Functioneel ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant Collegebesluit 16 april 2013, nr. 10

Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel. Onderwerp Functioneel ontwerp transitie jeugdzorg regio Midden-Brabant

Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: OWZ functioneel ontwerp transitie jeugdzorg Midden-Brabant 2013

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Raadsvergadering. Onderwerp Regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht en Lokaal beleidsplan jeugdhulp

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Advies aan de gemeenteraad

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 11

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. - Kennis nemen van de notitie 21 voor de jeugd 2.0. vormen van dagbehandeling. Agenda nr.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Opgeleverde en ingeplande producten transitiebureau en werkagenda s VNG-Rijk

Onderwerp: bijdrage regionale voorbereiding transitie Jeugdzorg Hart van Brabant 2014

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Kansrijk opgroeien in Lelystad

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK

Transformatie Jeugdzorg

COMMISSIESTUK. Informatief

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad,

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

PLAN VAN AANPAK AMHK. BJZ Drenthe. GGD Drenthe. Mei 2013

a. Het kunnen instellen van een bestuurscommissie b. De stemverhoudingen c. De benoeming van de gemeente Tilburg tot gastheergemeente

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Onderwerp: Beleidskader decentralisatie jeugdzorg Regio Alkmaar. Aan de raad,

Aan de raad van de gemeente Wormerland

U wordt gevraagd (achteraf) in te stemmen met bijgevoegde conceptbrief aan Bureau Jeugdzorg waarin de eerder gemaakte afspraken worden verwoord.

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Regiemodel Jeugdhulp 2015

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

* *

Plan van Aanpak "Samenwerken voor de jeugd in West Brabant Oost"

GEMEENTE NUTH Raad: 17 december 2013 Agendapunt: RTG: 4 december 2013

Onderwerp : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Arnhem. Voorzitter en leden van de gemeenteraad van Arnhem. Zaaknummer: Kenmerk: Handreiking Transitie jeugdzorg

RAADSINFORMATIEBRIEF

Voorstel voor de Raad

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant.

Stand van zaken beleidskeuzes sociaal domein. Transities & Transformatie Commissie Samenleving 7 oktober 2013

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 december 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 DECEMBER Regiovisie op het sociaal domein

: Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg. Korte inhoud : Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg

Transitie en transformatie Jeugdzorg. Themabijeenkomst 16 september 2013


Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

RAADSVOORSTEL *D * D

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Spiegelrapportage Holland Rijnland op jaarrapportage van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ).

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 13/020

Nummer : 2013/65 Datum : 23 oktober 2013 Onderwerp : standpuntbepaling Zeeuws Transitiearrangement Jeugd

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Jeugdhulp. Regio Gooi en Vechtstreek. Marjet van Elten Beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Samenwerkende Jeugdzorg Specialisten. Midden-Brabant. Samenwerken voor kinderen en gezinnen in. Midden-Brabant

Platformtaak volgens gemeente. land 3. Regionaal belang Een passend en dekkend aanbod van jeugdhulp voor inwoners van de gemeenten in de regio Holland

Collegebesluit. Onderwerp: Collegebesluit gunning 'Veilig Thuis' BBV nr: 2014/454714

11 Stiens, 21 oktober 2014

Jeugdhulp in Nissewaard

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het "Transitiearrangement Regio Fryslân"

L. van de Ven raad00716

Raadsvoorstel. Visie op decentralisatie Jeugdzorg. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie. Vaststellen Perspectief op zorg voor jeugd Oostzaan

Onderwerp: Beleidskader decentralisatie jeugdzorg Regio Alkmaar. Aan de raad,

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Advies aan raad. Onderwerp: Opdrachtgeverschap Jeugdhulp

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

: 3 december 2013 : 16 december : dhr. J.L.M. Vlaar :

Transcriptie:

