l-hhľi-'ľii'-'ln'hl 1

De heer B.J.B. Oude Lansink Oude Deurningerweg 12 7623 KC l-hhľi-'ľii'-'ln'hl 1 uw brief van 14 oktober 2014 uw kenmerk ons kenmerk 14UIT11077 datum verzending 2 8 OKT 20H contactpersoon doorkiesnummer e-mail A. Otten 074-2658630 info@borne.nl onderwerp artikel 39 vragen RvO - Elhorst-Vloedbelt bijlagen 1 Geachte heer Oude Lansink, Op 14 oktober jongstleden hebt u met gebruikmaking van artikel 39 Reglement van Orde gemeenteraad een veertiental schriftelijke vragen aan ons college voorgelegd. Deze vragen beantwoorden wij als volgt. Vraag 1. Wat is de status van mest welke aangevoerd wordt voor verwerking? Is mest afval, een grondstof of zijn het hulpstoffen? Uit de bijgevoegde Notitie Mest blijkt dat mest kan worden aangemerkt als afvalstof. Ook de provincie, die vergunningverlenende instantie is voor de omgevingsvergunning, heeft de vraag of mest een afvalstof is positief beantwoord. Vraag 2. Elhorst Vloedbeld is in gebruik als stortlocatie. Wordt er bij het verwerken van mest deze locatie niet omgevormd tot een productielocatie? In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is Elhorst Vloedbelt specifiek bestemd tot afvalverwerkingsplaats. Binnen deze bestemming is toegestaan het storten, opslaan, be- en verwerken van afvalstoffen. De locatie is niet uitsluitend een stortlocatie. Ook het opslaan, be- en verwerken van afvalstoffen is toegestaan. Vraag 3. Zo ja, is er dan geen nieuwe visie nodig ten aanzien van locatie? De activiteit past binnen bestemmingsplan dus op grond daarvan geen nieuwe visie noodzakelijk. In het in voorbereiding zijnde nieuwe bestemmingsplan Buitengebied heeft de locatie in het voorontwerp de bestemming Bedrijf- afvalverwerkingsplaats behouden. Binnen deze bestemming zijn dezelfde activiteiten toegestaan als in het vigerende bestemmingsplan. Rheineplein 1 7622 DG Postbus 20Ũ 7620 AE Borne Telefoon 14074 fax 074-266 33 38 info@borne.nl www.borne.nl

14oktober2Ũ14 14UIT11077 2 8 OKT 2014 Vraag 4. Is er geen nieuwe MER nodig ten aanzien van omgevingshinder. Op grond van de bij ons bekende gegevens is in ieder geval een m.e.r. beoordeling noodzakelijk. De uitkomst van deze m.e.r. beoordeling kan zelfs zijn dat ook een MER-procedure noodzakelijk is. De m.e.r. beoordeling dient te worden uitgevoerd voordat de omgevingsvergunning kan worden aangevraagd. Als er geen m.e.r. beoordeling is gedaan voordat de omgevingsvergunning wordt aangevraagd dan wordt de omgevingsvergunningaanvraag niet in behandeling genomen. Vraag 5. Bij verwerking van mest hoort een veiligheids- en calamiteitenplan wat is uw visie hierop? In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning zal daar aandacht aan worden besteed In die procedure wordt bepaald welke maatregelen en voorschriften noodzakelijk zijn. Daarbij komt dat dit ook aspecten zijn die van belang zijn in de ARBO wetgeving en bij de toetsing van de omgevingsvergunning aan het bouwbesluit. Twence heeft een bedrijfscultuur waarin veel aandacht wordt gegeven aan veiligheid. Twence beschikt voorde huidige vergunde activiteiten al overeen veiligheids- en calamiteitenplan (hetbedrijfsnoodplan) voor de Inrichting Elhorst-Vloedbelt. Dit Bedrijfsnoodplan zal voor de ingebruikname van de mestverwerkingsinstallatie worden aangepast aan de nieuwe mogelijke scenario's Irisico's. De installatie zal moeten voldoen aan strenge veiligheidsnormen bij de bouw en in de exploitatiefase. Vraag 6. Zijn wij reeds verplichtingen aangegaan waarbij het bij niet doorgaan van de verwerking wij financieel aangesproken kunnen worden? Er zijn geen verplichtingen aangegaan. Maar dat is ook niet noodzakelijk indien de (bouw)plannen passen binnen het bestemmingsplan. Of de (bouw)plannen passen binnen het bestemmingsplan zal afhangen van de omgevingsvergunning die wordt aangevraagd. De provincie is in dit geval de vergunningverlenende instantie (bevoegd gezag). Als de aanvraag past binnen het bestemmingsplan en er wordt bijvoorbeeld een voorbereidingsbesluit genomen om de mestverwerking te voorkomen dan kan de gemeente daarop zeker financieel worden aangesproken. Mede gelet op het feit dat vanuit Twence al diverse voorbereidende handelingen zijn verricht. Ook hebben zij hun plannen kenbaar gemaakt aan de omgeving en raad. Pagina 2

