F.de Neijs 1
U sluit een iemand aan op een monitor U registreert Maar wat registreer u nu precies? Elektrofysiologie, een tip van de sluier opgelicht! F.de Neijs 2
Doel Wat zie ik Is het ernstig? Wat moet ik doen? F.de Neijs 3
Programma Anatomie van het hart Fysiologie Ritmestoornissen F.de Neijs 4
De plaats van het hart in de thorax F.de Neijs 5
Anatomie F.de Neijs 6
Anatomie Rechter boezem Linker boezem F.de Neijs 7
Anatomie Rechter kamer Linker kamer F.de Neijs 8
Anatomie Venaepulmonalis Vena cava superior Vena vavainferior F.de Neijs 9
Anatomie; prikkel-geleidingsysteem Sinusknoop AV-knoop F.de Neijs 10
Anatomie Bundel van His Linker bundeltak Rechter bundeltak Werkmyocard cellen F.de Neijs 11
Anatomie (gespecialiseerde prikkel vormende cellen) Sinusknoop Bundel van His Linker bundeltak AV-knoop Rechter bundeltak F.de Neijs 12
P top, AV knoop, ventrikel activatie F.de Neijs 13
Activatievan het hart F.de Neijs 14
QRS totaal F.de Neijs 15
Wat gebeurt er nu allemaal? Van celnivo naar het ECG op de bewakings monitor F.de Neijs 16
Cel is rust Cel wordt geprikkeld Binnenkant van cel is negatief geladen Binnenkant wordt positief geladen Dit wordt depolarisatiegenoemd F.de Neijs 17
Electrische activiteit spiercel F.de Neijs 18
Elektrofysiologie 1 2 Excitability Automatism 0 3 Na + Ca ++ K + Na + 4 cell membrane ATP ase K + Myosin Actin filament Diastole F.de Neijs 19
Actiepotentiaal Werkmyocard cellen 0. Snelle depolarisatie 1. Absoluut Refractair 2. Plateau fase 3. Relatief refractair 4. Langzame depolarisatie tijd F.de Neijs 20
Pacemaker Cel In geleidingsweefsel drempel tijd F.de Neijs 21
De T-top F.de Neijs 22
Pacemaker cellen Cellen welkezelfstandigeen ritmekunnen initiëren Sinusknoop 60 100 s/p/m AV Junction 60 40 s/p/m Ventriculair < 40 s/p/m F.de Neijs 23
Het begin Cellen geven prikkels aan elkaar door depolarisatiefront
Prikkels doorgeven geleidingsbanen Geleidingsnelheid in het weefsel van het prikkel geleidingssysteem : 2-4 meter/sec =snel Geleidingsnelheid in werkmyocard weefsel: 0,5 meter/sec = traag F.de Neijs 25
F.de Neijs 26
Fysiologie: beinvloeding door invloed uit te oefenen op receptoren Autonomic Nervous System X (parasympathetic nerves) sympathetic nerves F.de Neijs 27
Heart Rate Control CO = HR x SV O2 / CO2 saturation X IX Vagal System T Stress, emotions Σ System cardiac plexus Hormones (Thyroid, Norepinephrine) Sinus Node Drugs (Isoptoterenol, Atropine, Beta Block) F.de Neijs 28
Medicatie: Beïnvloeding van frequentie: chronotropie Beïnvloeding van de contractie: inotropie Beïnvloeding van prikkel geleiding: dromotropie F.de Neijs 29
Fysiologie: Haemodynamiek Tijdens systole: ucontractie en lediging Tijdens diastole u vulling F.de Neijs 30
Relatie hart ritme en bloeddruk F.de Neijs 31
Samenvatting Wat zien we op de monitor? Anatomie Hoe onstaan prikkels (cel nivo) Automatie Beinvloeding Elektrische activiteit leidt tot contractie F.de Neijs 32
Electrocardiografie F.de Neijs 33
Hoe onstaat het? F.de Neijs 34
In rust zijn de cellen aan de binnenkant negatief geladen De buitenkant is positief. Dit verschijnsel wordt polarisatie genoemd Door een prikkel draait deze polarisatie om Dit wordt depolarisatie genoemd en leidt tot contractie F.de Neijs 35
Al die veranderingen in polarisatie te samen wordt een depolarisatie front genoemd En we kunnen dat registreren op papier F.de Neijs 36
Het depolarisatiefront en de gevolgen F.de Neijs 37
F.de Neijs 38
Atria depolarisatiedwars F.de Neijs 39
Even pauze F.de Neijs 40
P top F.de Neijs 41
Prikkel bereikt de ventrikels F.de Neijs 42
QRS totaal F.de Neijs 43
Rustfase : geen hartactie F.de Neijs 44
