PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING HANDHAVINGSBELEIDSPLAN

Vergelijkbare documenten
HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Memo. aan. de gemeenteraad Jaarverslag 2012 handhaving bouwregelgeving. van. Burgemeester en wethouders R.O. 27 augustus 2013.

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Samenvatting Integrale Handhaving

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

onderzoeksopzet handhaving

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Uitvoeringsprogramma handhavingstaken bouw- en ruimtelijke regelgeving. gemeente Zoeterwoude

uitvoeringsprogramma uitvoeringsprogramma 2008 handhaving bouwregelgeving afdeling Bouw- en Woningtoezicht

HANDHAVEN IS KEUZES MAKEN HANDHAVINGSBELEIDSPLAN RUIMTELIJKE EN BOUWREGELGEVING GEMEENTE APELDOORN

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

HANDHAVEN IS KEUZES MAKEN UITVOERINGSPROGRAMMA TOEZICHT EN HANDHAVING 2005 RUIMTELIJKE EN BOUWREGELGEVING GEMEENTE APELDOORN

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Beslisdocument college van Peel en Maas

Handhavingstrategie Bestaande Bouw gemeente Utrecht Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Niet wegkijken maar toezien

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

SAMENVATTING HANDHAVINGSNOTA 2010

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016

Tabel 1 Formatie fte jaarlijkse, productieve uren

BOUWPROGRAMMA VERGUNNINGEN 2008

Vergaderdatum 16 september 2003 Made, 3 september Agendapunt 15 Aan de commissie Grondgebiedzaken

Indicatief Vergunningenbeleidsprogramma Nuth 2008.

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang Volksgezondheid

Tussentijdse evaluatie Inhaalslag handhaving bouwregelgeving. Gemeente Stein. Afdeling : VH&H Datum : 7 mei 2007 Steller : J.

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit.

fhf/c 2. Ruimtelijk Beheer

Handhavingsjaarverslag 2006

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Onderwerp : Vaststelling van het Preventie- en handhavingsplan Alcohol

Handhavingsbeleidsplan Workshop prioriteiten bepalen

LICHTE BOUWVERGUNNING

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten Datum 13 december 2010 Status Definitief

Deel 3: Prioritering

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Bijlagen. Gemeente Woensdrecht uitvoeringsprogramma handhaving

Handhavingsparagraaf

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

(REGULIER) Burgemeester en wethouders besluiten de gevraagde vergunning te verlenen voor de volgende activiteit: Bouwen

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Nota van B&W. Onderwerp Nota Inventarisatie en inspectie naar lichte platte daken

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019

Coördinerend constructeur

onderwerp Prioritering handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu

ONDERZOEKSOPZET. Grip op vakantieverhuur

onderzoeksopzet kwaliteit dienstverlening

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. O M G E VI N G S D i E N S T. Plaatsing van een stalen damwand Baggerdepot IJsseloog IJsseloog 1 Dronten

Aan de raad van de gemeente Wormerland. Evaluatie Bouwbeleidsplan. Programma 4 Dienstverlening Wethouder H.A. Stuurman

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

Burgemeester en Wethouders 2 december Steller Documentnummer Afdeling. S. v. Sintmaartensdijk 15I Ruimte

Postbus AA Dordrecht Crownpoint _..,,,. _.. _. Spuiboulevard 336 Rijksgebouwendienst Directie Projecten Ir. W.J.H. Kalkhoven.

ONTWERP - BESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING UITGEBREIDE PROCEDURE

Beleidsnotitie Bestuurlijke boete Huisvestingswet Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Kaag en Braassem & De omgevingsvergunning

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij St. Liduina

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente Montfoort 2018

Minder en eenvoudiger regels: tòch brandveilig! Drs. Harry Boschloo Ministerie VROM Wonen, Wijken en Integratie

Toelichting op de Nota Handhaving Openbare Ruimte en Milieu en het Uitvoeringsprogramma Handhaving Openbare Ruimte 2015.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Facilitair accountmanager

Tabel 1 jaarlijkse, productieve uren

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000

Erfgoedinspectie De heerj.r.m. Magdelijns Postbus BL DEN HAAG

Dordrecht. Pubiieksdiensten. Verstegen Accountants en Belastingadviseurs B.V. t.a.v. de heer J.M. Paans Noordendijk RN DORDRECHT

Aan de raad van de gemeente Wormerland

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT

Ontvangen 2 0 JAN, Gemeente Dongen. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Omgevingsvergunning activiteit bouwen van een antennemast. Afvalzorg Deponie B.V., Zeeasterweg 42 Lelystad

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: D.M. Vis. No. B Dronten, 14 juni Verslag VH 2015, Jaarrapportage OFGV 2015 en IBT. Aan de gemeenteraad

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Ontwerp Omgevingsvergunning

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Transcriptie:

HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING HANDHAVINGSBELEIDSPLAN

Inhoudsopgave nota Handhaven met Beleid HANDHAVINGSBELEIDSPLAN 1. Inleiding...3 2. Visie, uitgangspunten & randvoorwaarden 6 3. Context...8 4. De aanpak tot nu toe...11 5. Conclusies & aanbevelingen t.b.v. nieuw beleid...17 6. VROM-pilot: risicoanalyse...18 7. Algemene beschouwing over prioriteitstelling...19 8. De vertaalslag naar het Handhavingsprogramma 2004/2005...21 9. Integraliteit & samenwerking...22 10. Randvoorwaarden voor een soepele implementatie...24 Bijlagen 1. Deelnemerslijst gemeente Groningen workshop op 1 en 2 december 2. Uitkomsten risicomodel gemeente Groningen 2

1 Inleiding 1.1 Aanleiding De rampen Sinds de rampen in Enschede en Volendam en de meer recentelijke instorting van parkeerdekken en balkons, staat de handhaving van regelgeving weer hoog op de politieke agenda s. Over een tijdje is alles weer vergeten en terug bij het oude is een veel gehoorde reactie. Dat zal niet waar zijn. Het is nu menens sprak voorzitter Deetman op 10 mei 2001 vijf maanden na de cafébrand in Volendam- op een congres De handhavende bestuurder waar hij 250 bestuurders toesprak. Daar werd vastgesteld, dat handhaven systematisch en programmatisch moet worden aangepakt. Tevens werd op het congres vastgesteld, dat gedogen en handhaven twee heel verschillende dingen zijn en dat samenwerking met handhavingspartners topprioriteit heeft. Onderzoek Bouwinspectie ministerie VROM Dat het de regering menens is, blijkt o.a. uit het feit, dat de inspectie van het ministerie van VROM inmiddels fors is uitgebreid. Dit mede naar aanleiding van een in 2000 uitgevoerd onderzoek onder 50 gemeenten -waaronder Groningen- naar het functioneren van het gemeentelijk toezicht op het bouwen en wonen. De Inspectie Bouwregelgeving van het ministerie van VROM kwam voor de gemeente Groningen tot de conclusie, dat het bouw- en woningtoezicht niet altijd zo loopt als het idealiter zou moeten. Met name op de onderdelen ontvankelijkheid, dossiervorming en inspectie tijdens de bouw dienden verbeteringen te worden doorgevoerd. De gemeenteraad werd destijds over dit rapport geïnformeerd. Sinds dit rapport is reeds een aantal verbeteringen gerealiseerd. Verplichting Handhavingsbeleidsplan Naar verwachting zal het per 1 januari 2006 verplicht worden om een handhavingsbeleidsplan voor de bouwregelgeving te formuleren. Hiertoe ligt sinds begin 2004 een wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet bij de Tweede Kamer. De colleges van Burgemeester en Wethouders zijn vanaf dat moment verplicht om elk jaar zo n plan ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Aangezien de VROM-inspectie qua handhaving met het tweedelijns toezicht is belast op o.a. de gemeenten, dient het handhavingsbeleidsplan ook aan deze instantie te worden toegezonden. 1.2 Inhoud & doel nota Het handhavingsbeleidsplan moet worden gezien als een beleidskader waarbinnen een handhavingsvisie, een aantal uitgangspunten, randvoorwaarden en prioriteiten zijn geformuleerd. Op basis hiervan wordt gekomen tot een gestructureerd, consequent en transparant handhavingsbeleid. Dit plan vormt de basis voor een programmatische en cyclische uitvoering in de vorm van een jaarlijks terugkerend handhavingsprogramma. Voor de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2005 is een dergelijk programma samengesteld dat als bijlage bij het raadsvoorstel is gevoegd. In de handhavingsnota wordt aangegeven wat de gemeente van haar burgers verwacht en wat de burgers van de gemeente mogen verwachten op het terrein van respectievelijk naleving en handhaving van wetten en regels op het terrein van het bouwen en wonen. Het doel van de nota is intern inzicht te geven aan de gemeenteraad in de handhavingsopgave en deze daarmee medeverantwoordelijk te maken voor de keuzes die gemaakt dienen 3