14oktober2014 14UIT11077 2 8 OKT 20U Vraag 7. Voldoet een productielocatie voor het verwerken van mest aan het huidige bestemmingsplan? Uit de beantwoording van vraag 1 en 2 blijkt dat het op grond van het bestemmingsplan mogelijk is mest op Elhorst Vloedbelt te verwerken. Vraag 8. Twence geeft aan dat de geuroverlast en de overige hinder miniem zal zijn. De voorgestelde geurmaatregelen zijn echter nog nergens toegepast. Kan dat door een onafhankelijke partij worden bevestigd/onderzocht? Er kan een onafhankelijk onderzoek naar de voorgestelde geurmaatregelen worden ingesteld. Dat kan natuurlijk pas zodra er een definitieve aanvraag van de omgevingsvergunning is. Vraag 9. Geuremissie wordt gemiddeld over langere tijd waarbij overschrijding incidenteel mogelijk zijn. Hoe zal er worden omgegaan met deze piek momenten, zeker wanneer die in de zomer plaatsvinden? Allereerst zal het aspect geurhinder en andere hinderaspecten (verkeer, geluid, luchtkwaliteit etc) worden meegenomen in de m.e.r. beoordeling. Ook zal het aspect geurhinder worden beoordeeld in het kader van de omgevingsvergunning. Indien noodzakelijk zullen aan de omgevingsvergunning voorschriften en maatregelen worden gekoppeld. Er zal een geumorm gelden waarvan slechts incidenteel gehnge overschrijding wordt toegestaan. Vraag 10. Voor de bouw van de installaties is een WABO-vergunning nodig, past dat binnen het aanwezige bouwblok? Dat is nog niet te zeggen. Kan pas worden beoordeeld omgevingsvergunning is. op het moment dat er een aanvraag voor een Pagina 3

uw brief van 14 oktober 2014 uw kenmerk ons kenmerk 14UIT11077 datum verzending 2 8 OKT 2014 Vraag 11. Tot het moment van de presentatie van Twence in de commissievergadering is meerdere keren aangegeven dat het vrachtverkeer richting Elhorst Vloedbeld om Zenderen heen zou rijden, maar vanuit de richting Almelo zou aanrijden. Doordat tijdens de presentatie anders is aangegeven zijn hier vragen over gerezen. Is er berekend, of kan men vooraf berekenen, hoeveel vrachtverkeer er extra door Zenderen zal gaan rijden wanneer de mestverwerking op de Elhorst Vloedbeld een feit is? Door Twence is tijdens de presentatie (en bij mondelinge navraag nogmaals) verzekerd dat het mesttransport van en naar de installatie niet door de kern van Zenderen zal rijden. Met de transporteurs wordt dit contractueel vastgelegd. Dat geldt ook voor transporten afkomstig uit het gebied rond Albergen en Tubbergen. Er is een reële kans dat bij realisering van de mestinstallatie een deel van het huidige mesttransport door Zenderen in de vervoerscontracten tussen Twence en vervoerders wordt opgenomen. In dat geval zou de hoeveelheid ven/oer door de kern Zenderen juist afnemen. Uitzonderingen: Als een transport afkomstig is van een bedrijf dat vlak achter Zenderen ligt: dan is deze verplichting tot omrijden volgens Twence niet reëel. Incidenteel kan een chauffeur zich natuurlijk een keer niet aan het contract houden. Dat is wat Twence heeft aangegeven. Bij signalering zal Twence zich op het contract beroepen, overtreding ervan is ook tegen het belang van Twence Zoals gezegd is op grond van de bij ons bekende gegevens in ieder geval een m.e.r. beoordeling noodzakelijk. In het kader van deze m.e.r. beoordeling worden ook de verkeersaspecten (met daarbij de hoeveelheid vrachtwagens/verkeersbewegingen) in beeld gebracht waarbij ook het scenario kan zitten van vervoer door de kern van Zenderen. Bij de definitieve aanvraag van de omgevingsvergunning zullen ook gegevens moeten worden overlegd over de aan- en afvoerbewegingen die ontstaan door de mestverwerking. Die zullen ook meewegen in de beoordeling of de omgevingsvergunning kan worden verleend. Pagina 4

