Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.



Vergelijkbare documenten
Voorwoord 4. Kerngegevens 6. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf Q Q Q Q Q Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Verkorte kerngegevens fonds

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Terugblik 2011 in cijfers

Het jaarverslag 2014 samengevat

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Pensioenen... Herstelplan 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Verkorte kerngegevens fonds

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Verkort jaarverslag 2013

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Kwartaalbericht Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Verkort jaarverslag

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

Verkort jaarverslag 2013

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Ontwikkelingen in 2012

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

Strengere regels voor pensioenfondsen

Pensioenen... Herstelplan 2016

Informatiebijeenkomst

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Transcriptie:

Jaarverslag 2013

Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 30 Goed pensioenfondsbestuur 34 Vooruitzichten 37 Organisatie 39 Functies en nevenfuncties 42 Verslag van het verantwoordingsorgaan 48 Verslag van de auditcommissie 50 Jaarrekening Balans 53 Staat van baten en lasten 54 Kasstroomoverzicht 55 Toelichting 56 Overige gegevens Verklaring betreffende de jaarrekening 79 Actuariële verklaring 80 Resultaatbestemming 81 Gebeurtenissen na balansdatum 81

Jaarverslag 2013

Voorwoord Pensioenwereld in beweging Als bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering moeten wij weten wat er gebeurt in de wereld van pensioenen. De pensioenwereld is immers volop in beweging en blijft dat de komende tijd ook. Zo trad in 2013 onder meer de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking, wijzigden de fiscale kaders voor pensioenopbouw in 2014 en publiceerden de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid de Code Pensioenfondsen. En gaf de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer duidelijkheid over de komende herziening van het financieel toetsingskader. Pensioenfonds Horeca & Catering volgt deze ontwikkelingen en anticipeert erop. Door consequenties en keuzemogelijkheden tijdig in kaart te brengen, kan het fonds snel en goed voorbereid reageren op het moment dat dit nodig is. Zo leidde de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen eind 2013 tot een besluit over het aanpassen van het paritaire bestuursmodel. En had de aanpassing van de fiscale kaders consequenties voor de hoogte van de opbouwpercentages in de aanvullende ouderdomspensioenregelingen. Financieel herstel zet door De gevolgen van de Amerikaanse kredietcrisis uit 2007 hadden een nadrukkelijk effect op de financiële positie van het fonds. De daaropvolgende eurocrisis eind 2009 en begin 2010 maakte (een snel) herstel niet direct mogelijk. Waar het herstel in 2011 en 2012 nog kwetsbaar was, is het in 2013 robuuster geworden. Dit komt ook in de hogere dekkingsgraad van het fonds tot uiting. Omdat de dekkingsgraad drie kwartaaleinden boven het herstelpad lag, is het fonds eind 2013 formeel uit dekkingstekort. Het is vervolgens ons streven om verder te bewegen naar herstel uit reservetekort. De gunstige ontwikkeling was voor ons aanleiding om per 1 januari 2014 het overrendement uit 2012 aan te wenden voor een toeslagverlening van 0,75% voor alle deelnemers. Voor actieve deelnemers kwam daar nog de toeslagverlening van 0,70% bij vanuit de vaste opslag in de premie, per 31 december 2013. Transparant en zorgvuldig beleggingsbeleid Als bestuur evalueerden wij het beleggingsmodel van het fonds en de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën. Voor vastgoed is een strategisch beleidsplan voor de komende vijf jaar opgesteld. Verder voerden wij een nieuw onderzoek uit naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Verhoging AOW-leeftijd en optimalisatie pensioencommunicatie Het besluit van het bestuur om ook voor deelnemers met geboortejaren 1948 en 1949 pensioenopbouw tot de AOW-ingangsdatum mogelijk te maken, toont aan dat Pensioenfonds Horeca & Catering tijdig in beweging komt in het belang van de deelnemer als ontwikkelingen daarom vragen. Daarnaast is het fonds gespitst op eenvoudige en duidelijke communicatie met de deelnemers. Dit deden wij in 2013 door onder andere de pensioencommunicatie te optimaliseren. Voorbeelden daarvan zijn de vernieuwing van PensioenCafe.nl en de deelname aan de pilot Pensioen 1-2-3. Voorzitter beleggingsadviescommissie Het bestuur is content met het feit dat de heer Age Bakker het voorzitterschap van de beleggingsadviescommissie wilde aanvaarden als opvolger van de heer Kees Koedijk die deze functie de afgelopen jaren vervulde. Het bestuur wenst u veel leesplezier met het 49 e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering. - 4 -

Kerngegevens 1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag 2012. 2 In de contractcateringbranche dragen werkgevers en werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor de kostendekkendheid van de premie. 3 In de horeca dragen sociale partners bij aan de herstelmaatregelen door een additionele storting in het fonds over 2010 en 2011, uit (een deel van) het overschot van middelen van de SOHOR. Werknemers en werkgevers in de horeca betalen daarom geen extra herstelbijdrage. In de contractcatering wordt de additionele bijdrage over 2010 en 2011 volledig in 2011 geheven. Om deze reden dragen zowel werkgevers als werknemers in de contractcatering in 2011 2,50% van de pensioengrondslag bij ten behoeve van herstel. 4 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1 januari van een kalenderjaar. 5 Toeslag per 31 december van een kalenderjaar vanuit 0,9%-punt opslag in de premie. 6 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1 januari van een kalenderjaar. 7 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2011. 8 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2010. - 5 -

