"Herijking" 16 december Herijking Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland Lange Termijn Doelen, Operationele Doelen en Begroting

Vergelijkbare documenten
Concept-Herijking Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland: Visie, Lange Termijn Doelen, Operationele Doelen en Begroting

Samenvattende stukken uit de Provinciale POL aanvulling Nationaal Landschap ( vastgesteld 14 oktober 05).

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

Eijsden. Economische activiteit

Ruimte om te leven met water

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Heukelum. Zicht op de Linge

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Toeristische visie Regio Alkmaar

erklaring van Altena

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Een gemeentelijk dorpenbeleid. Plattelandsacademie Leuven, 28 april

1. Streekplan Brabant in balans

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Ambitiedocument ter voorbereiding van de Economische visie gemeente Berg en Dal

Aan de leden van Provinciale Staten

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

Houtskoolschets Asten april 2017

Leegstand agrarisch vastgoed

Stellingen Provinciale Staten

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

De kunst van samen vernieuwen

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

CONCEPT. Op weg naar omgevingsafspraken Aviation Valley MAA

Lokaal economisch beleid

Raadsvoorstel 2004/ Lokaal Sociaal Beleid. M. Steffens-van de Water en H. Tuning Samenleving en Welzijn

Poldergesprekken. 2 e avond 19 februari 2018

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Beleidsplan - Programma Streekfonds Het Groene Woud

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Lokaal economisch beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

PvdA Duiven - Samen Vooruit!

Themabijeenkomst natuur en landschap. Natuur- en recreatieplan Westfriesland

PvdA Duiven - Samen Vooruit!

LEADER Kempenland. Samen investeren in een leefbaar platteland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Markdal duurzaam en vitaal. Bewonersavond 18 juli 2016

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

APPÈL VAN MAASTRICHT

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte

Deel IV. LOP Midden-Delfland 2025: Uitvoeringsstrategie

INTENTIEVERKLARING HOOGWAARDIG FIETSNETWERK GOOI EN VECHTSTREEK

Advies van de Stuurgroep Centrumgebied Groene Peelvallei voor de op te stellen structuurvisie

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom

Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

Westflank Haarlemmermeer

Startnotitie integraal economisch beleid

Samenwerken aan welzijn

Provincie Vlaams Brabant

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Stoommachinemuseum met op de achtergrond De Kleine Vliet (Bron:

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

PROFILERING HOF VAN TWENTE

West Maas en Waal. Bron:

GESPREKSNOTITIE OVER VERSTERKING VAN HET SALLANDSE LANDSCHAP DOOR AANLEG, HERSTEL EN BEHEER VAN LANDSCHAPSELEMENTEN. in de periode

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Innovatieagenda Melkveehouderij

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

PS2009MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

CHECKLIST ONDERGRONDKANSEN: AANTREKKELIJK WONEN EN WERKEN IN APELDOORN

Transcriptie:

"Herijking" Herijking Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland Lange Termijn Doelen, Operationele Doelen en Begroting 16 december 2005 24-03-2006 11:14:28

Colofon Uitgave: Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel.: +31 (0)43 389 99 99 Fax: +31 (0)43 361 80 99 E-mail: postbus@prvlimburg.nl Internet: www.limburg.nl Limburglaan 10 6229 GA Maastricht Tekst: Afdeling Landelijke Leefomgeving Grafische vormgeving en druk: Provincie Limburg Fotografie: Diana Scheilen Guus Queisen 24-03-2006 11:14:29

Inhoud InleIdIng 1.1. Totstandkoming v van het concept 1.2. Fasering 1.3. Financiering van de doelen 1.4. Hoofdlijnen in de aanpak 1.5. Hoofdkeuzen 1.6. Leeswijzer g g 2 VIsIe op ZuId-lImburg VItaal platteland 2.1. Huidige trends als vertrekpunt 2.2. Visie Zuid-Limburg Vitaal Platteland 16 2.3. Opmerkingen over het proces 23 2.4. Relatie Nationaal Landschap Zuid-Limburg met Herijking Zuid-Limburg Vitaal Platteland 25 5 6 8 10 10 3 de lange termijn doelen en hun onderbouwing 27 4 uitwerking operationele doelen 37 4.1. Operationele Doelen en hun uitwerking 38 4.2. Kaarten met ruimtelijke duiding 49 5 kostenraming uitvoering operationele doelen 51 bijlage 1 93 24-03-2006 11:14:29

24-03-2006 11:14:29

Inleiding 1 Voor u ligt de "Herijking van het Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland". Hierin geven we aan en onderbouwen we, met behulp van welke Lange Termijn Doelen en Operationele Doelen wij het landelijk gebied van Zuid-Limburg in de periode tot 2020 willen versterken. Lange Termijn Doelen (LD's) hebben een horizon tot het jaar 2020. De Operationele Doelen (OD's) hebben een perspectief van 7 jaar, in overeenstemming met de vereiste uitvoeringstermijn van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Deze uitwerking resulteert in een nieuw Plan van Aanpak met de OD's en de bijbehorende maatregelen (projecten) ten behoeve van het Meerjarenprogramma Zuid-Limburg Vitaal Platteland. Met het nieuwe Plan van Aanpak willen we een aanzet geven voor de versterking van de economische en sociale vitaliteit van het landelijk gebied van Zuid-Limburg en voor de verbetering van de omgevingskwaliteit. In de Herijking hebben we het vorige Plan van Aanpak 'Zuid-Limburg: Vitaal Platteland, 2001-2006' als startpunt genomen. Bij de vaststelling van het vorige Plan van Aanpak in 2001 door Provinciale Staten was een evaluatie en eventuele herijking voorzien in 2005-2006. Deze herijking vindt momenteel plaats, om de volgende redenen: We willen de aanpak van Zuid-Limburg Vitaal Platteland uitwerken als een doelenplan, vergelijkbaar met andere gebiedsplannen, zoals het Reconstructieplan van Noord- en Midden-Limburg. Er is behoefte aan een doelenplan dat uitnodigend is voorde regio en een betere basis geeft voor provinciale sturing; De nationale en Europese ontwikkelingen in plattelandsbeleid, zowel op het gebied van de inhoud als op het gebied van de processturing leiden sneller dan verwacht tot ingrijpende veranderingen, nieuwe kansen en de behoefte aan stroomlijning. De meest relevante ontwikkelingen zijn: Nota Ruimte; Aanwijzing Nationaal Landschap Zuid-Limburg; Agenda Vitaal Platteland; Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG); Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG); Kader Richtlijn Water (KRW); De wens tot verwerking van nieuwe accenten ten aanzien van het economisch perspectief Noord West Europa en positionering van Europese (grensoverschrijdende) regio's. 24-03-2006 11:14:29