te worden op basis van de, door het college van B&W aangegeven, prioriteiten. De gemeenteraad wordt hiermee in de gelegenheid gesteld om op een adequate wijze invulling te geven aan zijn controlerende taak. Extern gezien is de belangrijkste doelstelling te komen tot een positieve gedragsbeïnvloeding van burgers, bedrijven en instellingen ter verhoging van het nalevingsgedrag. 1.3 Reikwijdte & integraliteit nota De nu voorliggende nota bestrijkt uitsluitend het gebied van de regelgeving, waarvoor de afdeling Bouw-, Woningtoezicht & Monumenten (BWM) primair verantwoordelijk is. De taakonderdelen prostitutie, drank & horeca en kamerverhuur zijn hier buiten beschouwing gelaten. Voor deze onderdelen gelden aparte handhavingstrajecten en is het toezicht niet neergelegd bij de bouwinspecteurs, maar bij de, specifiek daarvoor aangestelde, controleurs. Voor kamerverhuur is een aparte beleidsnota in ontwikkeling vanwege een gedeeltelijke overdracht van taken aan de Hulpverleningsdienst. In hoofdstuk 9 Integraliteit & samenwerking worden de dwarsverbanden met andere sectoren aangegeven binnen de dienst RO/EZ, de Milieudienst, de Brandweer, de Bestuursdienst en de DIA. Extern noemen wij hier het O.M. in verband met de strafrechtelijke kant van handhaving. 1.4 Definitie begrip handhaving en het tweesporenbeleid Door het ministerie van VROM worden zowel een brede als een enge definitie van het begrip handhaving gehanteerd. Eerstgenoemde definitie legt het begrip handhaving zo ruim uit, dat ook alle handelingen voorafgaand aan de overtreding daaronder vallen in casus de voorlichting, de intake, de toetsing, de vergunningverlening en de inspectie. In deze nota wordt alleen de enge versie i.c. de repressieve kant van handhaving besproken: de acties en handelingen die door het bouw- en woningtoezicht worden uitgevoerd vanaf het moment dat de vergunningverlening heeft plaatsgevonden. Het gaat hier dan om de inspectie van/het toezicht op de vergunningen en de eventuele sancties die nodig zijn bij geconstateerde afwijkingen van de vergunningen. Ook wordt de actieve en passieve opsporing van illegale situaties en de sanctionering van die zaken besproken, hetzij bestuursrechtelijk, hetzij strafrechtelijk. Aangezien wij handhaving ook als een communicatieopgave beschouwen, worden de diverse vormen daarvan ook in deze nota meegenomen. Overigens wordt via een ander spoor, te weten het Jaarplan 2004 van de afdeling BWM ook gewerkt aan de preventieve kant van handhaving. Hier gaat het met name om kwaliteitsverbeteringen aangaande voorlichting, intake, toetsing, vergunningverlening en afhandeling van verweerschriften (t.b.v. bezwaarschriften). 4

1.5 Verantwoording Deze nota is tot stand gekomen in samenwerking met het ministerie van VROM. De gemeente Groningen heeft zich in september 2003 aangemeld voor een pilot Handhaving Bouwregelgeving. Via een tweedaagse workshop, waarbij een zo breed mogelijke delegatie van betrokken ambtenaren, directieleden van de dienst RO/EZ en bestuurders waren betrokken, zijn aan de hand van een rekenmodel de handhavingsrisico s en prioriteiten ingeschat. Vervolgens is een en ander onder begeleiding van VROM-medewerkers nader uitgewerkt tot de nu voorliggende beleidsnota. De uikomsten van de pilot en de verkregen expertise kunnen, conform de gemaakte afspraken met VROM, ter beschikking worden gesteld aan andere gemeenten. In de hoofdstukken 6 en 7 wordt nader op deze materie ingegaan. 1.6 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de visie op handhaven, alsmede een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden, uiteengezet. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de wettelijke kerntaken van het bouw- en woningtoezicht en de noodzaak van handhaving. Tevens wordt in dit hoofdstuk een overzicht gegeven van mogelijke handhavingsdoelen. Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige organisatie en werkwijze. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de resultaten van het in Groningen gehouden inspectieonderzoek van VROM alsmede op een tweetal intern gehouden onderzoeken te weten één onder de handhavingsmedewerkers en één naar het nalevingsgedrag van burgers in de wijk Lewenborg. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal productiecijfers en de middelen via welke de afdeling BWM wordt gefaciliteerd. In hoofdstuk 5 wordt een aantal conclusies getrokken uit de handhavingspraktijk tot nu toe met de daaruit resulterende aanbeveling 1. Daarna beschrijft hoofdstuk 6 de werking van het door VROM ontwikkelde risicomodel. Omdat lang niet alle handhavingstaken kunnen worden uitgevoerd, zullen keuzes moeten worden gemaakt. In het volgende hoofdstuk (7) wordt aangegeven hoe een prioriteitstelling gemaakt kan worden (met behulp van het risicomodel). In hoofdstuk 8 wordt de vertaalslag gemaakt naar het handhavingsprogramma 2004/2005. In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de integrale handhaving en samenwerking op het terrein van de bouwregelgeving. In hoofdstuk 10 Randvoorwaarden voor een soepele implementatie worden de randvoorwaarden voor een adequate invoering van het handhavingsbeleid op een rij gezet. Via een separaat raadsvoorstel zal deze nota alsmede het concrete handhavingsprogramma voor de periode 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2005 aan de politiek worden voorgelegd. Via dit eerste handhavingsprogramma zullen wij nog geen keuzeopties aan de raad kunnen voorleggen in verband met het ontbreken van kengetallen en protocollen. Deze zullen in voornoemde periode worden ontwikkeld en in het volgende handhavingsprogramma worden verwerkt. Dan zal meer zicht zijn op de benodigde capaciteit en zal aan het college van B&W op een verantwoord onderbouwde wijze een aantal handhavingsopties voorgelegd kunnen worden. 1 De strekking van deze aanbeveling is dat er zo spoedig mogelijk een goed onderbouwd handhavingsbeleid met een daaraan gekoppeld handhavingsprogramma dient te worden opgesteld. 5