Verslag van het bestuur Financiële situatie Herstel zet door Pensioenfonds Horeca & Catering werkte in 2013 verder aan het herstel van de financiële positie. De dekkingsgraad steeg in 2013 naar 117,8% op basis van de door de toezichthouder voorgeschreven methode. Eind 2012 was deze nog 111,9%. Het bestuur waardeert de dekkingsgraad ook op basis van de actuele marktrente. Deze dekkingsgraad steeg van 102,5% eind 2012 naar 111,9% eind 2013. Daarmee voldeed Pensioenfonds Horeca & Catering aan de dekkingsgraad die op dat moment nodig was volgens het herstelplan (minimaal 104,1%). Formeel is het fonds uit dekkingstekort. Pensioenfonds Horeca & Catering verkeert eind 2013 nog wel in een situatie van reservetekort. Dit reservetekort moet volgens het langetermijnherstelplan uiterlijk in 2023 zijn opgeheven. Dekkingsgraad stijgt in 2013 In 2013 steeg de dekkingsgraad. Daarmee zette de stijgende lijn uit het jaar 2012 verder door. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. De stijging komt vooral door een toename van het vermogen. Het fonds waardeert sinds september 2012 de technische voorzieningen zowel volgens de actuele marktrente als volgens de rentetermijnstructuur die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven. De twee waarderingsmethoden leiden tot verschillende dekkingsgraden. Het verschil tussen de twee dekkingsgraden bedraagt eind 2013 (afgerond) zes procentpunt. De grafiek Ontwikkeling dekkingsgraad 2013 laat zien dat Pensioenfonds Horeca & Catering het hele jaar voorloopt op het herstelpad (oranje lijn). Dat geldt zowel voor de dekkingsgraad op basis van de rekenmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft (117,8%, weergegeven als rode lijn) als voor de dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente (111,9%, weergegeven als groene lijn). Daarmee is het kortetermijnherstelplan beëindigd en is Pensioenfonds Horeca & Catering formeel uit dekkingstekort. Volgens het kortetermijnherstelplan moest de dekkingsgraad eind 2013 minimaal 104,1% zijn. Voor Pensioenfonds Horeca & Catering is dit de grens van het minimaal vereist eigen vermogen. De grens van het minimaal vereist eigen vermogen is weergegeven als grijze stippellijn. De dekkingsgraad op basis van de rekenmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft, kwam in oktober en november 2013 boven de grens van het vereist eigen vermogen van 119,9% (eind 2013). De grens van het vereist eigen vermogen is weergegeven als lichtblauwe stippellijn. Eind 2013 is nog steeds sprake van een reservetekort. Want de dekkingsgraad lag niet gedurende drie kwartaaleinden boven het vereist eigen vermogen. De dekkingsgraad laat over meerdere jaren gerekend grote bewegingen zien. De financiële positie van Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2013 robuuster in vergelijking met de vorige vijf jaar, maar hij blijft afhankelijk van de bewegingen op de (financiële) markten. - 6 -

Ontwikkeling dekkingsgraad 2013 Analyse dekkingsgraad Voor de hoogte van de dekkingsgraad blijven de effecten van de premie, levensverwachting, beleggingen, berekeningsmethodiek en renteafdekking van belang. Deze effecten zijn inzichtelijk gemaakt in de tabel Globale analyse ontwikkeling dekkingsgraad 2013 in procentpunten. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een vaste, stabiele en tegelijkertijd kostendekkende premie. Het bestuur nam in 2011 al zijn verantwoordelijkheid door de premie op basis van verwachte, toekomstige ontwikkelingen op 16,8% van de pensioengrondslag te stellen. Over 2013 bleek deze premie hoger te zijn dan nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers. Dit droeg in 2013 1,0 procentpunt bij aan de dekkingsgraad. Het fonds waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten. De afgelopen jaren leidde de toegenomen levensverwachting van Nederlanders tot dalende dekkingsgraden. In 2013 bleek een mogelijke (verdere) stijging van de levensverwachting geen effect te hebben op de dekkingsgraad. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt de ontvangen pensioenpremies. Zonder de effecten van de renteafdekkingsstrategie die het fonds toepast, bedraagt het rendement van de beleggingen 5,2%. Dit heeft een positief effect op de dekkingsgraad van 7,7 procentpunt in 2013. Het fonds berekent de technische voorzieningen op twee manieren: op basis van de actuele marktrente en op basis van de rente die de Nederlandsche Bank voorschrijft. Door de wijziging van de actuele marktrente neemt de dekkingsgraad toe met per saldo 2,6 procentpunt. Dit bestaat uit een positief effect van 9,6 procentpunt als gevolg van de ontwikkeling van de marktrente en uit een negatief effect van 7,0 procentpunt door de renteafdekking. De methode die de Nederlandsche Bank voorschrijft, gaat uit van driemaands middeling van de marktrente in combinatie met een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR) van 4,2%. Het effect van deze methode is positief voor de dekkingsgraad van het fonds doordat veel pensioenen pas over lange tijd tot uitkering zullen komen. Toch nam het positieve effect hiervan in 2013 ten opzichte van eind 2012 af met 4,7 procentpunt van de dekkingsgraad. In 2013 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2014 vanuit het overrendement van 2012. Deze voorwaardelijke toeslag ter grootte van 0,75% is opgenomen in de technische voorzieningen per 31 december 2013. Daardoor heeft deze toeslagverlening de dekkingsgraad met 0,8 procentpunt verlaagd. - 7 -

