie van Impromen vindt voornamelijk plaats in de lever. Daarom is voorzichtigheid geboden bij patiënten met leverstoornissen. - Impromen wordt niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 12 jaar, bij gebrek aan gegevens. - Oudere personen zijn gevoeliger voor de werking van dergelijke geneesmiddelen. Het is derhalve raadzaam de dosis bij hen te reduceren (bijvoorbeeld door te starten met een halve dosis). - Bij een intensieve of langdurige behandeling kan zeer uitzonderlijk een lichte hypotensieve werking voorkomen, met orthostatische hypotensie. Daarom dient Impromen met voorzichtigheid te worden toegediend aan patiënten met cardiovasculaire aandoeningen. - Hoewel er geen onomstootbare evidentie bestaat over de rol van prolactine bij borsttumoren bij vrouwen, kan hyperprolactinemie, zoals wordt veroorzaakt door inname van Impromen, de prognose van een voorbestaande borstkanker negatief beïnvloeden. Het geneesmiddel zal daarom in dergelijke omstandigheden met voorzichtigheid worden toegediend. - Enkele gevallen van veneuze trombo-embolie (VTE) werden gemeld na het gebruik van antipsychotica. Vermits patiënten die worden behandeld met antipsychotica vaak verworven risicofactoren voor VTE vertonen, dienen alle mogelijke risicofactoren voor VTE te

worden geïdentificeerd voor en tijdens de behandeling met Impromen en preventieve maatregelen te worden getroffen. Pediatrische patiënten Impromen wordt niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 12 jaar, bij gebrek aan gegevens. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Impromen kan de sedatieve activiteit van andere geneesmiddelen (zoals barbituraten, benzodiazepines, antihistaminica en morfinomimetica) en alcohol potentiëren en het bloeddrukverlagend effect van antihypertensiva versterken. Impromen inhibeert de werking van dopamine-agonisten, zoals bromocriptine en lisuride, en van L-dopa. Geneesmiddelen (b.v. fenobarbital, carbamazepine en fenytoïne), roken en alcohol, die in de lever metaboliserende enzymen stimuleren, kunnen het metabolisatieproces van de neuroleptica versterken. Dat kan noodzaken tot een aanpassing van de medicatie. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap: Hoewel bij dieronderzoekingen geen teratogene of embryotoxische effecten werden waargenomen, bestaan er onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid bij de mens te beoordelen. Neonaten die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan antipsychotica (waaronder Impromen), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder extrapiramidale symptomen en/of ontwenningsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en in duur. Er zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd. Men dient derhalve de mogelijke risico's tegen de potentiële voordelen af te wegen alvorens dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap toe te dienen. Borstvoeding: Impromen kan overgaan in de moedermelk. Indien het gebruik van Impromen noodzakelijk wordt geacht, mag geen borstvoeding worden gegeven. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Impromen heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Daarom moet de patiënt worden aangeraden geen voertuigen te besturen of machines te bedienen tot zijn individuele gevoeligheid gekend is. 4.8 Bijwerkingen Zenuwstelselaandoeningen: Deze mogelijke bijwerkingen als gevolg van de dopamineblokkerende activiteit komen evenredig met de dosis en individueel sterk verschillend voor. Acute extrapiramidale verschijnselen kunnen vooral bij het begin van de behandeling optreden. De meest voorkomende klinische beelden van extrapiramidale symptomen zijn: - acute dystonieën: torticollis, trismus, oculogyrische crisissen, spierkrampen; - acathisie: onvermogen om stil te blijven; - parkinsonisme: bradykinesie, akinesie, spierstijfheid, moeilijkheden bij het gaan, afwezigheid van mimiek, micrografie, beven, hypersalivatie enz. Bij Impromen komen de extrapiramidale symptomen meestal voor in de vorm van fijne tremoren. Minder voorkomend zijn lichte rigiditeit, hypokinesie of akinesie. Acute dystonieën komen slechts zelden voor. Een anticholinergische medicatie of, indien mogelijk, een dosisverlaging doen de parkinsonismesymptomen verdwijnen. Benzodiazepines kunnen nuttig zijn bij spierkrampen. Tardieve dyskinesie: Na langdurig gebruik of bij stopzetting van neuroleptica kan een syndroom optreden, dat meestal bestaat uit onvrijwillige en repetitieve bewegingen van de orofaciale spieren (het "bucco-linguo-masticatoir syndroom"). Het syndroom kan gemaskeerd worden wanneer de behandeling