De Herijking is bedoeld als operationalisering van de Rijksnota "Agenda Vitaal Platteland" en daarmee het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland, waarin de beleidsopgaven zijn uitgewerkt en gekoppeld aan rijksbudgetten. Het plan voldoet aan de criteria voorde Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG), die is voorzien voor 1-1-2007. De WILG geeft een wettelijke basis voorde gebiedsgerichte integrale uitvoering. Daaraan gekoppeld is het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), waardoor (rijks)middelen ontschot en gebiedsgericht kunnen worden ingezet. 1.1. totstandkoming Van het concept Het proces van herijking heeft een zestal stappen gekend: 1. Als eerste stap hebben we een vergelijking gemaakt tussen de Lange Termijn Doelen (LD's) uit het Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland uit 2001, de LD's uit de Agenda Vitaal Platteland (van het ministerie van LNV), en die van het Reconstructieplan van Noord- en Midden-Limburg. Op basis van die vergelijking hebben we in januari 2005 een eerste voorzet gedaan over mogelijke LD's voor de 6 onderwerpen, waarmee aangesloten wordt op de onderwerpkeuze in het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg: landbouw; toerisme en recreatie; wonen, werken en leefbaarheid; bos en natuur; landschap en cultuurhistorie; watersystemen; 2. Vervolgens hebben we met externe deskundigen vier zogenaamde thematische brainstormsessies ge houden over de onderwerpen "landbouw", "toerisme en recreatie", "stad-land" en "Nationaal Landschap". Naar aanleiding hiervan hebben we de LD's aangepast. Bovendien hebben we een nieuw (zevende) onderwerp toegevoegd: de (intensivering van) de relatie tussen stad en platteland; 3. In een derde stap zijn de voorgestelde LD's besproken met de betrokken afdelingen van de provincie Limburg en is gecommuniceerd met de drie Gebiedscommissies van Zuid-Limburg, diverse brancheor ganisaties (de Limburgse Land en Tuinbouw Bond, de Limburgse Milieu Federatie, Recron, KvK, water schap) en de ministeries van LNV en VROM; 4. In een vierde stap is een parallel traject opgestart om te komen tot formulering van Operationele Doelen en kwantificering en ruimtelijke duiding hiervan. Op basis hiervan is een begroting opgesteld. 24-03-2006 11:14:29

Met behulp van gekwantificeerde en ruimtelijk geduide doelen kan een Meerjarenprogramma, zoals bedoeld in de WILG, opgesteld worden; 5. In een volgende stap zijn de opgestelde Visie, LD's en OD's en de begroting uitgebreid met de betrokken partijen besproken en is aan de hand van de binnengekomen opmerkingen en aanvullingen het concept van de Herijking aangepast; 6. Medio september is een voorlichtingscampagne gestart over de inhoud van de Herijking. Met de op merkingen en suggesties, die tijdens deze campagne zijn binnengekomen, is de laatste versie op enige punten aangepast. Het totale document met de LD's en OD's en het Uitvoeringsprogramma is met het oog op de invoering van de WILG en het ILG vastgesteld door Provinciale Staten in december 2005, zodat het document beschikbaar is voor gebruik in 2006. 24-03-2006 11:14:32

1.2. FaserIng Het totaal van LD's, OD's en het Uitvoeringsprogramma vormt het nieuwe plan "Zuid-Limburg Vitaal Platteland", dat sturing van de uitvoering van het plattelandsbeleid mogelijk maakt. De tijdshorizon van de LD's in het herijkte Plan van Aanpak is 2020. Dat betekent dat de LD's voor een termijn van 15 jaar worden opgesteld. Als de ILG/WILG van start gaat op 1-1-2007 dient het eerste Meerjarenprogramma een looptijd te hebben van 7 jaar (dus van 1-1-2007 tot 31-12-2013). Een tweede termijn zal lopen van 1-1-2014 tot 31-12- 2020. Voorzien is dat het bijgestelde Plan van Aanpak "Zuid-Limburg Vitaal Platteland", op 1-1-2006 in werking treedt en op dat moment als basis dient voor het opstellen van jaarplannen van de drie gebiedscommissies. Het opstellen van jaarplannen gebeurt in de periode van april tot september, zodat in 2006 het nieuwe Plan van Aanpak hiervoor meteen kan worden gebruikt. Tevens zal het nieuwe Plan van Aanpak de basis zijn voor het eerste 7-jarige Meerjarenprogramma dat met de rijksoverheid zal worden afgesloten in de loop van 2006. Voor de jaarplannen van 2006 gebruiken de drie gebiedscommissies nog het "oude" Plan van Aanpak. In onderstaand schema is een en ander schematisch weergegeven. Onderdeel Start Einde Totale looptijd Lange Termijn Doelen 1-1-2006 31-12-2020 15jaar Operationele Doelen - Jaarplan voor 2006 (is reeds opgesteld op basis van oude 1-1-2006 1-1-2007 tevens 1 jaar Plan van Aanpak) start ILG/WILG - Eerste Meerjarenprogramma onder ILG/WILG* 1-1-2007 31-12-2013 7 jaar -Tweede Meerjarenprogramma onder ILG/WILG 1-1-2014 31-12-2020 7 jaar * Projectmatige uitwerking en operationalisering gebeurt in de Jaarplannen die elk jaar worden opgesteld, op basis van het Meerjarenprogramma. 24-03-2006 11:14:32

1.3. FInancIerIng Van de doelen Van de zeven onderwerpen die we onderscheiden zijn er drie met een rijksprioriteit: landbouw, realisatie EHS (incl. robuuste verbindingen; afhankelijk van besluit 2e Kamer) en duurzaam waterbeheer (beekherstel, aanpak verdroging, waterconservering en -berging, waterkwaliteit). Voor deze drie onderwerpen zijn van rijkswege middelen beschikbaar. Voorde overige onderwerpen, vooral de stad-land-relatie en de internationale context, liggen er enorme uitdagingen in Zuid-Limburg, maar zijn erin beperkte mate rijksgelden voorhanden. Daarom beschouwen we het realiseren van nieuwe financiële arrangementen en te vormen fondsen zoals de VORm (Verhandelbare Ontwikkelingsrechten methode) of particuliere landschapsfondsen belangrijke elementen voor de aanpak in Zuid-Limburg. 1.4. hoofdlijnen In de aanpak We werken op basis van vijf hoofdlijnen: 1. Geen nieuw beleid, maar accent op uitvoering. Loslaten van regels waar die niet nodig zijn; 2. De verantwoordelijkheid voor ideeënvorming en uitvoering ligt bij de gebieden; 3. Geen blauwdruk: het benoemen van LD's en OD's, die gedurende het proces van prioriteit kunnen ver anderen als gevolg van voortgaande inzichten en ook niet in alle gevallen voor 100% gehaald worden. Provinciale middelen worden met voorrang ingezet om de geformuleerde OD's te realiseren. Gebiedsoverschrijdende doelen, zoals het verwerven van gronden ten behoeve van de EHS, koppelen we zoveel mogelijk aan OD's; 4. We geven prioriteit aan gestapelde problematiek om zo meervoudig doelbereik te realiseren (meer vliegen in één klap); 5. We hanteren het dialoogmodel, waarbij we zoveel mogelijk aansluiten bij (positieve) autonome ontwik kelingen en partijen faciliteren om het gewenste proces te ondersteunen. Deze vijf hoofdlijnen kunnen worden samengevat in de DUSS-aanpak: Deregulering, Uitvoering, Selectiviteit, Samenwerking. Voor het realiseren van de uitvoering maken we gebruik van de uitvoeringsstructuur die we in de afgelopen periode in samenwerking met de regionale partijen en de Dienst Landelijk Gebied van LNV hebben opgezet. 24-03-2006 11:14:32

