Veilig en gezond opgroeien

Vergelijkbare documenten
Veilig en gezond opgroeien

Jongerenrapportage Communities that Care

Veilig en gezond opgroeien

Jongerenrapportage Communities that Care

Veilig en gezond opgroeien

Jongerenrapportage Veilig Opgroeien / Communities that Care

Jongerenrapportage Communities that Care

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Delfshaven 2009 Gemeente Rotterdam

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Stadscentrum 2009 Gemeente Rotterdam

Jongerenrapportage Communities that Care

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam IJsselmonde 2009 Gemeente Rotterdam

Scholierenonderzoek Communities That Care Maassluis

Deelgemeenterapportage Communities that Care, Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek 2009 Gemeente Rotterdam

Jongerenrapportage Communities that Care

Communities that Care. Jongerenonderzoek Terneuzen

Veilig opgroeien in Kollumerland c.a. Wilma de Vries George van Diepen

Veilig opgroeien in Dantumadeel. George van Diepen Wilma de Vries

Veilig Opgroeien Capelle aan den IJssel. De buurten in beeld. Marga van Aalst RAPPORT

Jongerenrapportage Communities that Care

Scholierenonderzoek Communities That Care

Scholierenonderzoek Communities That Care

Scholierenrapportage Communities that Care 2007

Scholierenonderzoek Communities That Care Dordrecht

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Tabak, cannabis en harddrugs

E-panel versus Veilig Opgroeien

Scholierenonderzoek Communities That Care

Risico- en criminele jongeren in Haarlem

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Scholierenonderzoek Communities That Care Nederlandse Antillen

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Werkbelevingsonderzoek 2013

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

RAPPORT. OIV Maart ja ri g e n

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Veilig opgroeien in Leeuwarden Vijfde meting

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Informatie over de deelnemers

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

de partijcombinaties:

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Sociale Omgeving ZUID-HOLLAND NOORD JONGERENPEILING Inleiding

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Psychosociale gezondheid en gedrag

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Burgerpeiling communicatie 2014

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Veilig opgroeien en gezondheid van jongeren in Dordrecht. Resultaten gecombineerde CtC/Jeugdmonitor 2008 bij jarigen

Communities that Care in Nederlandse steden Majone Steketee

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Internetpeiling ombuigingen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

FLITSPEILING ALCOHOLVRIJ BIER

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek.

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Transcriptie:

Veilig en gezond opgroeien Jongerenonderzoek Zwijndrecht Harrie Jonkman Reneé van der Zanden Claire Aussems

Veilig en gezond opgroeien Jongerenonderzoek Zwijndrecht Harrie Jonkman Reneé van der Zanden Claire Aussems Financier: ZonMw Programma Preventie Utrecht, maart 212

2

Inhoudsopgave Vooraf 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 11 1.1 Risico en beschermende factorenmodel 12 1.2 Leeswijzer 12 2 Onderzoeksverantwoording 15 2.1 Onderzoeksopzet 15 2.2 Steekproef / Respons 15 3 Achtergrondkenmerken 19 4 Probleemgedrag 27 4.1 Geweld 27 4.2 Jeugddelinquentie 28 4.3 Problematisch roken, alcohol en drugsgebruik 29 4.4 Schoolverzuim 31 4.5 Aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag 32 4.6 Depressie 33 4.7 Samenvatting 34 5 Risico en beschermende factoren: wijken vergeleken met het stadsgemiddelde 35 5.1 Inleiding 36 5.2 Risicofactoren 36 5.3 Beschermende factoren 43 5.4 Samenvatting 46 6 Vergelijking over de jaren 49 6.1 Inleiding 49 6.2 Probleemgedrag in 28 en 211 49 6.3 Risicofactoren in 28 en 211 53 6.4 Beschermende factoren in 28 en 211 55 6.5 Samenvatting 57 3

7 Conclusies 59 7.1 Zwijndrecht 59 7.2 59 7.3 6 7.4 Zwijndrecht 6 7.5 6 7.6 61 7.7 61 7.8 62 7.9 Conclusies 62 Literatuur 63 Bijlagen: Toelichting risico en beschermende factoren 65 Tabellen ruwe scores Zwijndrecht (over 211 en 28) 69 Scores 5 CtCsteden Probleemgedragingen 73 Scores 5 CtCsteden Risicofactoren 85 Scores 5 CtCsteden Beschermende factoren 93 4

VVerwey Jonker Instituut Vooraf Dit jongerenonderzoek maakt deel uit van de preventiestrategie Communities That Care (CtC). 1 1 De preventiestrategie Communities That Care is ontwikkeld door de Social Development Research Group o.l.v. J.D. Hawkins en R.F. Catalano (Seattle, Washington State). De materiaalrechten zijn ondergebracht bij de Substance Abuse and Mental Health Services Administration (SAMHSA). Het programma is in een eerdere fase naar Nederland gehaald en vertaald door het Nederlands Jeugdinstituut. Bij de ontwikkeling en verspreiding zijn verschillende organisaties betrokken (waaronder DSPGroep, Seinpost BV, Nederlands Jeugdinstituut). 5

6

VVerwey Jonker Instituut Samenvatting Introductie De gemeente Zwijndrecht werkt sinds 28 met het preventieprogramma Communities that Care. Communities that Care (CtC) is een wijkgerichte aanpak van probleemgedrag door jongeren. De strategie bestaat uit het in een vroeg stadium signaleren en aanpakken van het gedrag en het scheppen van een veilige, constructieve leefomgeving. In 28 is Zwijndrecht met de aanpak begonnen in de wijk Kort Ambacht. Het jongerenonderzoek Veilig en gezond opgroeien in Zwijndrecht, 211 maakt deel uit van deze werkwijze. Deze rapportage van het VerweyJonker Instituut is de tweede in de reeks (na 28). Het rapport schetst een beeld van de jongeren die in Zwijndrecht opgroeien, de problemen waarmee ze te maken hebben (gezondheidsproblemen, gedragingen) en de manier waarop ze in gezinnen, scholen, met hun vrienden en in de buurt opgroeien (risicofactoren en beschermende factoren). Veilig en gezond opgroeien, biedt een algemeen beeld van de leefsituatie van de jongeren uit Zwijndrecht. Ook vergelijkt het de situatie binnen de zeven verschillende wijken met elkaar. Het rapport wil niet alleen probleemgedrag beschrijven, maar ook handelingsmogelijkheden bieden aan de gemeente, de bewoners en de professionals in deze wijken. Het onderzoek wil aanknopingspunten bieden voor meerjarig preventief jeugdbeleid in de gemeente Zwijndrecht. Data en methodologie In het najaar van 211 ontvingen 2.423 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar een uitnodiging om mee te doen aan het jongerenonderzoek. Jongeren konden meedoen aan het onderzoek via een op internet geplaatste vragenlijst. Van alle ingevulde vragenlijsten waren 492 vragenlijsten voor het onderzoek te gebruiken (22,7%). Hier zijn 58 panelrespondenten toegevoegd. Zodoende is gewerkt met een dataset die uiteindelijk 55 respondenten omvatte. Na weging levert dit een representatieve steekproef op van 12 tot en met 17jarige jongeren die wonen in Zwijndrecht. Het VerweyJonker Instituut en de gemeente Zwijndrecht hebben bij het uitzetten van het onderzoek nauw samengewerkt. Na het afronden van de gegevensverzameling hebben de onderzoekers de data ingelezen en met behulp van SPSS 16 en STATA 11.2 geanalyseerd. Hierbij willen we opmerken dat de gegevens van, Zwijndrecht, en met voorzichtigheid geïnterpreteerd dienen te worden. Er kan pas een betekenisvolle vergelijking tussen wijken en het stadsgemiddelde gemaakt worden bij wijken met minimaal 84 jongeren (bij een eenzijdige toets omdat we de richting van het effect kennen, bij een effectsize van.25, bij een alpha van.1, bij een power van.8 en bij een stadsgemiddelde welke meer dan 6x zoveel jongeren omvat). Bij de genoemde wijken is het aantal jongeren kleiner dan 84. Na het afronden van de eerste conceptversie is deze naar enkele medewerkers van de gemeente gestuurd. Op basis van hun opmerkingen is vervolgens de definitieve rapportage opgesteld. 7

