Menselijk gedrag bij tunnelincidenten

Vergelijkbare documenten
Coördinatie van het optreden bij tunnelincidenten

Tunnelventilatie VERSIE

Inleiding tunnelveiligheid tactisch en strategisch

Optreden GHOR bij tunnelincidenten

Veiligheidsvoorzieningen Leidsche Rijntunnel

Inleiding Leidsche Rijntunnel

Reflectie VB op tunnel incident

Alarmeren, aanrijden en benaderen bij tunnelincidenten

De tunnel als doolhof

VEILIGHEID OP DE CAMPUS

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen:

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

standaard omroepberichten

Gedrag van mensen bij brand

Miles handleiding. Koeriers. Android & ios.

Gebruikershandleiding

VLUCHTEN BIJ EEN BRAND

III BIllIII IHhI N II IllI INI 1111 II. w gemeente Burgemeester en wethouders. 17U1T09566/memo augustus 2017

Kruispunten met de borden

I K B E N B R A N D W E E R

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Tunnelveiligheid. een introductie

Treinramp. Je koopt wel een ticket. Mensen Wat een drama! De NMBS voor de treinen is wel een Deze keer liep het anders...

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Tunnelveiligheid door het menselijk oog. 11 en 18 april 2018

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Gebruikshandleiding

Watermist als veiligheidsmaatregel. Ir. E.W. Worm

Docentenhandleiding bij

Handleiding ehuisartspraktijk.nl

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Securitas Alarm App Klantmanual

Factsheet Vragen en antwoorden Versie: 11 november 2016

Docentenhandleiding bij

Handleiding Permanente Educatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Inleiding. Gevaren met landbouwverkeer. Leeswijzer

Veiligheid in De Vliegert

Factsheet Vragen en antwoorden Versie: november 2018

Handleiding ZorgLeren.nl

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

Factsheet Vragen en antwoorden. NL-Alert: Direct informatie bij een noodsituatie

NL-Alert. Direct informatie bij een noodsituatie

Model voor de berekening van de ontruimingstijd in wegtunnels

DE VIJF BELANGRIJKE PUNTEN

Bedrijfshulpverleningsplan

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval

Handleiding website SVNL voor evenementenverkeersregelaars

Factsheet Vragen en antwoorden Versie: 9 juni 2017

Factsheet Vragen en antwoorden Versie: oktober NL-Alert. Direct informatie bij een noodsituatie

Wat is een acute hartritme stoornis?

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

Ga met uw telefoon naar de onderstaande link om de Xmeye app te downloaden of zoek in de app store naar Xmeye.

Welkom bij de Gastouderacademie! (handleiding voor gastouders)

Per pagina wordt een stap uitgelegd. De bedoeling is om in groepjes per pagina de workshop te doorlopen.

BHV-procedures bij incidenten

Bedrijfshulpverlening op scholen

Handleiding Reageren op Sociale Huurwoningen op Entree.nu

Alarm Types & Scenario s. Een praktische gids met alle ins en outs van de Netpresenter Alert Server

Factsheet Vragen en antwoorden Versie: oktober NL-Alert. Direct informatie bij een noodsituatie

VEILIGHEID THEMA 2015

Welkom bij E-school Kinderopvang (handleiding voor pedagogisch medewerkers)

Outlook Web App 2010 XS2office

Handleiding. Outlook Web App CLOUD. Versie: 22 oktober Toegang tot uw berichten via internet

CALAMITEITEN BOEKJE UniC 2011

Beheer en renovatie MAASTUNNEL

Een woord vooraf. Beste sportvereniging,

Datum 1 april 2010 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport IVW/IOOV inzake Schiphol spoortunnel incident op 2 juli 2009

videosurveillance minder doden en gewonden

Draaiboek ontruimingsoefening AB&C Partners te Zoetermeer

LESFICHE sensibiliseringsfilmpje

Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super

Lijst van vragen - totaal

Gebruik van het VWS Noord-Drenthe Web forum

BTW Code Conversie Legal Eagle Integratie Met Export versie 2.18.x naar Sdu uitgevers

Cursistenhandleiding CODE Multimedia - standalone-versie

Hoe werkt E-learning van BivT?

Hoe werkt E-learning van BivT?

Uw adres is nodig voor de registratie. Deze is niet zichtbaar op het forum.