Functioneel ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant Collegebesluit 16 april 2013, nr. 10 Aanleiding/Context Met deze nota stellen we het Functioneel Ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant vast (bijlage 1). Dit functioneel ontwerp is het product van een gezamenlijke beleidontwikkeling die de gemeenten in Hart van Brabant zijn ingegaan ter voorbereiding van de transitie van de jeugdhulp per 1 januari 2015. Ook de colleges van de andere acht gemeenten In Hart van Brabant zullen in deze periode het Functioneel Ontwerp in besluitvorming nemen. Op de Hart van Brabantdag van 7 maart j.l. hebben de verantwoordelijk wethouders jeugd afgesproken een eensluidend besluit aan hun colleges voor te gaan leggen. Voorgeschiedenis Met de ondertekening van het convenant "Oost, West, Midden Best" tijdens de Hart van Brabantdag van 17 februari 2011 hebben de (toen 8) Midden Brabant gemeenten vastgelegd dat zij een gezamenlijk beleidstraject gaan opzetten voor een versterking en verbetering van de ondersteuning, hulp en zorg voor jeugd en gezin in Midden Brabant. Inhoudelijk is dit gebaseerd op diverse breed gedeelde constateringen: 1. De enorme versnippering en verkokering van het ondersteunings en zorgaanbod 2. De diffuse aansturing vanuit Rijk, provincie, gemeenten, zorgverzekeraars en onderwijs 3. De veelheid aan financieringsstromen met elk eigen bestedings en verantwoordingsregimes 4. De vele "perverse prikkels" in het stelsel, die allen leiden tot toenemend (en zwaarder) zorggebruik, problematisering en medicalisering. 5. De stijgende kosten De gezamenlijke planvorming werd gestart in anticipatie op de transitie van de Jeugdzorg, het overbrengen van de bevoegdheden en middelen van de jeugdzorg, het gedwongen kader, de jeugd GGZ en jeugd LVB naar de gemeenten, die het pas gestarte toenmalige kabinet in het Regeerakkoord had aangekondigd. Landelijke ontwikkelingen Inmiddels hebben reeds 3 opeenvolgende kabinetten én een parlementaire werkgroep zich uitgesproken voor decentralisatie van middelen en bevoegdheden voor ondersteuning en zorg voor jeugd naar de gemeenten. Dit geeft het zeer brede politieke draagvlak weer voor deze transitiebeweging. Gedurende de jaren (vanaf 2 e helft 2010) zijn er wel wat verschuivingen geweest wat betreft omvang decentralisatie, planning en efficiencytaakstelling. Op dit moment is de stand van zaken: Gedecentraliseerd worden de provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus), Advies en Meldpunt Kindermishandeling, de gehele jeugd GGZ (dus ook vanuit ZvW), en de gehele zorg Verstandelijk Beperkten (VB). De decentralisatie vindt op één moment plaats ("big bang") op 1 januari 2015 De overdracht van taken en bevoegdheden gaan gepaard met een efficiencykorting oplopend tot in totaal meer dan 15% op het macrobudget per 2017. Conform afspraak in het bestuurlijk akkoord met de andere overheden dient het voor de transitie benodigde wetgevingstraject één jaar voor de transitiedatum (dus 31 december 2013) te zijn afgerond. Het meest recente (ambtelijk) concept van deze Jeugdwet is op 6 februari besproken in de VNG subcommissie decentralisatie jeugdzorg. Deze concludeerde dat ze, niettegenstaande een aantal kritische punten, met deze wet "goed uit de voeten kan". De planning van het wetgevingstraject is krap: Om deze in de Staatscourant vóór einde jaar gepubliceerd te hebben dient ze voor de zomer te worden aangeboden aan de 2 e Kamer met een advies van de Raad van State. Een ander "kritisch pad" bij het landelijke transitietraject betreft de toegezegde beschikbaarstelling van gedetailleerde (historische) data m.b.t. zorggebruik, cliëntgroepen en kosten op gemeenteniveau, het financiële verdeelmodel per gemeente en de wijze van financiering. Momenteel zijn hierover voor de beleidsontwikkeling maar zeer globale (en onnauwkeurige) gegevens beschikbaar (nog steeds op het niveau van de factsheets die voorjaar 2012 landelijk beschikbaar zijn gesteld). De staatssecretaris VWS heeft onlangs in de 2 e Kamer de toezegging gedaan dat deze gegevens nu via de meicirculaire bekend worden gemaakt. Pagina 1 van 8