Bevindingen Achtergronden: De verdeling van jongens en meisjes binnen dit onderzoek is wat ongelijk, zo is 46,5% van de vragenlijsten ingevuld door jongens en de overige 53,5% door meisjes. De belangrijkste onderwijscategorie in Zwijndrecht is het vwo (32,3%). Veruit de meeste jongeren hebben de Nederlandse nationaliteit, gemiddeld 74,9% van de jongeren. Dit percentage wisselt in de verschillende wijken tussen 64,6% en 89,5% van de jongeren. Over het algemeen kunnen we stellen dat de situatie waarin de jongeren opgroeien erg goed is. Een ruime meerderheid van de jongeren uit de steekproef groeit op in een tweeoudergezin, ook hebben in de meeste gevallen beide ouders een (betaalde) baan. Van ongeveer 63% van de jongeren zijn de ouders hoogopgeleid. Probleemgedrag: De probleemgedragingen zijn opgedeeld in verschillende domeinen, deze zullen hier afzonderlijk omschreven worden. Probleemgedragingen binnen het domein Geweld komen weinig voor in Zwijndrecht, het item Vechten komt slechts voor bij 4,4% van de jongeren in Zwijndrecht. De percentages van de andere items (Draagt een wapen bij zich, Heeft iemand in elkaar geslagen en Heeft iemand bedreigd voor geld) zijn nog lager. Aansluitend volgt het domein Jeugddelinquentie. Ongeveer 2% van de Zwijndrechtse jongeren tussen de 12 en 17 jaar heeft wel eens iets Vernield op straat. Rond de 1% van de jongeren heeft wel eens iets Gestolen op school of uit een winkel. Een uitschieter is te vinden bij de jongeren uit Zwijndrecht, daar heeft bijna 5% van de jongeren wel eens iets op school gestolen. Heling komt vrijwel niet voor, Contact met de politie daarentegen wat vaker. Gemiddeld is 2% van de jongeren in Zwijndrecht wel eens in aanraking gekomen met de politie. In is dit 3,5% van de jongeren. De derde categorie probleemgedragingen gaat over Drinken, Roken en Drugsgebruik. Zo weten we dat bijna 26% van de jongeren in de afgelopen maand alcohol gedronken heeft. In vinden we het grootste aandeel terug van jongeren die in de afgelopen maand gedronken hebben, het gaat om ruim 4% van de jongeren. Ongeveer 8,5% van de jongeren in Zwijndrecht heeft in de afgelopen maand gerookt. Het gebruik van hasj/marihuana ligt met 1,3% een stuk lager. Andere drugssoorten (XTC, Hard Drugs etc.) worden niet gebruikt. De analyses tonen verder aan, dat slechts,1% van de jongeren in de afgelopen maand veel heeft gedronken; het gemiddeld aantal glazen alcohol lag op 5,9 glazen. Het grootste aantal glazen alcohol per maand zien we terug in Zwijndrecht (7,9 glazen). In deze wijk komt ook binge drinking (comazuipen) relatief het vaakst voor: het gaat om 13,3% van de jongeren. Gemiddeld voor Zwijndrecht is dit 2,3%. Bij het domein Schoolverzuim zien we terug dat in de afgelopen vier weken 3,3% van de jongeren in Zwijndrecht een dag heeft gespijbeld, in gaat het om 1,8% van de jongeren. Van de jongeren is ongeveer 3% in het afgelopen jaar wel eens de klas uitgestuurd. Het domein Probleemgedragingen gerelateerd aan seksualiteit laat erg wisselende beelden zien. Zo geeft 26,9% van de jongeren in Zwijndrecht aan Onveilig te hebben gevreeën, of dit niet uit te sluiten. In Zwijndrecht gaat het om slechts 12,3% terwijl dit percentage in op 34,9% uitkomt. Gemiddeld heeft 17,4% van de jongeren seks gehad met een onvaste partner. De jongeren uit, en scoren hier allemaal,%. Ook het domein Depressie onder jongeren van Zwijndrecht is in kaart gebracht. De jongeren uit de verschillende wijken laten verschillende scores op de vier items zien. De jongeren uit tonen op de verschillende items hoge scores. Ook hoog zitten jongeren in Zwijndrecht op het item Ik ben nergens goed in. Wanneer we de scores (stadsgemiddelde) uit 28 en 211 op de verschillende probleemgedragingen met elkaar vergelijken dan luidt de algemene conclusie dat de situatie over de jaren verbeterd is. Veruit de meeste significante effecten die gevonden worden tonen een verlaging van het percentage jongeren dat deze probleemgedragingen heeft. 8

Risicofactoren: Bij de Risicofactoren op het domein Gezin zijn er geen scores die opmerkelijk afwijken van het stadsgemiddelde. Dit is ook het geval bij de items over School. Hier valt op dat de wijk in twee gevallen de sterkste positieve afwijking ten opzichte van het stadsgemiddelde laat zien. Bij het domein Kinderen en jongeren zijn de eerste items opmerkelijk afwijkend van het stadsgemiddelde. De jongeren uit hebben een opmerkelijke hogere score op het item Vervreemding en Opstandigheid en Vroeg begin van alcohol en drugsgebruik, terwijl ze een opmerkelijke lagere score laten zien op het item Vroeg begin van antisociaal gedrag. De jongeren uit hebben een opmerkelijke lagere score op het item Omgang met vrienden die alcohol en drugs gebruiken. Het laatste domein betreft de Risicofactoren van de wijk. Op het eerste item Gebrek aan binding van de wijk laten de wijken en tegenovergestelde scores zien. De wijk heeft een opmerkelijk hogere score, terwijl een veel lagere score weergeeft. Ook op het item Gebrek aan organisatie scoort veel lager dan het stadsgemiddelde. komt hier in beeld met een opmerkelijk hogere score op dit item. scoort op het derde item van dit domein vele malen hoger dan het stadsgemiddelde, het item betreft de Hoge mate van doorstroming in de wijk. Bij het item Maatschappelijke normen die antisociaal gedrag bevorderen valt opnieuw op. De jongeren uit deze wijk scoren opmerkelijk hoger dan het stadsgemiddelde van Zwijndrecht. Beschermende factoren: Hier komen dezelfde domeinen als besproken bij de Risicofactoren aan bod (Gezin, School, Kinderen en jongeren en Wijk). Het eerste domein Gezin geeft enkele scores weer die buiten de range van,25 tot en met +,25 vallen. Zo scoren de jongeren uit opmerkelijk gunstiger, en scoren de jongeren uit het centrum opmerkelijk minder gunstig dan gemiddeld is voor Zwijndrecht bij het item Hechtingssterkte gezin. Bij de andere twee items van dit domein worden geen opmerkelijke scores getoond. Het domein School is voor de wijk minder gunstig dan voor de rest van Zwijndrecht, op beide items scoort deze wijk opmerkelijk lager dan het stadsgemiddelde. Bij het domein Kinderen en jongeren laat alleen het item Religie/Spiritualiteit enkele scores zien die buiten de range van,25 tot en met +,25 vallen. De situatie in in vergelijking met het stadsgemiddelde is een stuk positiever. De jongeren in en laten juist een veel minder gunstige situatie zien. De wijken,, en vallen op bij het laatste domein Wijk. laat bij beide items een veel gunstigere situatie zien. Op het item Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid hebben, en het daarentegen minder goed voor elkaar. en hebben eveneens een minder gunstige situatie wat betreft Beloningen voor positieve betrokkenheid. Verandering over de jaren: Dit hoofdstuk is gericht op de vergelijking van de situatie van het stadsgemiddelde en in 28 en 211. Als we de aanwezigheid van probleemgedragingen in 28 en 211 met elkaar vergelijken, dan zien we dat de situatie in Zwijndrecht op verschillende onderdelen verbeterd. Voornamelijk het stadsgemiddelde toont significante verbeteringen, onder andere bij de probleemgedragingen op de domeinen Geweld, Jeugddelinquentie, Roken, Alcohol en Drugsgebruik en Depressiviteit. Bij de risico en beschermende factoren is een zelfde tendens waar te nemen. De veranderingen hebben voornamelijk plaatsgevonden op stadsniveau. In (CtCwijk) zijn vrijwel geen significante veranderingen gevonden. 9