2 Visie, uitgangspunten & randvoorwaarden 2.1. Visie Binnen 3 jaar wil de afdeling Bouw-, Woningtoezicht en Monumenten zich ontwikkelen tot een afdeling met een voor burgers, bedrijven en instellingen herkenbaar en transparant handhavingsbeleid. Dit dient te geschieden door middel van kwalitatief hoogwaardige vergunningverlening, opsporing en handhaving. Door een stringent handhavingsbeleid dient het nalevingsgedrag van burgers, bedrijven en instellingen te worden vergroot. Deze zijn steeds minder gericht op hun eigen verantwoordelijkheid voor het naleven van de norm, en juist meer op het ontwijken van het toezicht en de controle. Wanneer er iets mis gaat in de bouw, wordt al snel met de vinger naar de overheid gewezen. Het moet glashelder zijn dat niet de overheid maar de overtreder primair verantwoordelijk is voor het overtreden van regels. De overheid is belast met het toezicht op het nalevingsgedrag van burgers en de eventuele sanctionering van dat gedrag. Kortom, het doel van handhaving is het bereiken van datgene wat met wet- en regelgeving wordt beoogd. Het gaat hier dus om gedragsbeïnvloeding met handhaving als één van de instrumenten. Hiermee kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het vergroten van de leefbaarheid van de stad en het veiligheidsgevoel van de burgers. Tweesporenbeleid In de aanpak kiezen wij voor een tweesporenbeleid waarbij capaciteit wordt ingezet op zowel de preventieve als de repressieve handhaving. In deze nota wordt hoofdzakelijk de repressieve aanpak beschreven. Dit laat onverlet de inspanningen die zijn en worden verricht in het voortraject om tot kwaliteitsverbetering te komen van de ambtelijke intake, toetsing en vergunningverlening. Deze aspecten vormen de basis voor een helder en doeltreffend handhavingstraject. Preventieve handhaving Preventieve handhaving wordt vormgegeven door: het wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger; communicatie en voorlichting; zichtbaar optreden. Repressieve handhaving Repressieve handhaving komt aan de orde als een burger de eigen verantwoordelijkheid niet neemt of onwillig is. Hierbij moet gedacht worden aan: opzet of grove nalatigheid; herhaling; doorgaan met de overtreding, ook na attendering of waarschuwing; een zodanige overtreding, dat deze onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk maakt; klachten of meldingen van (extreme) overlast en dergelijken. In deze gevallen heeft voorlichting en communicatie kennelijk niet gewerkt. Dreigen met en indien noodzakelijk het daadwerkelijk toepassen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke instrumenten is hier dan aan de orde. Consequent en rechtvaardig optreden kan het vertrouwen in de gemeentelijke overheid herstellen. Het (actief middels persberichten) betrekken van de media bij repressieve handhaving kan een effectieve uitstraling hebben op andere onwillige burgers. 6

2.2. Uitgangspunten De uitgangspunten zijn: de eigen verantwoordelijkheid van de burger staat voorop; slecht gedrag wordt niet beloond: lapt een burger, een bedrijf of een instelling regels en wetten aan zijn laars, dan dient deze hierop te worden aangesproken door de overheid; de overheid geeft zelf het goede voorbeeld; de overheid dient streng maar rechtvaardig, voorspelbaar en consequent te handelen, waardoor een halt wordt toegeroepen aan rechtsongelijkheid; het beleid is transparant, integraal en programmatisch; de overheid moet duidelijk zijn over wat wel en niet wordt toegestaan, in goede samenwerking met andere handhavingspartners; handhaven als een cyclisch proces, op basis van jaarprogramma s die geëvalueerd worden door B&W en ter kennisgeving worden voorgelegd aan de raad; via communicatie, zowel in actieve als passieve zin mensen overtuigen dat regels een doel dienen: voorlichting, informatie en 1-op-1-gesprekken als een geïntegreerd onderdeel van de handhaving; het houden van klanttevredenheids- en benchmarkonderzoeken om de kwaliteit van de producten te monitoren en daar waar nodig te verbeteren. 2.3 Randvoorwaarden Wij noemen hier een viertal voor zichzelf sprekende randvoorwaarden, onontbeerlijk voor de slaagkans van het handhavingsbeleid en het handhavingsprogramma: bestuurlijke en politieke bereidheid tot handhaven; actuele, handhaafbare en naleefbare regels; voldoende financiële middelen voor zowel personele kosten (capaciteit) als voor facilitaire ondersteuning. Ten aanzien van het aspect financiële middelen merken wij op dat er, gelet op de hoeveelheid te handhaven doelen, altijd keuzes gemaakt zullen moeten worden. Voor het overige spreken deze randvoorwaarden voor zich en worden daarom niet verder toegelicht. 7

3 Context In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op de wettelijke kerntaken van het Bouwen Woningtoezicht, de noodzaak van handhaving en de handhavingsdoelen. 3.1 De wettelijke kerntaken van het Bouw- en Woningtoezicht In de herziene Woningwet blijft de taakomschrijving van Bouw- en Woningtoezicht (BWT) gelijk, maar is het bereik uitgebreid met het toezicht op standplaatsen en woonwagens. Het BWT is een gemeentelijke dienst die als belangrijkste taken heeft: het onderzoeken van de staat van de volkshuisvesting in de gemeente, en het toezien op de naleving van de voorschriften bij of krachtens de Woningwet, Monumentenwet, Huisvestingswet, Wet Ruimtelijke Ordening. 3.2 De noodzaak van handhaving Wanneer we ons beperken tot de handhaving van de bouwregelgeving, met name de noodzaak van een handhavingsbeleid, dan merken wij daarover het volgende op. Handhaven is een kerntaak van de overheid. Artikel 100 van de Woningwet spreekt over het voorzien in het bouw- en woningtoezicht. Omdat gesproken wordt over zorg dan wel voorzien in, is het noodzakelijk, dat de gemeente Groningen hiervoor beleid opstelt en uitvoert. Tot nu toe ontbrak dit beleid en werd in de praktijk naar bevinding van zaken en op ad hoc-basis gehandeld. Sinds medio vorig jaar wordt binnen de afdeling BWM gewerkt met een intern vastgestelde matrix waarmee voorlopige handhavingsprioriteiten zijn vastgesteld. Hiermee wordt enige richting gegeven aan een consequentere, eenduidiger handhaving van bouwregelgeving. De overheid handhaaft en houdt toezicht. Op grond hiervan verwachten burgers bescherming en daadkracht van de overheid. Handhaving is de daad bij het woord voegen. De grootste kritiek van burgers richt zich in het algemeen op inconsequent en slecht eigen voorbeeldgedrag van de gemeente. Anderzijds hebben burgers ook hun eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om de naleving van wetten en andere regelgeving. Dit aspect verdient extra aandacht, omdat de neiging bij burgers bestaat om de overheid overal voor verantwoordelijk te stellen. Er is dus een mentaliteitsslag nodig waarbij de gemeente zelf het goede voorbeeld moet geven, bijvoorbeeld met betrekking tot het onderhoud van haar eigen gebouwen. Alle reden dus voor de gemeente voor het opstellen van een transparant en consequent handhavingsbeleid. 3.3 De handhavingsopgaven Het handhavingsgebied van het gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht is bepaald door de Wetgever en het door het college van B&W of de Raad vastgestelde beleid. Voor de afdeling Bouw-, Woningtoezicht en Monumenten van de gemeente Groningen ziet de totale handhavingsopgave er als volgt uit: 8

