Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Transcriptie

1 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen het sterkst in waarde, aandelen rendeerden ook positief, daarentegen behaalde vastgoed een negatief rendement. Het belegd vermogen is gestegen tot 7,07 miljard euro De pensioenverplichtingen zijn gestegen tot 6,04 miljard euro Het beleggingsrendement over de eerste drie kwartalen is 9,9%. Beleggingsrendement over heel 2013 is 2,0% Woord van de vicevoorzitters Het rendement over het afgelopen kwartaal was 1,8%, voor de eerste negen maanden van ,9%. Ondanks deze goede performance en positieve ontwikkeling van het totale vermogen zit het fonds per einde derde kwartaal in een reservetekort. Dit wordt met name veroorzaakt door de sterk dalende rente die een daling van de dekkingsgraad veroorzaakt. Omdat de marktrente op dagbasis al geruime tijd lager is dan het drie maandsgemiddelde, is de verwachting dat de dekkingsgraad de komende tijd onder druk zal blijven staan. In het derde kwartaal zijn alle betrokken deelnemers geïnformeerd over de arbeidsvoorwaardelijke afspraken met betrekking tot het onvoorwaardelijk maken en de financiering van de VPL-regeling. De betreffende afspraken en de onderbouwing daarvan zijn gecommuniceerd naar De Nederlandsche Bank die geen verdere opmerkingen heeft en de beoordeling overlaat aan de externe actuaris in het kader van de controle van de jaarrekening Het bestuur is verheugd dat er een lastig dossier naar tevredenheid afgerond is. Het bestuur heeft een nieuw hulpmiddel ontwikkeld waarmee integraal naar risico s kan worden gekeken. Per kwartaal zal met behulp van dit dashboard de risicopositie worden besproken. Het dashboard wordt tevens ingezet bij belangrijke bestuursbesluiten. Verder is in het derde kwartaal voor ca. 175 miljoen euro geïnvesteerd in Nederlandse woninghypotheken. Dit is ongeveer 7,5% van de gehele vastrentende portefeuille. In totaal zal voor 250 miljoen worden geïnvesteerd. Hypotheken bieden momenteel een bovengemiddeld rendement in deze categorie beleggingen tegen een laag risico. In het derde kwartaal 2014 heeft het bestuur de voorlopige gevolgen van zowel het nieuwe fiscale kader in 2015 als het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK) voor het pensioenfonds besproken. Beide zijn onderwerp van gesprek in het arbeidsvoorwaardelijk overleg. Het fonds en BSG leveren gevraagd en ongevraagd advies aan het arbeidsvoorwaardelijk overleg en zullen de uitkomsten daarvan implementeren. De impact van het nieuwe FTK was voor het bestuur aanleiding om een ditmaal ook zelf een brief te sturen aan de Tweede Kamer met hierin de oproep om het FTK op bepaalde punten te herzien. 1

2 Arend de Jong Gerard Lagendaal Ontwikkelingen financiële markten Het derde kwartaal van 2014 is een onrustige periode voor beleggers geweest. Het sentiment werd negatief beïnvloed door het omvallen van de Portugese bank BES die met een injectie van 5 miljard euro werd gered. Tegelijkertijd hebben geopolitieke spanningen een bijdrage geleverd aan beweeglijkheid op de financiële markten. De gebeurtenissen rond het neerhalen van MH 17 op 17 juli droegen hier aan bij. De economische sancties afgegeven door Rusland hebben ook een bijdrage aan onrust op markten geleverd, maar hebben vooralsnog een geringe impact. Een verdere escalatie heeft grotere gevolgen, maar dan niet via de export, maar via een negatief effect op vertrouwenscijfers, zoals het consumentenvertrouwen en uiteindelijk de reële economie. Zo zorgt de risicoaversie er bijvoorbeeld voor dat de Duitse rente met looptijd van tien jaar een laagterecord heeft bereikt. Regionaal zijn centrale banken bezig met het stimuleren van de economie, echter, er zijn grote verschillen. Deze worden ingegeven door wat de lokale centrale banken gaan doen en de macroeconomische cijfers per regio. Zo is er nog steeds twijfel omtrent het rentebeleid van de Fed (het stelsel van centrale banken in de VS). Macro-economische cijfers in de VS zijn sterk, wat de vraag oproept of de Fed wellicht eerder de rente zal verhogen dan verwacht. Hiernaast is de Europese Centrale Bank met nieuwe verruimingsmaatregelen gekomen, zoals een nieuw opkoopprogramma van leningen ter ondersteuning van de economie. De rente is weer verlaagd met het deflatiespook in het achterhoofd. De onrust op financiële markten lijkt vooralsnog sentiment gedreven, aangezien wereldwijd fundamentele factoren een positieve onderstroom geven. 2