Globale analyse ontwikkeling dekkingsgraad 2013 in procentpunten Waardeoverdracht Pensioenfonds Horeca & Catering had gedurende heel 2013 een dekkingsgraad die hoger was dan 100%. Het fonds mocht daarom meewerken aan inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. Waardeoverdracht vindt alleen plaats als de dekkingsgraad van de andere pensioenuitvoerder hoog genoeg is. Het aantal te verwerken verzoeken tot waardeoverdracht steeg aanzienlijk in 2013. Dit kwam doordat in 2013 de dekkingsgraad van een aantal grote pensioenfondsen, zoals Pensioenfonds Zorg en Welzijn, Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en Pensioenfonds Metaal en Techniek boven de 100% uitkwam. Daardoor was waardeoverdracht met die fondsen weer mogelijk. Korte- en langetermijnherstelplan Het kortetermijnherstelplan is in 2013 geëindigd. Pensioenfonds Horeca & Catering is formeel uit dekkingstekort. Eind 2008 bevond Pensioenfonds Horeca & Catering zich met een dekkingsgraad van 93% in een situatie van dekkingstekort en werden de technische voorzieningen niet geheel door waarden gedekt. De minimale dekkingsgraad die Pensioenfonds Horeca & Catering moest hebben was 104,1%. In verband met het dekkingstekort diende het fonds het wettelijk verplichte (gecombineerde) lange- en kortetermijnherstelplan in bij de Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank stemde op 30 juli 2009 in met dit herstelplan. Inhoud herstelplan en uitvoering herstelmaatregelen De belangrijkste maatregelen die in het herstelplan zijn opgenomen, zijn: In 2009 en 2010 vond geen toeslagverlening uit overrendement plaats. In 2010 en 2011 gold een additionele bijdrage om de kans op toeslagverlening na afloop van de pensioenovereenkomst (2007-2011) te laten toenemen. Het bestuur besloot hiertoe nadat sociale partners in de horeca en contractcatering het initiatief hadden genomen om vrijwillig en additioneel bij te dragen. Dit betekent dat zowel werkgevers als werknemers over 2010 en 2011 een additionele bijdrage wilden voldoen (omgerekend 2,5% van de pensioengrondslag als extra bijdrage). De bedrijfstakken horeca en contractcatering gaven hieraan elk op hun eigen wijze invulling. In 2010 respectievelijk 2011 kwam de totale bijdrage uit de beide bedrijfstakken neer op een positief effect van twee procentpunt op de dekkingsgraad. In 2007 tot en met 2011 vormde Pensioenfonds Horeca & Catering gedurende de resterende looptijd van de pensioenovereenkomst (2007 tot en met 2011) geen bestemmingsreserve voor pensioenverbetering. Pensioenfonds Horeca & Catering bereikte binnen de wettelijke termijn het minimaal vereiste eigen vermogen van 104,1%. De Nederlandsche Bank bevestigde op 28 maart 2014 per brief dat hierdoor het kortetermijnherstelplan als beëindigd kan worden beschouwd. Eind 2013 verkeert Pensioenfonds Horeca & Catering (met een dekkingsgraad van 117,8%) nog wel in een situatie van reservetekort. Volgens het langetermijnherstelplan moet dit reservetekort uiterlijk in 2023 zijn opgeheven. Informatieverstrekking over herstel Maandelijks publiceert Pensioenfonds Horeca & Catering de dekkingsgraad op de website van het fonds, www.phenc.nl. Pensioenfonds Horeca & Catering evalueert het herstelplan jaarlijks per 31 december. Uit de evaluatie per 31 december 2013 volgde dat aanvullende maatregelen ten opzichte van het herstelplan niet nodig zijn. - 8 -

Rekenrente Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het belangrijk om de economische realiteit aan beide zijden van de balans in ogenschouw te nemen. Dit betekent dat het fonds de bezittingen en de verplichtingen op een zelfde economische grondslag wil waarderen. Tegelijkertijd is er sprake van regelgeving die voorschrijft op welke wijze de pensioenverplichtingen moeten worden gewaardeerd. Daarom berekent Pensioenfonds Horeca & Catering sinds september 2012 de technische voorzieningen met twee rentetermijnstructuren (RTS) die op verschillende wijzen worden vastgesteld: de RTS vastgesteld op basis van actuele marktrente (RTS-swap); de RTS die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven. Deze RTS gaat uit van driemaands middeling van de marktrente in combinatie met een zogenoemde Ultimate Forward Rate van 4,2% (RTS-DNB). Gezien de samenstelling van het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering zijn de technische voorzieningen met name gevoelig voor fluctuatie van rentes waarmee verplichtingen met een lange looptijd contant worden gemaakt. In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling getoond van de 20-jaars rentes van beide rentetermijnstructuren gedurende 2013. De 20-jaars rente is de laatste marktrente die meetelt in de RTS-DNB methodiek. Op een daling van de swaprente in april na, is een lichte stijging gedurende het jaar te zien. De 20-jaars rente uit de RTS-DNB verloopt gelijkmatiger. Ontwikkeling 20-jaars rentes gedurende 2013 Levensverwachting en sterfteonderzoek In 2013 waardeerde Pensioenfonds Horeca & Catering de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de levensverwachting. Het fonds deed dit op dezelfde wijze als vorig jaar. De afgelopen jaren leidde de toegenomen levensverwachting van Nederlanders tot dalende dekkingsgraden. In 2013 zijn de correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte niet gewijzigd ten opzichte van 2012. Sinds 2010 past Pensioenfonds Horeca & Catering op de landelijke sterftekansen correctiefactoren toe in het kader van fondsspecifieke ervaringssterfte. De levensverwachting van (vooral de oudere) deelnemers en gewezen deelnemers van Pensioenfonds Horeca & Catering is namelijk lager dan die van de hele bevolking. Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand. De afwijking van fondsspecifieke ervaringssterfte ten opzichte van de landelijke sterftekansen, bleek na onderzoek in 2013 hetzelfde te zijn als bij onderzoeken in 2012 en 2011. - 9 -