n G E M E E N T E 14oktober2014 14UIT11077 2 8 OKT 2014 Vraag 12. In verband met de verwachte toename van vrachtverkeer door Zenderen, als aanvoerroute, willen wij graag weten welke verkeersmaatregelen er worden genomen om, indien realisatie een feit is, de veiligheid in Zenderen te waarborgen? Uit vraag 11 blijkt dat Twence contractueel met de vervoerders van mest vast legt dat de mest niet via de kern van Zenderen wordt vervoerd. Er zal volgens door Twence verstrekte informatie geen sprake zijn van een toename van vrachtverkeer door Zenderen ten gevolge van de realisatie van de mestverwerkingsinstallatie op Elhorst-Vloedbelt. De inńchting Elhorst-Vloedbelt beschikt over een verkeerslichteninstallatie bij de aansluiting op de provinciale weg. Dat heeft een positieve invloed op de (verkeers)veiligheid. Vraag 13. Hoe denkt het college de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen in Zenderen wanneer de realisatie van een mestverwerkinginstallatie een feit wordt? Er zal geen sprake zijn van een toename van vrachtverkeer van de mestverwerkingsinstallatie op Elhorst-Vloedbelt. door Zenderen ten gevolge van de realisatie In het kader van de verlening van de omgevingsvergunning speelt het aspect veiligheid een belangrijke rol. Indien de inńchting de omgevingsvergunning (met de daarbij behorende maatregelen en voorschriften) in acht neemt is daarmee ook de leefbaarheid en veiligheid van Zenderen gewaarborgd. Vraag 14. Zijn er claims te verwachten, planschade, voor om- en aanwonenden bij realisatie van een mestverwerkinginstallatie op de Elhorst Vloedbeld? Zo ja, voor wiens rekening komt dat? Op grond van het bestemmingsplan is het mogelijk mest op Elhorst Vloedbelt te verwerken. Het vigerende bestemmingsplan is in 2004 vastgesteld. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat het verzoek om omgevingsvergunning past binnen het bestemmingsplan. Sinds 1 september 2005 is het wettelijk geregeld dat planschade verjaart. Dat wil zeggen dat binnen vijfjaren na het onherroepelijk worden van een planologische maatregel (in dit geval het bestemmingsplan Buitengebied 2004) een verzoek om planschade bij de gemeente moet zijn ingediend.. Na deze periode is verhaal van planschade niet meer mogelijk. Pagina 5

14 oktober 2014 14UIT11077 2 8 OKT 2014 Dus er bestaat geen mogelijkheid meer een planschadeverzoek in te dienen tegen het bestemmingsplan Buitengebied 2004. Dat kan anders zijn indien de omgevingsvergunning niet past binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan. Wij vertrouwen er op dat wij uw vragen hiermee voldoende hebben beantwoord. Een afschrift van deze brief wordt met tussenkomst van de griffier toegezonden aan alle raads- en commissieleden. Hoogachtend, mr Pagina 6