Handleiding website SVNL voor evenementenverkeersregelaars

BTW Code Conversie Legal Eagle Standaard versie 2.18.x naar Sdu uitgevers

Bedrijfshulpverlening. Informatiebrochure

Waar kan ik terecht met vragen en opmerkingen over het Fries Leerplein? Ik ben mijn wachtwoord vergeten. Hoe kom ik aan een nieuw wachtwoord?

Veilig of gevaarlijk? Verkeersoefening - 1 ste en 2 de leerjaar lager onderwijs.

Voorwoord. Algemene gegevens:

Tunnelveiligheid door het menselijk oog. Datum: en Hotel van der Valk in Vianen

7 Manoeuvres en bewegingen

NORTHNETS / AROB ANTENNEBOUW. Wi-Fi handleiding. Om gemakkelijk en snel verbinding te maken met het internet.

Veilig en vlot door onze tunnels

Handleiding Office 2013 en Office 365. voor thuisgebruik

Toegang tot uw berichten via internet

Eerste hulp aan hulpverleners die slachtoffer zijn van traumatische stress. Paul De Vuyst Preventieadviseur PSA Zeebrugge

Transcriptie:

Menselijk gedrag bij tunnelincidenten Dit document bevat de teksten, foto s en illustraties van de gelijknamige module op de e- Campus Tunnelveiligheid en is bedoeld om de leerstof van deze module offline en voor eigen gebruik te kunnen raadplegen. Het document is geen vervanging voor het online volgen van de e-learningmodule. Op inhoud en vorm van dit document berust copyright. Veiligheidsregio Utrecht. VERSIE 010412

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Informatie over deze module Deze module gaat over: alle Nederlandse wegtunnels Doelgroepen: * leden van het CoPI * bevelvoerders en manschappen brandweer * agenten en ambulancepersoneel, zowel uitvoerend als coördinerend/leidinggevend * Rijkswaterstaat: officieren van dienst Voorkennis: de module Inleiding tunnelveiligheid Niveau: gevorderd Benodigde tijd: ongeveer 20 minuten VERSIE 010412 2

Leerdoelen van deze module Na het volgen van deze module kun je weergeven: * uit welke drie stadia het vluchtproces bestaat * welk gedrag mensen bij tunnelincidenten vertonen * op welke manieren het vluchtgedrag van tunnelgebruikers kan worden beïnvloed * met welke situaties hulpverleners bij aankomst bij een tunnelincident geconfronteerd kunnen worden: bij de tunnelmonden, in de nietincidentbuis, in het middentunnelkanaal en in de incidentbuis. MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 3

Modulewijzer MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Deze module bestaat uit de volgende onderdelen, die worden weergegeven in het modulemenu (zie het bovenste deel van de afbeelding rechts): * over deze module, met moduleinformatie, de leerdoelen en deze modulewijzer * de leerstof, verdeeld over een aantal deelonderwerpen * een aantal toetsvragen * de afsluiting, met daarin een samenvatting van de leerstof en een pagina met verwijzingen. Klik op een onderdeel van het modulemenu om dit te openen. Na elk onderdeel kom je weer in dit menu terug. Een groen vinkje naast een onderdeel geeft aan dat je dit hebt afgerond. Let op: het is van belang om alle pagina's van deze module te bekijken (ook die met de samenvatting en de verwijzingen), en alle toetsvragen te maken. Doe je dat niet, dan registreert de e-campus dat je de module slechts gedeeltelijk hebt doorlopen en niet hebt afgerond. Wel of niet afgerond? Je kunt eenvoudig zelf controleren hoe de e-campus het wel of niet afronden van een bepaalde module heeft geregistreerd. Het balkje naast de modulenaam in het moduleoverzicht geeft aan in hoeverre je de module hebt afgerond (onderste deel van de afbeelding). Inleiding Bij meerdere incidenten in tunnels is gebleken dat veel tunnelgebruikers een afwachtende en passieve houding aannemen, ook indien volstrekt duidelijk is dat zich een incident voordoet of voor heeft gedaan. Als hulpverlener bij een tunnelincident krijg je te maken met het gedrag van vluchtende tunnelgebruikers, of met slachtoffers die het gevolg zijn van dit gedrag. Het filmpje op www.youtube.com/watch?v=libgqobxjcc VERSIE 010412 4