Vermogensbeheer Beleggen: focus op lange termijn en risicobeheersing Om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2013 behaalde het fonds een rendement op de beleggingen van 5,2% exclusief renteafdekking. Dit positieve rendement en een stijging van de rente hadden een positief effect op de dekkingsgraad. Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico s op de korte termijn nauwlettend in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan bijstelling van het beleid nodig zijn. Het fonds volgt de resultaten van zijn vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet, zodat het bestuur zorgvuldig en tijdig kan reageren. In 2013 is een nieuw onderzoek verricht naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Het fonds gebruikt de uitkomsten van dit onderzoek om zijn beleid op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen in 2014 verder aan te scherpen. Rendement op de beleggingen Het rendement op de beleggingen bedroeg in 2013 5,2% exclusief renteafdekking (1,2% inclusief renteafdekking). De outperformance bedraagt 0,3%-punt ten opzichte van de benchmark (4,9%). De rendementscijfers zijn onafhankelijk van de uitvoeringsorganisatie berekend door beleggingsadministrateur Bank of New York Mellon. In de tabel Rendementen beleggingscategorieën 2013 staat een overzicht van de absolute en relatieve nettorendementen per beleggingscategorie. Rendementen beleggingscategorieën 2013 De beleggingsportefeuille bestaat uit: zakelijke waarden (aandelen, converteerbare obligaties, private equity en grondstoffen); onroerend goed (beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd); vastrentende waarden (obligaties en hypotheken). De tabel Verdeling vermogen ultimo 2013 zet de weging van de verschillende categorieën af tegen de normportefeuille. Uit de tabel blijkt dat aan het eind van het verslagjaar de vastrentende waarden en het onroerend goed licht onderwogen zijn. De zakelijke waarden zijn overwogen ten opzichte van de normportefeuille. - 10 -

Verdeling vermogen ultimo 2013 Ten opzichte van 2012 is de gecombineerde waarde van de renteswaps gedaald van 337 miljoen naar 142 miljoen. Deze waardedaling is het gevolg van de stijging van de langetermijnrente. De cijfers over het belegd vermogen in de tabel Verdeling vermogen ultimo 2013 en de toelichting in de jaarrekening sluiten niet direct op elkaar aan. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en het bestuursverslag conform het (strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende beleggingscategorieën hiervan af. Z-score en performancetoets De z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2013 is 0,32%. Dit betekent dat de vermogensbeheerders van het fonds in het verslagjaar gemiddeld beter presteerden dan de vergelijkende benchmark. De z-score vergelijkt het feitelijk behaalde rendement van de beleggingen met het normrendement. Bij de berekening van deze rendementen worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het netto feitelijk rendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert voor alle onderdelen van de beleggingsportefeuille benchmarks en doelstellingen. De normportefeuille voor het totale fonds wordt hiervan afgeleid. Pensioenfonds Horeca & Catering voldoet over 2013 aan de norm voor de performancetoets. De uitkomst van de performancetoets voor het jaar 2013 is 2,16%. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan nul, dan is het fonds verplicht om werkgevers - als zij daarom vragen - vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. De performancetoets wordt berekend door de z-scores van de afgelopen vijf jaar bij elkaar op te tellen, dit getal te delen door de wortel van dit aantal jaren en bij de uitkomst van die berekening 1,28 op te tellen. - 11 -

Rendement per beleggingscategorie Zakelijke waarden Aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. Voor aandelen was 2013, net als 2012, een goed jaar. De aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een rendement van 19,6%. De benchmark behaalde een totaalrendement van 19,1%. Het aanhoudend stimulerende beleid van de centrale banken van de Verenigde Staten en Europa zorgde ervoor dat in 2013 verder economisch herstel optrad. Uit de Verenigde Staten kwamen steeds meer positieve signalen. De eurozone kwam uit recessie. Negatieve gebeurtenissen zoals het met veel hulp afgewende faillissement van Cyprus, de Amerikaanse impasse over de overheidsbegroting en de oorlog in Syrië hadden slechts een tijdelijk effect op de financiële markten. Slechts één gebeurtenis had een aanzienlijke invloed op bijna alle beurzen. Dit betrof de mededeling van toenmalig Fed-voorzitter Ben Bernanke in mei 2013 dat de Fed zijn stimulerende monetaire beleid gaat verminderen (ook wel taperen genoemd), zodra het economisch herstel daarvoor sterk genoeg is. Deze opmerking had niet alleen effect op de aandelenmarkten, maar ook op de andere beleggingscategorieën. In 2013 ontstond een groot verschil tussen de aandelenrendementen op de ontwikkelde markten en die van de opkomende economieën. De index voor de opkomende markten MSCI Emerging Markets behaalde een negatief rendement van 6,8%. De wereldwijde aandelenindex MSCI World behaalde een gemiddeld rendement van 21,8%. De verklaring voor dit verschil is de tegenvallende economische groei van de opkomende markten. Deze ligt nog steeds op een aanzienlijk hoger niveau dan de economische groei van de ontwikkelde markten. Maar de verwachtingen voor de opkomende markten waren in 2013 hoger dan de economische groei die werd gerealiseerd. Daarnaast zorgde de opmerking van Bernanke voor een terugkeer naar minder risicovolle beleggingscategorieën en de verkoop van aandelen en obligaties uit opkomende markten. De onderstaande figuur laat de regioverdeling zien van de aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering. Regioverdeling aandelen ultimo 2013 De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een rendement van 14,7% en leverde daarmee 1,9%-punt meer rendement op dan de benchmark (12,8%). Dit gunstige resultaat was mede te danken aan de aantrekkende aandelenmarkten. Een goede selectie van converteerbare obligaties zorgde ervoor dat deze portefeuille beter presteerde dan de benchmark. Het rendement op private equity bedroeg in 2013 7,0%. Dat is 5,8%-punt meer dan de benchmark die 1,2% rendeerde. De benchmark is het driemaands Euribor-tarief plus 1%. In 2013 is door het gunstige economische klimaat de activiteit op de private equity markt toegenomen. Dit uitte zich onder meer in een stijging van het aantal fusies, overnames en beursgangen van de onderliggende bedrijven en positieve herwaarderingen binnen de diverse portefeuilles. De distributies in de portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering waren in 2013 hoger dan het nieuw opgevraagde vermogen. Aan het eind van het verslagjaar besloeg deze categorie 3,5% van de totale beleggingsportefeuille. De beleggingen in grondstoffen presteerden het minst van alle zakelijke waarden met een rendement van -12,1%. De rendementen van de verschillende grondstoffen lagen ver uiteen. Met name de edelmetalen lieten een forse daling zien. De goudprijs daalde in 2013 met ongeveer 32%. De olieprijs op de termijnmarkten steeg daarentegen met 2,5%. Het rendement van de grondstoffenportefeuille was iets minder slecht dan het rendement van de benchmark (-13,4%). Daardoor bedroeg de relatieve performance 1,3%-punt. - 12 -