NOTITIE MEST - bijlage bij brief 14UIT11077 Is mest afvalstof? Twence heeft plannen om op de locatie Elhorst - Vloedbelt mest te gaan verwerken. De locatie is jarenlang gebruikt als stortlocatie voor afval. Momenteel is het storten van afval heel minimaal. Ter plekke van de locatie Elhorst - Vloedbelt mogen de gronden gebruikt worden voor: het storten opslaan, be- en verwerken van afvalstoffen. Kaderrichtlijn afvalstoffen Het is van belang om vast te stellen of sprake is van een afvalstof. De afvalstoffenwetgeving is immers enkel van toepassing op afvalstoffen. Voor beantwoording van de vraag wat onder een afvalstof moet worden verstaan, is de Kaderrichtlijn afvalstoffen van belang. De richtlijn is geïmplementeerd ('vertaald') in de Wet milieubeheer. Onder een afvalstof wordt verstaan: "alle stoffen, preparaten of voorwerpen waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen" Deze definitie is niet eenduidig en ondubbelzinnig geformuleerd. Dit heeft tot gevolg dat er inmiddels al de nodige jurisprudentie is verschenen over het begrip afvalstof, waaronder ook jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uit deze jurisprudentie volgt dat het begrip 'afvalstof' ruim moet worden geïnterpreteerd (zie bijvoorbeeld de arresten HvJ 15 juni 2000 zaak C-418/97, Arco/Epon en HvJ 18 april 2002, zaak C-9/00, Palin Graniť). Dat een afvalstof, nadat men zich ervan heeft ontdaan, heeft moeten ontdoen, of voornemens was zich ervan te ontdoen, opnieuw kan worden ingezet, doet daaraan niets af. Europese afvalstoffenlijst De Europese afvalstoffenlijst (Eural) bevat circa 800 afvalstoffen die zijn verdeeld over 20 hoofdstukken. Een aantal van deze hoofdstukken staan voor de herkomst van een afvalstof, de subhoofdstukken voor de specifieke herkomst (proces of activiteit). Mest valt onder de euralcode 02 01 06 Hieronder een onderdeel van de Europese afvalstoffenlijst: 02 AFVAL VAN LANDBOUW, TUINBOUW, AQUACULTUUR, BOSBOUW, JACHT EN VISSERIJ EN DE VOEDINGSBEREIDING EN -VERWERKING 02 01 afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij 02 01 01 slib van wassen en schoonmaken 02 01 02 afval van dierlijke weefsels 02 01 03 afval van plantaardige weefsels 02 01 04 kunststofafval (exclusief verpakkingen) 02 01 06 dierlijke feces, urine en mest (inclusief gebruikt stro), afvalwater, gescheiden ingezameld en elders verwerkt 02 01 07 afval van de bosbouw 02 01 08* c agrochemisch afval dat gevaarlijke stoffen bevat Bijproduct Relevant bij de vraag of sprake is van een afvalstof, is ook de vraag of een bepaalde stof kan worden aangemerkt als bijproduct. De Kaderrichtlijn afvalstoffen (artikel 5) bepaalt dat een stof di( of voorwerp dat het resultaat is van een productieproces dat niet in de eerste plaats bedoeld is voor de productie van die stof of dat voorwerp, alleen als een bijproduct kan worden aangemerkt en niet als een afvalstof. Daarvoor dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Deze voorwaarden zijn opgenomen in artikel 5 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen en waren voorheen opgenomen in de jurisprudentie van het Hof van Justitie. De voorwaarden luiden als volgt:

» het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt;» de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder verdere andere behandeling dan die welke bij de normale productie gangbaar is;» de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces; en» verder gebruik is rechtmatig: de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid. Wanneer aan al deze voorwaarden wordt voldaan, is geen sprake van een afvalstof. Dierlijke bijproducten Binnen dit kader dient ook bijzonder aandacht te worden besteed aan dierlijke bijproducten. De Kaderrichtlijn afvalstoffen (artikel 2, tweede lid) bepaalt namelijk dat dierlijke bijproducten, inclusief verwerkte producten die onder Verordening (EG) nr. 1774/2002 vallen, zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen, voor zover deze reeds onder andere europese wetgeving vallen. Wanneer het echter gaat om dierlijke bijproducten welke zijn bestemd om te worden verbrand of gestort of voor gebruik in een biogas- of composteerinstallatie, is de Kaderrichtlijn afvalstoffen wél van toepassing. Uit het voorgaande blijkt dat meststoffen worden aangemerkt als dierlijke bijproducten. Maar op Elhorst - Vloedbelt zullende meststoffen worden gebruikt in een biogasinstallatie. In dat geval is de Kaderrichtlijn afvalstoffen wel van toepassing. Wet milieubeheer De Wet milieubeheer, hoofdstuk 10 over afvalstoffen is in overeenstemming met de kaderrichtlijn. Uitsluitingen in de Wet milieubeheer De Wet milieubeheer bepaalt in artikel 22.1, lid 8, dat hoofdstuk 10 ('Afvalstoffen') van die wet niet van toepassing is op 'gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden, die zijn gesteld bij of krachtens: «de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden «de Wet voorkoming verontreiniging door schepen» de Diergeneesmiddelenwet «de Meststoffenwet» de Scheepvaartverkeerswet» hoofdstuk Vila van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren» de Kernenergiewet» de Waterwet behoudens voor zover uit de bepalingen van die wetten of van deze wet anders blijkt'. Voor het verwerken van mest (afval) zijn dus de voorschriften van de Meststoffenwet van toepassing en niet de Wet milieubeheer. Maar uit voorgaande blijkt dat de mest in dit geval kan worden aangemerkt als afvalstof en daardoor past het binnen de regels van het bestemmingsplan. Meststoffen die ook afvalstof zijn Voor afvalstoffen die erkend zijn als meststof betekent dit het volgende. De afvalstoffenwet- en - regelgeving is niet van toepassing op handelingen met die afvalstoffen, voor zover voor die handelingen voorschriften zijn gesteld bij of krachtens de Meststoffenwet. De voorschriften van de Meststoffenwet gaan dus vóór de voorschriften van de Wet milieubeheer. Conclusie Mest kan in het geval van mestverwerking worden aangemerkt als afvalstof. Het be- en verwerken van mest op de locatie Elhorst - Vloedbelt past binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan.

I 7 G E M E E N T E accoord voor kennisgeving aíiiin. bespreken B ŗ w w w s m ã Jd fĥ \ f /li r ī f ľ afwijzen De heer B.J.B. Oude Lansink Oude Deurningerweg 12 7623 KC eerst rapport Ihhl'ľ'l'ii'-'lľi'hl 1 14oktober2014 14UIT11077 contactpersoon doorkiesnummer e-mail A. Otten 074-2658630 info@borne.nl onderwerp artikel 39 vragen RvO - Elhorst-Vloedbeld 1 bijlagen Geachte heer Oude Lansink, Op 14 oktober jongstleden hebt u met gebruikmaking van artikel 39 Reglement van Orde gemeenteraad een veertiental schriftelijke vragen aan ons college voorgelegd. Deze vragen beantwoorden wij als volgt. Vraag 1. Wat is de status van mest welke aangevoerd wordt voor verwerking? Is mest afval, een grondstof of zijn het hulpstoffen? Uit de bijgevoegde Notitie Mest blijkt dat mest kan worden aangemerkt als afvalstof. Ook de provincie, die vergunningverlenende instantie is voor de omgevingsvergunning, heeft de vraag of mest een afvalstof is positief beantwoord. Vraag 2. Elhorst Vloedbeld is in gebruik als stortlocatie. Wordt er bij het verwerken van mest deze locatie niet omgevormd tot een productielocatie? In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is Elhorst Vloedbeld specifiek bestemd tot afvalverwerkingsplaats. Binnen deze bestemming is toegestaan het storten, opslaan, be- en verwerken van afvalstoffen. De locatie is niet uitsluitend een stortlocatie. Ook het opslaan, be- en verwenden van afvalstoffen is toegestaan. Vraag 3. Zo ja, is er dan geen nieuwe visie nodig ten aanzien van locatie? De activiteit past binnen bestemmingsplan dus op grond daarvan geen nieuwe visie noodzakelijk. In het in voorbereiding zijnde nieuwe bestemmingsplan Buitengebied heeft de locatie in het voorontwerp de bestemming Bedrijf-afvalverwerkingsplaats behouden. Binnen deze bestemming zijn dezelfde activiteiten toegestaan als in het vigerende bestemmingsplan. Rheineplein 1 7622 DG Postbus 20Û 7620 AE Borne Telefoon 14074 fax 074-266 33 38 info@borne.nl www.borne.nl