Inspectie bouwvergunning / bouwen in afwijking van de bouwvergunning: monumenten; utiliteitsbouw 2 beschermd stadsgezicht; utiliteitsbouw buitengebied; utiliteitsbouw centrum; utiliteitsbouw industriegebied; utiliteitsbouw overig; woningbouw (woning, woongebouw, woonwagen); woningbouw (aanbouw, uitbouw, bijgebouw); woningbouw (dakkapel); woningbouw (constructieve interne verbouwing). Inspectie vergunning reclameobject / realisatie reclame in afwijking van reclame- / bouwvergunning: centrum; overig. Inspectie sloopvergunning / slopen in afwijking van sloopvergunning: alle gevallen. Tijdelijke bouwvergunning: overschrijding instandhoudingstermijn. Bouwen zonder bouwvergunning: monumenten; utiliteitsbouw beschermd stadsgezicht; utiliteitsbouw buitengebied; utiliteitsbouw centrum; utiliteitsbouw industriegebied; utiliteitsbouw overig; woningbouw (aanbouw, uitbouw, bijgebouw); woningbouw (dakkapel); woningbouw (constructieve interne verbouwing). Realisatie reclame zonder reclame- of bouwvergunning: centrum; overig. Slopen zonder sloopvergunning: beschermd stadsgezicht; buitengebied; centrum; industriegebied; overig. Gebruik bouwwerken / erven in afwijking bestemmingsplan buitengebied; centrum; industriegebied; overig. Realisatie onttrekking woonruimte zonder onttrekkingsvergunning: alle gevallen. Ligplaats innemen/wijzigen zonder ligplaatsvergunning: alle gevallen. 2 Utiliteitsbouw: alle gebouwen met een andere functie dan wonen. 9

Hinder bij werkzaamheden en gebruik pand alle gevallen (heien, trillingen, geluid, stof). aan vereisten welstand: beschermde stadsgezichten: centrum; overig. overige gebieden alle gevallen. woningen aan vereisten : woongebouwen; woningen. : bijeenkomstgebouwen: restaurant, café, bioscoop; kinderdagverblijf; overig, sportgebouw, kerk. cellengebouwen: gevangenis. gezondheidsgebouwen: klinisch (bedgebonden); niet-klinisch. industriegebouwen: industrie I (lichtste); industrie II; industrie III (zwaarste). kantoorgebouwen: tot 50 personen; 50 tot 200 personen; 200 of meer personen. logiesgebouwen: binnen logiesgebouw gelegen (bijv. hotel, pension). onderwijsgebouwen: leerlingen tot 12 jaar; leerlingen van 12 jaar en ouder. winkelgebouwen: gebruiksoppervlakte kleiner dan 1000 m 2 ; gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m2. overig: parkeergarage; station plus perrons. Aantasting archeologisch monument: alle gevallen. 10

4 De huidige organisatie, werkwijze & onderzoeken 4.1 Organisatie de huidige handhavingsorganisatie Onderstaand beschrijven wij de huidige organisatie waarmee de bouwregelgeving wordt gehandhaafd. Front- en backoffices Loket Bouwen en Wonen / afdeling BWM De functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving is van essentieel belang. Daarom is sinds 2000 de vergunningverlening grotendeels in handen van het Loket Bouwen & Wonen. (Frontoffice/17 fte). Het toezicht (actief en passief) wordt uitgevoerd door de backoffices Inspectie (12 fte, waarvan één tijdelijk) en Monumenten. Er wordt aan gewerkt om alle vergunningverlening onder te brengen bij het Loket Bouwen & Wonen. De woningonttrekkings-, splitsings-, ligplaats- en de kamerverhuurvergunningen worden nu nog door de backoffices Beleid & Ondersteuning en Inspectie afgegeven. De monumentenvergunning is recentelijk ondergebracht bij het Loket Bouwen en Wonen. Scheiding tussen opsporing/inspectie en handhaving Sinds het najaar van 1999 worden de inspecteurs steeds minder belast met de niettechnische aspecten van de handhavingstaken. Taken waarvoor ze niet/ onvoldoende zijn opgeleid, terwijl juist hun interesses en vaardigheden op het technische vlak liggen. Het gaat hier met name om een groot aantal administratieve en juridisch-administratieve taken die direct samenhangen met de opsporing en met de procedurele/inhoudelijke kant van handhaving. Bovendien is het niet verstandig om dezelfde ambtenaar het gehele traject van opsporing/inspectie alsmede de handhaving te laten verrichten. In de formulering van de voorgaande tekst zit impliciet de noodzaak van aanpassingen opgesloten: Een principescheiding tussen opsporing en handhaving om de inspecteur niet te belasten met de administratieve/juridische zaken maar wel met het inspectiewerk waar de inspecteur primair voor is opgeleid en goed in is. Kortom maximaal gebruik maken van de specialistische kennis en vaardigheden die een ieder heeft. De voordelen zijn dat de inspecteur meer tijd heeft voor zijn opsporings- en inspectietaken en de kans op juridische en procedurele fouten wordt verkleind. Bovendien zorgt bewaking van de termijnen door de juridischadministratieve medewerkers voor een correcte en verantwoorde doorlooptijd van de handhavingszaken. Om praktische redenen zijn de inspecteurs nog wel belast met het afronden van de zogeheten minnelijke fase. Hiermee wordt de fase bedoeld waarbinnen de overtreder uit eigen beweging nog binnen een gestelde termijn de overtreding kan herstellen of ongedaan kan maken. Verder hebben de inspecteurs en juridisch-administratieve medewerkers ondersteuning van juristen van de afdeling Juridische Zaken van de dienst RO/EZ. Samengevat: door standaardisering en het routinematig verrichten van werkzaamheden wordt de efficiency en de effectiviteit vergroot. 4.2. Werkwijze Sinds medio 2003 wordt gewerkt volgens een intern vastgestelde matrix waarbij op drie niveau s een aantal prioriteiten is vastgesteld in afwachting van de prioriteiten die middels de 11

nu voorliggende nota door de raad zullen worden vastgesteld. Deze matrix was bedoeld als hulpmiddel en leidraad voor de inspecteurs om hun inzet te bepalen met betrekking tot inspectie en handhaving van verleende vergunningen en beleidsmatig vastgestelde handhavingsdoelen. Van een praktische toepassing van deze leidraad is In de praktijk nog weinig terechtgekomen. Verreweg de meeste tijd wordt besteed aan het inspecteren van de diverse vergunningen, het afhandelen van illegale of gevaarlijke situaties die via reguliere inspecties worden opgemerkt en klachten van burgers, bedrijven of instellingen. Daarnaast wordt ingegaan op politieke issues of opdrachten die via het ministerie van VROM binnenkomen zoals o.a. de controle van platte daken en balkons. Uit een in 2000 gehouden enquête onder de bouwinspecteurs is gebleken, dat deze bij gebrek aan beleid- zelf hun prioriteiten stellen en vaak op ad hoc-basis handelen. Overigens wordt waar wel beleid (bijvoorbeeld ten aanzien van de Woonschepenhaven) is vastgesteld hier wel naar gehandeld. De handhaving is vooral gericht op de binnenstad, de beschermde stadsgezichten en monumentale panden. In deze gebieden is het aantal stilleggingen van bouwwerkzaamheden, met de daaraan gekoppelde dwangsommen, de laatste jaren fors toegenomen. Dit is tevens het geval met de hieraan gekoppelde dwangsommen. De stad is verdeeld in drie gebieden te weten Centrum, Oost en West. Per gebied is een team van inspecteurs samengesteld. Aansturing vindt plaats door de teamleider van de cluster inspectie. 4.3. Onderzoeken 4.3.1. Inspectie VROM In het jaar 2000 is, zoals reeds vermeld in hoofdstuk 1, een onderzoek door de Rijksinspectie van het ministerie van VROM een landelijk onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van het Bouw- en Woningtoezicht in een 50-tal gemeenten, waaronder de gemeente Groningen. Wij vatten dit onderzoek als volgt samen: Algemeen Als procedures in beschouwing worden genomen, ontstaat er een positief beeld met een aantal kanttekeningen bij de aspecten ontvankelijkheid en een enkele rechtens verkregen vergunning. Als het om inhoudelijke aspecten gaat, ontstaat een veel minder positief beeld. Niet alle gegevens zijn aanwezig om aan het Bouwbesluit te kunnen toetsen. Hierdoor kan de gemeente onvoldoende invulling geven aan haar wettelijke taken. Speerpunten De speerpunten functiescheiding, mandatering, bodemonderzoeken, gemeentelijk handhavingsbeleid en toetsing asbest scoren voldoende. Het speerpunt controle tijdens de bouw scoort onvoldoende. De bouwplaats wordt structureel te weinig bezocht. De toetsing aan het Bouwbesluit scoort onvoldoende. Niet alle benodigde gegevens zijn in de dossiers aanwezig waardoor een volledige toets aan het Bouwbesluit niet mogelijk is. Bovendien bleek uit gegevens die wel aanwezig waren, dat er op de speerpunten brandveiligheid en gezondheid strijdigheid met het Bouwbesluit is geconstateerd. Aanbevelingen VROM-inspectie Meer aandacht voor de compleetheid van de dossiers waardoor een betere kwaliteitsborging kan plaatsvinden met betrekking tot de ontvankelijkheids- en Bouwbesluittoetsing. 12