Regionaal Transitieplan Jeugd Midden Brabant (gemeentelijke uitgangspunten) In het voorjaar van 2012 hebben wij, evenals de andere gemeenten het Regionaal Transitieplan Jeugd Midden Brabant vastgesteld. In dit plan geven de gemeenten de uitgangspunten voor de vormgeving van de zorg en ondersteuning van jeugd en gezin weer: inhoudelijke uitgangspunten, uitgangspunten voor de professional, organisatorische uitgangspunten en bestuurlijke uitgangspunten. In het najaar van 2011 zijn deze toen nog niet vastgestelde uitgangspunten gespiegeld bij de meest direct bij ondersteuning en zorg betrokken instellingen. Dit heeft geleid tot een door deze instellingen opgesteld manifest "Jeugdzorg Midden Brabant: verantwoordelijkheid nemen". Bij de besluitvorming over het Regionaal Transitieplan stelden wij ook vast dat het manifest van de instellingen tezamen met het de uitgangspunten van het transitieplan een goede basis vormt voor het verdere proces van transitie. Als volgende stap werd daarbij de totstandkoming van een gezamenlijk ("regionaal") programma van eisen aangekondigd. Doelstelling was om tot een verdere formulering van en prioritering bij de maatschappelijke opgave en gewenste 'outcome' ten aanzien van jeugd en gezin en de bijdrage die zorg voor jeugd hieraan kan geven te komen. Input programma van eisen In 2012 is een intensief proces doorlopen om voor dit "programma van eisen" input op te halen vanuit de volgende 'sectoren': Cliëntbelangen en burgerinitiatieven Onderwijs Instellingen Individuele gemeenten inclusief de lokale gemeenschappen. Eind oktober 2012 was alle input binnen (zie bijlagen 1 ). Uit de input blijkt ten eerste een zeer breed draagvlak voor de reeds vastgestelde uitgangspunten. Maar ook was de conclusie dat uit de verzamelde input sec geen verdieping van deze uitgangspunten voor het programma van eisen volgt. Om tot de gewenste richting en focus te komen, zijn ambtelijk en bestuurlijk (aan de hand van een tweetal portefeuillehoudersoverleggen), mede gebaseerd op de inbreng, verdere stappen gezet naar de totstandkoming van een functioneel ontwerp. Raadsbesluit Tilburgse inbreng programma van eisen 22 oktober 2012 In onze gemeente is de input voor het programma van eisen in een intensief proces opgesteld door een hiervoor ingestelde raadswerkgroep en door middel van een raadsbesluit op 22 oktober 2012 vastgesteld, waarbij dit meegegeven is aan het college om in te brengen in het met andere gemeenten gezamenlijke traject voor het programma van eisen. Van deze Tilburgse inbreng (via raadsbesluit) noemen wij als highlights (zie verder bijlage 2.4.7.): De belangrijke rol van het onderwijs, c.q. de scholen, inclusief de ZAT's. Dit zowel als vindplaats, maar ook in veel gevallen als werkplaats, als plaats waar ondersteuning en zorg wordt geboden. Het belang van het versterken van het eigen netwerk en de "pedagogische civil society". Inzetten op ontschotting en vereenvoudiging van het veld met organisaties en professionals Inzetten op versterking rol en handelingsruimte van professionals gecombineerd met professionaliserings en expertiseverbetering Rol en positie van het Zorg en Veiligheidshuis bij regievoering over complexere casuïstiek Ontbureaucratisering en vermindering van regeldruk. De gemeente neemt hierin voortouw door andere verantwoordingssystematiek Het belang van innovatie in de zorg, inclusief efficiëntieverbetering organisatie en stelsel Het belang van burger en cliëntparticipatie. Het is ons gebleken dat de inbreng vanuit andere sectoren of gemeenten in lijn liggen met de Tilburgse inbreng. Vanuit deze uitgangspunten wordt in het Functioneel Ontwerp een eerste invulling gegeven. De input zeker waar deze meer concreet en gespecificeerd is wordt verder ingebracht in het vervolgproces van beleidsvoorbereiding. 1 Bijlage 2: (2.1. samenvattende inbreng onderwijs, 2.2. Inbreng instellingen, 2.3. 1/2.3.2. inbreng cliëntraden/burgerinitiatieven, 2.4. t/m 2.4.8. input vanuit gemeenten/lokale gemeenschappen) Pagina 2 van 8