1.5. hoofdkeuzen De selectie van de LD's is gebaseerd op een aantal keuzen ten aanzien van gewenste ontwikkelingen in het gebied. We hebben die geselecteerd uit het Plan van Aanpak van 2001 en aangepast naar aanleiding van brainstormsessies met externe deskundigen en op basis van wat in de Agenda Vitaal Platteland is opgenomen over de gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied. Bij elkaar leiden ze tot een visie voor het landelijk gebied van Zuid-Limburg, een landelijk gebied dat niet los gezien kan worden van het stedelijke gebied dat als een ring om het landelijk gebied heen ligt. 1.6. leeswijzer De Herijking is een concretisering van alle ideeën en wensen, die ten aanzien van de uitvoering van maatregelen in Zuid-Limburg leven. Het dient dan ook niet als een "rigide opdracht" voor de gebiedscommissies beschouwd te worden, maar als basis voor het operationaliseren van gezamenlijk geformuleerde doelen. De opbouw van het rapport is als volgt: in hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op de Visie, die we gezamenlijk hebben ontwikkeld ten aanzien van gewenste ontwikkelingen in Zuid-Limburg. In dit hoofdstuk worden ook procesaspecten en de relatie tussen Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland en Nationaal Landschap besproken. De Visie kan worden gezien als een appèl aan de betrokken partijen om, conform de Visie, initiatieven op te pakken en uit te voeren. Het is daarmee geen blauwdruk maar méér een richting die de meeste betrokkenen willen volgen tot 2020. In hoofdstuk 3 worden de Lange Termijn Doelen en de onderbouwing daarvan uitgewerkt. De Lange Termijn Doelen richten zich op de periode vanaf heden tot 2020. De Lange Termijn Doelen kunnen gezien worden als een logische uitwerking van de Visie. Daar waar de Visie nog niet erg concreet is en meereen beeld schetst, zijn de Lange Termijn Doelen een stuk concreter. De Operationele Doelen in hoofdstuk 4 zijn op hun beurt een slag concreter dan de Lange Termijn Doelen. De Operationele Doelen zijn geformuleerd voorde periode 2007-2013 (termijn van 7 jaar) en zijn in alle gevallen gekwantificeerd en ruimtelijk geduid. Aan de hand van de Operationele Doelen wordt duidelijk welke maatregelen in de komende periode zullen worden uitgevoerd. In hoofdstuk 5 volgt de kostenraming op basis van de Operationele Doelen. Hiermee wordt duidelijk hoeveel middelen we willen besteden aan het bereiken van de diverse doelen in Zuid-Limburg. In de bijlage zijn de kaarten opgenomen. 10 24-03-2006 11:14:32

Schematisch ziet de opbouw van het rapport er als volgt uit: hoofdstuk 2 Visie tot 2020 ^m hoofdstuk 3 lange termijn doelen 2006-2020 ^m hoofdstuk 4 operationele doelen 2007-2013 ^^m hoofdstuk 5 kostenraming operationalisering doelen 2007-2013 11 24-03-2006 11:14:32

12 24-03-2006 11:14:36

Visie op Zuid-Limburg Vitaal Platteland 2 2.1. huidige trends als Vertrekpunt Het Limburgse Heuvelland is omgeven door een aantal grote steden op korte afstand. Binnen een straal van ca. 30 kilometer wonen meer dan 2 miljoen mensen. Grofweg 60 % daarvan woont in de grotere steden, en ruim éénderde woont op het platteland. Het Zuid-Limburgse platteland vervult een groot aantal functies voor zowel de stads- als de plattelandsbewoners en is daarom niet te vergelijken met traditioneel agrarische gebieden als Friesland, de Achterhoek of de Peel. De invloed van de steden op het platteland is groot, en de bevolkingsdruk eveneens. Delen van Zuid-Limburg maakt deel uit van het Drielandenpark: de open ruimte binnen het grensoverschrijdende stedennetwerk MHAL (Maastricht - Hasselt - Heerlen -Aken - Luik). De relaties met Aken als verzorgings- en werkgebied voor Oost-Mergelland en de regio Vaals als overloopgebied voorde bewoners van Aken zijn belangrijk evenals de grensoverschrijdende migratie van inwoners van Zuid-Limburg naar België zoals Lanaken, Maasmechelen en Riemst, de Voerstreek en naar Duitsland, zoals Aken en Herzogenrath. Ontwikkelingen binnen Zuid-Limburg kunnen daarom niet los gezien worden van wat er in de directe internationale omgeving gebeurt. Dat geldt in het bijzonder voor de economische trends en de toekomstmogelijkheden van het gebied. De verhouding stad-platteland en het aantal inwoners per ha is vergelijkbaar met de situatie in de Randstad (de grote steden en het Groene Hart), met een aandeel van 20% bebouwd gebied in Zuid-Limburg tegen 16% in de Randstad en het Groene Hart. Landelijk is dat percentage minder dan 10%. Zuid-Limburg is dus relatief een sterk verstedelijkt gebied. Daarnaast vergrijst de Zuid-Limburgse bevolking in snel tempo. We verwachten dat over 30 jaar het aantal inwoners boven de 60 jaar bijna even groot is als het aantal inwoners tussen de 25 en 60 jaar (beide ongeveer 200.000 inwoners). Nu is die verhouding nog 70:30. Deze verschuiving heeft grote gevolgen voor functies als wonen, zorg en recreatie. Zuid-Limburg is een compact gebied waarin diverse functies met elkaar zijn verweven. Door de verschillende functies en door het reliëf, is het cultuurlandschap altijd afwisselend gebleven: relatief kleinschalig in de beekdalen en open op de plateaus. De uitdaging is om deze afwisseling, kleinschaligheid en openheid ook in deze tijd een functie te geven: een open landschap met graften en dergelijke heeft een functie in de bestrijding van erosie op de hellingen en kleinschaligheid in de beekdalen wordt als een specifieke kwaliteit van het landschap gezien. 13 24-03-2006 11:14:37