Frequenter toezicht op de bouwplaats en de bevindingen structureel op papier vastleggen. Met de Inspectie VROM zijn specifieke afspraken gemaakt over het vervolgtraject dat er toe zal moeten leiden, dat vorenstaande constateringen en conclusies binnen afzienbare tijd zijn opgelost. 4.3.2. Interne onderzoeken Digitale opsporing: onderzoek afdeling BWM (dienst RO/EZ) In juni 2000 is in het kader van digitale opsporing een onderzoek gedaan naar clandestiene bouwactiviteiten in een deel van Lewenborg. Hierbij werden luchtfoto s van 1998 en 2000 met elkaar vergeleken. Met behulp van hieraan gekoppelde bebouwingskaarten en dossieronderzoek kon worden vastgesteld, welke clandestiene bouwactiviteiten in de tussenliggende periode zijn verricht. De uitslag van dit mini-onderzoek is onthutsend te noemen: 80% van alle wijzigingen van op- en aanbouwen, losstaande schuurtjes en serres ten opzichte van 1998 bleek zonder vergunning te zijn gerealiseerd. Wanneer dit onderzoek maatgevend is voor de gehele wijk Lewenborg en ook andere wijken, dan is het niet goed met het nalevingsgedrag van burgers gesteld. Op dit moment is het reeds mogelijk om geautomatiseerde adressenbestanden te koppelen aan de digitale kaart (Basis Voorziening Gegevens). Wanneer op een pand wordt geklikt, zullen alle adresgegevens, telefoonnummers en vergunningen in beeld verschijnen. Dit is een belangrijk hulpmiddel bij de handhaving van bouwregelgeving. Enquête medewerkers handhaving Uit een intern gehouden onderzoek onder een aantal inspecteurs en een juridischadministratief medewerker, die belast is met handhaving, is gebleken dat: er beleidsmatig onvoldoende duidelijkheid is over wat opgespoord en gehandhaafd dient te worden, waardoor de inspecteurs hun eigen prioriteiten zijn gaan stellen; het wiel per handhavingsgeval uitgevonden moet worden; er onvoldoende achtergrondkennis aanwezig is bij de inspecteurs; de administratieve verwerking 2 à 3 maal zoveel tijd kost als de opsporingswerkzaamheden; sommige klussen aanzienlijk meer tijd vergen dan vooraf werd voorzien; 1 uur fietsen een week werk kan opleveren; alleen opsporing plaatsvindt naar aanleiding van gevaar of klachten of door het toevallig opmerken bij een reguliere inspectieronde. 13

4.4. Wat doen we? De aanpak, zoals hiervoor reeds aangegeven, is tot nu toe hoofdzakelijk gericht op het toezicht op de handhaving van aangevraagde vergunningen (voortvloeiend uit wettelijke kerntaken en beleid), het passief opsporen van illegale situaties en het reageren op klachten van burgers. Tevens wordt de omvang van de werkvoorraad bepaald door politieke prioriteiten en opdrachten van de Inspectie van het ministerie van VROM (o.a. onderzoek naar platte daken en balkons). In onderstaande tabellen wordt een aantal van genoemde taken gekwantificeerd (cijfers productie en urenbesteding over het jaar 2003): Afgehandelde beschikkingen Verleend / geweigerd 2001 2002 2003 Verleend Geweigerd Verleend Geweigerd Verleend Geweigerd Bouwaanvraag 1071 43 1089 105 220 49 Reguliere bouwaanvraag - - - - 726 59 Lichte bouwaanvraag - - - - 381 47 Aanvraag functiewijziging 20 7 38 9 38 12 Melding 192 10 200 2 2 0 Reclameaanvraag 208 36 214 57 55 28 Sloopaanvraag 164 3 132 0 143 3 Aanvraag ligplaatsvergunning 78 2 64 2 82 5 Monumentenaanvraag (art. 11) 47 9 46 13 76 25 Monumentenaanvraag (art. 9) 13 4 10 3 14 6 Onttrekkingsaanvraag t.b.v. bedrijfsdoeleinden 8 1 8 1 3 0 Onttrekkingsaanvraag t.b.v. samenvoeging 61 1 27 0 48 1 Onttrekkingsaanvraag t.b.v. sloop 1 1 7 0 0 0 Splitsingsaanvraag 43 1 53 1 48 0 Subsidieaanvraag* 34 6 18 4 19 8 *: geen monumentensubsidies! Aantallen afgehandelde projectmatig en incidenteel opgespoorde illegale situaties in vergelijking met de afgelopen jaren Afgehandeld 2000 2001 2002 2003 Illegale bouw 65 131 160 332 Illegale reclame 97 118 106 90 Achterstallig onderhoud 196 183 398 321 Gebruik in strijd met bestemmingsplanvoorschriften 0 2 8 26 Illegale kamerverhuur / te treffen 1 7 67 119 voorzieningen Illegale ligplaatsen - 21 29 35 Overig 3 10 19 189 Totaal 362 472 787 1112 14

