Naam:.. Nr.. SPRONG 6 G G 1 Verhoudingen T Op elke tekening zie je twee van elkaar gescheiden grootheden. Vul telkens de tekst aan. Deze stoelen verhouden zich als Deze kaarsen verhouden zich als Deze klokken verhouden zich als tot ; maar op de stoelen hebben drie poten. tot ; maar van de kaarsen zijn smal. tot ; maar van de klokken zijn digitaal. 2 Hoestdrankjes Drie hoestdrankjes bestaan respectievelijk uit: 3 delen siroop en 7 delen water; 4 delen siroop en 11 delen water; 2 delen siroop en 4 delen water: Verdeel de flesjes volgens de recepten en kleur de delen: gebruik bruin voor de siroop en blauw voor het water. Vul aan: siroop siroop siroop Welk drankje bevat naar verhouding de meeste siroop en zal dus ook het best werken? Zet een kruisje bij die fles. Reken het hier uit!... 3 Reken uit. 7 is % van 35 32 is % van 64 3 is % van 15 150 is % van 50 53
SPRONG 6 4 Het personeel op school Onze school heeft 36 personeelsleden. 24 daarvan zijn vrouwen. Hoeveel percent van het personeel bestaat uit vrouwen? Hoeveel percent van het personeel vertegenwoordigen de mannen? 5 Welke tekening was de beste? Nishal gaat elke zaterdag naar de tekenacademie. Voor haar houtskoolschets kreeg ze 34/40. Met haar pentekening behaalde ze 45/50. Welk resultaat is het beste? 6 Samen op zeeklas in mei! a Om de kas voor de zeeklas te spijzen, worden op school allerlei activiteiten georganiseerd. In februari is er voor elke deelnemende leerling al 30 euro ingezameld. Dat is 20 % van de totale som die ieder kind moet betalen. Hoeveel kost het weekje aan zee per leerling? b Tijdens die week staat ook een middagje carten op het programma. Er kunnen elke keer 26 kinderen meerijden. Dat is telkens 25 % van de groep. Hoeveel kinderen zijn er mee op zeeklas? 54
Naam:.. Nr.. SPRONG 6 B 1 Reken uit. Sla de komma niet mis! 0,7 : 10 = 273,6 : 50 = 14 : 1 000 = 19,3 miljoen : 10 000 = 125,15 : 5 = 0,2 miljoen : 100 = 21,2 : 25 = 2,6 miljoen : 5 = 2 Kijk en vergelijk. Vul aan met = of /=. 150,2 : 25 600,8 : 100 13,4 : 5 134 x 2 Reken het hier eventueel uit. 3 Zet zonder uit te rekenen de komma op de juiste plaats. 721,18 x 2,05 = 1 4 7 8 4 1 9 21,24 x 1,3 = 2 7 6 1 2 73,5 x 0,004 = 0 2 9 4 4 Reken zorgvuldig uit. Vergeet je stappenplan niet toe te passen. Maak het product van 904,05 en 1,24. 5 Zoek de ontbrekende cijfers in de factoren. Let ook op de plaats van de komma. Controle: x +.... 7, 2 4 6 9 0 1 6 4 1 5...... 55
SPRONG 6 MMR Vanaf hier mag je je ZRM gebruiken. Het gemeentebestuur heeft een plan gemaakt van de standplaatsen op de wekelijkse markt. Voor de marktkramers is het belangrijk de omtrek en de oppervlakte van hun standplaats te kennen om te weten hoe ze hun producten het best kunnen uitstallen. Help hen die te berekenen. groenten en fruit lederwaren kleding kaas en andere zuivelproducten 1 cm = 1 m 1 Bereken de omtrek van de vier standplaatsen. standplaats werkwijze omtrek groenten en fruit lederwaren zuivelproducten kleding De totale omtrek van deze standplaatsen meet 2 Bereken nu ook de oppervlakte van de vier plaatsen. standplaats werkwijze oppervlakte groenten en fruit lederwaren zuivelproducten kleding De vier plaatsen hebben een totale oppervlakte van 56
Naam:.. Nr.. SPRONG 6 3 Bereken en teken wat gevraagd wordt. Bereken de omtrek van deze regelmatige achthoek. Teken een ruit met dezelfde omtrek als de regelmatige achthoek. Omtrek: Bereken ook de oppervlakte van de vlakke figuren hierboven. De regelmatige achthoek heeft een oppervlakte van De ruit heeft een oppervlakte van MK 1 Teken met de passer. a Teken de volgende cirkels met hetzelfde middelpunt M. Cirkel 1 met een straal van 3 cm Cirkel 2 met een diameter van 5 cm Cirkel 3 met een halve diameter van 2 cm 57
