Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Examentraining Leerlingmateriaal

LANDSEXAMEN HAVO

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

formules havo natuurkunde

natuurkunde bezem vwo 2016-I

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

Vraag Antwoord Scores

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Eindexamen havo natuurkunde pilot 2013-I

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Examentraining Leerlingmateriaal

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-II

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

Groep (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

TENTAMEN NATUURKUNDE

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

natuurkunde havo 2018-I

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2008-I

natuurkunde havo 2015-II

1. 1 Wat is een trilling?

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Begripsvragen: Elektrisch veld

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

De Broglie. N.G. Schultheiss

Natuurkunde. theorie. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

NATUURKUNDE PROEFWERK

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2008-I

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

TENTAMEN NATUURKUNDE

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

natuurkunde vwo 2016-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-II

Wetenschappelijke Begrippen

Eindexamen natuurkunde vwo II

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Elektro-magnetisme Q B Q A

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2006-I

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen natuurkunde havo I

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Opgave 1 Koolstof-14-methode

natuurkunde vwo 2016-II

natuurkunde havo 2019-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-II

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Eindexamen natuurkunde havo I

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

Exact Periode 5.2. Licht

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.

TENTAMEN NATUURKUNDE

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-II

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2006-II

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Samenvatting Natuurkunde Examenstof (zonder formules!)

Transcriptie:

Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo Algemeen Thuis: Oefen thuis met Binas. Geef belangrijke tabellen aan met (blanco) post-its. Neem thuis Binas nog eens door om te kijken waar wat staat. Kijk ook nog eens naar de tabellen 1 t/m 7. Op het examen: Maak een grove tijdsplanning. Op de voorkant van het examen staat uit hoeveel items het examen bestaat en hoe lang het duurt. Check regelmatig de tijd. Lees de tekst zorgvuldig door. Schrijf relevante gegevens op. Maak eventueel een tekening/schets van de situatie om het je beter voor te kunnen stellen. Bedenk wat er precies van je verwacht wordt bij: bepaal, bereken, leg uit, beredeneer, construeer, teken, schets, enz. (zie ook natuurkunde overal deel 4 blz. 167). Bedenk welke formule je nodig hebt en schrijf de formule op. Het opschrijven van een formule levert meestal geen punten op. In het correctievoorschrift staat bijna altijd: "voor het gebruik van de formule...". Vul in de formule dus relevante gegevens in. Reken de gegevens om naar de juiste eenheid (km/h m/s, kj J, enz.) Schrijf je berekening op. Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers. Vergeet de eenheid niet op te schrijven. Geef bij een vectorgrootheid (snelheid, kracht, enz.) niet alleen de grootte maar ook de richting van de vector. Dit hoeft natuurlijk niet als er alleen naar de grootte wordt gevraagd.

Domein B1: Elektrische stroom kwh is een eenheid van energie. 1 kwh = 3.600.000 J = 3,6 MJ. kw is een eenheid van vermogen. 1 ev = 1,6 10 19 J ; 1 MeV = 1,6 10 13 J. ev en MeV zijn ook eenheden van energie. Let op dat in de formule het symbool ρ staat voor soortelijke weerstand (Binas tabellen 8 t/m 10). Let ook op de factor die boven de kolom staat: 10 9 of 10 6! De eenheid van soortelijke weerstand is Ω m (en niet Ω/m dus). In dezelfde formule staat A voor de doorsnede. De doorsnede is een oppervlaktemaat en moet dus in m² ingevuld worden. Formule opp. cirkel A = π r² Domein B3: Elektromagnetisme Let op dat in de eerste formule met E de elektrische veldsterkte wordt bedoeld. In ons boek gebruikte wij daarvoor het symbool E. Bedenk dat E een vectorgrootheid is. De eenheid van E is N/C of V/m. Bij een condensator kun je de elektrische veldsterkte ook berekenen met; E = met U de spanning tussen de platen en d de afstand tussen de platen. In de formule F L = BIl is l de lengte van het gedeelte van de stroomdraad dat zich in het magneetveld bevindt. Bedenk dat bij bewegende negatieve ladingen (bijv. elektronen) de richting van de stroom I tegengesteld is aan de richting waarin de negatieve ladingen bewegen. In de laatste formule is l de lengte van de spoel (en dus niet de lengte van de draad waarvan de spoel is gemaakt). Zorg dat je de drie rechterhandregels kent. Je hoeft de rechterhandregel zelf niet uit te leggen maar maak in je antwoord duidelijk welke rechterhandregel je gebruikt en van welke gegevens (richting van I en/of B en/of F L ) je uit gaat.

