Blok 4 les 2 Groep 7,8 3 2 7 1 2 3 1 4 4 5 6 Wachter 1 2 13 4 Basketbalparcours 3 (jongleren)! Vier kinderen doen tegelijkertijd het dribble parcours. De anderen wachten op de bank. 1. Pak een bal uit de mand of wacht tot iemand je een bal aanspeelt (vanaf 7 kinderen). 3. Dribbel de bal in de hoepel en zelf een rondje om iedere hoepel heen lopen en schiet op de basket. 4. Loop over de bank, stuit naast de bank en schiet op de basket. 5. Pass naar de wachter in de hoepel en neem daarna zijn plek over. Korfbal 1 korf (doelspelen)! 2 Partijen proberen te scoren op de korf.! Er mag niet gedribbeld worden. De bal mag niet uit de handen getikt/gepakt worden.! Als een ander team in balbezit raakt, dan moeten ze eerst 3x overspelen voordat ze op de korf kunnen mikken. Pas als de bal door de tegenpartij afgepakt is, dan moet er weer 3x overgespeeld worden of wanneer er een doelpunt valt.! De verdedigd doelen regel: zie andere blad. Wrijvingsklimmen (balanceren)! Doe 1 van de opdrachten die op het A4tje liggen en sluit daarna achteraan op de bank.! Schoenen mogen uit.! Als het helemaal niet lukt: Het kind constant onder de rug ondersteunen. Of het kind onderaan het wandrek heen en weer laten klimmen, de bank lager of bind 5 touwtjes om de bank waar de klimmers steun aan kunnen vinden. Pak t lintje/rots-water (stoeien)! De voorste van de bank kiest iemand tegen wie hij wil stoeien en welke van de onderstaande twee spelvormen.! De nieuwe voorste van de bank gaat bij het matje zitten als scheidsrechter. Hij geeft het startteken.! Na afloop sluiten beiden achteraan op de bank. De scheidsrechter kiest een volgende. 1 Pak t lintje: Beide kinderen zitten op hun knieën met een lintje als staart in hun eigen broek. De scheidsrechter geeft een startteken. Wie pakt het eerste het lintje van de ander? 2 Rots-water: Beide kinderen staan rechtop tegenover elkaar. De handen houden ze plat, rechtop, tegen elkaar aan. Op teken van de scheidsrechter gaan ze elkaar uit evenwicht duwen. Dit doen ze door zich gespannen te houden (rots) of juist meegaand-slap (water). e mogen niet vastpakken alleen duwen of je eigen handen wegtrekken.
Jongleren Basketbalparcours 3 Groep 5 t/m 8 7 1 2 3 4 5 6 Wachter Voorbereiding - 4 basketballen in een mand - 4 kleine pilonnen, 3 hoepels, een bank, 3 grote pilonnen, de basket uit - 1 wachter staat in de hoepel en de anderen wachten op de bank. Bedoeling - 4 kinderen doen tegelijkertijd het dribble parcours. De anderen wachten op de bank. Volgorde van handelen 1. Pak een bal uit de mand of wacht tot iemand je een bal aanspeelt. 2. Dribbel om de kleine pilonnen en schiet op de basket. Nu mag ook de volgende beginnen. 3. Ga in de hoepel staan en dribbel de bal buiten de hoepel een rondje om de hoepel. 4. Loop over de bank, stuit naast de bank en schiet op de basket. 5. Pass naar de wachter in de hoepel en neem daarna zijn plek over. 6. Dribbel buitenom. 7. Pass naar de voorste en sluit achteraan. Aandachtspunten - Dribbel met 1 hand. Niet slaan op de bal maar duwen. Dribbel naast je, niet voor je. Blijf laag. Met dank aan Milko Lieverst
Doelspelen Korfbal 1 korf Groep 5 t/m 8 Voorbereiding - 2 banken om het gebied af te zetten. - 1 korf in het midden van het vak. Het beste is een grote korf. - 3 rode lintjes, 3 blauwe lintjes en 1 geel lintje voor de joker, een bal. Bedoeling - 2 Partijen proberen te scoren op de korf. Dit mag pas als ze eerst 3x over hebben gespeeld. Volgorde van handelen - Maak 2 teams die aan elkaar gewaagd zijn. - Bij een oneven aantal kinderen is er 1 scheidsrechter of is er een joker (deze hoort altijd bij de partij die de bal heeft) zie aandachtpunten - Bij 3 doelpunten verschil heeft een team gewonnen en worden er nieuwe partijen gevormd. Regels - Er mag niet gedribbeld worden. De bal mag niet uit de handen getikt/gepakt worden. - Als een ander team in balbezit raakt, dan moeten ze eerst 3x overspelen voordat ze op de korf kunnen mikken. Pas als de bal door de tegenpartij onderschept is, of wanneer er een doelpunt valt, dan moet er weer 3x overgespeeld worden. - De verdedigd doelen regel: Als een aanvaller verdedigd staat dan mag hij niet op de korf schieten. Dit is in de volgende gevallen: - De verdediger heeft één of twee armen schuin omhoog èn - De verdediger staat zo dicht bij de aanvaller, dat hij hem aan zou kunnen raken èn - De verdediger staat tussen de korf en de aanvaller. Aandachtspunt - Kies voor een scheidsrechter bij groepjes die goed zijn in spel. Kies een joker bij teams die niet zo sterk zijn in spel, want dan staat er altijd 1 kind vrij. 7834