opnieuw wordt ingesteld, wanneer de dosis wordt verhoogd of wanneer op een ander antipsychoticum wordt overgeschakeld. Het risico op tardieve dyskinesie neemt toe met de leeftijd en vooral vrouwen zouden er gevoelig voor zijn. Volgens de huidige hypothese ligt een aanhoudend te hoge dosering (meer dan de dosis die nodig is om de psychose te onderdrukken) mede aan de basis van het ontstaan van het syndroom. De preventie en behandeling kunnen door de volgende houdingen worden bepaald: Indien een antidopaminemedicatie absoluut vereist is: - Men kan heel langzaam (over een periode van maanden) de dosis verlagen tot de laagste effectieve dosis voor de behandeling van de psychose. - Men kan de antidopaminemedicatie verhogen (het best met een geneesmiddel met een krachtige en selectieve antidopaminewerking, zoals Impromen, haloperidol, fluspirileen, pimozide, benperidol, penfluridol enz.) tot de hinderlijkste symptomen bedwongen zijn. Daarna moet de dosis, over maanden gespreid, progressief worden verlaagd. Indien een antidopaminemedicatie kan worden weggelaten: Men dient de toediening van Impromen stop te zetten. In veel gevallen zal de toestand zich heel langzaam normaliseren. Sommige symptomen kunnen blijven bestaan. Het maligne neuroleptisch syndroom (MNS):

Dit zeldzaam voorkomende syndroom, dat geassocieerd wordt met alle neuroleptica, bestaat uit een acute, centraal vegetatieve ontregeling, met als gevolg ernstige stoornissen van de belangrijkste vegetatieve functies, zoals thermoregulatie, ademhaling, cardiovasculaire automatismen e.a. Het klinisch beeld bestaat vooral uit algemene spierrigiditeit, zware hyperthermie, bewustzijnsstoornissen, neurovegetatieve ontregeling, coma en verhoogde CPK (creatinefosfokinase)-spiegels. Het syndroom heeft een fatale afloop in meer dan 15% van de gevallen. De behandeling in een vroeg stadium biedt de meeste kansen op succes. Die vroege fase wordt gekenmerkt door de volgende symptomen: verhoogde spierrigiditeit, akinesie, sterke agitatie, mutisme, speekselvloed, slikmoeilijkheden, een intens bucco-linguo-masticatoir syndroom, zweten, tachycardie en hoge koorts zonder aanwijsbare oorzaak. De behandeling dient in een intensieveverpleegafdeling te worden uitgevoerd en is, buiten het stopzetten van de neuroleptische medicatie, vooral symptomatisch: afkoelen, herstellen van het elektrolytenevenwicht, bestrijden van de spierhypertonie met bijvoorbeeld natriumdantroleen (1 tot 10 mg/kg, eventueel te herhalen volgens het bekomen resultaat). Ook bromocriptine, anticholinergica, amantadine en elektroshock worden als behandeling van MNS gebruikt. Andere centrale neveneffecten: Werden occasioneel gemeld: depressie, sedatie, lethargie, agitatie, sufheid, insomnia, hoofdpijn, vertigo, tonisch-clonische epileptische aanvallen. Maagdarmstelselaandoeningen: Nausea, braken, constipatie en verlies van eetlust werden gemeld. Endocriene aandoeningen: Hormonale effecten ten gevolge van neuroleptica zijn o.a. hyperprolactinemie, waardoor galactorree, gynaecomastie en oligo en/of amenorree kunnen optreden. Bij de man kan dat mechanisme mede aan de basis liggen van diverse seksuele veranderingen: daling van de libido, ejaculatiestoornissen enz. Zeldzame gevallen van S.I.A.D.H. (Syndrome of Inappropriate ADH secretion), hyponatriëmie en hypoglycaemie kunnen voorkomen. Hartaandoeningen en bloedvataandoeningen: Occasioneel werden tachycardie, (orthostatische) hypotensie en ECG-wijzigingen gemeld. Zwangerschap, perinatale periode en puerperium: Neonataal geneesmiddelontwenningssyndroom (zie rubriek 4.6): frequentie niet bekend. Diversen: Zeer zelden werden lichte anemie, trombopenie, agranulocytose, leukopenie of leukocytose gemeld. Geïsoleerde gevallen van gewijzigde leverfunctie of cholestatische hepatitis werden gerapporteerd. Overgevoeligheidsreacties zoals exantheem en pruritus zijn uitzonderlijk. Andere occasioneel gemelde effecten zijn: troebel zicht, droge mond, urinaire retentie, excessief zweten en speekselvloed en ontregeling van de lichaamstemperatuur. Enkele gevallen van veneuze trombo-embolie, waaronder ook gevallen van longembolie en diepe veneuze trombose, werden gemeld na het gebruik van antipsychotica Frequentie onbekend. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via: Voor België : Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, Eurostation II, Victor Hortaplein, 40/40 B-1060 Brussel, door internet : www.fagg.be of door e-mail : adversedrugreactions@fagg-afmps.be. Voor Luxembourg, door internet : http://www.ms.public.lu/fr/activites/pharmacie-medicament/index.html 4.9 Overdosering De dosis waarbij tekenen van overdosering zullen voorkomen, is individueel sterk verschillend. De symptomen van overdosering zijn: verlaging van de bloeddruk, oculogyrische crisissen, speekselvloed, spierrigiditeit, akinesie, acathisie, neiging tot slaap e.a. Enige excitatie is mogelijk. Men moet ook bedacht zijn op het risico van ventriculaire aritmieën. Behandeling: De behandeling is vooral ondersteunend. Maagspoeling en toediening van actieve kool kunnen aangewezen zijn. Wanneer parkinsonachtige symptomen zich voordoen, kan een anticholinergicum worden toegediend. Benzodiazepines kunnen nuttig zijn bij spierkrampen. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Psycholeptica, Antipsychotica, Butyrofenon afgeleide, Bromperidol, ATC-code: N05AD06. Impromen is een neurolepticum dat behoort tot de groep van de butyrofenonen. Impromen is een krachtige dopamine-d2-antagonist en als zodanig een sterk incisief neurolepticum. Een matige α1-adrenolytische en een lichte antiserotonerge activiteit (op de S2- receptoren) maken eveneens deel uit van het farmacologisch profiel. Impromen vertoont geen antihistaminerge, noch een anticholinergische activiteit. De directe gevolgen van het dopamineblokkerende effect zijn, wat de hersenen betreft: een incisieve activiteit op waandenkbeelden en hallucinaties (vermoedelijk door een interactie ter hoogte van de mesocorticale en limbische weefsels) en een activiteit ter hoogte van de basale ganglia (nigrostriatale banen). Die laatste werking ligt vermoedelijk aan de basis van de motorische extrapiramidale bijwerkingen (dystonie, acathisie en parkinsonisme). De perifere antidopaminewerking is onder andere verantwoordelijk voor: de werking tegen misselijkheid en braken (via de chemoreceptor-triggerzone), de relaxatie van de maag- en darmsfincters en de verhoging van de prolactinevrijkoming (door inhibitie van de activiteit van de "prolactin inhibiting factor" (PIF) ter hoogte van de adenohypofyse). In de kliniek vertoont Impromen het profiel van een incisief neurolepticum, dat weinig of geen hypnosedatieve of psycholeptische effecten veroorzaakt. Het inhibeert niet. Dat vertaalt zich enerzijds in de geschiktheid om negatieve symptomen (autisme, teruggetrokkenheid, affectvervlakking, anergie) te behandelen en anderzijds in een verhoogde kans op resocialisatie. Een en ander maakt dat Impromen minder geschikt is om agitatie, in al haar vormen, snel te couperen. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Impromen bereikt na orale toediening zijn hoogste plasmaspiegels na ongeveer 4 uur. Impromen bindt zich voor meer dan 90% aan de plasmaproteïnen. De absolute orale biologische beschikbaarheid van Impromen bedraagt 30% wegens een belangrijk "first pass"- mechanisme. De gemiddelde therapeutische plasmaspiegels liggen tussen 1 en 10 nanogram per milliliter. De halveringstijd bedraagt 36 uur. Impromen wordt gemetaboliseerd door ketonreductie, N-dealkylatie (gekatalyseerd door CYP3A4) en glucuronidatie. De uitscheiding gebeurt voor 60% via de feces en voor 40% via de urine. Slechts 1% van het ingenomen Impromen wordt via de urine in onveranderde vorm uitgescheiden. De metabolieten zijn niet actief als neurolepticum. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Niet van toepassing. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Melkzuur, methylparahydroxybenzoaat (E218), propylparahydroxybenzoaat (E216), gezuiverd water. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 5 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Impromen wordt bij kamertemperatuur (15-25 C) bewaard. De afkorting "EXP" op de verpakking betekent dat het geneesmiddel vervalt op de laatste dag van de maand die na de afkorting vermeld staat (maand en jaartal). 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Fles met druppelpipet met 30 of 100 ml druppelvloeistof van 2 mg/ml (1 druppel = 0,1 mg). 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Registratiehouder EUMEDICA N.V. Winston Churchill Avenue, 67 BE-1180 Brussels BELGIUM 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE 116042

9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 01 december 1980 Datum van laatste hernieuwing: 30 november 2010 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 11/2014 Goedkeuringsdatum: 12/2014 ATC5 rangschikking Klasse N05AD06 Omschrijving ZENUWSTELSEL PSYCHOLEPTICA ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) BUTYROFENONDERIVATEN BROOMPERIDOL Prijs Naam Verpakking CNK Prijs Tb Type Cat. Voors. IMPROMEN 30ML DR. 2MG/ML 0048-017 8,72 B Origineel OR Ja