Aantallen voltooide vergunningen Voltooid 2000 2001 2002 2003 Bouwvergunningen 1105 1083 710 1282 Reguliere bouwvergunningen - - - 306 Lichte bouwvergunningen - - - 207 Meldingen 249 307 102 189 Sloopvergunningen 135 127 89 252 Reclamevergunningen 243 179 213 163 Monumentenvergunningen 31 14 31 64 Totaal 1763 1710 1145 2463 Aantallen projectmatig en incidenteel opgespoorde illegale situaties in de periode 1998 t/m 2003 Ingediend / opgevoerd 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Illegale bouw 81 107 138 163 309 390 Illegale sloop 0 0 1 9 11 12 Illegale reclame 188 125 129 95 225 167 Achterstallig onderhoud 1406 203 76 342 49 62 Gebruik in strijd met bestemmingsplanvoorschriften 0 20 1 10 67 13 Illegale kamerverhuur 2 2 10 30 160 71 Illegale ligplaatsen - 0 1 50 58 50 Overig 9 7 12 10 21 305 Totaal 1686 464 368 709 900 1070 4.5. Facilitering Via interne managementrappportages worden de teamleiders en het afdelingshoofd eens per kwartaal en waarnodig vaker, geïnformeerd door het team beleid & ondersteuning van de afdeling BWM. Op grond van de aangereikte cijfers en analyses kunnen de desbetreffende teamleider en het afdelingshoofd de betrokken medewerkers aansturen. In het jaarplan 2004 BWM staat o.a. vrij concreet aangegeven welke verbeteracties er voor de afdeling op het programma staan. Hierbij gaat het voor het inspectieteam met name om het verbeteren van de uniforme werkwijze via het ontwikkelen van protocollen, het wegwerken en voorkomen van achterstanden, het ontwikkelen van kengetallen en het verbeteren van de registratie. Voor het Loket Bouwen en Wonen staan o.a. op de rol het verder centraliseren van vergunningen en vergroting van kennisuitwisseling met andere loketten. Het bouwregistratiesysteem BWT4all is van essentiële betekenis voor de medewerkers die betrokken zijn bij het handhavingsproces. Via dit systeem kunnen alle stappen van het bouwen handhavingsproces worden vastgelegd en bewaakt. Brieven worden automatisch gegenereerd en tevens levert dit systeem belangrijke data voor de managementrapportages en het jaarplan. Vier juridisch-administratieve medewerkers zorgen voor de handhaving van de bouwregelgeving zodra de minnelijke fase niet tot een aanvaardbare oplossing heeft geleid. 15

Sinds een jaar wordt geëxperimenteerd met de detachering van juristen (door de afdeling JZ), zodat elke werkdag op de afdeling BWM een jurist aanwezig is. Hiervoor is reeds lang gepleit vanuit de afdeling BWM. De jurist houdt zich o.a. bezig met de puur juridische kant van handhaving en ondersteunt de juridisch-administratieve medewerkers en inspecteurs waar nodig. Dit werkt dermate efficiënt, dat - mede gelet op de komende intensivering van het handhavingsbeleid - het de uitdrukkelijke wens van de afdeling BWM is om deze functie permanent en functioneel onder te brengen bij de afdeling. Zoals bij vele andere gemeenten het geval is, zo ook ontbreekt het binnen het Groningse Bouw- en Woningtoezicht aan kengetallen. Deze zijn nodig om de benodigde urencapaciteit voor de verschillende taakonderdelen te kunnen inschatten. Uit ervaringscijfers blijkt dat handhaving altijd aanzienlijk meer tijd kost dan wordt voorzien. In verband hiermee zal het komende anderhalf jaar worden gewerkt aan het genereren van deze kengetallen teneinde deze te kunnen verwerken in het eerstvolgende handhavingsprogramma. Binnen de afdeling BWM bestond tot voor een jaar geleden het handhavingsteam. Dit team had een adviserende rol waar het de fasen van minnelijk overleg betreft en een beslissende en uitvoerende rol waar het gaat om toepassing bestuursdwang. Indien bij een actievere en intensievere opsporing de ondersteuning van dit team weer nodig zou blijken, zal dit weer geactiveerd worden. 16

5 Conclusies stand van zaken handhaving bouwregelgeving 5.1. algemene conclusies & aanbevelingen ten behoeve van het nieuwe beleid Op grond van het vorige hoofdstuk worden de volgende algemene conclusies getrokken: de handhaving is vooral gericht op de binnenstad, de beschermde stadsgezichten en monumentale panden; de inspectie van bouw-, sloop-, reclame- en monumentenvergunningen heeft prioriteit; er vindt nauwelijks actieve opsporing plaats van illegale situaties; er is een aanzienlijke hoeveelheid clandestiene bouw, strijdigheid met bestemmingsplannen (ontaard nalevingsgedrag), etc.; door het ontbreken van een handhavingsbeleid inzake bouwregelgeving en de bijbehorende prioritering kan onvoldoende sturing worden gegeven aan de uitvoering; kengetallen ontbreken waardoor de aansturing van de inspecteurs wordt bemoeilijkt; bestaande handhavingsprojecten kosten veel meer tijd dan was voorzien. In verband hiermee en om een verantwoord onderbouwd handhavingsprogramma te kunnen maken is het noodzakelijk om kengetallen te ontwikkelen; naar aanleiding van het inspectierapport van VROM zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. De inspectiefrequentie en de registratie behoeven nog steeds verbetering; de achterstanden in de inspectie van vergunningen zijn weggewerkt en er zijn maatregelen genomen ter voorkoming van nieuwe achterstanden. Op het terrein van de controle van kamerverhuurpanden bestaat nog wel een achterstand. Het aantal stilleggingen van bouwwerkzaamheden en het sanctioneren van diverse overtredingen via dwangsommen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. 5.2 Aanbeveling Uit het vorenstaande blijkt de behoefte en de noodzaak om zo spoedig mogelijk te komen tot een, mede op basis van te ontwikkelen kengetallen, betere en goed onderbouwde prioritering van de handhavingsdoelen en het daaruit distilleren van noodzakelijke concrete activiteiten in de vorm van een jaarprogramma handhaving. Het ontwikkelen van (handhavings)protocollen is een absolute voorwaarde voor het eenduidig uitvoeren van het vast te stellen beleid. Deze protocollen zullen in ieder geval de vertaalslag van deze beleidsnota en het bijbehorende handhavingsprogramma naar de werkwijze binnen de taakvelden inspectie, opsporing en handhaving moeten zijn. 17

6 De risicoanalyse 6.1 De werking van het risicomodel De risicoanalyse is gemaakt met behulp van een door VROM ontwikkeld risicomodel. Dit is een instrument om de handhavingsprioriteiten vast te stellen. Aan de hand van dit model is in workshopverband een lijst afgewerkt van de te handhaven onderdelen (zie ook hoofdstuk 3) die alle getoetst zijn aan het risicomodel. De risicoanalyse kent een 6-tal beoordelingsaspecten / negatieve effecten, te weten: veiligheid gezondheid milieu financieel economisch leefomgeving imago gemeente Vervolgens wordt berekend hoe groot de kans is op nalevinggedrag door burgers, bedrijven en instellingen. Dit wordt afgemeten aan de hand van de volgende dimensies: kennis van regels kosten-baten mate van acceptatie normgetrouwheid doelgroepen informele controle (dus controle door anderen dan de overheid) Eerstgenoemde 6 factoren en de factor kans kunnen op een schaal van 1-5 per te handhaven onderdeel worden verwerkt. Een laag nalevingsgedrag scoort daarbij hoog en omgekeerd. De uitkomsten van het risicomodel zijn in bijlage 2 weergegeven. 18