Vastrentende waarden Het rendement op de portefeuille vastrentende waarden bedroeg in 2013-4,1%. De benchmark behaalde een rendement van -4,0%. De portefeuille vastrentende waarden bestaat uit een obligatie- en een hypothekenportefeuille. De beleggingen in nominale staatsobligaties behaalden in het verslagjaar een rendement van -6,2%. Beleggingen in inflatiegerelateerde obligaties behaalden een rendement van -3,9%. In 2011 koos Pensioenfonds Horeca & Catering ervoor om het kredietrisico verder te beperken door binnen de portefeuille nominale staatobligaties alleen nog te beleggen in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Finland. Binnen de inflatiegerelateerde obligatieportefeuille belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk. Gedurende de economische crises van de afgelopen jaren gingen beleggers op zoek naar veiligheid. De rente daalde en de koersen van staatsobligaties liepen hierdoor op. In 2013 keerde deze trend en liep de lange rente op. Ook de meest veilige landen zoals Duitsland en Nederland lieten dit jaar negatieve rendementen zien. Obligaties in opkomende landen lieten over 2013 eveneens een negatief rendement zien van 8,85%. Wereldwijde high yieldobligaties behaalden met 6,1% het hoogste rendement binnen de obligatieportefeuille. De onderstaande figuur geeft de regioverdeling voor de hele portefeuille vastrentende waarden ultimo 2013 weer. Regioverdeling vastrentende waarden ultimo 2013 In 2013 werd op de hypothekenportefeuille een rendement behaald van 3,0%. De benchmark boekte een resultaat van -0,8%. De hypothekenportefeuille bestaat helemaal uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken. Particuliere hypotheken stegen met 7,5% in waarde, terwijl zakelijke hypotheken het aanzienlijk minder goed deden met een rendement van -0,65%. Hypotheken worden gewaardeerd tegen de risicovrije rentecurve plus een risico-opslag. Door een dalende risico-opslag en de in 2012 al genomen voorzieningen, behaalde de particuliere hypothekenportefeuille een aanzienlijk hoger rendement dan de benchmark. Onroerend goed De portefeuille onroerend goed bestaat uit beleggingen in beursgenoteerd indirect vastgoed en niet-beursgenoteerd indirect vastgoed. In 2013 behaalde Pensioenfonds Horeca & Catering met de beleggingen in beursgenoteerd indirect vastgoed een rendement van 6,6%. Dat is meer dan de benchmark die een rendement van 6,2% behaalde. De portefeuille wist mee te profiteren van de stijging van de aandelenbeurzen. De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect vastgoed behaalde een rendement van -0,6% (benchmark: -0,1%). Net als in 2012 daalden de beleggingen in kantoren en woningen in waarde. Bedrijfsruimten en winkels droegen daarentegen positief bij aan het resultaat. Portefeuille onroerend goed ultimo 2013-13 -

Afdekking rente- en valutarisico In 2013 heeft het bestuur de afdekking van het rente- en valutarisico niet aangepast. Het bestuur nam in 2012 het besluit tot een tijdelijke aanpassing van het beleggingsbeleid. Toen werd besloten om de afdekking van het renterisico te verlagen naar 64%. De afdekking van het renterisico het belangrijkste risico van het fonds bedroeg sinds 2009 75%. De reden voor het verlagen van de renteafdekking is het verkleinen van het liquiditeitsrisico van het fonds. Bij een oplopende rente vragen de tegenpartijen van de swaps namelijk meer onderpand, waardoor zich een liquiditeitsrisico kan voordoen als er onvoldoende onderpand beschikbaar is. Pensioenfonds Horeca & Catering dekt het renterisico af door 22,5% van het beheerd vermogen te beleggen in langlopende eurostaatsobligaties. Daarnaast belegt het fonds 4% van het vermogen in Nederlandse hypotheken. Om tot een afdekking van 64% te komen, gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. Het fonds implementeert de renteswaps als overlay. Deze maken daarom geen deel uit van de normportefeuille. Voor herbalancering hanteert het fonds een bandbreedte van 5% rondom de norm van 64%. Voor een goede aansluiting op de verplichtingen, hanteert Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps in zes à acht verschillende looptijdsegmenten. De gecombineerde waarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2013 142 miljoen. Dit is 195 miljoen minder dan ultimo 2012. De belangrijkste reden voor de waardedaling van de renteswaps is de stijging van de langetermijnrente. Naast het renterisico dekt Pensioenfonds Horeca & Catering ook het valutarisico van de beleggingsportefeuille strategisch af. Ongeveer 54% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan de euro. Circa 60% van het valutarisico wordt afgedekt. Dit zorgt voor (korte termijn)stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Tevens wordt het valutarisico op de beleggingen in grondstoffen niet afgedekt. De doorgaans negatieve correlatie tussen grondstoffen en de Amerikaanse dollar zorgt in scenario s van stress voor een stabilisatie van het rendement in euro s. Het openlaten van een deel van het valutarisico heeft een diversificatievoordeel ten opzichte van de euro. De gedeeltelijke afdekking betreft overigens nadrukkelijk niet de mogelijkheid om actief valutabeleid te voeren. Strategische beleggingsallocatie In 2013 stond het bestuur stil bij de gevolgen van de introductie van de Ultimate Forward Rate (UFR) voor de mate en de wijze van renteafdekking en de mogelijke aanpassingsmaatregelen die het bestuur kon nemen. Het nieuwe kader stelde het bestuur voor de keuze tussen een marktgeoriënteerde strategie en een UFR-georiënteerde strategie. Het bestuur besloot vast te houden aan de marktrente en geen wijzigingen door te voeren in de te hanteren rentetermijnstructuur ten behoeve van het beleid voor renteafdekking. Pensioenfonds Horeca & Catering streeft ernaar om eens in de twee à drie jaar het beleggingsbeleid te herijken door middel van een ALM- en een risicobudgetstudie. Aan de hand van de ALM-studie besloot het bestuur eind 2011 om de beleggingsallocatie te handhaven op 50% zakelijke waarden, 40% vastrentende waarden en 10% vastgoed. Het bestuur besloot in 2012 het beleggingsbeleid tijdelijk aan te passen om het liquiditeitsrisico verder te beheersen. Door een deel van de swaps te verkopen werd de renteafdekking teruggebracht van 75% naar 64%. Door deze verlaging van de renteafdekking stijgt het renterisico voor het fonds. Om dit toegenomen renterisico te compenseren is de weging van zakelijke waarden verlaagd naar 46,5%, de weging van vastgoed verlaagd naar 9% en de weging van vastrentende waarden opgehoogd naar 44,5%. Het bestuur besloot tot een tijdelijke aanpassing in de verwachting dat een nieuw decentraal pensioenakkoord tot stand zal komen. Een dergelijk akkoord resulteert in een nieuwe pensioenregeling met een bijpassende strategische beleggingsallocatie. Transparant en zorgvuldig beleggingsbeleid Evaluatie beleggingsmodel en beleggingscategorieën In 2013 evalueerde het bestuur het beleggingsmodel. Het bestuur doet dit periodiek. Het bestuur kijkt daarbij onder meer naar de mogelijkheden voor directe controle en aansturing, de uitvoeringskosten en de robuustheid van de uitvoeringsorganisatie en processen. Het bestuur concludeerde dat het met het huidige model grip houdt op de beleggingen. Het bestuur houdt de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën periodiek tegen het licht. Als dat nodig is, leidt een evaluatie tot een verdere explicitering van het beleggingsbeleid voor bepaalde beleggingscategorieën. In 2013 zijn de categorieën converteerbare obligaties, hypotheken, grondstoffen en onroerend goed geëvalueerd. Het bestuur concludeerde dat de huidige invulling van de beleggingscategorieën converteerbare obligaties en hypotheken aansluit bij de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid. En dat beide categorieën een plaats binnen de beleggingsportefeuille verdienen. - 14 -