1 Conclusie In Zwijndrecht is de verdeling van jongens en meisjes in dit onderzoek wat ongelijk. Veruit de belangrijkste onderwijscategorie is het vwo. De steekproef is overwegend Nederlands. Over het algemeen kunnen we stellen dat de situatie waarin de Zwijndrechtse jongeren opgroeien erg goed is. Een ruime meerderheid van de Zwijndrechtse jongeren groeit op in een tweeoudergezin, en van de meeste jongeren hebben beide ouders een (betaalde) baan. Wat betreft de gemeten probleemgedragingen van jongeren is de situatie in Zwijndrecht in de periode 28 211 verbeterd. Domeinen die hier voornamelijk opvallen in de verschillende wijken van Zwijndrecht zijn de domeinen Geweld, Jeugddelinquentie, Roken Alcohol en drugsgebruik en Probleemgedragingen gerelateerd aan seksualiteit. Deze positieve ontwikkelingen kunnen niet voor de CtCwijk vastgesteld worden. De cijfers indiceren dat er een positieve verandering heeft plaatsgevonden, echter deze veranderingen zijn niet groot genoeg om tot significante veranderingen te leiden. Maar weinig wijken in de gemeente Zwijndrecht laten bij de verschillende Risico en beschermende factoren opmerkelijke scores zien. Jongeren uit het centrum wijken alleen af bij items van Beschermende factoren, onder andere bij de domeinen Gezin, School en Wijk. In zijn de afwijkende scores terug te vinden bij zowel de Risico als de Beschermende factoren. Ook in zijn op beide terreinen in verhouding tot het stadsgemiddelde gunstigere scores te vinden.

VVerwey Jonker Instituut 1 Inleiding In de Verenigde Staten is als reactie op toenemend probleemgedrag en maatschappelijke uitval onder jongeren de methode Communities that Care (CtC) ontwikkeld. 2 CtC is een wijkgerichte aanpak die probleemgedrag onder jongeren in een vroeg stadium signaleert en aanpakt. Het doel van deze preventiestrategie is het probleemgedrag van jongeren te verminderen, sociale ontwikkeling te versterken en een veilige, constructieve leefomgeving te scheppen. CtC is gebaseerd op een theoretisch en empirisch onderbouwd model, waarin probleemgedrag en maatschappelijke uitval onder jongeren in verband worden gebracht met risico en beschermende factoren. CtC richt zich niet alleen op de jongeren zelf, maar ook op de verschillende omgevingen waarin zij dagelijks opgroeien. CtC is een uitgeschreven werkwijze waarmee steden en wijken hun preventiewerk gericht op gezondheid en gedrag van jongeren kunnen vormgeven binnen gemeenschapsgerichte coalities. Door de gemeenschapbrede benadering kunnen personen/instellingen uit de directe omgeving van de jongeren (opvoeding, onderwijs, welzijn) bij de aanpak van problemen worden betrokken. Het preventiesysteem gaat als volgt te werk: 1 Allereerst maken de onderzoekers een inventarisatie van de problematiek in de stad en de wijken. Dat gebeurt aan de hand van de resultaten van een (internet)enquête die onder een groot aantal jongeren binnen een gemeente is uitgezet. Deze enquête bevat vragen over achtergrondvariabelen als schooltype, gezinssituatie, opleidingsniveau van de ouders en taalachterstand. Vervolgens komen mogelijke probleemgedragingen van jongeren aan bod, waaronder jeugdcriminaliteit, geweld, problematisch alcohol en drugsgebruik, schooluitval, aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag en depressie. Ten slotte vragen we naar risicofactoren die bepaald probleemgedrag in de hand kunnen werken, en naar beschermende factoren die jongeren beschermen tegen gevaren in hun omgeving en die het probleemgedrag juist kunnen verminderen. Door de resultaten van de wijken af te zetten tegen het gemeentelijk gemiddelde, wordt duidelijk welke problemen er in welke wijk(en) spelen. 2 Het onderzoek levert gedifferentieerde en gerichte oplossingen op. Tot het instrumentarium van CtC behoort een breed scala aan effectieve en veelbelovende interventieprogramma s, die maatschappelijk ongewenst gedrag tegengaan door het reduceren van risicofactoren en door het stimuleren van beschermende factoren (Ince, Beumer, Jonkman & Vergeer, 26). De preventieve programma s zijn zowel op stedelijk als op wijkniveau in te zetten. 3 Het preventiesysteem wordt onder begeleiding van gecertificeerde coaches over een langere tijd uitgezet. Tegelijkertijd wordt in de stad of de wijk een lokale projectleider aangesteld die extra verantwoordelijkheid draagt voor de invoering van het programma. Gedurende het proces worden een 2 Hawkins et al., 1992; Hawkins et al., 1995; Hawkins, 1999, Glaser et al., 25, Arthur et al., 27; Hawkins et al., 28; Jonkman et al., 26. 11

preventieteam en een stuurgroep gevormd in de omgeving waar de strategie wordt uitgezet. Deze teams zijn verantwoordelijk voor de analyse, de keuze van het preventieve aanbod, de organisatie en de evaluatie van het programma. 4 Het is de bedoeling de enquête periodiek (eens in de 3 à 4 jaar) te herhalen. Op deze manier kunnen de onderzoekers het effect van de interventieprogramma s beoordelen, de resultaten van het preventiebeleid monitoren en eventuele nieuwe ontwikkelingen signaleren. 1.1 Risico en beschermende factorenmodel Het CtCmodel bevat negentien risicofactoren en tien beschermende factoren. De risicofactoren vergroten de kans op diverse probleemgedragingen. De beschermende factoren verminderen de kans op deze uitkomstmaten. Met het jongerenonderzoek in een stad en de wijken in die stad worden beide factoren in kaart gebracht. Voor een uitgebreide beschrijving van het oorspronkelijke model verwijzen we naar Wijken gewogen (Jonkman, Boers, Van Dijk en Rietveld, 26). Met de vragenlijst hebben we in Capelle aan den IJssel de volgende achtergrondvariabelen, probleemgedragingen en risico en beschermende factoren gemeten: 1.2 Leeswijzer In dit rapport presenteren we de resultaten van ons onderzoek uit 211 in de gemeente Zwijndrecht. Het rapport is als volgt ingedeeld. Hoofdstuk 2 gaat in op de onderzoeksverantwoording. In hoofdstuk 3, 4, 5 en 6 staan de resultaten van het onderzoek centraal. In hoofdstuk 3 gaat het om de achtergrondvariabelen en in hoofdstuk 4 komen de probleemgedragingen aan bod. Per wijk worden die afgezet tegen het gemiddelde van Zwijndrecht. In hoofdstuk 5 komen de resultaten aangaande de risico en beschermende factoren aan de orde. Wederom maken we per wijk een vergelijking met het stadsgemiddelde. In hoofdstuk 6 vergelijken we de resultaten van dit onderzoek, Veilig en gezond opgroeien. Jongerenonderzoek Zwijndrecht, met de onderzoeksresultaten van eerder onderzoek. Hoofdstuk 7 tot slot bevat de samenvatting van de onderzoeksresultaten en de conclusies. 12