Rustfase= Herstelfase= Repolarisatie fase De cel gaat terug naar zijn oorspronkelijk situatie (binnenkant negatief geladen) F.de Neijs 45
Het registreren van het depolarisatie front = het registreren van alle elektrische activiteit zoals die in het totale hart plaats vindt. Deze zorgt voor de mechanische activiteit het hart contraheert en pompt uit F.de Neijs 46
Resultaat F.de Neijs 47
Afspraak Als de positieve deporalisatie golf binnen de hartspier naar een positieve huid-elektrode toe beweegt wordt er een positieve,, naar boven gerichte uitslag op het ECG geregistreerd
De positivo s contractie depolarisatie F.de Neijs 49
F.de Neijs 50
F.de Neijs 51
Richting Resultante F.de Neijs 52
De resultante van alle elektrische activiteit Dit wordt ook wel een vector genoemd F.de Neijs 53
Deze vektor gaan we registreren Daar heb je elektrodes voor nodig F.de Neijs 54
Aanbrengen elektrodes: Zwart : onderaan rechterzijde/bovenbeen Rood : bovenaan rechter thorax/re bovenarm Geel : bovenaan linker thorax/li bovenarm Groen : onderaan linkerzijde/bovenbeen Wit : in het midden onder het sternum F.de Neijs 55
Wat doe ik nu eigenlijk? Ik bekijk het hart van alle kanten informatie F.de Neijs 56
Informatie over de elektrische activiteit van het hart Bij afwijkingen is deze veranderd Veranderingen kunnen karakteristiek zijn vor bv een geleidings stoornis Of een infarct F.de Neijs 57
Voorwand en extremiteits afleidingen F.de Neijs 58
Voorwandafleidingen F.de Neijs 59
Voorwand of borst afleidingen V1-6 F.de Neijs 60
De extremiteits afleidingen I AVR I I III II III II II
Afleiding I, II, III Driehoek van Einthoven - R - I + L - II III F + + F.de Neijs 62
Afleidingen I, II, III I meet potentiaal verschil tussen Re arm en Li arm II meet potentiaal verschil tussen Re arm en Li voet III meet potentiaal verschil tussen Li arm Li voet Dit worden bipolaire afleidingen genoemd F.de Neijs 63
Unipolaireafleidingen Het potentiaal verschil tussen een centrale terminal en een punt op het lichaams oppervlak (= explorerende elektrode, bv V1 V2 etc.) avr, avl en avf (a a = augmented =versterkt) V1 t/tm tm V6,, de voorwandafleidingen F.de Neijs 64
Bipolaire afleidingen F.de Neijs 65
Unipolaireafleidingen (zie verder je boek) F.de Neijs 66
Normale depolarisatie, bezien van uit V5 F.de Neijs 67
Een afwijking in depolarisatie; wpw F.de Neijs 68
Het voorbereiden 1 Scheren/drogen/schuren Ontvetten Kabel op plakker dan pas op huid Breng zo nodig een infuus in (laat inbrengen) Aanbrengen elektrodes Zwart : onderaan rechterzijde/bovenbeen Rood : bovenaan rechter thorax/re bovenarm Geel : bovenaan linker thorax/li bovenarm Groen : onderaan linkerzijde/bovenbeen Wit : in het midden onder het sternum F.de Neijs 69
Ook vaak slecht 3 elektroden aangeplakt bv rood groen geel Afhankelijk van apparatuur F.de Neijs 70
Wanneer sluit ik nu een patiënt aan op de monitor 1 Wanneer jij denkt dat dat nodig is Op grond van je kennis en kunde deze presentatie je boeken je collega s F.de Neijs 71
Wanneer sluit ik een patiënt niet eerst aan op de monitor Als de patiënt niet reageert op aanspreken!! zet vast je noodbel uit (stand-by) Als de patiënt geen ademhaling of niet normaal ademt. Diagnose: CIRCULATIE STILSTAND Alarmeer en start REANIMATIE F.de Neijs 72
Wanneer sluit ik nu een patiënt dan wel aan op de monitor 2 Vitale functies Pols voelen, - traag - snel - onregelmatig - patiënt heeft een lage bloeddruk - saturatie is dalende - laag< 90% - patiënt voelt zich niet goed Hier kom ik nog op terug F.de Neijs 73
Hoe zo? Hart te snel? Te traag? F.de Neijs 74
Samenvatting tot nu toe Stukje anatomie Celfysiologie Vectoren Afleidingen Begrippen F.de Neijs 75