De toegevoegde waarde van de beleggingscategorie grondstoffen is echter de laatste jaren sterk afgenomen: de diversificatievoordelen zijn tegenwoordig minder groot en de langjarige gemiddelde rendementen zijn sterk teruggelopen. Pensioenfonds Horeca & Catering handhaaft vooralsnog de huidige beleggingsstrategie, maar voegt geen nieuwe middelen meer toe aan deze beleggingscategorie. Bij de eerstvolgende risicobudgetstudie wordt nadrukkelijk stil gestaan bij de vraag of grondstoffen nog waarde toevoegen aan de beleggingsportefeuille van het fonds of vervangen worden door andere beleggingen. Voor vastgoed is in 2013 een strategisch beleidsplan voor de komende vijf jaar opgesteld. Het aandeel van wereldwijd beursgenoteerd vastgoed en Nederlands direct vastgoed in de beleggingsportefeuille, blijft voor beide categorieën 4,5%. De sectorweging binnen het Nederlands direct vastgoed wordt echter aangepast. Dit gebeurt op basis van een optimalisering over sectoren: een lagere weging voor kantoren (van 24,5% naar 10%) en winkels (van 41% naar 40%) en een hogere weging voor woningen (van 29% naar 40%) en bedrijfsruimten (van 5,5% naar 10%). Deze verschuiving wordt de komende jaren geleidelijk bereikt met de invulling van nieuwe preferenties en niet door middel van actieve verkoop. Maatschappelijk Verantwoord Beleggen In 2013 voerde het bestuur een nieuw onderzoek uit naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB). Op deze wijze blijft het beleid afgestemd op de wensen en verwachtingen van de achterban. Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers en werkgevers MVB belangrijk vinden, maar dat dit niet ten koste van een goed pensioen mag gaan. Thema s waarover deelnemers en werkgevers duidelijke standpunten hebben, zijn: arbeidsomstandigheden (kinderarbeid); mensenrechten; corruptie en milieu; wapens. Thema s/categorieën waarover men een minder duidelijk standpunt heeft zijn tabak, alcohol en kansspelen. Investeringen in duurzame energie worden positief gewaardeerd door deelnemers en werkgevers. Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers en werkgevers een voorkeur hebben voor de volgende strategieën: Bedrijven die zich schuldig maken aan schending van mensenrechten, wapenhandel, corruptie en kinderarbeid komen in aanmerking voor uitsluiting. Bedrijven met een grote negatieve impact op milieu en bedrijven met slechte governance (slecht werkgever- of ondernemerschap) lenen zich het best voor beïnvloeding. De centrale conclusie uit het achterbanonderzoek is dat het huidige MVB-beleid van Pensioenfonds Horeca & Catering nog altijd aansluit op de wensen en standpunten van de achterban. Het achterbanonderzoek vormt wel aanleiding om de uitvoering van het MVB-beleid in 2014 op de volgende punten aan te scherpen: formulering van een eigen uitsluitingenbeleid; evaluatie en actualisatie van de stemrichtlijnen. Overige wijzigingen Het bestuur besloot in 2013 de belening van effecten stop te zetten per 1 januari 2014. De voordelen van de extra opbrengst wegen niet op tegen de nadelen van maatschappelijke risico s. Ten aanzien van de externe vermogensbeheerders besloot het bestuur om in 2013 Principal Global Investors te benoemen als beheerder van het volledige mandaat voor aandelen in opkomende markten. Beleggingsadviescommissie Ook in 2013 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. De leden van de commissie adviseerden het bestuur onder meer over: de invloed van de introductie van de Ultimate Forward Rate op de strategie voor de renteafdekking; de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën; de evaluatie van het beleggingsmodel; het MVB-beleid; het beleggingsplan voor 2014; de externe vermogensbeheerders; de processen Selecteren, aanstellen, monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders en Strategische assetallocatie en herbalancering. De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur. - 15 -