3 31-dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep-14 Financiële positie Algemeen Pensioenfonds KLM De nominale dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen en de nominale verplichtingen van het fonds, bedraagt 117,0% per eind september De dekkingsgraad verslechterde vanwege de gedaalde rente. Obligaties en aandelen stegen in waarde gedurende het derde kwartaal, daarentegen daalde vastgoed waarde. De waarde van het vermogen is gestegen tot 7,07 miljard euro Einde derde kwartaal Einde tweede kwartaal Einde eerste kwartaal Nominale dekkingsgraad 117,0% 123,1% 122,8% Vermogen 7,07 miljard 6,94 miljard 6,62 miljard Verplichtingen 6,04 miljard 5,63 miljard 5,37 miljard Nominale rente* 2,14% 2,45% 2,68% * rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (3 maanden gemiddeld en UFR) Dekkingsgraad Volgens wettelijke richtlijnen moeten pensioenfondsen bepaalde extra reserves aanhouden die als buffer kunnen dienen in slechte tijden. De wettelijk vereiste buffer voor ons fonds bedraagt 19,8%. De wettelijk vereiste dekkingsgraad komt hierdoor op 119,8%. De huidige dekkingsgraad ligt nu onder de vereiste dekkingsgraad, hiermee komt ons fonds in een reservetekort. De Nederlandsche Bank is hierover geïnformeerd. Dezelfde wettelijke richtlijnen geven ook aan, welk vermogen een pensioenfonds minimaal moet hebben. Deze minimaal vereiste dekkingsgraad is momenteel 104,3%. Onderstaande grafiek geeft aan: Verloop van de dekkingsgraad en de (minimaal) vereiste dekkingsgraad volgens het Financieel Toetsingskader (FTK). 150% Verloop dekkingsgraden 140% 130% 120% 110% 100% 90% 80% nominale dekkingsgraad (DNB) vereiste nominale dekkingsgraad (DNB) minimaal vereiste dekkingsgraad (DNB) De nominale dekkingsgraad op basis van de door DNB gehanteerde rente is eind september ,0%. 3

4 31-dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep-14 Waarde beleggingen en waarde pensioenverplichtingen In de grafiek is het verloop van de waarde van de beleggingen, de waarde van de pensioenverplichtingen en de door DNB gehanteerde rentetermijnstructuur weergegeven. 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 Mrd 5,0 4,5 4,0 3,5 6,0% 5,5% 5,0% 4,5% 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% Waarde beleggingen in miljarden (linker as) Waarde pensioenverplichtingen in miljarden (linker as) DNB-Rente (rechter as) 4