Balanceren Wrijvingsklimmen Groep 4 t/m 8 Voorbereiding - 2 banken in de 7e en 8e sport van onderen. - 2 bindriempjes of touwtjes om de banken vast te maken. - een wachtbank en 2 matjes. - Bijlage: A4tje met klimopdrachten. Handig wanneer je deze van tevoren kopieert. Bedoeling - Doe 1 van de opdrachten die op het A4tje liggen en sluit daarna achteraan op de bank. - Klim met handen aan de zijkant van de bank en met de voeten op wrijving zo hoog als je durft en daarna met kleine pasjes weer naar beneden. Regels - Pas klimmen als de voorganger de bank helemaal niet meer aanraakt. - Alleen klimmen, dus niet glijden. - Schoenen mogen uit. Aandachtspunten - Als het helemaal niet lukt: Een bank erbij die nog minder schuin staat. Het kind constant onder de rug ondersteunen. Of het kind onderaan het wandrek heen en weer laten klimmen, een rondje om het wandrek laten klimmen of het wandrek in klimmen zo hoog als je durft. Variatie 1 Bind 5 touwtjes om een bank waar de klimmers wat steun aan kunnen vinden. 2 et een bank aan sport 6, de ander aan sport 8. 3 et een mand met klein materialen klaar met blokjes, pilonnen, touwtjes en stokken waaruit kinderen kunnen pakken.
Kies de opdracht die bij je past! Klimopdrachten: Klim zo hoog als je durft en daarna met kleine pasjes weer naar beneden. Klim naar het einde van de bank en via het wandrek weer naar beneden. Klim met 2 handen aan 1 zijkant van de bank. Klim met 1 hand op de rug. Klim door maar 1 voet te gebruiken. Klim door je voeten niet te gebruiken. Klim met je hoofd naar beneden omhoog. Klim tot de helft, draai een rondje om de bank en klim verder omhoog. Neem een pittenzak mee op je hoofd. Kruip omhoog. Bedenk zelf een opdracht en doe hem!
Stoeien Pak t lintje/rots-water Groep 3 t/m 8 Rots-water Pak t lintje Voorbereiding - 2 stoeiplekken, een wachtbank, 4 lintjes Bedoeling - Kies steeds uit één van de twee stoeispelletjes. Volgorde van handelen - De voorste van de bank kiest iemand tegen wie hij wil stoeien en welke van de onderstaande twee spelvormen. - De nieuwe voorste van de bank gaat bij het matje zitten als scheidsrechter. Hij geeft het startteken. - Na afloop sluiten beiden achteraan op de bank. De scheidsrechter kiest een volgende. Spelvormen 1 Pak t lintje: Beide kinderen zitten op hun knieën met een lintje als staart in hun eigen broek. e pakken elkaar eerst vast bij de bovenarmen. Daarna geeft de scheidsrechter een startteken. Wie pakt het eerste het lintje van de ander? Speel wie het eerst 2x gewonnen heeft. 2 Rots-water: Beide kinderen staan rechtop tegenover elkaar op 1 matje in de breedte, dus dicht bij elkaar. De handen houden ze plat, rechtop, tegen elkaar aan. Op teken van de scheidsrechter gaan ze elkaar uit evenwicht duwen. Dit doen ze door zich gespannen te houden (rots) of juist meegaand-slap (water). e mogen niet vastpakken alleen duwen tegen de handen van de ander of je eigen handen wegtrekken. et je een stap, of duw je tegen iets anders dan de handen, dan telt de scheidsrechter een punt. Wie heeft het eerste 2 punten?
Pak t lintje 1. Pak elkaar vast bij de bovenarmen. 2. De scheidsrechter geeft het startteken 1-2-Hajime. 3. Pak t lintje!!
Rots-Water 1. Met de handen plat tegen elkaar en samen op 1 matje 2. Een scheidsrechter geeft het startteken 1-2-Hajime. 3. De ander heeft een punt als: - Je die ander ergens anders aanraakt dan tegen z n platte handen - of je een voet verplaatst 4. - Duw (rots) of - Geef mee (water) 5. Wie heeft het eerst 2 punten? Kick stapt, dus Finn heeft een punt.