7 Algemene beschouwing over de prioriteitstelling 7.1 Factoren die een rol spelen bij de prioriteitstelling In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke factoren een rol kunnen spelen bij de prioriteitstelling. Bij het handhavingsprogramma is aangegeven welke factoren zijn gebruikt bij de prioriteitstelling voor de betreffende periode. Factoren die een rol kunnen spelen bij de prioriteitsstelling, zijn: uitkomsten risicomodel; toepassing wegingsfactoren en ondergrenzen inzake het risicomodel; politieke prioriteiten, zowel landelijk als gemeentelijk; wettelijke taken versus beleidstaken; stand van zaken uitvoering van bepaalde handhavingsopgaven. Uitkomsten risicoanalyse Wanneer de risicoanalyse volledig is doorlopen, kan automatisch een lijst gegenereerd worden, waarbij de handhavingsopgave met de hoogste prioriteit bovenaan staat en de handhavingsopgave met de laagste prioriteit onderaan staat. Deze lijst bevat alle handhavingsopgaven. Het is ondoenlijk om al deze opgaven op te pakken. Dit betekent dat er een selectie moet plaatsvinden. Men kan dan bijvoorbeeld de 10 opgaven met de hoogste prioriteit nemen. Ook valt te overwegen om daarnaast nog a-selectief een aantal opgaven te selecteren, zodat ook opgaven met een lagere prioriteit opgepakt worden. Toepassing wegingsfactoren en ondergrenzen van het risicomodel De uitkomsten van de risicoanalyse kunnen ook nog bewerkt worden middels wegingsfactoren en ondergrenzen. Bepaalde beoordelingsaspecten kunnen belangrijker geacht worden dan anderen. Door het toekennen van andere (hogere) wegingsfactoren wegen deze aspecten zwaarder mee in de totstandkoming van de prioriteit. De uitkomsten van de lijst zullen er dan anders uit kunnen zien, dan bij het 'kale' model van de vorige paragraaf. Het is ook mogelijk prioriteitenlijsten uit te draaien, waarbij gekozen is voor een ondergrens. Hierbij kan aangeven worden dat op de betreffende lijst alleen die handhavingsopgaven staan met een minimale waarde op één of meerdere beoordelingsaspecten. Politieke prioriteiten, zowel landelijk als gemeentelijk De selectie van handhavingsopgaven kunnen ook beïnvloed worden door politieke prioriteiten, zowel op landelijk als gemeentelijk niveau. De risicoanalyse is gemaakt door uitvoerende ambtenaren. De politiek kan echter andere prioriteiten hebben. De uiteindelijke prioriteitenlijst zou dan een mix kunnen zijn van de resultaten van het risicomodel en de politieke keuzes. Wettelijke taken versus beleidstaken Wettelijk gezien moet de gemeente een aantal taken uitvoeren. Zo moet de gemeente toezicht geregeld hebben op naleving van bijvoorbeeld de bouwvergunning. Dit heeft tot gevolg dat een aantal handhavingsopgaven in ieder geval moet worden oppakt. Dit kan ten koste gaan van een aantal beleidstaken. Stand van zaken uitvoering van bepaalde handhavingsopgaven Het kan zijn dat binnen de gemeente een aantal handhavingsopgaven de laatste jaren de nodige aandacht heeft gehad en goed onder controle is. Het niet selecteren van zo'n hand- 19

havingsopgave kan betekenen, dat al het werk van de afgelopen periode voor niets is geweest. Op basis hiervan zou je zo'n handhavingsopgave in het handhavingsprogramma kunnen opnemen, waarbij een andere aanpak (bijv. het nemen van steekproeven), een goede mogelijkheid is. 7.2 Nadere keuzes bij de uitwerking van de prioriteiten Binnen de uiteindelijke prioriteitenlijst zullen nieuwe keuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld wat er precies geïnspecteerd dient te worden. Zo is het ondoenlijk om alle bouwvergunningen op alle aspecten van bijvoorbeeld het Bouwbesluit te controleren. Alleen met een veelvoud aan inspecteurs zou dit mogelijk zijn. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden (per handhavingsopgave) wat goed gecontroleerd moet worden en wat globaal (op hoofdzaken) gecontroleerd kan worden. 7.3 Verhouding 70%-30% Naast de uiteindelijke prioriteitenlijst zullen de medewerkers, met name de inspecteurs, meerdere werkzaamheden hebben. Voor een deel werkzaamheden die voortvloeien uit vergunning- en subsidieaanvragen, die niet onder de reikwijdte van deze nota vallen. Daarnaast zullen er projecten vanuit de landelijke en lokale politiek gegenereerd worden, die capaciteit vragen bij onder meer de inspecteurs. Bovenstaande betekent dat het handhavingsprogramma niet de volledige beschikbare capaciteit van de betrokken medewerkers mag vullen. Aangezien het met name om de inspecteurs gaat, is er voor gekozen om het totaal aantal directe uren van alle inspecteurs te nemen (1300 uur per inspecteur), en dit aantal te verminderen met inspectietaken die buiten de reikwijdte van deze nota vallen (opnames bij aanvragen splitsing en onttrekking woonruimte, inspecties bij aanvragen ligplaatsvergunning en de behandeling van een aantal subsidieaanvragen). Van deze uren wordt dan 70% genomen, waarbinnen het handhavingsprogramma uitgevoerd moet kunnen worden. Wanneer er voor de uitvoering van een programma meer tijd benodigd is, dan zou dit gezocht moeten worden in capaciteitsuitbreiding. Het nu voorliggende pilot-programma gaat vooralsnog uit van de bestaande capaciteit. Binnen de 70% valt de volledige prioriteitenlijst van het handhavingsprogramma. Binnen de 30% vallen de passieve opsporing van klachten (via piepsysteem van burgers en collega s) en de passieve opsporing van klachten (eigen inspectie) van prioriteiten die niet in prioriteitenlijst voorkomen, onvoorziene zaken (projecten particuliere woningverbetering, VROM-opdrachten, politieke zaken, etc.) en de kwaliteitsverbetering (extra inspectiepunten, die niet in de uitwerking van de prioriteitenlijst voorkomen, en op eigen inzicht van de inspecteur gedaan kunnen worden). 20

8 De vertaalslag naar het handhavingsprogramma 2004/2005 Op basis van de prioriteitstelling is een vertaalslag gemaakt naar doelstellingen en concrete aanpak. Daarmee wordt in feite het jaarprogramma, waarin de concrete maatregelen staan opgesomd, bedoeld. Aangezien dit een jaarlijks terugkerend document is en dit bovendien op basis van evaluatie voortdurend aan verandering onderhevig is, maakt dit programma geen onderdeel uit van de handhavingsbeleidsnota. Het handhavingsprogramma 2004/2005 is daarom als bijlage bij het desbetreffende raadsvoorstel gevoegd. Aan de raad zal derhalve een eerste officieus programma worden voorgelegd dat zich zal uitstrekken over de periode 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2005. Het handhavingsprogramma zal met de huidig aanwezige bezetting opgepakt worden. Of het programma volledig gerealiseerd zal worden, valt op dit moment nog niet te overzien bij gebrek aan de nodige kengetallen. De huidige cijfers zijn slechts aannames op basis van de nu aanwezige kennis en ervaring. In de komende tijd zullen deze kengetallen worden ontwikkeld op basis van praktijkervaring, urenregistratie en doorlooptijden. Tussentijds zullen één of meerdere interne evaluaties worden verricht. Eind 2005 zal de eindbalans van de komende periode van experimenteren worden opgemaakt en zullen de resultaten in het handhavingsprogramma 2006 worden verwerkt. 21