In de herhaling: F.de Neijs 76
Anatomie Hart Geleidingssysteem Atrium Contractie Atrium wordt geactiveerd door de Sinus knoop Zichtbaar in het ECG namelijk de P- top Draagt 20 tot 30% toe aan de Cardiac Output F.de Neijs 77
Anatomie Hart Geleidingssysteem Normale impulsvorming via geleidingssysteem - Sinus impuls =>Atriale contractie = P-Top - Vertragen van prikkel in de AV knoop = PQ tijd - Voortgeleiding via Bundel van His => Ventrikel contractie = QRS complex F.de Neijs 78
Anatomie Hart Geleidingssysteem Ventrikel Contractie Ventrikel wordt geactiveerd door impuls uit Atrium Zichtbaar op ECG namelijk het QRS complex Geeft de Cardiac Output = hart minuut volume = frequentie maal slagvolume F.de Neijs 79
Anatomie Hart Geleidingssysteem Normaaltijden QRS complex PQ tijd 0,12 tot 0,20 seconden QRS duur 0,08 tot 0,10 seconden QT tijd 0,42-0,52 seconden afhankelijk van Hart frequentie F.de Neijs 80
Anatomie Hart Geleidingssysteem QRS PQ tijd PQ tijd = Begin van Atriale activiteit tot begin Ventriculaire activiteit F.de Neijs 81
Driehoek van Einthoven Leerboek Intensive Care Verpleegkunde Deel 1 Blz. 127 - R - I + L - II V III N + F +
Wat zie ik nu eigenlijk? En wat heb ik nodig om ritme s te doorgronden? F.de Neijs 83
Een enkele slag een aantal slagen achter elkaar >3: ritme F.de Neijs 84
Wat is een ritme strook? Een grafische voorstelling op millimeter papier van de elektrische verandering in het hart in de tijd Wat snel gaat zal dus smal zijn En wat langzamer gaat is wat breder! F.de Neijs 85
Uitleg Ritmestrook Snelheid 25 mm/sec 0,5 mvolt (5mm) 0,2 sec = 200 mili seconden (5 mm) (5 x 40 mili sec) 0,04 sec = 40 mili seconden (1 mm)
Even rekenen 1 SEC = HOEVEEL HOKJES VAN 5 MM? 5 hokjes=25 mm 1 MIN = HOEVEEL HOKJES? 300 hokjes (60 x 5 hokjes) F.de Neijs 87
Uitleg Ritmestrook 300 : aantal hokjes (van 5 mm) = Freq. per minuut Snelheid 25 mm/sec
Frequentie berekening 300 300 150 150 100 100 Aantal hokjes delen op 300 = frequentie ( 300:2=150) F.de Neijs 89
Wat is de frequentie= aantal slagen per/minuut? F.de Neijs 90
F.de Neijs 91
F.de Neijs 92
F.de Neijs 93
F.de Neijs 94
Wat zien we nog meer? Complexen, intervallen en segmenten terminologie F.de Neijs 95
Hoe heet wat? 2 segmenten en intervallen St segment St segment
Hoe lang duurt dat? PR : 0,12-0,20 0,20 sec QRS : 0.7-0.10 0.10 sec Q-T T tijd: 0,34-0,42 0,42 sec Basislijn=iso-elektrischelijn
R op T fenomeen F.de Neijs 98
Vormen en benaming F.de Neijs 99
F.de Neijs 100
Normaal Afwijkend Negatieve symmetrische T top
Het STsegment F.de Neijs 102
F.de Neijs 103
Afwijkingen in ST segment bij een infarct STEMI= STElevatie Myocard infarct F.de Neijs 104
Afwijkend complex F.de Neijs 105
Het normale sinusritme F.de Neijs 106
Het normale sinusritme Kenmerken: frequentie 60 99 slagen/min regelmatig RR interval gelijk (± 10%) Alle P-toppen zijn gelijk Alle P-Q tijden zijn gelijk 0,12-0,20 sec relatie P top met QRS QRS-complex heeft dezelfde vorm QRS breedte is 0,06 0,1 sec F.de Neijs 107
Alles wathiervan afwijktis reden vooreenactie!? Ga naar de patient toe Beoordeel snel de toestand (=zijn vitale functies) ) van de patient: Helder en adequaat? Pijn? AVPU Ademhaling? ABCDE Pols goed? Capillaire Refill? Bloeddruk goed?. Gebruik je zintuigen, hersens en ervaring! Bel (laat bellen) een arts Mobiliseer hulptroepen F.de Neijs 108
Eh? Alles wat hier van afwijkt?????? F.de Neijs 109
afwijkingen? F.de Neijs 110
afwijkingen? F.de Neijs 111
SAMENVATTING Anatomie Ontstaan van prikkels Het ritme strookje Verschillende ritmes Langzaam en snel Wel niet alarmeren F.de Neijs 112
Ritme- en geleidingstoornissen stoornissen F.de Neijs 113
F.de Neijs 114