Domein C1: Rechtlijnige beweging Let bij een eenparig versnelde beweging goed op het verschil tussen snelheid en gemiddelde snelheid. (Bij een eenparige beweging zijn deze gelijk.) Bij een vrije val (een val zonder wrijving) ontstaat een eenparig versnelde beweging. In dat geval is de versnelling a gelijk aan de valversnelling g (op aarde g = 9,81 m/s²) Domein C2: Kracht en moment Eerste wet van Newton: Als de resulterende kracht 0 is blijft het voorwerp stil of met een constante snelheid bewegen m.a.w. er ontstaat een eenparige, rechtlijnige beweging. Tweede wet van Newton: F res = m a (ΣF is een andere notatie voor F res ) Derde wet van Newton: actie = reactie de veerconstante heeft als eenheid N/m. Omrekening 0,22 N/cm = 22 N/m Let op het verschil tussen de eenheid van moment (N m) en veerconstante (N/m). In tekeningen en/of foto's is bij berekeningen met de momentenwet de schaal niet belangrijk. Het gaat om de verhouding tussen de armen van de momenten. Domein C3: Arbeid en energie Veel opgaven die met beweging te maken hebben zijn op te lossen met de bewegingswetten en/of met een energiebalans. Kijk goed naar de gegevens die je hebt en beslis dan voor een oplossingsmethode. In de eerste formule is hoek α de hoek tussen de kracht F en de verplaatsing s. Domein C4: Kromlijnige beweging De middelpuntzoekende kracht F mpz is een schijnkracht. De kracht bestaat niet echt maar is de resultante van andere reële krachten.

Domein E1: Trillingen en golf Een trilling is harmonisch als F = C u. Dus kracht werkt in de richting van de evenwichtsstand en is rechtevenredig met de uitwijking. Voor elke harmonische trilling geldt: Interferentie van golven. Bij twee coherente trillingsbronnen ontstaan knopen en buiken. Het weglengteverschil naar de twee trillingsbronnen veroorzaakt een faseverschil. Staande golf in snaar is transversaal. Beide uiteinden zijn knopen. Grondtoon l = ½λ Staande golf geluid is longitudinaal (orgelpijpen). Bij één open en één dicht uiteinde geldt voor de grondtoon: l = ¼λ en voor twee open uiteinden: grondtoon l = ½λ Domein E2: Licht Denk bij het tekenen van lichtstralen aan de pijltjes. Construeer lichtstralen met potlood en geodriehoek. Veel constructies worden eenvoudiger door het tekenen van een bijas (zie bijvoorbeeld Samengevat blz. 122). b staat voor beeldafstand en v voor voorwerpafstand. Beeldgrootte en voorwerpgrootte wordt vaak aangeduid met B 1 B 2 resp. V 1 V 2 (of BB' resp. VV'). Let op dat in bovenstaande formules 2 verschillende symbolen f worden gebruikt. In de formule voor lenssterkte en in de lenzenformule staat f voor de brandpuntsafstand. In de formule f = c/λ staat f voor de frequentie van het licht. De tralieconstante d uit de laatste formule is de afstand tussen twee spleten van het tralie. Eenheid: m (natuurlijk).

Domein E4: Radioactiviteit Kern wordt genoteerd als: waarbij A = atoommassa, Z = atoomnummer en X = symbool van het element. Halveringstijd is de tijd waarna nog maar de helft van de kernen radioactief is (en de andere helft dus vervallen is). Halveringsdikte is de dikte waarbij nog maar de helft van de straling wordt doorgelaten (en de andere helft dus is tegengehouden). α-straling: kern van een helium-4-atoom (2 protonen en 2 neutronen) β -straling: elektronen β + -straling: positronen; een positron is een deeltje met dezelfde eigenschappen als een elektron alleen is de lading +1,6 10 19 C in plaats van 1,6 10 19 C. K-vangst wil zeggen dat een elektron uit de K-schil wordt opgenomen door de kern. Hierdoor verandert in de kern een proton in een neutron. Door het terugvallen van een elektron van een hogere schil naar de vrijgekomen plek in de K-schil gaat het atoom elektromagnetische straling (meestal röntgenstraling) uitzenden. γ-straling: fotonen (= deeltjes van elektromagnetische straling). Bindingsenergie is negatieve energie. Het is de energie die vrijgekomen is toen de kern uit losse protonen en neutronen is gevormd. Als je de kern zou willen ontleden in losse protonen en neutronen moet je die hoeveelheid energie er weer in stoppen. Kernsplijting van zware elementen (zwaarder dan ijzer) en kernfusie van lichte elementen (lichter dan ijzer) levert energie op omdat de bindingsenergie per nucleon stijgt (zie boek deel 4, blz. 99 fig. 19.15) of de massa per nucleon afneemt (zie Samengevat, figuur op blz. 166). Bij berekeningen van vrijkomende energie bij vervalreacties en kernreacties moet je opletten met de waarden uit tabel 25. Dit zijn de atoommassa's, dus inclusief de totale massa van alle elektronen van het atoom. Je moet de massa van de elektronen van de waarde uit tabel 25 aftrekken. Vaak vallen de massa's van de elektronen tegen elkaar weg maar niet altijd. Opletten dus! omrekenfactor van u (atomaire massa-eenheid) naar ev: 1 u = 931,49 MeV De tweede en derde formule van de tweede regel worden meestal gecombineerd tot: Dosis D in Gy (gray), equivalente dosis H in Sv (sievert) Verschil tussen bestraling en besmetting: Bestraling is dat de bron buiten je lichaam is en de straling van buiten af (minder ver of verder) doordringt in je lichaam. Besmetting is als de bron echt op of in je lichaam zit en van daaruit straling uitzendt. Stralingsnormen en gezondheidseffecten van straling: zie Binas tabellen 27 G en H. Let op de kleine lettertjes bij tabel 27 G. Met bereken je de energie van een foton met h constante van Planck.