9 Integraliteit & samenwerking 9.1. Integraliteit In paragraaf 1.3 is reeds kort iets gezegd over de reikwijdte van de nota i.c. de handhaving van de Bouwregelgeving. Deze bepaalt uiteindelijk ook de grenzen van de integraliteit en de samenwerking. Inmiddels vindt naar aanleiding hiervan en onderstaande beleidsnota s vanuit de afdeling BWM reeds intensief overleg plaats met de Bestuursdienst, de Milieudienst (MD), de Hulpverleningsdienst (HVD) en de DIA: uitvoering Plan van Aanpak Brandveiligheid 2001 / Uit voorzorg en evaluaties (21-5 2002); nota MD d.d. 10-10-2001 consequenties gemeente Groningen t.g.v. rapporten Oosting en Alders; Plan van Aanpak horecacomplex Grote Markt ZZ (2002) inzake brandveiligheid en omgang met panden met een monumentale waarde; pilot Handhaven op niveau 2001 (prostitutie). Desondanks is er is een aantal redenen te noemen om de handhaving van bestuurlijke (toezichts-)taken in de stad integraler en efficiënter in te richten. Hierbij moet gedacht worden aan de verbetering van de dienstverlening in zijn algemeenheid, de door de gemeente teruggenomen taken van de Regiopolitie en de reeds vergevorderde plannen voor het Integraal Veiligheidsbeleid Groningen. Inmiddels wordt door de Bestuursdienst een verkenning gemaakt ten behoeve van een gemeentebreed Plan van Aanpak implementatie Programmatisch Handhaven. Hierbij zullen het formuleren van een bestuurlijke visie op handhaving, het inventariseren van handhavingstaken, huidige wijze van uitvoering, handhavingsniveau en beschikbare capaciteit aan de orde komen. Vervolgens is van belang het uitvoeren van een risicoanalyse op basis waarvan de prioriteiten zullen worden vastgesteld. Voorts zal een handhavingsstrategie voor de prioriteiten worden ontwikkeld en dienen handhavingsprotocollen te worden samengesteld. 9.2 Samenwerking & overleg De afstemming en uitwisseling van informatie zijn essentieel omdat zij inzicht kunnen geven in het potentieel aan bouwwerken en mogelijke risico s. Deze samenwerking die uiteraard ook een organisatorische vertaling te krijgen. Overleg tussen de verschillende diensten geeft naast inzicht in elkaars handhavingsprogramma s ook de mogelijkheid tot efficiënter werken. Dit kan onder meer door het gezamenlijk uitvoeren van inspecties. Binnen het kader van deze nota vindt structureel overleg plaats met de HVD (afdeling Ppreventie Brandweer), de Milieudienst, de Bestuursdienst en de Dienst Informatie en Administratie. Daarnaast vindt incidenteel overleg plaats met de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en marktpartijen zoals de NVM, NVOB en de Broederschap der Notarissen. 22

Het is van het grootste belang dat diensten wederzijds informatie kunnen uitwisselen. Inmiddels zijn binnen de dienst RO/EZ de eerste stappen gezet om de ICT-infrastructuur aan te passen. Een centrale rol is hier weggelegd voor het BWT4all-systeem van de dienst RO/EZ 23

10 Randvoorwaarden voor een soepele implementatie De invoering van het handhavingsbeleid en het handhavingsprogramma zal plaatsvinden op basis van een implementatieplan. Dit plan zal te zijner tijd door de directie van de dienst RO/EZ worden vastgesteld. Wij beperken ons hier tot een aantal puntsgewijs opgesomde randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om tot een adequate en daadwerkelijke uitvoering van het handhavingsprogramma te komen: een goede organisatie (aansturing en draagvlak inspecteurs); een capaciteitsbehoefte die aansluit bij het programma (fte s aangeven voor de technische toetsers, juristen, juridisch-administratieve medewerkers en het management); voldoende financiële middelen (bijv. i.v.m. communicatie, publiciteit en informatie); een goede integrale samenwerking (intern/extern); betrouwbare kengetallen en heldere protocollen; ICT (workflow-systemen, goed benutten BWT4all / effectieve werkwijze, gebruik van laptops); informatietechniek via BWT4all en Basis Voorziening Gegevens (BVG); goede handhaafbare bestemmingsplannen en andere regelgeving. 24

Bijlagen 25

Bijlage 1 Deelnemerslijst gemeente Groningen workshop op 1 en 2 december Wethouder Ruimtelijke Ordening c.a. W. Smink (g) Directeur Stadsbeheer J. Cuperus Afdelingshoofd Bouw-, Woningtoezicht & Monumenten G.W. Hanekamp Teamleider Inspectie P. Homan Teamleider Beleid & Ondersteuning E. van Deelen Beleidsmedewerker D. Bergman Inspecteurs R. Bruijgoms, P.v.d. Meer, E. Zaagman Juridisch-administratieve medewerker R. Hooijsma Jurist I. Hop Constructeur B. Vos (g) Brandweer (afd. preventie) B. Kikkert Afdeling Wonen L. Stol (g) Team Monumenten B. Raangs (g = gedeeltelijke aanwezigheid) Ondersteuning VROM: K. de Kort, P. Palmen en P. Schravendeel 26

Bijlage 2 Uitkomsten risicomodel gemeente Groningen Handhavingsopgave Categorie Specificering Veiligheid Gezondheid Natuur Financieel economisch Leefomgeving Imago Kans Prioriteit Risico-inschatting Bijeenkomst Restaurant, café, bioscoop 5 2 1 1 3 5 5 14,2 Hoog Bouwen zonder bouwvergunning Utiliteitsbouw Centrum 5 3 1 1 5 5 4 13,3 Hoog Slopen zonder sloopvergunning Alles Centrum 4 5 1 2 3 5 4 13,3 Hoog Gebruik bouwwerken / erven in Alles Buitengebied 2 2 2 1 3 3 5 10,8 Hoog afwijking bestemmingsplan Gebruik bouwwerken / erven in Alles Centrum 3 2 1 1 2 4 5 10,8 Hoog afwijking bestemmingsplan Realisatie reclame zonder reclame- Alles Centrum 1 1 1 1 3 5 5 10,7 Hoog of bouwvergunning Bijeenkomst Kinderdagverblijf 5 3 1 1 1 5 5 10,7 Hoog Tijdelijke bouwvergunning Overschrijding instandhoudingstermijn Alle gevallen 1 1 1 1 3 5 5 10,0 Middelhoog Onderwijs Leerlingen tot 12 jaar 4 3 1 2 1 4 4 10,0 Middelhoog 27

Inspectie bouwvergunning / bouwen Utiliteitsbouw Centrum 5 3 1 1 4 5 3 9,5 Middelhoog in afwijking van de bouwver- gunning Bouwen zonder bouwvergunning Utiliteitsbouw Buitengebied 4 2 3 1 2 2 4 9,3 Middelhoog Onderwijs Leerlingen van 12 jaar en ouder 3 3 1 2 1 4 4 9,3 Middelhoog Slopen zonder sloopvergunning Alles Buitengebied 2 3 2 1 2 3 4 8,7 Middelhoog Logies Binnen logiesgebouw gelegen (bijv. hotel, pension) 4 2 1 1 1 4 4 8,7 Middelhoog Inspectie bouwvergunning / bouwen in afwijking van de bouwvergunning aan vereisten welstand Inspectie bouwvergunning / bouwen in afwijking van de bouwvergunning Woningbouw Beschermde stadsgezichten Utiliteitsbouw Woning, woongebouw, woonwagen 3 2 1 1 2 4 4 8,7 Middelhoog Centrum 1 1 1 3 3 4 4 8,7 Middelhoog Beschermd stadsgezicht 4 2 1 1 4 5 3 8,5 Middelhoog Bouwen zonder bouwvergunning Utiliteitsbouw Industriegebied 4 1 3 1 1 2 4 8,0 Middelhoog Inspectie bouwvergunning / bouwen in afwijking van de bouwvergunning Utiliteitsbouw Overig 4 2 1 1 3 4 3 7,5 Middelhoog Aantasting archeologisch monument Alles Alle gevallen 1 1 2 1 1 3 5 7,5 Middelhoog Realisatie onttrekking woonruimte Alles Alle gevallen 2 1 1 2 3 2 4 7,3 Middelhoog zonder onttrekkingsvergunning Bouwen zonder bouwvergunning Woningbouw Aanbouw, uitbouw, 2 2 1 1 2 3 4 7,3 Middelhoog bijgebouw Inspectie bouwvergunning / bouwen in afwijking van de bouwvergunning Woningbouw Aanbouw, uitbouw, bijgebouw 2 2 1 1 2 3 4 7,3 Middelhoog 28