Burgerparticipatie Wij vinden het van belang om in het beleidsproces van de transitie Jeugdhulp ook de burger/cliënt te betrekken. Vanaf februari 2012 hebben wij als samenwerkende gemeenten hierop specifiek actie ondernomen: In de regio hebben wij actief vormen en initiatieven van burger, c.q. cliëntparticipatie (ouder, zelforganisaties, particuliere initiatieven, lotgenotencontacten, jongereninitiatieven, enz.) benaderd en verbonden en deze een positie gegeven in het beleidstraject; Vanuit dit netwerk is input gegeven voor "het programma van eisen" (zie bijlage 2.3.2.) Wij hebben de bestaande cliëntraden van de betrokken instellingen benaderd om input voor het "programma van eisen" te geven(zie bijlage 2.3.1.) Wij hebben advies gevraagd over het vervolg van de inbreng van (het opgebouwde netwerk van) burger /cliëntinitiatieven in het verdere beleidsproces. Ten aanzien van het laatste onderdeel is een apart advies opgesteld: "Advies voor het vervolg burgerparticipatie" (zie bijlage 3). Het advies het belang van (faciliteren van) actief burgerschap en civil society en geeft hiervoor een aantal concrete suggesties en aandachtspunten. Beoogd effect/ bestuurlijk kader De vaststelling van het Functioneel Ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant is een richtinggevende stap in de beleidsvorming ter voorbereiding van de transitie van de Jeugdhulp. Doel en effect zijn tweeledig: 1. de gemeente Tilburg (en de andere gemeenten in de regio) dienen per 1 januari 2015 "klaar" te zijn om op verantwoorde wijze de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen voor ondersteuning en zorg voor doelgroepen van jeugd en gezin van rijk, zorgkantoor, zorgverzekeraar en provincie overgedragen te krijgen met afdoende waarborgen voor de risico's waarmee dit gepaard gaat (transitie) en inclusief de aan de overdracht gekoppelde bezuinigingstaakstellingen; 2. onderliggend aan de "technische"transitie liggen ambities en doelen voor wezenlijke veranderingen en verbeteringen aan het stelsel van preventie, ondersteuning en zorg voor jeugd en gezin (transformatie). De transitie van de Jeugdhulp is één van de majeure projecten binnen het programma Sociale Stijging. Besluit 1. Het college besluit het voorliggende Functioneel Ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant vast te stellen als gezamenlijke basis voor de verdere beleidsvorming voor de decentralisatie van de zorg voor jeugd. 2. Ten aanzien van deze beleidsvorming te onderscheiden de onderdelen van de zorg en ondersteuning van jeugd en gezin waar elke gemeente afzonderlijk een relatief autonome verantwoordelijkheid heeft en het gedeelte waarvoor de gemeenten van Hart van Brabant een gezamenlijk beleidsvormingsproces vormgeven: i. Ten aanzien van de "(pedagogische) civil society" (0 e lijn) bepaalt iedere gemeente zijn eigen beleid en inzet; ii. Gemeenten hebben ook beleidsvrijheid over het beschikbare volume voor de functie informatie en advies, inclusief de wijze waarop dit beschikbaar wordt gesteld en voor toegang tot en het beschikbare volume voor enkelvoudige/goedkopere ondersteuning en hulp; iii. Vanwege het onderkende belang van de vormgeving van en inspanningen die gemeenten doen op onderwerpen bedoeld onder i. en ii. voor het functioneren van het gehele stelsel, kunnen gemeenten elkaar op deze verantwoordelijkheid aanspreken en zullen gemeenten gezamenlijk hiervoor "spelregels" ontwikkelen; iv. De gemeenten zijn ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor de vormgeving van de Toegang & Frontlijn. Wel zullen zij gezamenlijk afspraken maken over de functionaliteit van de toegang en frontlijn, de kwaliteit en professionaliteit, de wijze van werken, mandaat en budgetbevoegdheid op casusniveau; v. De gemeenten maken verplichtende afspraken met elkaar over de toegang tot meervoudige, schaarse, en/of specialistische hulp en behandeling en het in te kopen Pagina 3 van 8

volume van deze vormen van zorg. De precieze bepaling van deze vormen van zorg, hulp en behandeling is onderwerp van het gezamenlijke vervolg beleidsproces; vi. Niettegenstaande bovenstaande hebben gemeenten uiteraard altijd de vrijheid tot gezamenlijke (regionale) samenwerking te komen bij inkoop van onderdelen van zorg en ondersteuning bedoeld onder i t/m iii (bijvoorbeeld uit overwegingen van kostenefficiency); vii. De gemeenten maken verplichtende afspraken met elkaar over de onderwerpen waarop de Jeugdwet verplicht tot regionale samenwerking (i.c.: het "gedwongen kader"). 3. Gezien de complexiteit van de transitie en het belang van borging van continuïteit gelet op de kwetsbaarheid van de doelgroep en daaraan verbonden hoge (bestuurlijke) risico's, wordt in de eerste drie jaar na de decentralisatie voor inkoop van het aanbod waar gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn, slechts beperkt marktwerking toegepast. Met de bestaande aanbieders zullen de gemeenten gezamenlijke afspraken maken ten aanzien van het zorg en ondersteuningsaanbod. 4. Het Functioneel Ontwerp vormt de basis voor de gezamenlijke afspraken bedoeld onder 3. Specifieke gemeentelijke aandachtspunten zijn hierbij: i. Innovatie van het aanbod waarbij de kracht en invloed met name bij burger, cliënt en uitvoerend professional ligt en organisatiebelangen hieraan ondergeschikt zijn; ii. De huidige versnippering dient te worden beëindigd en organisaties wordt gevraagd tot samenwerking te komen met een hoge bindingsintensiteit en sturend vermogen; iii. Gezien het belang van keuzevrijheid voor cliënt en innovatieve kracht dient ook vanaf de datum van transitie er ruimte te zijn voor andere en nieuwe aanbieders. In welke mate en de wijze waarop is onderwerp voor nadere uitwerking; iv. Een en ander dient te leiden tot een aantoonbare verhoging van efficiency en effectiviteit met een minimale bezuinigingstaakstelling van 15 % ten opzichte van het huidige budget. 5. Ten aanzien van de vormgeving van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het gedwongen kader (jeugdreclassering, jeugdbescherming, Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)) zal de Jeugdwet samenwerking van gemeenten in regionaal verband verplichtend opleggen. De gemeenten van Hart van Brabant kiezen ervoor om de routing en logistiek van casuïstiek waar een rechtelijke uitspraak aan ten grondslag ligt, te integreren binnen het Zorg en Veiligheidshuis Hart van Brabant. Eenzelfde wordt besloten inzake de inbedding van het AMK en de samenvoeging hiervan met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Omdat Heusden binnen een andere veiligheidsregio ligt, zullen hiervoor specifieke afspraken moeten worden gemaakt. 6. Op onderdelen van de zorg en ondersteuning van jeugd en gezin waarvoor gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn, vindt op regionale schaal afstemming en gezamenlijke beleidsontwikkeling met de andere decentralisaties (AWBZ en Participatie) plaats. Dit zijn met name onderdelen behorend bij de Toegang/Frontlijn (het ontwikkelen van een screeningsinstrument en een methodiek voor vraagverheldering) en de ontwikkeling van een methodiek resultaatsturing. 7. De wijze waarop en de (juridische) vormgeving van de samenwerking van de gemeenten van Hart van Brabant op het domein zorg en ondersteuning voor jeugd, de "governance", is onderdeel van het totale governancevraagstuk van de gemeentelijke samenwerking Hart van Brabant. Het beleids en besluitvormingsproces hierover vindt derhalve in dit totaalkader plaats. Argumenten 1. Vaststellen van het functioneel ontwerp De term (en ordeningsmethodiek) Functioneel Ontwerp is ontleend aan de handreiking van het Transitiebureau Jeugd Rijk VNG "Eerste inventarisatie bekostigingsmodellen jeugd, december 2012". Hierbij is het functioneel ontwerp gedefinieerd als benodigde basis voor de bekostiging van het stelsel van ondersteuning, hulp en behandeling van jeugdigen (en opvoeders). Langs de drie dimensies van de driehoek gemeente burger/gebruiker aanbieder/instelling zijn in de handreiking uitwerkingsvragen geformuleerd die wij in het functioneel ontwerp gebruiken om de stand van zaken inzake de beleidsvoering op te slaan of om aan te geven waar nog verdere beleidsvorming nodig is. Pagina 4 van 8