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN geeft een eerste voorbeeld van gedrag van tunnelgebruikers wanneer er aanwijzingen zijn dat er zich een incident heeft voorgedaan. Deze module gaat in op het menselijk gedrag bij tunnelincidenten, met als doel inzicht te geven in de situaties waarmee hulpverleners geconfronteerd kunnen worden tijdens de bestrijding van een tunnelincident. Inzicht in dit gedrag en de gevolgen daarvan kan in bepaalde gevallen leiden tot een meer doelmatige hulpverlening. Vluchtproces: drie stadia Er is veel bekend over het menselijk gedrag bij noodsituaties in het algemeen en bij brand in het bijzonder. Ook is veel onderzoek gedaan naar vluchtgedrag bij noodsituaties. Hieruit blijkt dat het vluchtproces bestaat uit drie stadia: 1. ontvangst en interpretatie van het signaal 2. voorbereiding 3. actie. Dit laat zich mooi illustreren met het filmpje op www.youtube.com/watch?v=w2cnvbmohto dat niets met tunnels van doen heeft maar waarin het menselijk gedrag model staat voor wat er bij tunnelincidenten veelal gebeurt. VERSIE 010412 5

Vluchtproces: drie stadia, vervolg Wat gebeurde er precies in het filmpje? Op het moment dat iemand aan een bepaalde activiteit begint (hier: postzegels kopen) heeft die persoon een verwachting van de situatie waarmee hij/zij geconfronteerd gaat worden. Betrokken raken bij een incident (hier: een brand) zit niet in het verwachtingspatroon. Je gaat er toch niet van uit dat je, wanneer je postzegels gaat kopen, bij het binnenlopen van de winkel een display passeert dat in brand staat? Ontvangst en interpretatie van het signaal In de film is meerdere malen duidelijk te zien dat omstanders moeite hebben het gevaar (de brand) op waarde te schatten en te herkennen. Het eerste dat plaats moet vinden is het ontvangen en interpreteren van het signaal: de afwijkende situatie. Op de foto rechts, een snapshot van het filmpje, is te zien dat een man de winkel binnenkomt. Hij passeert het display waar een brand bezig is zich te ontwikkelen, maar doet niets. Het interpreteren van wat hij ziet - is het gevaarlijk, moet ik in actie komen? - is onder andere afhankelijk van wat anderen doen. In het filmpje kijken alle andere aanwezigen naar het brandende display maar doen er niets aan. De tijd die nodig is om de situatie te interpreteren, heet wake-up time. MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 6

Vluchtproces: drie stadia, vervolg MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Voorbereiding Zodra duidelijk is dat het om een noodsituatie gaat, in dit geval een brand, moet er gereageerd worden. Deze reactie wordt bepaald door de hoeveelheid en de kwaliteit van de informatie die beschikbaar is. Uiteindelijk valt het muntje: het is gevaarlijk, het hoort er niet bij, er moet iets gebeuren. Deze fase is de voorbereiding. Hierbij bedenkt degene die de noodsituatie ziet wat hij ermee gaat doen. Blussen? Vluchten? Samen met de groep of alleen? In het snapshot links is te zien dat de vrouw bij de toonbank naar de display wijst. De man achter haar doet even later mee: hier moet iets gebeuren. Actie Het derde en laatste stadium is het in actie komen. Eerst wordt getracht het gevaar te neutraliseren, de brand te blussen. Wanneer dat niet lukt wordt er gevlucht, men verplaatst zich om uit de buurt van het gevaar te komen. De drie fases in de film - ontvangst/interpretatie, voorbereiding, actie - worden zowel in wetenschappelijk onderzoek als bij incidenten steeds weer bevestigd. De menselijke geest heeft een bepaalde weerstand tegen het loslaten van het normale verwachtingspatroon. Het duurt even voordat mensen zich realiseren dat er werkelijk sprake is van een noodsituatie. VERSIE 010412 7