Pensioenbeheer Toeslagverlening, communiceren en kwaliteit administratie Het bestuur besloot per 1 januari 2014 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een toeslag te verlenen vanuit overrendement over het boekjaar 2012. Deze toeslag bedraagt 0,75%. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,70% en wordt per 31 december 2013 toegekend. Pensioenfonds Horeca & Catering scherpte in 2013 het communicatiebeleid aan. Het uitgangspunt van het aangescherpte communicatiebeleid blijft dat alle communicatie-inspanningen van het fonds bijdragen aan mentale rust voor deelnemers en het bieden van administratief gemak voor werkgevers. In dit kader vernieuwde het fonds PensioenCafe.nl en werd het werkgeversportaal GRIP gelanceerd. In 2013 verrichtte Pensioenfonds Horeca & Catering een eigen onderzoek naar de kwaliteit van de pensioenadministratie. Hierbij keek het fonds met name naar de herleidbaarheid van pensioenaanspraken. Ook vond een interne analyse plaats van de volledigheid van de pensioenadministratie. Hieruit kwamen geen bijzonderheden aan het licht. Premie en toeslag Kostendekkendheid premie Het bestuur stelde de premie voor 2012 tot en met 2016 vast op 16,8% van de pensioengrondslag. De premie die over 2013 nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers was lager dan 16,8%. Daarmee is de feitelijke premie voor 2013 kostendekkend. Het fonds voldoet hiermee aan de eis die in de Pensioenwet is opgenomen. Toeslag van 0,70% uit premieopslag voor actieve deelnemers Het bestuur stelde de toeslag vanuit de opslag in de premie vast op 0,70% per 31 december 2013. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van deelnemers die gedurende het boekjaar actief waren. De doorsneepremie bevat een opslag van 0,9 procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige jaren. Het bestuur stelt jaarlijks de hoogte van de toeslag vast. Toeslag van 0,75% uit overrendement voor alle deelnemers Het bestuur besloot in 2013 tot toekenning van toeslag uit overrendement. De toeslag vanuit het overrendement over het boekjaar 2012 bedraagt 0,75% per 1 januari 2014. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en de uitkeringen van pensioengerechtigden. De financiële positie van het fonds, de mate van herstel en de situatie op de financiële markten leidden tot dit besluit. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. Het bestuur beoordeelt jaarlijks aan de hand van de jaarrekening of toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het jaar volgend op de vaststelling van de jaarrekening. Pensioenfonds Horeca & Catering hield in het herstelplan rekening met toeslagverlening in een situatie van reservetekort. Het bestuur formuleerde daarvoor in 2009 voorwaarden. Voor toeslagverlening uit overrendement moet het vermogen groter zijn dan het minimaal vereist eigen vermogen. Verder moet het herstel voorlopen op het uitgezette herstelpad. Daarnaast moet sprake zijn van inflatie. De voorwaardelijke toeslag wordt alleen verleend als sprake is van robuust herstel. Eind 2013 werd aan deze voorwaarden voldaan. Geen terugstortingen in de jaren 90 vorige eeuw De pers en de politiek besteedden veel aandacht aan het terugstorten van de pensioenpremie aan werkgevers in de jaren 90 van de vorige eeuw. Bij Pensioenfonds Horeca & Catering is geen sprake geweest van het terugstorten van pensioenpremie. Een verzoek van het verantwoordingsorgaan van het fonds naar de gang van zaken in de jaren 90 van de vorige eeuw is dan ook niet aan de orde geweest. Pensioenregeling aangepast Het bestuur paste in 2013 de pensioenregeling van het fonds aan. Twee wetswijzigingen en het Convenant arbeidsongeschiktheid vormden hiervoor de aanleiding. De eerste wetswijziging betreft de verhoging van de AOW-ingangsdatum voor in 1949 geboren (gewezen) deelnemers. Voor deze (gewezen) deelnemers schuift de AOW-ingangsdatum met twee of drie maanden op. Het bestuur besloot om in 1949 geboren (gewezen) deelnemers de mogelijkheid te bieden om hun pensioeningangsdatum te laten aansluiten op de AOW-ingangsdatum. Hierbij gaat de pensioenopbouw van actieve deelnemers door tot de AOW-ingangsdatum en stopt de opbouw niet op de reglementaire pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. - 16 -