Naast de traditionele productiefunctie vervult het platteland in toenemende mate een rol in de dienstverlening voor andere sectoren. Nieuwe economische dragers maken gebruik van het bestaande beeld en de beleving van de Zuid-Limburgse heuvels. Dat betekent ook dat er wat te winnen valt bij het behouden en versterken van de intrinsieke (landschappelijke, natuurlijke en culturele) waarden van het platteland. De nieuwe functies van het platteland zijn meer en meer gericht op het bieden van werkgelegenheid en inkomen voor zowel stads- als plattelandsbewoners. Daardoor heeft ook de stad steeds meer belang bij een vitaal platteland. Voor Zuid-Limburg als totaal (dus landelijk en stedelijk gebied bij elkaar) zijn industrie, handel, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg de belangrijkste sectoren met elk een relatieve bijdrage van rond de 15% van de werkgelegenheid. Toerisme en recreatie dragen in Zuid-Limburg ongeveer 7% bij aan de werkgelegenheid, terwijl de primaire landbouw daaraan ongeveer 1,5% bijdraagt. Plaatselijk kan de bijdrage van toerisme en recreatie en de primaire landbouw aan de werkgelegenheid in het landelijk gebied uiteraard aanzienlijk groter zijn. De meerwaarde van het landschap voor toerisme en recreatie is voor een heel groot deel afkomstig van de (historische) invloed van de landbouw op het (cultuur)landschap en de mogelijkheden voor verbreding in de landbouw zijn op hun beurt voor een groot deel afkomstig van toerisme en recreatie. De toeristisch-recreatieve sector kent relatief veel kleinschalige bedrijven. Dat is enerzijds de charme, maar tegelijkertijd de kwetsbaarheid. Om investeringen te kunnen doen in een kwaliteitsverbetering (grotere plaatsen of mooiere grotere kamers) is een bedrijfsuitbreiding vaak noodzakelijk. Die bedrijfsuitbreiding was in het verleden vaak niet mogelijk vanwege planologische beperkingen en aanwezigheid bij natuurgebieden. De ingezette weg van ontwikkelingsgerichte planologie kan hier bijdragen aan de gewenste groei van bedrijven. Daarbij kan worden gesteld dat de groei niet alleen gezocht moet worden in "meer van hetzelfde", maar in kwaliteitsverbetering, nieuwe concepten en nieuwe allianties. De landbouwbedrijven in Zuid-Limburg kennen specifieke problemen. In vergelijking met overig Nederland zijn de bedrijven kleinschalig en het aantal bedrijven neemt sneller af dan elders. In vergelijking met de grootschalige landbouwgebieden moet in Zuid-Limburg nadrukkelijk rekening worden gehouden met de meervoudige problematiek van de productieomstandigheden van de landbouw (reliëf, erosiegevoeligheid, kwetsbaarheid grondwater en kleinschalig landschap). De combinatie van de kleinschaligheid, de stedelijke druk en de kwetsbaarheid van het gebied maakt het noodzakelijk dat producten en diensten van de agrarische bedrijven een hoger financieel rendement opleveren dan in andere delen van Nederland. We zien dan ook een gestage toename van nevenactiviteiten, gericht op het behalen van een meerwaarde van de producten. 14 24-03-2006 11:14:37

In de akkerbouw, de belangrijkste grondgebruiker, wordt vooral ingezet op gewassen die financieel het meest winstgevend zijn. Dit zijn vaak gewassen die bijdragen aan problemen als erosie en vervlakking van het landschap. De teruggang van de melkveehouderij en daarmee van het areaal grasland vormt een probleem, omdat grasland voor beheersfuncties en anti-erosie-maatregelen noodzakelijk is. Landschap is een van de onderscheidende kwaliteiten van Zuid-Limburg, zeker in Nederlands perspectief. Die kwaliteit is echter geen vanzelfsprekendheid: natuur en landschap staan onder druk onder meer als gevolg van stedelijke, toeristische en (plaatselijk) landbouwkundige druk. Daarom is uitbreiding en kwaliteitsverbetering van natuur, bos en landschap een blijvende uitdaging. De realisatie van de EHS is een belangrijk onderdeel van deze kwaliteitsslag. De wateroverlast is door de toename van perioden met extreme neerslag de laatste jaren geleidelijk toegenomen. Vandaar dat maatregelen om wateroverlast te voorkomen een belangrijk onderdeel van waterbeheer zijn geworden. 15 24-03-2006 11:14:39

2.2. VIsIe ZuId-lImburg VItaal platteland Gelegen in het dichtbevolkte Euregio-gebied, omringd door steden als Maastricht, Aken, Luik, Parkstad en Hasselt biedt het landelijk gebied van Zuid-Limburg vele specifieke kansen. We kunnen die kansen vooral benutten als we in staat zijn om anders aan te kijken tegen het landelijk gebied van Zuid-Limburg. Dat betekent ook dat we keuzes moeten maken: in Zuid-Limburg hebben we te maken met een Stad-land-relatie (liever: Land-Stad-relatie) in een internationale context. In de hele aanpak is dat de kern: de maatregelen die we willen uitvoeren zijn gericht op een verbetering van de Land-Stad-relatie. Maatregelen die we uitvoeren betekenen een win-win-situatie voor zowel land als stad en dan nog het liefst in een internationale dimensie. Zuid-Limburg kan gezien worden als "de Landstad". Traditionele ondernemers/beheerders (landbouw, R&T) zullen vanuit de stedelijke omgeving ondersteund en aangevuld moeten worden met concepten gericht op nieuwe economische dragers, om deze Landstad in al haar aspecten goed te beheren. Dat betekent dat er ook nieuwe spelers in het landelijk gebied zullen verschijnen. Voor zowel deze nieuwe als de zittende ondernemers/beheerders geldt: zorg voor het landschap, op basis van omgevingsbewustzijn, wordt een belangrijke voorwaarde voor het verkrijgen van ontwikkelingsruimte gericht op innovatie en schaalvergroting. Mogelijke uitbreiding wordt gekoppeld aan kwaliteitsverbetering van de omgeving. Dat is het ontwikkelingsgerichte proces dat we willen ingaan in Zuid-Limburg. In dat ontwikkelingsgerichte proces willen we zo min mogelijk gebodsregels hanteren, maar willen we gebruik maken van procesregels en van een goede begeleiding van initiatiefrijke ondernemers in een pril stadium. Onze visie op het gebied wordt weergegeven in een zestal oneliners, voortgekomen uit de brainstormsessies, die we in het vervolg verder uitwerken: Zuid-Limburg: Euregionaal en Bourgondisch; Zuid-Limburg: onze tuin én huiskamer; Niet parasitair, maar symbiotisch; De markt ligt om de hoek; Niche is de nieuwe maat; Land en water: natuurlijk cultuurlijk. Door het denken in heldere beelden ("oneliners") zullen we de richtingen uitdragen, die we willen inslaan in Zuid-Limburg. Een positieve aanpak, gecombineerd met het benutten van kansen, waarbij alle partijen nadenken over de positieve bijdrage die zij kunnen leveren in de gebiedsaanpak: dat is de grote uitdaging voor Zuid-Limburg! 16 24-03-2006 11:14:39