Domein gezin: Risicofactoren geschiedenis van probleemgedrag in het gezin problemen met gezinsmanagement conflicten in het gezin positieve houding van ouders ten aanzien van alcohol en drugsgebruik positieve houding van ouders ten aanzien van antisociaal gedrag Domein school: leerachterstanden gebrek aan binding Achtergrondvariabelen sekse schooltype gezinssituatie taalachtergrond opleidingsniveau ouders arbeidssituatie ouders leeftijd etniciteit Gemeten beschermende factoren Domein gezin: hechtingssterkte gezin mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid Domein school: mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid Domein kinderen en jongeren: vervreemding en opstandigheid betrokkenheid bij jeugdbende vroeg begin van antisociaal gedrag vroeg begin van alcohol en drugsgebruik positieve houding ten aanzien van alcohol en drugsgebruik positieve houding ten aanzien van antisociaal gedrag omgang met vrienden die drugs gebruiken omgang met vrienden die antisociaal gedrag vertonen Domein buurt/wijk: gebrek aan binding in de wijk gebrek aan organisatie in de wijk hoge mate van doorstroming in de wijk verkrijgbaarheid van drugs en wapens normen die antisociaal gedrag bevorderen Probleemgedragingen geweld* jeugddelinquentie* roken** alcoholgebruik** drugsgebruik** veelvuldig alcohol en drugsgebruik schoolverzuim aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag depressie* * afgelopen jaar ** afgelopen maand Domein kinderen en jongeren: gezonde opvattingen en duidelijke normen sociale vaardigheden religie Domein buurt/wijk: mogelijkheden voor positieve betrokkenheid beloningen voor positieve betrokkenheid In Bijlage 1 is een uitgebreide omschrijving van de risico en beschermende factoren opgenomen. 13

14

VVerwey Jonker Instituut 2 Onderzoeksverantwoording 2.1 Onderzoeksopzet De enquête is van 14 oktober tot en met 12 december 211 via internet afgenomen. De enquête heeft in totaal ruim zes weken online gestaan. Besloten is alle Zwijndrechtse jongeren van 12 tot en met 17 jaar per brief te benaderen. In de brief informeerden we de jongeren over het doel van het onderzoek en legden we uit hoe zij konden deelnemen. Om de respons te verhogen maakten de jongeren wanneer zij de vragenlijst compleet invulden kans op verschillende prijzen. Om in te loggen moesten de jongeren gebruikmaken van een persoonlijke inlogcode, die vermeld stond in de brief. Ter verhoging van de respons is na de derde week een rappelbrief verstuurd. De organisatie van het crosssectionele onderzoek was in handen van de gemeente Zwijndrecht, in samenwerking met het VerweyJonker Instituut. 2.2 Steekproef / Respons In Zwijndrecht ontvingen 2.423 jongeren van 12 tot en met 17 jaar een uitnodiging om mee te doen aan het crosssectionele onderzoek. Van deze groep hebben er 599 deelgenomen aan het onderzoek. Er zijn 13 vragenlijsten niet volledig ingevuld; deze zijn niet meegenomen in de analyses. Van de 496 volledig ingevulde vragenlijsten bleken er vier te zijn ingevuld door jongeren ouder dan 17 jaar. Ook deze enquêtes zijn niet meegenomen in de analyses. Aan dit aantal zijn 58 paneljongeren toegevoegd. Zodoende beschikten we over een databestand van 55 respondenten, wat neerkomt op een respons van 22,7%. In onderstaande tabel ziet u hoe de steekproef over de wijken is verdeeld. 15

Tabel 2.1 Verdeling van de respondenten over de wijken Wijk aantal percentage 38 6,9 19 19,8 Zwijndrecht 54 9,8 81 14,7 99 18, 16 19,3 63 11,5 Totaal 55 1, Het aantal deelnemers is vergeleken met de aantallen jongeren op populatieniveau. Zo is de verdeling van de steekproef over de wijken vergeleken met de verdeling van de populatie. De verdeling van de respondenten over de wijken bleek niet representatief te zijn. Verder is getoetst of de leeftijdsverdeling en de sekseverhouding per wijk overeen komt met die van de populatie. Hieruit blijkt dat de jongens versus meisjes verhouding in de wijken overeenkomt met de populatie. De jongeren die meededen aan het onderzoek verschillen wel op basis van de leeftijdsverdeling in drie wijken van de verwachtte aantallen. Deze afwijkingen hebben tot gevolg dat de steekproef geen goede afspiegeling is van de populatie jongeren in Zwijndrecht. Daarom zijn deze afwijkingen in het verdere onderzoek gecorrigeerd door middel van wegingsfactoren. Door wegingsfactoren toe te passen worden uitkomsten gecorrigeerd: personen in groepen die ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef krijgen een gewicht groter dan 1 toegekend en personen in oververtegenwoordigde groepen krijgen een gewicht kleiner dan 1 toegekend. Hieronder vindt u de verdeling van jongeren uit de wijken met betrekking tot de variabelen leeftijd en sekse vóór weging. Betekenisvolle vergelijkingen tussen wijken en het stadsgemiddelde kunnen gedaan worden bij wijken die 84 jongeren of meer omvatten (bij een eenzijdige toets omdat we de richting van het effect kennen, bij een effectsize van.25, bij een alpha van.1 en bij een power van.8 en bij een stadsgemiddelde die meer dan 6x zoveel jongeren omvat). In het geval van Zwijndrecht moeten de gegevens van, Zwijndrecht, en met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Tabel 2.2a Verdeling naar leeftijd voor weging (percentages) leeftijd wijk (steekproef) 12 13 14 15 16 17 Totaal (steekproef) 17,8 21,1 19,3 21,6 15,3 4,9 1, 16,5 24,7 2,2 19,3 17,4 1,8 1, 16,7 24,1 22,2 25,9 11,1, 1, Zwijndrecht 16, 23,5 19,8 19,8 4,9 16, 1, 18,2 17,2 21,2 28,3 13,1 2, 1, 18,9 18,9 15,1 17, 21,7 8,5 1, 19, 23,8 11,1 22,2 22,2 1,6 1, 21,1 13,2 31,6 21,1 13,2, 1, (populatie) 16,3 15,8 16, 16,5 17,3 18,1 1, 16