Hoewel het functioneel ontwerp zeker nog geen beleidsmatig antwoord geeft op alle beleidsvragen en er nog geheel geen duidelijkheid ten aanzien van budget is (zie hiervoor bij landelijke ontwikkelingen) achten wij vaststelling hiervan door de samenwerkende gemeenten van belang: In een complex, langdurig beleidstraject met nog zoveel onzekerheden en met het grote aantal decisionmakers is er met geregelde tussenpozen behoefte aan bestuurlijk vastgestelde piketpalen om solide basis te geven aan de vervolgstappen in het gezamenlijke (9 gemeenten) beleidsontwikkelproces; Het biedt bestuurlijke legitimiteit voor het overleg/gezamenlijke ontwikkeling dat wethouders (kartrekkers en breder) namens gemeenten voeren met instellingen. 2. Onderscheid tussen onderdelen van zorg en ondersteuning van jeugd en gezin waar elke gemeente afzonderlijk een relatief autonome verantwoordelijkheid heeft en het gedeelte waarvoor de gemeenten van Hart van Brabant een gezamenlijk beleidsvormingsproces vormgeven Bij de samenwerking in de regio met de Hart van Brabantgemeenten is één van de besluitvormingsonderdelen te bepalen voor welke onderdelen van de ondersteuning en zorg van jeugd en gezin de gemeenten voor samenwerking kiezen. De nieuwe Jeugdwet zal naar alle waarschijnlijkheid alleen voor het gedwongen kader gemeentelijke samenwerking verplichtend opleggen (zie onder 5). Ten aanzien van andere vormen van zorg en ondersteuning ligt het in de rede dat gemeenten hierop gaan samenwerken. Deze redenen zijn dan gebaseerd op criteria als: Omvang van de doelgroep Belang van bereikbaarheid van de zorg De frequentie van de vraag naar zorg De benodigde expertise De schaal waarop aanbieders zijn georganiseerd Budget In de komende tijd zullen deze vormen van zorg en ondersteuning waarop gemeenten bij inkoop en beleid samenwerking zoeken worden gedefinieerd. Hiervoor zijn wel de toegezegde gegevens van het rijk (zie hierboven) nodig. In het functioneel Ontwerp en het beslispunt 2 wordt al een eerste "schifting" gegeven voor de afweging lokaal bovenlokaal. Opgemerkt zij hierbij dat gezien het belang van een "level playingfield" er voor de inzet van gemeenten, ook bij de civil society en bij lichte/goedkopere ondersteuningsvormen, waarvoor deze een eigen beleid en inkoop voeren sprake is van een relatieve autonomie. Vanwege het voorkomen van (onnodige) druk op het gezamenlijk ingekochte aanbod kunnen gemeenten elkaar op deze "autonome" inzet aanspreken (zie beslispunt 2 iii). 3. In de eerste drie jaar na de decentralisatie voor inkoop van het aanbod waar gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn, wordt slechts beperkt marktwerking toegepast. Met de bestaande aanbieders zullen de gemeenten gezamenlijke afspraken maken ten aanzien van het zorg en ondersteuningsaanbod. De transitie én ook gewenste transformatie, is zeer complex zowel inhoudelijk als procesmatig. Voor het welslagen hiervan is de opgebouwde kennis en expertise van de instellingen absoluut nodig. Daarbij gevoegd dat grote nadruk dient te worden gelegd aan zorgvuldigheid bij de overgang in termen van zorgcontinuïteit, zeker bij deze kwetsbare doelgroep. Vandaar het gezamenlijke besluit van de samenwerkende gemeenten om voor het gezamenlijk in te kopen zorgaanbod de eerste 3 jaren na ommekomst van middelen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden slechts beperkt marktwerking te zullen toepassen. 4. Met de bestaande aanbieders zullen de gemeenten gezamenlijke afspraken maken ten aanzien van het zorg en ondersteuningsaanbod. Het Functioneel Ontwerp vormt de basis voor de gezamenlijke afspraken Hierbij is van gemeentenlijke zijde een aantal specifieke aandachtspunten: innovatie van het aanbod, beëindiging van versnippering en samenwerken met hoge bindingsintensiteit, ruimte voor nieuwe aanbieders, bezuinigingstaakstelling van minimaal 15% ten opzichte van huidige budget. De bij preventie, ondersteuning en zorg voor jeugd en gezin betrokken instellingen in de regio hebben in hun manifest van december 2011 ("Jeugdzorg Midden Brabant: verantwoordelijkheid nemen") reeds aangegeven de gemeentelijke uitgangspunten te onderschrijven en hieraan gezamenlijk uitvoering aan te willen geven. Wij Pagina 5 van 8