Euregionaal en Bourgondisch Ontwikkelingen in Zuid-Limburg moeten in Euregionaal verband gezien worden. Zuid-Limburg is niet het smalste stukje Nederland, maar veeleer een breed stuk Europa, met vele kansen op internationale samenwerking en ontwikkeling. Wij hebben de ambitie om het hele Zuid-Limburg exclusief de POL-gebieden Stedelijke Dynamiek op te nemen in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg én om te zijner tijd het Nationaal Landschap Zuid-Limburg uit te bouwen tot een Euregionaal landschap: het land van Charlemagne. Dit streven sluit aan bij ambities die verwoord zijn in de Nota Ruimte en de Nota van de Raad voor het Landelijk Gebied over Nationale Landschappen. We zullen de discussie over de stad-land-relaties in deze regio daarom samen met onze buren voeren en we willen dit proces ook faciliteren. Naast de traditionele productiefunctie vervult het platteland in toenemende mate een rol in de dienstverlening voor en door andere sectoren. De nieuwe functies van het platteland zijn gericht op het bieden van werkgelegenheid en inkomen voor zowel stads- als plattelandsbewoners. De nieuwe economische dragers maken gebruik van het bestaande beeld en beleving (het Bourgondische imago) van Zuid-Limburg en moeten daarom de intrinsieke (landschappelijke, natuurlijke en culturele) waarden van het Zuid-Limburgse platteland en koesteren, behouden en versterken. De aanwijzing van Zuid-Limburg als Nationaal Landschap kan daarbij stimulerend werken. De meerwaarde van producten of diensten hangt sterk samen met het imago. Verder uitbouwen van het imago kost geld, maar is daarom ook geld waard. Een goed imago kun je hebben, maar daar moet wel in geïnvesteerd worden, om het te behouden! Met het behouden en versterken van dit imago wordt tevens beoogd om het streven naar een toptechnologische regio in Limburg en Zuidoost Brabant te versterken. Zuid-Limburg als tuin én huiskamer Het landelijk gebied van Zuid-Limburg is de "tuin" voor stadsbewoners én plattelandsbewoners, terwijl het stedelijk gebied beschouwd kan worden als de "huiskamer" van bewoners van de steden en het platteland. Wellicht is Zuid-Limburg het meest uitgesproken stadslandschap van Nederland (vandaar de term Landstad), waarbij "naar buiten gaan" en "thuiskomen" twee gekoppelde begrippen zijn. Vooral als gevolg van de vergrijzing van de bevolking in Zuid-Limburg zullen we in de komende periode in het kader van de leefbaarheid nog meer aandacht besteden aan aangepaste woonvormen, zorg voor elkaar en vrijetijdsbesteding "op loop- en fietsafstand". Er is een stijgende vraag naar wonen-welzijn-zorgarrangementen, 0-tredewoningen en kleinschalige woonvormen. De regionale overlegtafels formuleren de regionale en lokale verbeteropgaven op het terrein van wonen-welzijn-zorg voor mensen met een beperking en zorgbehoevende ouderen en werken samen aan de uitwerking van plannen. 17 24-03-2006 11:14:39

We vinden het belangrijk om activiteiten te verstevigen en te ontplooien, gericht op de sociale activering en dagbesteding voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld door middel van zorgboerderijen en om mensen met een zorgbehoefte zo lang mogelijk thuis in de eigen omgeving te kunnen laten wonen. Naast onze zorg voor de ouderen, is het ook nodig om de nodige impulsen te blijven geven aan de woon- en werkmogelijkheden van starters. Financieel een kwetsbare groep, die op de reguliere woningmarkt weinig mogelijkheden heeft. Leefbaarheid wordt gemaakt door mensen. In Dorpsomgevingsprogramma's (DOP) geven bewoners zelfde verbeteringen aan die ze wenselijk achten en worden de bewoners aangesproken op de invulling van die verbeteringen. Het gezamenlijk betrekken van lokale inwoners (vrijwilligers, scholen, bedrijven, grondeigenaren) en agrariërs leidt tot maatschappelijk en politiek draagvlak, en is daarmee de beste garantie voor behoud van kwaliteit van de omgeving. Niet parasitair maar symbiotisch Ons streven is om Zuid-Limburg te transformeren tot één krachtige samenhangende toeristische regio, inclusief Maastricht, die jaarrond toeristische bestedingen en inkomen genereert. In dat streven passen de grootschalige dagrecreatieve ontwikkelingen in de gebieden met stedelijke dynamiek, zoals in Park Gravenrode, en passen kleinschalige recreatieve ontwikkelingen in het gebied van het Nationaal Landschap. Toerisme vormt de trekker, de omgevingskwaliteit de drager. De regio kenmerkt zich ook door een (beeld van) hoogwaardige omgevingskwaliteit van natuur, landschap, cultuur, streekarchitectuur en dergelijke, die een basis legt voor een duurzaam toeristisch medegebruik door bedrijven en consumenten. We streven daarom naar een symbiotisch model waarbij alle partijen die van het landschap gebruik maken ( producenten en consumenten) zoveel mogelijk van elkaar profiteren en ook bijdragen aan het beheer ervan. We zoeken naar nieuwe allianties met nieuwe spelers op de R&T-markt, passend bij de beleving van Bourgondisch Limburg en gericht op een hoogwaardige omgevingskwaliteit en zorg daarvoor. Ontwikkeling van een aantal nieuwe concepten op het gebied van gezondheid (curatief en preventief), voeding uit de streek, communicatietechnologie en woon-zorg-combinaties in erfgoed heeft daarbij prioriteit. Naast het platteland draagt ook de stad in deze visie financieel bij aan het beheer van het landschap. Fondsvorming biedt de mogelijkheden voor ontwikkeling én duurzaam beheer van het platteland. De financiering kan uitgebreid worden door het ontwikkelen van nieuwe financiële arrangementen als erfpachtconstructies, (visitor-)payback-systems en het opzetten van een ontwikkelingsmaatschappij op basis van PPS-construc-ties. In de uitvoering zoeken we daarom naar dit soort nieuwe financiële constructies. Belangrijk is dat de 18 24-03-2006 11:14:39

investeringen in het platteland een duurzaam karakter hebben. Dat wil zeggen dat de fondsen niet alleen voor éénmalige investeringen gebruikt worden, maar ook voor het onderhoud en beheer op lange termijn. De samenwerking tussen de gebiedsdelen in Zuid-Limburg moet verbeterd te worden. Het gebied van de Grensmaas wordt vanuit het Heuvelland nog slecht benut. Dit geldt ook voor het gebied ten westen van de Grensmaas. We streven ernaar om van de Grensmaas samen met het Belgisch Grensmaas-gebied één T&R-kerngebied te maken en daarnaast de relaties met Heuvelland en Parkstad te versterken. Daarnaast willen we de meer kwetsbare delen van het gebied ontlasten door het opzetten van zogenaamde groene poorten, waar restauratieve functies gecombineerd worden met parkeergelegenheid en startpunten voor wandel- en fietsroutes. De samenhang van de toeristische regio Zuid-Limburg en de jaarrond-beleving wordt ook gevormd door het grensoverschrijdend aanbod in België en Duitsland. We willen het grensoverschrijdend aanbod, meer dan nu het geval is, koppelen, onder meer door de uitvoering van internationale (imago-) campagnes, promotie en marketing. De titels Nationaal Landschap en Drielandenpark kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren. 19 24-03-2006 11:14:42