Tabel 2.2b Verdeling naar sekse voor weging (percentages) geslacht wijk (steekproef) jongen Meisje Totaal (steekproef) 46,2 53,8 1, 55,3 44,7 1, 48,6 51,4 1, Zwijndrecht 4,7 59,3 1, 42, 58, 1, 47,5 52,5 1, 48,1 51,9 1, 41,3 58,7 1, Stad (populatie) 52,6 47,4 1, De verdeling van jongeren naar leeftijd en geslacht wisselt per wijk. Na weging beschikken we over een representatieve steekproef van 12 tot en met 17jarige jongeren die wonen in Zwijndrecht. Hierbij merken we op dat het vrijwillige karakter van deelname aan het onderzoek zorgt voor een vertekening van de representativiteit; er zou sprake kunnen zijn van een zelfselectieeffect (jongeren met bepaalde achtergronden zouden meer mee hebben kunnen doen dan jongeren met andere achtergronden). 17

18

VVerwey Jonker Instituut 3 Achtergrondkenmerken In dit hoofdstuk geven we de achtergrondkenmerken van de jongeren weer. De gepresenteerde percentages per wijk en het Zwijndrechts gemiddelde (stadsgemiddelde) staan in één tabel of grafiek weergegeven, zodat de resultaten direct onderling vergeleken kunnen worden. In onderstaande tabellen en grafieken presenteren we achtereenvolgens de resultaten voor leeftijd, geslacht, schooltype, etniciteit, gezinssituatie, taalachtergrond, opleidingsniveau en werksituatie ouders. In tegenstelling tot de tabellen die we in het vorige hoofdstuk lieten zien, betreft het hier steeds de gewogen gegevens. Tabel 3.1 Leeftijd (percentages) leeftijd Wijk 12 13 14 15 16 17 Totaal 17,8 21,1 19,3 21,6 15,3 4,9 1, 16,5 24,8 2,2 19,3 17,4 1,8 1, 16,7 24,1 22,2 25,9 11,1, 1, Zwijndrecht 16, 23,5 19,8 19,8 4,9 16, 1, 18,2 17,2 21,2 28,3 13,1 2, 1, 18,9 18,9 15,1 17, 21,7 8,5 1, 19, 23,8 11,1 22,2 22,2 1,6 1, 21,1 13,2 31,6 21,1 13,2, 1, De verschillende leeftijdsgroepen zijn wisselend over de stad verdeeld. Er zijn enkele opvallende verschillen te zien. Wanneer we naar het stadsgemiddelde en de verdeling van de jongeren over de verschillende wijken kijken, dan zien we dat de jongste jongeren (12 t/m 14 jaar) sterker vertegenwoordigd zijn dan oudere jongeren (15 t/m 17 jaar). De leeftijdsgroep van 17jarigen is sterk ondervertegenwoordigd. In twee wijken ( en ) heeft zelfs geen enkele 17jarige aan dit onderzoek meegedaan. 19

Grafiek 3.1 Geslacht (percentages) Geslacht 2 4 6 8 percentage mean of jongen mean of meisje Grafiek 3.1 laat een oververtegenwoordiging van meisjes zien. Het Zwijndrechtse stadsgemiddelde toont een redelijk gelijke verhouding tussen jongens en meisjes in de stad. Deze verhouding verschilt echter per wijk. De grootste oververtegenwoordiging van meisjes vinden we terug in, daar bedragen de meisjes ruim 66.6% van de jongeren in de wijk. De enige wijken waar we een oververtegenwoordiging van jongens tegenkomen zijn en. Daar omvatten de jongens achtereenvolgens 56,5% en 55,3% van de jongeren in de wijk. Grafiek 3.2 Schooltype (percentages) Basisonderwijs Speciaal Onderwijs 5 6 percentage 4 3 2 1 percentage 4 2 Brugklas VMBO 25 25 2 2 percentage 15 1 percentage 15 1 5 5 2

HAVO VWO percentage 25 2 15 1 5 percentage 4 3 2 1 MBO HBO Universiteit 8 4 percentage 6 4 2 percentage 3 2 1 In grafiek 3.2 staan de verschillende schooltypen afzonderlijk weergegeven. De belangrijkste onderwijscategorie in Zwijndrecht is het vwo, ruim 32% van de jongeren bevindt zich in deze onderwijscategorie. Het grootste aandeel jongeren dat op het vwo zit is woonachtig in, en. De tweede grote onderwijsgroep is het vmbo (2,6%). Vrijwel alle wijken tonen een percentage dat ongeveer gelijk is aan het stadsgemiddelde. Alleen de wijken en laten een percentage lager dan gemiddeld zien. Gemiddeld bevindt 3,8% van de jongeren zich op het basisonderwijs. In vrijwel alle wijken, behalve en, ligt dit percentage echter hoger. Het speciaal onderwijs omvat 1,6% van de jongeren. Een uitschieter is terug te vinden in het, hier zit 5,5% van de jongeren op het speciaal onderwijs. Het stadsgemiddelde laat zien dat 19,1% van de jongeren uit Zwijndrecht in de brugklas zitten, dit aandeel is het kleinst in (12,5%). De verdeling van de jongeren over het havoonderwijs is erg wisselend, het stadsgemiddelde betreft 16,8%. Tussen de wijken varieert dit aandeel tussen de 1,5% en 26,3%. Op het mbo en het hbo/ universitair onderwijs bevindt zich gemiddeld 4,1% en,7% van de jongeren. 21

Tabel 3.2 Etniciteit (percentages) etniciteit Wijk Turks Nederlands Surinaams Antilliaans Marokkaans Indonesisch Overig Totaal 74,9 1,6 1,9 3,2 2,3 2,6 13,5 1, 72,2 1,4, 1,6, 9,2 15,6 1, 69,8 9,3, 2,3 2,3 2,3 14, 1, Zwijndrecht 71, 1,2 1,2 12, 7,5, 7,2 1, 79,2, 3,7, 3,2,8 13, 1, 64,6,8 3,4 5,9 3,8, 21,5 1, 85,4 1,5, 2,6,, 1,5 1, 89,5, 5,3,,, 5,3 1, Tabel 3.2 geeft de verdeling van de jongeren naar verschillende etnische groepen weer. Voor deze indeling is gebruik gemaakt van de meetmethode van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Er is gekeken naar zowel het geboorteland van de jongere als dat van zijn of haar vader en moeder. Aan de hand van deze indeling weten we dat bijna 75% van de jongeren in Zwijndrecht een Nederlandse achtergrond heeft. In is het aandeel jongeren met de Nederlandse nationaliteit met 89,5% het grootst. Het aandeel van jongeren met de Nederlandse nationaliteit is groot in heel Zwijndrecht, het kleinst is het aandeel in het centrum (69,8%). De verspreiding van de overige nationaliteiten over Zwijndrecht is zeer divers. Opmerkelijk is de grootte van het aandeel jongeren in de categorie overig, in de meeste gevallen is dit aandeel groter dan het aandeel van de andere etniciteiten. Het grootst is het aandeel van de categorie overig in (21,5%). Grafiek 3.3 schetst het beeld van de gezinssituatie waarin de Zwijndrechtse jeugd opgroeit. Ruim vier op de vijf jongeren groeien op in een tweeoudergezin (81,1% van de jongeren). In is de grootste groep jongeren die opgroeien in tweeouder gezinnen terug te vinden (91,1%). Het kleinste is deze groep in, hier groeit 71,9% van de jongeren op in een tweeoudergezin. Wanneer we naar het stadsgemiddelde kijken dan valt op dat nog net geen 19% van de jongeren opgroeit in een eenoudergezin. Verder groeit een zeer kleine groep (,3% van de jongeren) op in een stiefouder gezin. Grafiek 3.3 Gezinssituatie (percentages) Twee ouder gezin Een ouder gezin 1 3 8 Percentage 6 4 Percentage 2 1 2 22