De tweede wetswijziging betreft de aanpassing van het Witteveenkader per 1 januari 2014. De fiscale pensioenrichtleeftijd wordt hierdoor verhoogd van 65 naar 67 jaar. Daarnaast worden de maximum opbouwpercentages voor middelloonregelingen en eindloonregelingen verlaagd. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een middelloonregeling en gaat uit van een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Verder hanteert het fonds de laagst mogelijke franchise. In oktober 2013 maakte de Belastingdienst de staffels voor de maximale opbouw bekend. Voor de regeling van het fonds is het maximum opbouwpercentage vanaf 1 januari 2014 1,67%. Deze verlaging heeft gevolgen voor de maximum opbouwpercentages in de aanvullende pensioenregelingen van het fonds. In de basispensioenregeling wordt standaard 1,50% ouderdomspensioen opgebouwd. Dit betekent dat in de aanvullende ouderdomspensioenregelingen nog ruimte is voor een extra pensioenopbouw van 0,17%. Dit maximum opbouwpercentage geldt zowel voor de individuele aanvullende pensioenregelingen als voor de collectieve aanvullende pensioenregelingen. Convenant arbeidsongeschiktheid In januari 2013 ondertekenden het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie het Convenant arbeidsongeschiktheid. Dit convenant gaat in op het arbeidsongeschiktheidspensioen en de voortzetting van de deelneming bij arbeidsongeschiktheid. Het convenant sluit aan bij de wens van de wetgever om werken zoveel mogelijk te ondersteunen. En arbeidsvoorwaardelijke belemmeringen waar mogelijk weg te nemen. Het bestuur besloot het beleid rondom premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid in lijn te brengen met het convenant. Het bestuur scherpte het bepalen van de pensioengrondslag voor een arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer aan. Bij vermeerderde arbeidsongeschiktheid wordt de voortzettingsgrondslag gebaseerd op de pensioengrondslag in het jaar voorafgaand aan de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Daarbij wordt het feitelijke uitkeringspercentage in aanmerking genomen. Onderzoek deelnemersbestand In 2013 onderzocht Pensioenfonds Horeca & Catering de samenstelling van het deelnemersbestand en de ontwikkeling daarvan. Het fonds voert een dergelijk onderzoek periodiek uit. Het onderzoek in 2013 betrof het deelnemersbestand in de jaren 2010, 2011 en 2012. Daarmee sloot dit deelnemersonderzoek aan op het in 2010 uitgevoerde onderzoek over de jaren 2007, 2008 en 2009. Het fonds onderzocht onder andere ontwikkelingen in: de leeftijdsopbouw; pensioengevend salaris; de duur van de deelneming; de instroom-, uitstroom- en herintredingskansen in de bedrijfstakken. Doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de samenstelling van het deelnemersbestand van het fonds. Dit inzicht kan gebruikt worden om vast te stellen of de pensioenregeling aansluit bij de doelgroep. Uitkomsten onderzoek Uit het onderzoek blijkt dat veel van de onderzochte onderwerpen vrijwel dezelfde uitkomst kennen als in het onderzoek uit 2010. Zo is en blijft het (actieve) deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering relatief jong. Dit komt door een jaarlijkse grote instroom van nieuwe, jonge werknemers. Uit het deelnemersonderzoek blijkt verder dat het gemiddelde niveau van het pensioengevend salaris van jaar tot jaar vrijwel gelijk bleef. Het gemiddelde (ongemaximeerde) pensioengevend salaris ligt ruim onder het in de pensioenregeling gehanteerde maximum. Dit betekent dat de hoogte van het maximum salaris past bij de bedrijfstakken. Het onderzoek van 2013 gaf meer dan vorige deelnemersonderzoeken inzicht in de gemiddelde duur van de deelneming en de in- en uitstroom in de horeca- en cateringbranche. Het blijkt dat het voor deelnemers niet gebruikelijk is om hun hele werkzame leven deel te nemen in de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Dit resulteert in veel relatief kleine pensioenaanspraken. Met name voor actieve deelnemers geldt wel dat zij in de toekomst opnieuw kunnen deelnemen. Een deel van de deelnemers die instromen in een jaar, heeft al eerder deelgenomen aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Rond de dertig procent van de in 2012 ingestroomde deelnemers nam ook voor 2011 al deel aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Naast de instroom is ook de uitstroom van deelnemers bepalend voor het relatief jonge deelnemersbestand. Een groot deel van de (relatief) jonge werknemers verlaat ook op jonge leeftijd de horeca en/of contractcatering weer. Deze grote in- en uitstroom heeft, in combinatie met de herintredingskansen, onder andere invloed op het versturen van informatie bij start en beëindiging van de deelneming. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft bij de internetconsulatie over de nieuwe communicatie eisen in de Pensioenwet dan ook gepleit voor maatwerk voor het versturen van informatie bij start en beëindiging van de deelneming om te voorkomen dat deelnemers in een relatief korte periode meerdere keren start- en beëindigingsinformatie ontvangen. - 17 -

Kenmerken van deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers Leeftijden deelnemers Inzicht in het deelnemersbestand is belangrijk voor de (beleids)keuzes die het fonds maakt. Onderstaande grafiek toont de leeftijdsopbouw van het gehele deelnemersbestand per 31 december 2013. Onder gepensioneerden vallen ook personen met een uitkering voor wezenpensioen en partnerpensioen. Leeftijdsopbouw van het hele deelnemersbestand ultimo 2013 Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de actieve deelnemers per 31 december van de jaren 2009 tot en met 2013. Kenmerkend voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het grote aantal jonge deelnemers. De grafiek laat zien dat door instroom het aantal jonge deelnemers blijft toenemen. Leeftijdsverdeling actieve deelnemers ultimo 2009-2013 - 18 -

Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de gewezen deelnemers met opgebouwde maar nog niet ingegane pensioenaanspraken in de jaren 2009 tot en met 2013. Gewezen deelnemers worden ook wel aangeduid als slapers. De grafiek laat zien dat veel deelnemers op jonge leeftijd weer uitstromen. Leeftijdsverdeling gewezen deelnemers 2009-2013 Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de pensioengerechtigden in de jaren 2009 tot en met 2013. De grafiek laat een sterke toename in de leeftijdscategorie van 65 tot 70 jaar zien. Dit is een gevolg van de toename van het aantal (gewezen) deelnemers dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Leeftijdsverdeling pensioengerechtigden 2009-2013 - 19 -

Opgebouwd ouderdomspensioen Onderstaande grafiek toont het gemiddelde opgebouwde ouderdomspensioen van actieve en gewezen deelnemers in de jaren 2009 tot en met 2013. De grafiek laat zien dat actieve deelnemers door de jaren heen steeds meer pensioen opbouwen. Het gemiddelde opgebouwde pensioen van gewezen deelnemers met premievrije aanspraken blijft in deze jaren vrijwel gelijk. Gemiddeld opgebouwd ouderdomspensioen in de jaren 2009-2013 - 20 -