De markt ligt om de hoek Deze oneliner is het meest van toepassing op de landbouw in Zuid-Limburg. Anno 2005 wordt het merendeel van de grond nog steeds gebruikt ten behoeve van bulkproducten voor de wereldmarkt. Als gevolg van de stedelijke druk is de grondprijs relatief hoog en zijn de schaalvergrotingsmogelijkheden in Zuid-Limburg beperkt. Daardoor kunnen deze bulkproducten elders in Nederland of Europa goedkoper worden geproduceerd. In Zuid-Limburg is produceren voor de wereldmarkt slechts voor een beperkt aantal bedrijven vol te houden. Maar een alternatieve markt voor de producten ligt dichtbij: twee miljoen bewoners in een ring van 30 km rond Zuid-Limburg. Die markt biedt vooral potenties voor producten en diensten met een hogere toegevoegde waarde vanwege het Zuid-Limburgse imago. Daarom moeten de bedrijven inspelen op de behoeften vanuit de stedelijke omgeving, met een accent op kwaliteit en streekgebondenheid. Met name de melkveebedrijven kunnen hier een belangrijke rol in spelen (onderhoud landschap, instandhouding grasland, koeien in de wei). Het zoeken naar nieuwe afzetmogelijkheden en nieuwe markten geldt voor alle ondernemingsvormen in het landelijk gebied. Ontwikkeling van werkgelegenheid is een dynamisch geheel en daar moeten we op kunnen inspelen. De ondernemers van vandaag zijn andere dan die van 10 jaar geleden en dat geldt ook voor de toekomstige ondernemers. Niche is de nieuwe maat Trendanalyse heeft ons geleerd dat groei van regionale economie (vooral van landbouw- en R&T-bedrijven) in het landelijk gebied van Zuid-Limburg niet door middel van steeds groter wordende bedrijven gerealiseerd kan worden. Schaalvergroting hoort vooral bij produceren vooreen zo laag mogelijke kostprijs. De regionale markt vraagt veel meer om producten met meerwaarde en niche-oplossingen. Niches kennen hun eigen specifieke maat en dat vereist maatwerkoplossingen, met uiteraard economisch verantwoorde bedrijfsvoering als basis. We willen vooral het zoeken naar niches met een sterk innovatief karakter en gebaseerd op samenwerking met diverse partijen stimuleren. Ruimte wordt hiervoor geboden met als tegenprestatie het mede beheren van het landschap (fysiek of door middel van bijdrage aan fondsvorming). Met name bij melkveebedrijven zijn hiervoor belangrijke kansen. Het moet mogelijk zijn in dit gebied met zijn internationale omgeving te experimenteren ondanks de soms knellende regelgeving van de overheden. Naast beleidsruimte is daarvoor enerzijds geld nodig en aan de andere kant veel creativiteit. We kunnen creativiteit stimuleren door "bonte" gezelschappen van creatieve initiatiefrijken op één locatie bij elkaar te brengen en de innovatieprocessen te faciliteren. 20 24-03-2006 11:14:42

We zien kansen voor vernieuwend ondernemerschap door het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingvormen zowel met partners uit de eigen sector als die in andere sectoren. Dit moet leiden tot vergroting van de regionale afzetmogelijkheden en ontwikkeling van andere bedrijfsconcepten. We constateren dat er in het landelijk gebied behoefte is aan een nieuw soort ondernemer met durf om nieuwe ontwikkelingen op te zetten. We willen daarom "vers bloed" verleiden om te komen ondernemen in het landelijk gebied van Zuid-Limburg. Bedrijfsontwikkelingen zijn mogelijk vanuit het ontwikkelingsgerichte denken, maar de bedrijfsontwikkelingen moeten wel passen in de maat van het landschap en voor het toestaan van ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tegenprestaties worden gevraagd. Verdere ontwikkeling van het BOM+-instrument is daarbij leidend. Ondernemers zullen meer dan in het verleden een vraaggerichte en flexibele bedrijfsvoering moeten ontwikkelen om permanent te kunnen reageren op de voortdurend veranderende marktomstandigheden, zoals lokaal intensiveren om regionaal te kunnen extensiveren. Dit vergt een voortdurende innovatie en kennisontwikkeling voor de ondernemers. Marktattitude en ondernemersdurf worden cruciaal voor bedrijfscontinuïteit evenals de noodzaak om nieuwe partners te zoeken. Te denken valt aan nieuwe markten zoals energieteelten, paardenhouderij, natuur- en landschapsonderhoud door grazers en ontwikkeling van kleinfruitteelten. De intensivering van de samenwerking met collega-ondernemers moet leiden tot een totaalpakket gebaseerd op de vraag uit het gebied van inwoners, bezoekers en toeristen. Land en water: natuurlijk cultuurlijk Het gebiedsaandeel echte natuur is in Zuid-Limburg beperkt, maar heeft wel een grote ecologische waarde. We vinden het belangrijk om dit aandeel te vergroten. Het imago van natuur en landschap in Zuid-Limburg is goed, maar de werkelijke kwaliteit is vaak anders: natuur en landschap staan onder druk. We willen daarom een forse inspanning leveren om het beeld van het landelijk gebied in overeenstemming te houden met het imago. Daartoe hebben we afspraken gemaakt over de realisatie van de EHS, over natuurontwikkeling en over particulier beheer. Zaak is nu om deze afspraken af te ronden en uit te voeren, zodat de pijlers, waarop de omgevingskwaliteit rust, zich verder kunnen ontwikkelen. Belangrijke actoren hierbij zijn de terreinbeherende organisaties en de landbouw (met name de melkveehouderij). We willen de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten versterken en intact houden. Daarbij zal prioriteit worden gegeven aan de landschappelijke kern kwaliteiten zoals die benoemd zijn in de POL-aanvulling Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Naast behoudsaspecten voor landschap staat centraal de ontwikkeling van het landschappelijke raamwerk, waardoor de natuurlijke ondergrond en de cultuurhistorie van Zuid-Lim- 21 24-03-2006 11:14:42

burg verder worden geaccentueerd. Daarbij is te denken aan het historisch wegenpatroon, de bestaande openheid op de plateaugebieden, de kleinschalige afwisseling van open en gesloten op hellingen en in droogdalen, de vroegere kleinschaligheid in beekdalen en in de omgeving van dorpen. Verder is ons streven dat de cultuurhistorische kernkwaliteiten zoveel mogelijk voor recreant, toerist en bezoeker toegankelijk gemaakt worden zowel fysiek als virtueel (digitaal). Het landelijk gebied is van strategisch belang om erosie te bestrijden, grondwater te beschermen en te dienen als wateropvang ten tijde van perioden met intense neerslag. Perioden met extreme neerslag zullen vaker voorkomen. Als gevolg hiervan zijn meer maatregelen nodig om erosie en overstromingen tegen te gaan. Het regenwater moet beter worden vastgehouden waar het valt, zodat het voor een groter deel in de bodem infiltreert. Vermindering van de afvoerpieken zal plaatsvinden via de navolgende voorkeursvolgorde: vasthouden van water in het neerslaggebied, creëren van waterbergingsmogelijkheden en renatureren van waterlopen. Erosiebestrijding kan ook worden bereikt door verandering in landgebruik op de hellingen en in de droge dalen door bijvoorbeeld natuurontwikkeling en aanleg en behoud van grasland. Hiervoor is instandhouding van de melkveehouderij in Zuid-Limburg van wezenlijk belang. Waterberging wordt waar mogelijk op natuurlijke wijze vorm gegeven door vrije meandering van beken, waarbij de stroomsnelheid wordt geremd en de afvoercapaciteit van de beken beperkt, waardoor de beken, al dan niet gestuurd, vaker buiten hun oevers zullen treden. Bij bestaande en nieuwe waterbuffers zal aandacht besteed moeten worden aan een goede landschappelijke inpassing, die het streven naar instandhouding en versterking van kern kwaliteiten ondersteunt. De verbetering van de waterkwaliteit, ook in internationaal verband, zal een enorme impuls krijgen door de implementatie van de Kader Richtlijn Water. Tot 2015 zullen vooral de natuurlijke beken, de grondwaterbeschermingsgebieden, de prioritaire en kansrijke verdroginggevoelige natuurgebieden, de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden en de zwemwateren prioritair aandacht krijgen in de aanpak, aangezien de doelstellingen in die gebieden in eerste instantie in 2015 gerealiseerd moeten zijn. Een nadere uitwerking en fasering vindt plaats in het eerste (internationale) stroomgebiedsbeheersplan Maas 2009-2015. Na 2015 zal vooral aandacht besteed worden aan de kwaliteitsverbetering van de overige oppervlaktewateren. In het kader van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg kunnen veel van bovengenoemde ambities een extra impuls krijgen. Het betreft vooral die zaken die bijdragen aan een sterk recreatief-toeristisch imago van de streek én aan het in goede staat houden en toegankelijk maken van de natuurlijke en cultuurlijke kernkwaliteiten van Zuid- Limburg. 22 24-03-2006 11:14:42