Stiefouders 2 Percentage 1.5 1.5 Grafiek 3.4 laat de taalachtergrond van de Zwijndrechtse jongeren zien. In het onderzoek is geïnformeerd naar de taal die de jongeren thuis en met hun beste vrienden spreken. Wanneer jongeren thuis en met vrienden Nederlands spreken, of wanneer de jongeren thuis Nederlands spreken en met vrienden in een andere taal, is de taalachtergrond Nederlands. Hier geldt de redenering dat de jongere vanaf vroege leeftijd regelmatig Nederlands heeft gesproken. Op deze redenering volgt dat wanneer jongeren thuis en met vrienden in een andere taal spreken, of thuis in een andere taal en met vrienden Nederlands, zij een andere taalachtergrond hebben dan de Nederlandse. Veruit de meeste jongeren in Zwijndrecht hebben een Nederlandse taalachtergrond. Wanneer we naar het stadsgemiddelde kijken, dan zien we dat slechts 7,9% van de jongeren in Zwijndrecht een buitenlandse taalachtergrond heeft. Tussen de wijken is er enige variatie waar te nemen. Zo heeft er in geen enkele jongere een buitenlandse taalachtergrond. In de overige wijken varieert het aandeel jongeren met een buitenlandse taalachtergrond tussen,8% in, 3,7% in het centrum en 16,% in Zwijndrecht (twee keer zoveel als het stadsgemiddelde). Grafiek 3.4 Taalachtergrond (percentages) Nederlandse taal Buitenlandse taal 1 15 8 percentage 6 4 2 percentage 1 5 23

Grafiek 3.5 Opleidingsniveau ouders (percentages) Opleidingsniveau ouders laag Opleidingsniveau ouders hoog 25 8 percentage 2 15 1 percentage 6 4 5 2 Opleidingsniveau ouders onbekend 4 mean of oudonb 3 2 1 Grafiek 3.5 bevat gegevens over het opleidingsniveau van de ouders van de jongeren. Hier is het onderscheid gemaakt tussen een laag en een hoog opleidingsniveau. Een ouder is ingedeeld in de categorie hoog opgeleiden als hij/zij ten minste middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en/of universitair onderwijs heeft gevolgd. Als het laatst gevolgde onderwijs lagere school, lager beroepsonderwijs en/of de middelbare school is, valt de ouder onder laagopgeleiden. In Zwijndrecht hebben van 62,6% van de jongeren één of beide ouders een hoog opleidingsniveau. Het hoogst is dit percentage in (68,9%). Het kleinst is de groep hoogopgeleide ouders in (5,9%). Hier moet opgemerkt worden dat het opleidingsniveau van de ouders niet altijd duidelijk is. Zo kan 35,2% van de jongeren die in wonen niet aan geven wat het opleidingsniveau is van één of beide ouders. 24

Grafiek 3.6 Arbeidssituatie ouders (percentages) Beide ouders werken Een van de ouders werkt 8 3 percentage 6 4 2 percentage 2 1 Geen van de ouders werkt Opleidingsniveau ouders onbekend 8 8 percentage 6 4 2 percentage 6 4 2 Veruit de meeste jongeren in Zwijndrecht groeien op in een gezin waar beide ouders een baan hebben. Bij gemiddeld 6,4% van de jongeren werken beide ouders niet of is de situatie van één of beiden ouders niet bekend (3,% en 3,4%). De arbeidsparticipatie is het hoogst bij de ouders van de jongeren in, bij ruim 85% van de jongeren in deze wijk werken één of beide ouders. Samenvatting achtergrondvariabelen Bijna 23% van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar in Zwijndrecht heeft aan het onderzoek deelgenomen. Dit percentage ligt lager dan bij de vorige meting. In 28 lag de deelname op 33%. De meeste deelnemers volgen onderwijs op vwoniveau, gemiddeld ruim 32% van de jongeren in Zwijndrecht. In is het aandeel het hoogst, daar volgt 42,5% van de jongeren vwoonderwijs, het kleinste is het aandeel in het (18,5%). De tweede grote groep is het vmbo, gemiddeld 2,6%. In het is het aandeel vmboleerlingen zelfs 24,1%. Bijna 75% van de jongeren in Zwijndrecht heeft de Nederlandse nationaliteit. Met 89,5% is het aandeel jongeren met de Nederlandse nationaliteit hoog in, in bedraagt dit aandeel slechts 64,6%. Ruim 81% van de jongeren in Zwijndrecht groeit op in een tweeoudergezin. Dit aandeel wisselt in de wijken tussen 71,9% in tot 91,1% in. Het aandeel eenoudergezinnen is het kleinst (8,9%). Het grootste aandeel eenoudergezinnen is terug te vinden in. Veruit het grootste deel van de jongeren in Zwijndrecht heeft een Nederlandse taalachtergrond. 25

26 In hebben zelfs alle jongeren een Nederlandse taalachtergrond. De grootte van de groe pen jongeren met een buitenlandse taalachtergrond varieert tussen 3,7% in het en 16% in Zwijndrecht. Gemiddeld zijn bijna 63% van de ouders in Zwijndrecht hoog opgeleid. Het kleinst is de groep hoogopgeleide ouders in (5,9%), het grootste is deze groep in (68,9%). Bij ruim 2% echter is het opleidingsniveau van de ouders onbekend. Meer dan tweederde van de jongeren (72%) heeft ouders die beiden een betaalde baan hebben. Het grootst is deze groep in, hier heeft 85,1% van de jongeren twee werkende ouders. Het kleinst is het aandeel in (62,3%). In deze wijk werkt in 7,5% van de gevallen geen van beide ouders (stadsgemiddelde bedraagt 3%).

VVerwey Jonker Instituut 4 Probleemgedrag Ons onderzoek biedt inzicht in verschillende probleemgedragingen die in het leven van jongeren een rol (kunnen) spelen en die de leefsituatie in de wijken negatief kunnen beïnvloeden. Het gaat hier om geweld, jeugddelinquentie, problematisch roken, alcohol en drugsgebruik, schoolverzuim, aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag en depressie. In de eerste twee grafieken staan per wijk de scores weergegeven van de jongeren die hebben aangegeven zich schuldig te hebben gemaakt aan geweld en jeugddelinquentie. 4.1 Geweld Grafiek 4.1 Geweld (percentages) Wapens Vechten 2 6 percentage 1.5 1.5 percentage 4 2 Slaan Dreigen 6 1.5 percentage 4 2 percentage 1.5 27

Grafiek 4.1 laat ons de items behorende bij probleemgedragingen onder de noemer van Geweld zien. In Zwijndrecht is er weinig sprake van jongeren die soms of regelmatig wapens bij zich dragen. Het stadsgemiddelde laat ons zien dat dit nog geen procent van de jongeren betreft. Ook het bedreigen van anderen omwille van geld is vrijwel verwaarloosbaar, met,3% van de jongeren die aangeeft dit te hebben gedaan (in vier keer zoveel). Fysiek geweld komt vaker voor. Gemiddeld heeft 4,4% van de jongeren in Zwijndrecht deelgenomen aan een vechtpartij en 2,5% van de jongeren heeft wel eens iemand in elkaar geslagen. De wijken en vallen ons het meeste op. De jongeren in deze wijken scoren op drie van de vier geweldsitems hoger dan gemiddeld. 4.2 Jeugddelinquentie Grafiek 4.2 Jeugddelinquentie (percentages) Vernielen Winkeldiefstal 4 1.5 percentage 3 2 1 percentage 1.5 Diefstal op school Heling 5 1 4.8 percentage 3 2 1 percentage.6.4.2 Politiecontacten 4 28 percentage 3 2 1