hebben, evenals de overige gemeenten in Midden Brabant bij de besluitvorming over het Regionale Transitieplan Jeugdzorg, voorjaar 2012, deze intentie van de in onze regio opererende aanbieders beoordeeld als goede aanzet voor verdere proces van de transitie en transformatie. Nu we met de vaststelling van het Functioneel Ontwerp (waar instellingen via input programma van eisen ook een inbreng op hebben gehad) als samenwerkende gemeenten een aantal inrichtingsprincipes hebben neergelegd voor de vormgeving van het nieuwe stelsel, nodigen we de gezamenlijke instellingen (conform hun vraag in het manifest) uit om hier een organisatorsiche en ondersteunings en zorginhoudelijke invulling aan te geven. Op 4 februari hebben de wethouders van Tilburg, Waalwijk en Gilze en Rijen (als "kartrekkers" voor de wethouders Jeugd van Hart van Brabant) deze uitnodiging (onder voorbehoud van de besluitvorming in de gemeenten) aan de bestuurders/directeuren van de instellingen voorgelegd. Unaniem gaf men de principe bereidheid aan om deze uitnodiging gezamenlijk op te pakken. 5. De routing en logistiek van casuïstiek waar een rechtelijke uitspraak aan ten grondslag ligt wordt geïntegreerd binnen het Zorg en Veiligheidshuis Hart van Brabant. Eenzelfde wordt besloten inzake de inbedding van het AMK en de samenvoeging hiervan met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Met de Jeugdwet zal de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de taken binnen het gedwongen kader die nu onder Bureau jeugdzorg vallen (Jeugdreclassering, Jeugdbescherming, Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)) naar de gemeenten worden overgedragen. Tegelijkertijd zal de wet ten aanzien van deze taken bovenlokale samenwerking op regionale schaal verplichtend opleggen. In de beleidsvorming hiervoor maken we onderscheid tussen het organisatorische gedeelte (waar worden na opheffing Bureau Jeugdzorg de taken JR, JB en AMK organisatorisch belegd) en ten aanzien van de "regie op de casus". Hoe organiseren we de routing en logistiek van de casuïstiek. Om met het laatste te beginnen: Het is logisch dat we hierbij aansluiten op (de ontwikkeling van) het Zorg en Veiligheidshuis Midden Brabant en de samenwerking die de gemeenten daarin hebben afgesproken. In december 2011 hebben de burgemeesters van de 8 Midden Brabant gemeenten een intentieverklaring ondertekend over samenwerking binnen het Zorg en Veiligheidshuis en hiermee te bewerkstelligen dat op een eenvormige wijze regie wordt gevoerd en ketensamenwerking wordt vormgegeven op casusniveau bij complexe en multiproblematiek. In het verlengde hiervan is het niet meer dat logisch om, nu gemeenten hiervoor ook de wettelijke mogelijkheid krijgen, de routing en logistiek van casuïstiek waar een wettelijke uitspraak onder ligt expliciet onderdeel te laten vormen van de (ontwikkeling van de ) werkprocessen binnen het Zorg en Veiligheidshuis. Binnen de Jeugdwet zal tevens (waarschijnlijk) worden opgenomen dat het AMK en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) zal worden samengevoegd tot een Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Aangezien het SHG reeds domicilie heeft binnen het Zorg en Veiligheidshuis, ligt het voor de hand dat ditzelfde ook gaat gelden voor het AMHK. Ten aanzien van de (overige) organisatorische aspecten is van belang dat de wetgever nadere eisen zal gaan stellen aan organisatie en professionals die worden belast met JR en JB. Voor beide zal een certificeringsplicht (nader te omschrijven) worden opgelegd. Op basis van de nadere regels die hiervoor zullen worden gegeven, zal hier dienen te worden bezien hoe gemeenten deze taken organisatorisch wil beleggen, c.q. bij welke organisaties zij gezamenlijk willen inkopen. De overstap van de gemeente Heusden naar de regio Hart van Brabant brengt ten aanzien van de afstemming en stroomlijning van werkprocessen op casusniveau voor casuïstiek in het gedwongen kader complicaties met zich mee. Omdat de gemeente valt onder een andere Veiligheidsregio en daarmee ook onder een ander juridisch arrondissement, zijn hierbij geheel andere partners betrokken (rechters, OM, politie en Raad voor de Kinderbescherming) dan voor de oorspronkelijke 8 Midden Brabant gemeenten. Hiervoor zullen derhalve aparte afspraken dienen te worden gemaakt. 6. Op onderdelen van de zorg en ondersteuning van jeugd en gezin waarvoor gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn, vindt op regionale schaal afstemming en gezamenlijke beleidsontwikkeling met de andere decentralisaties (AWBZ en Participatie) plaats. Tijdens de Hart van Brabantdag op 20 september 2012 hebben de portefeuillehouders Maatschappelijke Ontwikkeling, Arbeidsmarkt en Participatie en Jeugd ingestemd om drie inhoudelijke thema's nader uit te werken als kansen voor intersectorale samenwerking (dus op Hart van Brabant én 3D niveau): Pagina 6 van 8