^ pm 2.3. opmerkingen over het proces Ten aanzien van het proces kan een aantal opmerkingen en voorwaarden worden gemaakt; Met het oog op de voorbereiding en uitvoering van Lange Termijn Doelen en Operationele Doelen wordt ervan uitgegaan dat betrokken partners voldoende personele capaciteit beschikbaar stellen. Vele vormen van uitvoering kosten veel voorbereidingstijd en procestijd op bestuurlijk en ambtelijk vlak en daarvoor is personele inzet van alle betrokken partijen onontbeerlijk. Het is onwerkbaar als alle partijen deze inzet gaan verrekenen, vandaar dat van een vrijwillige inzet ten behoeve van het proces wordt uitgegaan. Dit geldt niet alleen voorde regionale overlegmomenten, maar ook zeker voor de internationale overlegstructuren en -momenten; 23 24-03-2006 11:14:45

De voorde landinrichtingsprojecten in voorbereiding geformuleerde doelstellingen leveren een bijdrage aan de geformuleerde LD's en OD's. Daar waar de geformuleerde doelstellingen niet met rijksmiddelen kunnen worden gerealiseerd is het noodzakelijk deze in te bedden in de programmering van gebiedscommissies en jaarplannen. Bij landinrichtingscommissies wordt daarom bepleit hiertoe projectvoorstellen via de gebiedscommissies voor te dragen. De landinrichtingsprojecten in voorbereiding zullen het kader van de ILG en WILG overigens geleidelijk ingebed worden in de uitvoeringsorganisaties voor het gebiedsgericht werken. De projecten in uitvoering Centraal Plateau en Mergelland-Oost zullen als zelfstandige projecten worden afgerond. Deze projecten leveren een wezenlijke bijdrage aan een aantal van de geformuleerde LD's en OD's; Bij de voorgenomen uitvoering van maatregelen wordt in een aantal gevallen voorgesorteerd op de mogelijkheid van experimenteren buiten de wettelijke kaders. Hier gaat het vooral om het principe van "experimenteren" zonder dat de eindresultaten al van tevoren vastliggen: de mogelijkheid om naast het behalen van positieve resultaten, ook fouten te maken en daaruit te leren ("trial and error"). Het is van belang dat initiatieven die prima passen in de doelstellingen voor een vitaal platteland, niet ten onder gaan als gevolg van de letterlijke interpretatie van regels, die eigenlijk ergens anders voor zijn bedoeld. Vandaar dat in een aantal gevallen een beroep zal worden gedaan op experimenteermogelijkheden. Provincie en gemeenten zullen daarbij een begeleidende en toetsende rol moeten vervullen; Algemeen wordt het als een probleem ervaren dat er te weinig geld beschikbaar is voor het herstel en beheer van het Zuid-Limburgse landschap. In vele vormen wordt er nagedacht over mogelijke finan-cieringsvormen en financiële arrangementen ten behoeve van het platteland. Het is zaak dat vanuit de betrokken partijen op centraal niveau voldoende tijd en energie gestoken wordt ten behoeve van de ontwikkeling van fondsen. Gedacht kan worden aan bijdragen uit het bedrijfsleven, bewonersinitiatieven (zowel in stad als land) en "visitor-pay-back-systems"; Vele partijen in het landelijke gebied hebben de mogelijkheid om meerwaarde uit hun producten te halen op basis van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde van het landelijk en nabijgelegen stedelijk gebied. Het imago van Zuid-Limburg is er ondanks het verstedelijkte karakter nog steeds een van "rust, ruimte en groen". Het is echter een broos imago, dat wel bewaakt en bewaard dient te worden, aangezien het ook heel snel kan vervagen, als ontwikkelingen rust, ruimte en groen opslokken. Aan imago-bewaking zal dan ook de nodige aandacht besteed moeten worden; De voortgang van de te nemen maatregelen en de effectiviteit van de instrumenten en regelingen zal van tijd tot tijd tegen het licht worden gehouden. Dit is een vast onderdeel van gebiedsgericht werken en dat hoeft niet apart vermeld te worden in de Operationele Doelen. Daar waar toch monitoring en aanpassing van instrumenten genoemd is (L2.3) heeft dat als bedoeling dat de genoemde instrumenten extra aandacht krijgen en zo nodig gedurende de looptijd van het Meerjarenprogramma aangepast worden. 24 24-03-2006 11:14:45

2.4. relatie nationaal landschap ZuId-lImburg met herijking ZuId-lImburg VItaal platteland De relatie tussen het Nationaal Landschap Zuid-Limburg (NL) en het gebiedsgerichte plattelandsbeleid dat vastgelegd wordt in de Herijking Zuid-Limburg Vitaal Platteland, is van groot belang. Immers in het kader van het gebiedsgericht plattelandsbeleid worden stimulerende maatregelen uitgevoerd voor bijna alle sectoren die voor het Nationaal Landschap van belang zijn: landschap, natuur, recreatie, landbouw en water. De ambities in het kader van het Nationaal Landschap zullen enerzijds vastgelegd worden via de POL-aanvulling Nationaal Landschap Zuid-Limburg en anderzijds worden uitgevoerd via de projecten in de jaarplannen in het kader van de Herijking Zuid-Limburg Vitaal Platteland. In het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland worden de rijksmiddelen voor plattelandsbeleid (via ILG) maar ook Europese, provinciale, regionale en lokale middelen bijeengebracht, met het oog op de realisatie van het overheidsbeleid. Het Meerjarenprogramma is tevens het kader waarbinnen de projecten en programma's uit de streek beoordeeld zullen worden. Het overleg en de samenwerking in het kader van Herijking Zuid-Limburg Vitaal Platteland respectievelijk in het kader van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg zullen op elkaar worden afgestemd. De uitvoeringsorganisatie die nu al is opgezet voor het realiseren van het Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland, kan uitstekend fungeren als spil in de uitvoering van projecten en maatregelen in het kader van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Voor Nationaal Landschap hoeft dus geen nieuwe uitvoeringsorganisatie opgezet te worden. Nationaal Landschap en Plan van Aanpak Zuid-Limburg Vitaal Platteland kunnen elkaar, buiten de uitvoering, versterken op een aantal punten: Bescherming van de landschappelijke waarden via een goede vastlegging van de kernkwaliteiten in een POL-aanvulling; Vermarkting van de titel Nationaal Landschap: er is maar één Nationaal Landschap Zuid-Limburg; Organisatie van strategisch overleg, afstemming en samenwerking in het kader van Nationaal Landschap tussen de actoren in het landelijk gebied en alle drie de stedelijke gebieden in Zuid-Limburg; Inzet van extra instrumentarium en middelen in het kader van het Nationaal Landschap. 25 24-03-2006 11:14:45