Probleemgedrag onder de noemer van Jeugddelinquentie laat evenals gewelddadig gedrag lage scores zien. Weinig jongeren hebben instemmend geantwoord op de items betreffende Contact met de politie, Diefstal, Vernieling en Heling. De meest in het oogspringende wijken zijn het, Zwijndrecht en. De jongeren in deze wijken scoren op de meeste items bovengemiddeld. De meest voorkomende probleemgedragingen zijn Vernieling en Contact met politie, bij beiden categorieën gaat het om 2% van de jongeren. Het minst komen Heling (,1%) en Winkeldiefstal (,7%) voor. 4.3 Problematisch roken, alcohol en drugsgebruik De grafieken 4.3a, 4.3b, 4.3c en 4.3d tonen de mate waarin problematisch (veelvuldig) roken, alcoholen drugsgebruik aanwezig zijn in Zwijndrecht en in de afzonderlijke wijken. Zo zien we dat drugsgebruik bijna niet voorkomt in Zwijndrecht, alleen hasj en marihuana wordt door de Zwijndrechtse jongeren wel eens gebruikt (1,3%). In totaal 26% van de jongeren heeft in de afgelopen maand gedronken. Een grote uitschieter is terug te vinden in, hier heeft ruim 4% van de jongeren de afgelopen maand wat gedronken. Het rookgedrag is vele malen kleiner, ruim 8,5% van de jongeren heeft gerookt in de afgelopen maand. Het kleinst is de groep rokende jongeren in (2,6%) en het grootst is deze groep in en (11,3%). Grafiek 4.3a Drinkgedrag van de jongeren (percentages) Alcohol laatste maand Veel Drinken 4 1 percentage 3 2 1 percentage.8.6.4.2 Aantal glazen per maand Bingedrinking 8 15 aantal 6 4 2 percentage 1 5 29

Grafiek 4.3b (Veelvuldig) Roken (percentages) Roken laatste maand Meer dan 1 sigaretten 2.5 1 2 percentage 5 percentage 1.5 1.5 Veelvuldig drinken is bijna niet aan de orde in Zwijndrecht. Enkel in valt,9% van de jongeren onder de categorie Veeldrinkers. De jongeren in de overige wijken vertonen deze probleemgedraging niet. Wanneer we kijken naar het aantal glazen per week dat de jongeren drinken dan zien we dat de jongeren gemiddeld ongeveer 6 glazen alcohol per week drinken. In ligt dit gemiddelde op 4, terwijl in Zwijndrecht het gemiddelde aantal glazen op bijna 8, ligt. Een andere categorie van veel drinken is binge drinking, dit komt voor in de wijken, Zwijndrecht en, met achtereenvolgens 1,5%, 13,3% (opvallend hoog) en 3,9%. Grafiek 4.3c Softdrugs gebruik (percentages) Hasj Marihuana laatste maand Softdrugs 1 of meer keer per week 2 1 percentage 1.5 1.5 percentage 1 3

Grafiek 4.3d Drugs gebruik (percentages) XTC laatste maand Hard drugs laatste maand 1 1 percentage 1 percentage 1 Andere drugs laatste maand 1 percentage 1 4.4 Schoolverzuim Er is geïnformeerd naar schoolverzuim door te vragen naar het spijbelgedrag in de afgelopen maand en naar het aantal keer dat iemand in het afgelopen jaar uit de klas is gestuurd. Onderstaande grafiek brengt deze gegevens in beeld. Er is zeer weinig tot niet gespijbeld door de jongeren in het, Zwijndrecht,,, en. In ligt het percentage spijbelende jongeren veruit het hoogst, bijna 11% van de jongeren heeft aangegeven gespijbeld te hebben. Wanneer we kijken naar degenen die uit de klas gestuurd zijn, dan is te zien dat grote groepen jongeren in alle wijken van Zwijndrecht wel eens de klas uitgestuurd zijn. Het gemiddelde ligt op 3,5% van de jongeren. Verder variëren de percentages tussen 22,5% en 41,5%. Meer dan gemiddeld zijn de jongeren de klas uitgestuurd in het, Kort ambacht en. 31

Grafiek 4.4 Schoolverzuim (percentages) Afgl 4 weken meer dan1x gespijbeld Afgl jr vaker dan 1 maal de klas uitgestuurd 1 4 percentage 8 6 4 2 percentage 3 2 1 4.5 Aan Seksualiteit gerelateerd probleemgedrag Grafiek 4.5 Aan Seksualiteit gerelateerd probleemgedrag (percentages) Onveilig Vrijen Seks onvaste partner 4 3 percentage 3 2 1 percentage 2 1 Condoom gebruikt Ooit sexueel misbruikt 3 4 percentage 2 1 percentage 3 2 1 32

Ooit zwanger geweest 1 percentage 5 Grafiek 4.5 laat ons veel verschillen tussen de wijken zien, het gaat hier om de categorie Onveilig vrijen. Ruim één op de vier jongeren in Zwijndrecht heeft aangegeven onveilig te hebben gevreeën, of dit niet uit te sluiten. De grootste groep is terug te vinden in en (rond de 34%). Veruit het kleinst is het aandeel jongeren in Zwijndrecht (12,3%). Wanneer we kijken naar jongeren die seks hebben gehad met een onvaste partner dan zijn er enkele wijken waar dit niet voorkomt, te weten het, en. In de overige wijken (, Zwijndrecht, en Kortbacht) varieert het aandeel jongeren tussen 12,5% en 32,%. Als we kijken naar het gebruik van een condoom de laatste keer dat de jongeren naar bed zijn geweest met een onvaste partner, dan zijn de percentages opmerkelijk laag. De percentages liggen tussen 26,3% in en 13,3% in. In deze laatste wijk zien we eveneens dat er enkele meisjes ooit zwanger zijn geweest. Dit percentage dient echter met grote voorzichtigheid behandeld te worden, want het gaat hier om een zeer beperkte groep jongeren, die deze vraag voorgelegd heeft gekregen. 4.6 Depressie In deze paragraaf komt het probleemgedrag Depressie aan bod. Het betreft hier verschillende negatieve gevoelens. Grafiek 4.6 Depressie (percentages) Depressief en verdrietig voelen Voel me mislukkeling 2 25 percentage 15 1 percentage 2 15 1 5 5 33