Het ontwikkelen van een screeningsinstrument; Het ontwikkelen van een methodiek van vraagverheldering Het benoemen van resultaatgebieden. Voor de eerste twee onderwerpen is een gezamenlijke ambtelijke werkgroep gestart met vertegenwoordigers van de regionale ambtelijke samenwerkingsverbanden van de drie transities. Tijdens de Hart van Brabantdag op 30 mei zullen de eerste resultaten worden gepresenteerd. Ten aanzien van het laatste onderwerp hebben tijdnes de Hart van Brabantdag op 7 maart 13 de bestuurders van de betrokken 3 portefeuillehoudersoverleggen ingestemd met een aantal uitwerkingsopdrachten. Voor de twee subregio's Langstraat en Tilburg e.o. (zie ook paragraaf 5) zijn met de onderwijsbesturen VO en PO afspraken gemaakt over een proces gericht op de bespreking van het door de Samenwerkingsverbanden op te stellen ondersteuningsplannen. De Wet Passend Onderwijs verplicht de schoolbesturen tot het via het samenwerkingsverband gezamenlijk opstellen van dit ondersteuningsplan, waarin ondermeer staat hoe scholen: het passend onderwijs in hun regio inrichten; het geld voor extra ondersteuning besteden; leerlingen naar het speciaal onderwijs verwijzen; ouders informeren. Volgens de wet dienen gemeenten en samenwerkingsverbanden over de afstemming van onderwijszorg en jeugdzorg overleg te voeren. In het voorjaar van 2014 dienen per Samenwerkingsverband de eerste Op Overeenstemming Gericht Overleggen (OOGO) ten behoeve van het schooljaar 2014 2015 te worden gevoerd. 7. De wijze waarop en de (juridische) vormgeving van de samenwerking van de gemeenten van Hart van Brabant op het domein zorg en ondersteuning voor jeugd, de "governance", is onderdeel van het totale governancevraagstuk van de gemeentelijke samenwerking Hart van Brabant. Bij het nieuwe stelsel van preventie, advies, ondersteuning en zorg voor jeugd en gezin zal gemeentelijke samenwerking op regioniveau door de wet verplicht worden opgelegd (gedwongen kader) of ligt dit om diverse redenen in de rede (zie onder beslispunt 2 en 5). De gemeenten van Hart van Brabant dienen ook afspraken te maken over de bestuurlijke vormgeving van deze bovenlokale samenwerking (governance). Uitwerking van dit vraagstuk kan en mag niet los worden gezien van het bredere perspectief hoe de gemeenten in Midden Brabant de governance van hun samenwerking in Hart van Brabant willen regelen. Hiervoor zijn en worden ontwikkel en besluitvormingstrajecten opgezet. Binnen het gezamenlijke beleidstraject Transitie Jeugd, worden derhalve op de inhoud stappen gezet voor beleids en besluitvorming om te bepalen op welke onderwerpen/taken gemeenten samenwerken en welke producten, c.q. interventies gezamenlijke worden ingekocht. Het vraagstuk rond de governance, de bestuurlijk juridische vormgeving van de gemeentelijke samenwerking, inclusief de positionering van de verschillende bestuurlijke gremia (burgemeester, college en raden) ten opzichte van elkaar, is belegd binnen het bredere beleids en besluitvormingsproces Hart van Brabant. Risico s De voorbereiding van de transitie van de jeugdzorg is een langdurig en complex beleidstraject, dat voor een groot deel tezamen met de andere gemeenten van Hart van Brabant wordt vormgegeven. Inherent aan deze complexiteit zijn er risico's met betrekking tot tempo en gelijkgerichtheid van de deelnemende gemeenten. Momenteel is een drietal actuele risico's te benoemen die vooral ook uit de voortgang van landelijke regelgeving en onduidelijkheid over landelijke beleids en financiële kaders (zie ook eerder in deze nota): Voortgang van het wetgevingstraject, de tijdsklem voor zorgvuldige voorbereiding transitie per 1 januari 2015 en de onduidelijkheden over essentiële beleidskaders (deels ook nog neer te leggen in AmvB's) Tijdige beschikbaarheid van financiële kaders (verdeelmodel), cliëntgegevens en over te nemen (langdurige) zorgaanspraken De (voortgang van de) beleids en besluitvorming over de governance van de gemeentelijke samenwerking in Hart van Brabant in relatie tot de landelijke en provinciale discussie over de bestuurkracht van gemeenten Pagina 7 van 8