26 24-03-2006 11:14:49

De Lange Termijn Doelen en hun onderbouwing In onderstaande tabel worden de diverse Lange Termijn Doelen (LD's) voor de onderscheiden onderwerpen in tabelvorm weergegeven, gekoppeld aan de onderbouwing van elk doel. Ter verduidelijking: Lange Termijn Doelen zijn abstracte doelen, die weliswaar gekwantificeerd kunnen worden en ruimtelijk te duiden zijn, maar bewust nog niet heel concreet geformuleerd zijn. Ze zijn immers geformuleerd vooreen periode van ongeveer 15 jaar. Bij de formulering van de Operationele Doelen in hoofdstuk 4 zal een concreter en meer gekwantificeerd beeld mogelijk zijn, omdat de looptijd hiervan korter is. Het onderwerp Stad-Land heeft een andere plaats in de opzet van Lange Termijn Doelen, omdat de doelen die hiervoor geformuleerd zijn, voor meerdere onderwerpen toepasbaar zijn. De LD's voor Stad-Land kunnen daarom ook worden gezien als overkoepelende, veelal procesgerichte doelstellingen, die meer dan de onderwerpgerelateerde doelstellingen, integraal en voor het gehele gebied van toepassing zijn. De onderbouwing van de wenselijkheid van de Lange Termijn Doelen van Stad-Land zijn voor het grootste gedeelte terug te vinden in de Visie ten aanzien van het gebied (hoofdstuk 2). 27 24-03-2006 11:14:49

Stad-Land Doelstellingen ten behoeve van Herijking Lange termijn doelen tot 2020 Onderbouwing Internationale dimensie SL1: Versterken van internationale stad-landrelaties als onderdeel van het Stedelijke net- belangrijke besluiten met ruimtelijke consequenties voor het platteland Het uiteindelijk resultaat van de "internationale dimensie" moet zijn dat werk MHAL en het Drielandenpark. in overleg met de buurlanden zullen plaatsvinden - en omgekeerd - dat ingrepen in de buurlanden die een impact hebben op het Limburgse platteland tijdig in euregionaal verband besproken worden. Principeafspraken hierover zijn eerder vastgelegd in de Grenscommissie Oost van de Benelux. Dit overleg kan plaatsvinden via bestaande overlegstructuren (Grenscommissie Oost, MHAL-stedenoverleg, Drielandenpark) maar ook in nieuwe euregionale en Europese kaders (zoals Agentur EuRegionale 2008 GmbH). Communicatie Instrumentarium SL2: Het versterken van communicatie, samenwerking en participatie tussen stad en stadsbewoners van de grotere (MHAL) steden en moet daarom als een Het Zuid-Limburgse platteland vervult een belangrijke functie voor land op bestuurlijk en ambtelijk niveau en met integraal onderdeel van het stedelijk netwerk beschouwd worden. De bewonersgroepen met het oog op plattelandsontwikkeling en beheer van het peri-urbane en moeten daar dan ook meer bij betrokken worden. Bij steden hebben een rechtstreeks belang in hun "landelijke ommeland" landschap. plattelandsontwikkeling in Zuid-Limburg is daarom de communicatie en samenwerking met de stad onontbeerlijk: zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau en tussen (groepen van) burgers: ouderen, jongeren, boeren, burgers en buitenlui. De communicatie over het gebied moet zich op een wervende en educatieve manier richten op deze verschillende groepen. SL3: Het versterken van de kwaliteiten beheer De nieuwe functies van het platteland moeten gericht zijn op het bieden van het landelijk gebied door het verruimen van van werkgelegenheid en inkomen voor zowel stads- als plattelandsbewoners. Nieuwe economische dragers maken gebruik van het be- de financiële arrangementen en instrumenten ten behoeve van specifieke doeleinden in de staande imago van Zuid-Limburg en moeten de daarom de intrinsieke ontwikkeling van vitaal platteland. (landschappelijke, culturele en natuurlijke) waarden van het platteland koesteren, behouden en versterken. Voor herstel, behoud en beheer zijn financiële middelen nodig en die kunnen vanuit de nieuwe functies komen. Dat betekent dat ook de stad financieel kan bijdragen aan het onderhoud van het platteland. Mogelijke bronnen van plattelandsfondsen en financiële arrangementen zijn: - private investeringen in ontwikkeling en onderhoud (sponsorship, nieuwe investeringen en veranderde gebruiksbestemmingen van oude gebouwen), onder meer als tegenprestatie voor geboden planologische ontwikkelingsruimte; - Nieuwe samenwerkingsconcepten tussen stedelijke en plattelands-ondernemers; - overwaarde op grondprijzen (systeem van verhandelbare ontwikkelingsrechten; VORm); - regelingen en heffingen op toegang, gebruik en onderhoud van het landschap (visitor pay back systems). Als voorbeelden zijn genoemd: GPS-systeem met opcenten voor landschap, poortjes met vrijwillige bijdragen, wandelkaarten met opcenten voor landschaps-onderhoud. Imago SL4: Versterking van het imago van Zuid-Limburg en het omliggende Drielandenpark "als de het imago van de regio (zowel stedelijk als landelijk gebied) als van de Aanjagen van vernieuwing en productontwikkeling is niet effectief als ideale combinatie tussen stad en platteland" sectoren (landbouw, toerisme en recreatie, overig bedrijfsleven) niet (dienstenniveau en vestigingsfactor), "als periurbane ruimte met hoge kwaliteiten" (voor de voorbeeld de Randstad weten wat in Zuid-Limburg geboden wordt aan tegelijkertijd ontwikkeld wordt. Ten eerste moet de consument in bij- moderne stedelingen) of "als het land waar het cultuur, natuur en landschap en ten tweede moet het concrete aanbod in leven goed is" (landbouw en toerisme). het gebied overeenkomen met het "praatje". Dit vraagt het leggen van nadruk op imago en productontwikkeling en vraagt integraal beleid en van keuzes gericht op het versterken van dat imago. Nieuwe economische dragers maken gebruik van het bestaande imago van Zuid-LImburg en moeten de daarom de intrinsieke (landschappelijke, culturele en natuurlijke) waarden van het platteland koesteren, behouden en versterken. 28 24-03-2006 11:14:49