Ik ben nergens goed in Leven is niets waard 4 2 percentage 3 2 percentage 15 1 1 5 De grootste mate van instemming is terug te vinden bij het item Er zijn momenten dat ik vind dat ik nergens goed voor ben. Van alle Zwijndrechtse jongeren heeft 32,5% ingestemd met deze stelling, terwijl de andere items tussen de 11,7% en 15,4% scoren. De jongeren uit hebben van alle Zwijndrechtse jongeren het meest te maken met gevoelens van depressiviteit. Bij alle stellingen stemmen de jongeren uit er het meest mee in. 4.7 Samenvatting In Zwijndrecht komen de scores op de geweldsitems lager dan 4,5% uit. Iemand bedreigen omwille van geld komt vrijwel niet voor, dit komt enkel in Zwijndrecht en voor (1,2% en,5%). Het bij zich dragen van een wapen komt iets vaker voor:,8% zegt een wapen bij zich te dragen. In verhouding komt dit het vaakst in en in en Zwijndrecht voor (1,9%, 1,3% en 1,2%). Van de jongeren uit Zwijndrecht heeft 4,4% gevochten en 2,5% iemand in elkaar geslagen. De cijfers van Jeugddelinquentie laten wederom een gevarieerd beeld zien. Zo heeft 2% van de jongeren wel eens iets op straat vernield,,7% en 1,3% van de jongeren hebben wel eens iets uit een winkel of op school gestolen. 2,% van de jongeren is wel eens in aanraking gekomen met de politie. Bij deze delinquentiegedragingen vallen voornamelijk de wijken, Zwijndrecht en op. Gemiddeld heeft 26% van de Zwijndrechtse jongeren in de laatste maand alcohol gedronken. Bijna 9% van de jongeren heeft gerookt. Het gebruik van softdrugs (hasj, marihuana) komt vrijwel niet voor. Het stadsgemiddelde laat zien dat 1,3% van de jongeren dit in de afgelopen maand gebruikt heeft. Het gebruik van de diverse vormen van harddrugs is verwaarloosbaar, de verschillende typen drugs worden door geen van de jongeren in de steekproef gebruikt. Als het gaat om veelvuldig gebruik van alcohol en drugs vallen de wijken Zwijndrecht en Kort Ambacht op bij het item Binge drinking. toont daarnaast een bovengemiddeld aantal glazen aan dat gedronken wordt door de jongeren. Als het gaat om schoolverzuim heeft 3,3% van de jongeren gespijbeld in de afgelopen maand en is 3,5% van de jongeren wel eens de klas uit gestuurd. In Zwijndrecht zijn grote verschillen tussen de wijken te zien bij aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag. De meest in het oog springende wijken zijn, en. Op de verschillende onderdelen van depressie wordt redelijk gelijk gescoord. In alle wijken wordt het hoogst gescoord op de stelling Er zijn momenten dat ik vind dat ik nergens goed voor ben. Opvallend is dat de jongeren in het meest boven het stadsgemiddelde scoren. 34

VVerwey Jonker Instituut 5 Risico en beschermende factoren: wijken vergeleken met het stadsgemiddelde Politici, beleidsmakers en professionals in steden willen weten welke problemen er spelen in het leven van jongeren en welke een negatieve invloed kunnen hebben op de leefsituatie in de wijken. Maar zij zijn ook geholpen met kennis van onderliggende factoren (risicofactoren en beschermende factoren). Wij hebben deze risico en beschermende factoren onderzocht. Risicofactoren zijn factoren die, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, de kans op probleemgedrag van jongeren vergroten. Beschermende factoren zijn factoren die de kans op probleemgedrag juist verkleinen. Iedere risicofactor en beschermende factor wordt aan de hand van enkele vragen vastgesteld. De scores op de verschillende risico en beschermende factoren variëren uiteraard. Hoe hoger de score, hoe sterker de factor in een bepaalde wijk aanwezig is. Gaat het om een risicofactor, dan interpreteren we een hoge score als negatief. De kans op probleemgedrag is door de aanwezigheid van deze factor immers groter. Gaat het echter om een beschermende factor dan is een hoge score juist gunstig, omdat de kans op probleemgedrag dan kleiner is. Vaak is de interpretatie van ruwe scores op deze factoren (bijvoorbeeld van tot 1) echter problematisch. Deze ruwe scores krijgen pas betekenis als we ze vergelijken met de scores op andere gebieden. Om deze reden presenteren we de scores op de risico en beschermende factoren in dit rapport in zogeheten Zscores. Een Zscore is een gestandaardiseerde statistische meeteenheid die het mogelijk maakt om de resultaten met betrekking tot verschillende risico en beschermende factoren met elkaar te vergelijken. Dit kan zelfs wanneer de oorspronkelijke schalen (lees: factoren) onderling afwijkende eigenschappen hebben (zoals een afwijkende minimum of maximum schaalwaarde of een afwijkend aantal schaalpunten). Dit houdt in dat de gemiddelde score op een bepaalde factor of die nu 65 of 23 is wordt omgerekend naar de waarde. In hoofdstuk 5 is deze nullijn het stedelijk gemiddelde van Zwijndrecht. De scores van de afzonderlijke wijken berekenen we vervolgens op dezelfde manier en zetten we af op deze nullijn. Het berekenen van Zscores houdt ook in dat de gerapporteerde afwijkingen in vrijwel alle gevallen een waarde hebben tussen de 2, en de + 2,. Afwijkingen van tenminste +,25 of,25 beschouwen we in deze rapportage als opmerkelijk of betekenisvol. We presenteren de resultaten met betrekking tot de risico en beschermende factoren per domein: Gezin, School, Kinderen en jongeren en Wijk. Zoals gezegd vormt het stadsgemiddelde van Zwijndrecht de nullijn in de grafieken van dit hoofdstuk. 35

5.1 Inleiding In de paragrafen 5.2 en 5.3 geven we achtereenvolgens de scores met betrekking tot de verschillende risico en beschermende factoren per wijk weer. 3 5.2 Risicofactoren Gezin Grafiek 5.1a Gezin: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Geschiedenis van Probleemgedrag.3.23.2 Risicofactor.1.7.5..1.5.5.9.13 Grafiek 5.1b Gezin: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Risicofactor Problemen met Gezinsmanagement.1.1.7.5.1...1.5.1.9.15.15 Bovenstaande grafieken laten de scores van de wij ken in verhouding tot het stadsgemiddelde op de items Geschiedenis van Probleemgedrag en Problemen met Gezinsmanagement zien. Geen van de items heeft een score buiten de bandbreedte die loopt van,25 tot,25. Enkel heeft een score die bij Geschiedenis van Probleemgedrag in het gezin in de buurt komt van opmerkelijkheid. 3 Voor de volledigheid zijn de ruwe scores van zowel de risico als de beschermende factoren weergegeven in Bijlage 1. 36

Grafiek 5.1c Gezin: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Conflicten in het Gezin.1.9.9.5 Risicofactor.1.1..1.9.2.23 Grafiek 5.1d Gezin: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Risicofactor Positieve Houding Ouders tov Drugs en Alcoholgebruik.2.16.15.1.1..3.1.8.13.13.2 De scores op de items Conflicten in het gezin en Positieve houding van de ouders ten opzichte van drugs en alcoholgebruik zijn eveneens niet opmerkelijk. De enige positief bijna opvallende score is van (,23) op het item Conflicten in het gezin. Grafiek 5.1e Gezin: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Risicofactor.2.1.1.2 Positieve Houding Ouders tov Antisociaal Gedrag.15.11.6...1.3.22 Ook het laatste item van de Risicofactoren op het domein van het Gezin toont geen opmerkelijke scores. Zodoende kan uit de voorgaande figuren opgemaakt worden dat alle wijken hier redelijk gelijk scoren aan het stadsgemiddelde van Zwijndrecht. 37

School Grafiek 5.2a School: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht).2.21 Leerachterstanden Risicofactor.1.1.1...4.6.7.2.2 Grafiek 5.2b School: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Risicofactor Gebrek aan binding.2.2.15.1.1..1.4.1.1.2.3.24 De wijk laat bij beide Risicofactoren op het domein van de school de hoogste scores zien, hoewel binnen de bandbreedte toch redelijk hoog (,21 en,2). Geen van de andere wijken komt hierbij in de buurt. Het,, Zwijndrecht en scoren bij beide items lager dan het stadsgemiddelde. Het laagst is de score van Zwijndrecht op Gebrek aan binding met de school (,24). Kinderen en jongeren Grafiek 5.3a Kinderen en jongeren: risicofactoren (Zscore t.o.v. gemiddelde Zwijndrecht) Vervreemding en opstandigheid.3.27.2 Risicofactor.1.8.2..1.1.7.7.2.2 38