5 Balans In de balans is aangegeven wat de waarde is van zowel de bezittingen als de verplichtingen van ons fonds. Aan de activa-zijde staan de bezittingen. Aan de passiva-zijde staan de verplichtingen weergegeven. Activa Verkorte balans Passiva Aandelen 2,932.5 MW VPV nominaal 6,044.8 Obligaties 3,415.5 Reserves 1,029.0 Onroerend goed Valutaderivaten/Liquide middelen (218.2) Swap Saldo overige activa/passiva 34.1 totaal 7,073.8 totaal 7,073.8 Beleggingsresultaten gewicht % jul-sep jan-sep Obligaties 48,3% 1,7% 10,2% Aandelen 41,3% 1,4% 7,7% Vastgoed 10,3% -0,4% 7,8% Rente afdekking 2,5% 0,5% 1,4% Aandelen afdekking 0,2% 0,0% -0,2% Valuta afdekking -3,2% 0,1% 0,1% Liquide middelen 0,1% Saldo overige activa/passiva 0,5% Totaal 100,0% 1,8% 9,9% Obligaties en aandelen stegen afgelopen kwartaal in waarde. Vastgoed daarentegen daalde in waarde. De Europese Centrale Bank verlaagde de rente en gaf aan dat de bank nog niet klaar was met het ondersteunen van de markt. Tegelijkertijd is het economische herstel in de VS af te lezen aan de dalende werkloosheid. Het economische herstel en de verlaging van de rente gaven de beleggingscategorieën een positieve impuls. Het renterisico wordt voor 50% afgedekt. Dit heeft in het afgelopen kwartaal eveneens een positief effect gehad op het rendement. De totale beleggingsportefeuille behaalde een kwartaalrendement van 1,8%. Het rendement van de totale beleggingsportefeuille tot en met het derde kwartaal was 9,9%. 5

6 Langetermijn cumulatief beleggingsrendement Onderstaande grafiek geeft het nominale en reële cumulatieve rendement van ons pensioenfonds weer sinds Het rendement vanaf 1998 tot en met het afgelopen kwartaal bedroeg 6,0% op jaarbasis. Cumulatief rendement t/m september ,0% p. jaar 3,9% p. jaar Nominaal rendement Reëel rendement Het nominale rendement is het rendement dat is behaald op de beleggingsportefeuille uitgedrukt in de toename van euro s. Als gevolg van inflatie zal de koopkracht van het beleggingsportefeuille inclusief het aangegroeide kapitaal (nominale rendement) minder groot zijn. Het reële rendement is het nominale rendement na aftrek van de invloed van inflatie. Ontwikkeling Voorziening pensioenverplichtingen In het derde kwartaal stegen de nominale pensioenverplichtingen met 413,0 miljoen euro (7,3%) tot een bedrag van 6,04 miljard euro. De mutatie is onder te verdelen in de volgende oorzaken (bedragen in miljoenen euro): Pensioenopbouw actieve deelnemers 65,2 (1,1%) Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen -36,6 (-0,6%) Indexeren van pensioenaanspraken 0,0 (0,0%) Het wijzigen van de rentetermijnstructuur 385,2 (6,8%) Rentetoevoeging 5,1 (0,1%) Overige -5,9 (-0,1%) Totaal 413,0 (7,3%) Noot: de cijfers van 2014 uit dit kwartaalbericht zijn voorlopige cijfers 6

7 Bijlage Aantallen deelnemers, pensioengerechtigden en premievrije polishouders t/m september 2014 Eind 2013 Eind 2012 Eind 2011 Deelnemers Pensioengerechtigden Premievrije polishouders Totaal Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het fonds is gericht op het veiligstellen van de pensioenafspraken binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het bestuur heeft de beleggingen verspreid over verschillende beleggingscategorieën (aandelen, obligaties en vastgoed). Binnen de verschillende beleggingscategorieën wordt gespreid naar regio s en subcategorieën. Het bestuur houdt met dit beleid rekening met het valutarisico, renterisico en het neerwaartse risico van aandelen en vastgoed. Begrippenlijst Nominale dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen (de toekomstige pensioenuitkeringen) van het pensioenfonds. Vereiste nominale dekkingsgraad: deze dekkingsgraad is afgeleid van het vereist vermogen van het pensioenfonds, voorgeschreven door de Pensioenwet (Financieel Toetsingskader). Komt de dekkingsgraad van het fonds onder de vereiste grens, dan is er sprake van een reservetekort. Minimaal vereiste dekkingsgraad: 104,3 %. Is de dekkingsgraad van het fonds lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een dekkingstekort. Vragen of opmerkingen over dit kwartaalbericht? Mail naar communicatie@blueskygroup.nl 7