SPRONG 6 b Teken in deze cirkels een straal in het groen en een diameter in het zwart. 1 2 3 Vul nu de tabel aan. cirkel 1 2 3 straal cm cm cm diameter cm cm cm 2 Blokkenbouwsels a Welke plattegrond hoort bij welk bouwwerk? Vul de juiste letter in. Bij bouwwerk 1 hoort plattegrond Bij bouwwerk 2 hoort plattegrond 1 A 3 2 2 3 4 2 2 Bij bouwwerk 3 hoort plattegrond Bij bouwwerk 4 hoort plattegrond B 2 4 2 3 4 3 C 2 3 1 3 3 1 2 4 3 D 2 3 2 3 3 1 b Hoeveel blokken tel je bij dit bouwwerk? blokken 58
Naam:.. Nr.. SPRONG 6 1 Puzzelen met driehoeken Neem het kopieerblad Veelhoeken. Verdeel de regelmatige zeshoek in zes gelijkvormige driehoeken en knip ze uit. Verdeel de regelmatige achthoek in acht gelijkvormige driehoeken en knip ze uit. a Neem de driehoeken die je uit de regelmatige achthoek hebt geknipt. Maak er zoveel mogelijk andere figuren mee. Je moet wel alle driehoeken gebruiken. Maak een schets van drie figuren en bereken van één de omtrek en de oppervlakte. schets figuur 1 schets figuur 2 schets figuur 3 omtrek figuur oppervlakte figuur werkwijze:.. werkwijze:.. b Neem nu de driehoeken die je uit de regelmatige zeshoek hebt geknipt. Maak ook daar zoveel mogelijk andere figuren mee. Maak een schets van één figuur en bereken de omtrek en de oppervlakte. schets omtrek = werkwijze: oppervlakte = werkwijze: 59
SPRONG 6 c Kun je van de achthoek ook een rechthoek maken? Je mag nog iets verknippen als dat nodig is. Maak ook nu een schets en bereken de omtrek en de oppervlakte. schets omtrek = werkwijze: oppervlakte = werkwijze: Wat stel je vast in verband met de oppervlakte en de omtrek die je berekend hebt van de figuur in opgave a en die in opgave c? De oppervlakte De omtrek 2 Puzzelen met percenten Gebruik de driehoeken die je uit de achthoek hebt geknipt. a Neem 25 % van de achthoek en maak er een figuur mee. Schets die figuur en bereken er de oppervlakte van. schets oppervlakte = werkwijze: b Neem nu 50 % van de achthoek en maak er een figuur mee. Schets die figuur en bereken er de oppervlakte van. schets oppervlakte = werkwijze: c Hoeveel percent van de achthoek heb je nodig om een gelijkbenige driehoek te maken waarvan de oppervlakte groter is dan die van de achthoek? % d Wat is de oppervlakte van de achthoek? Noteer ook de berekeningswijze. 60
Naam:.. Nr.. SPRONG 6 3 Kermis in het dorp Dit is het dorpsplein. Als medewerker van het organisatiecomité moet jij de standplaatsen van de verschillende kermisattracties verdelen over het plein. Zorg ervoor dat er voldoende wandel- en bewegingsruimte is voor de bezoekers. a Teken de standplaatsen in dit plan en noteer er het nummer van de attractie in. = 5 m 50 m 1. schiettent 2,5 m x 10 m 2. lunapark 10 m x 10 m 3. autoscooter 20 m x 30 m 4. rups 15 m x 15 m 5. draaimolen 10 m x 10 m 6. reuzenrad 20 m x 20 m 7. snoepkraam 2,5 m x 10 m 8. paardenmolen 10 m x 10 m 9. springkastelen 20 m x 20 m 10. spookhuis 15 m x 15 m 11. ballenkraam 20,5 m x 10 m 12. oliebollenkraam 2,5 m x 10 m 100 m 61
SPRONG 6 b Voer nu de volgende opdrachten uit: Teken in de standplaats van de rups een zo groot mogelijke ruit. Bereken er de omtrek en de oppervlakte van. Omtrek: Oppervlakte: Teken in de standplaats van de draaimolen een zo groot mogelijke driehoek. Bereken er de omtrek en de oppervlakte van. Omtrek: Oppervlakte: Verdeel de standplaats van de springkastelen in drie aanpalende percelen: één springkasteel heeft de vorm van een vierkant, het tweede is een rechthoek en het derde heeft de vorm van een onregelmatige zeshoek. Bereken de omtrek en de oppervlakte van de drie springkastelen. omtrek oppervlakte springkasteel 1 springkasteel 2 springkasteel 3 4 Percenten in de sloppenwijken Deel van de bevolking dat in sloppenwijken woont: stad % Casablanca 66 % Kinshasa 3 op 5 = % Addis Abbeba 3 op 4 = % In welke stad wonen verhoudingsgewijs de meeste mensen in sloppenwijken?. Neem je atlas en zoek op waar die drie steden liggen. 62