Vervolg Voor de vervolgplanning is richtinggevend de datum van transitie: 1 januari 2015. De besluitvorming over het Functioneel Ontwerp is een (tussen)stap in de richting van het Gezamenlijke Beleidskader Decentralisatie Jeugdhulp Hart van Brabant. In dit beleidskader dienen kaderstellende besluiten voor te liggen over in ieder geval: De bestuurlijke inrichting van de gemeentelijke samenwerking rond Jeugdhulp Organisatie en inrichting van het stelsel Niveau van inkoop benoemd naar taak, product of interventie: lokaal, (sub)regionaal, regionaal, bovenregionaal, landelijk Inkoopvisie op het bovenlokale gedeelte: bekostigingssystematiek(en), verantwoordingssystematiek(en), toegangssystematiek(en), control, enz. Financiële en juridische kaders Afhankelijk van de tijdige beschikbaarheid van de benodigde landelijke gegevens (verdeelmodel, cliëntgegevens, zie paragraaf 4) en de hierbij nog aanwezige onzekerheidsmarges, zal het Gezamenlijke Beleidskader Decentralisatie Jeugdhulp Hart van Brabant in oktober 2013 gereed zijn voor besluitvorming. De Jeugdwet zal (analoog aan het WMO kader) de gemeenten opdracht geven het gemeentelijke beleid inzake preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden voor de komende vier jaar in samenhang vast te leggen in een beleidsplan. Dit is de volgende stap in de planning: per gemeente dient dit Beleidsplan Jeugd 2015 2018 te worden opgesteld. Omdat dit ook basis zal zijn voor de inkoop van zorg (lokaal bovenlokaal) dient dit uiterlijk februari 2014 gereed voor besluitvorming te zijn. Voorjaar 2014 zal ook dienen te worden gestart met de inkoop. Afhankelijk van de gekozen vorm in de inkoopvisie (subsidie, (bestuurlijke) aanbesteding, enz., dienen gemeenten als eerste stap afzonderlijk en in gezamenlijkheid programma's van eisen o.i.d. op te stellen. Dit kan wel in gedeelte parallel aan, of als onderdeel van de opstelling/besluitvorming over de beleidsplan jeugd. Bijlagen Bij dit collegeadvies behoren de volgende bijlagen: 1. Functioneel Ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant 2. Diverse bijlagen "Input ten behoeve van programma van eisen" 2.1. Samenvattende inbreng onderwijs 2.2. Inbreng instellingen programma van eisen 2.3. Inbreng vanuit burger/cliëntinitiatieven en cliëntraden 2.3.1. Inbreng vanuit cliëntraden 2.3.2. Inbreng vanuit cliënten/burger initiatieven 2.4. Samenvattende overview van input van de acht gemeenten en lokale gemeenschappen voor het "programma van eisen" transitie van de jeugdzorg. 2.4.1. Input gemeente Dongen 2.4.2. Input gemeente Gilze en Rijen 2.4.3. Input gemeente Goirle 2.4.4. Input gemeente Hilvarenbeek 2.4.5. Input gemeente Loon op Zand 2.4.6. Input gemeente Oisterwijk 2.4.7. Input gemeente Tilburg 2.4.8. Input gemeente Waalwijk 3. Advies voor het vervolg burgerparticipatie Pagina 8 van 8