Tunnels en tunnelgebruikers In Nederland ervaart ongeveer 15 procent van de weggebruikers het rijden door een tunnel als onprettig. Voor hen vormen tunnels onder water een extra drempel. Met de gevoelens van deze groep weggebruikers moet rekening worden gehouden bij het ontwerp van de veiligheidsvoorzieningen in een tunnel. Psychische effecten Voor veel automobilisten is het door een tunnel rijden alleen al vanwege de psychische effecten een gevaarlijke bezigheid. Het gevoel opgesloten en onder de grond te zitten roept angst en onbehagen op. Deze angstgevoelens resulteren in veel gevallen in reacties die niet logisch verklaarbaar zijn, zoals plotseling remmen en onverwachte en onnodige stuurcorrecties. Onzekere chauffeurs vallen bijvoorbeeld op doordat ze steeds langzamer gaan rijden. De hiervoor beschreven gedragingen zijn het directe gevolg van de effecten die het rijden in een tunnel heeft op deze tunnelgebruikers: * gevoelens van onbehagen (bij een kleine groep: claustrofobie) * wandangst (veroorzaker van de stuurcorrecties) * verminderde oriëntatie (veroorzaker van het remmen en het langzamer gaan rijden) * gebrek aan contact met de buitenwereld. Foto: een goede verlichting kan gevoelens van onveiligheid verminderen. MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 8

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Tunnels en tunnelgebruikers, vervolg Dit betekent dat hoe goed de veiligheidsvoorzieningen in een tunnel ook zijn, de belangrijkste oorzaak van verkeersongevallen - ook in tunnels - de mens blijft. Bouw en inrichting van wegtunnels Bij het ontwerp en de inrichting van wegtunnels wordt rekening gehouden met het niet altijd even logische of veilige verkeersgedrag van weggebruikers in tunnels en de gevoelens van onbehagen die een deel van de weggebruikers in tunnels heeft: * afslagen in tunnels worden zoveel mogelijk vermeden * de tunnelregelgeving staat geen tweerichtingsverkeer in een tunnelbuis toe, behalve (bij sommige tunnels) bij onderhoud * vlak vóór de tunnel wordt de weg niet verbreed of versmald * vlak vóór de tunnel wordt de hoeveelheid informatie aan de weggebruiker (verkeersborden) beperkt * er wordt veel aandacht besteed aan de verlichting van wegtunnels * in lange tunnels wordt de tunnelgebruiker geïnformeerd over de afgelegde afstand. Foto: ongeval in de Heinenoordtunnel op 28 mei 2010, waarbij een cementwagen het tunneldak ernstig beschadigde. De vacüumtank stond nog omhoog... Tunnelbranden Met name bij grote branden in tunnels speelt het menselijk gedrag een belangrijke rol bij het aantal slachtoffers dat er te betreuren valt. Dit moduledeel zal zich daarom vooral richten op menselijk gedrag bij tunnelbranden. Doodsoorzaak Wanneer een brand levens eist, is verstikking door rook of rookgassen meestal de VERSIE 010412 9

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN doodsoorzaak. Bij tunnelbranden is dat niet anders. Wat echter opvalt, is dat uit onderzoek blijkt dat een deel, soms zelfs een groot deel, van de dodelijk getroffen slachtoffers is gevallen omdat ze te lang hebben gewacht met vluchten, terwijl daar voldoende tijd voor was. Het filmpje op www.youtube.com/watch?v=bo8smfgrf8g (in het Duits, maar de beelden zeggen genoeg) laat vanaf tijdstip 01:00 beelden zien van tunnelbranden en menselijk gedrag bij tunnelbranden. Vanaf tijdstip 03:00 zijn beelden van een bewakingscamera in een Zwitserse tunnel te zien. Buiten het bereik van de camera ontstaat brand. Meerdere tunnelgebruikers vluchten. Een vrachtwagenchauffeur probeert te keren, en besluit dan pas te vluchten. Te laat. De rook haalt hem in. De chauffeur is kansloos. Tunnelbranden: een voorbeeld Een bekend voorbeeld van een fatale tunnelbrand met veel slachtoffers is de brand in de Mont Blanc tunnel op 24 maart 1999. Hierbij kwamen 39 mensen om: een Franse brandweerman, een Italiaanse motorrijder die veel levens heeft gered en 37 tunnelgebruikers. Daarvan kwamen er 27 om in hun voertuigen. De Belgische chauffeur van de vrachtwagen waar de brand begon reageerde kordaat en vluchtte direct nadat hij geconstateerd had dat hij de brand niet de baas kon. Hij overleefde de ramp, samen met 11 andere tunnelgebruikers. Uit onderzoek naar de oorzaak en het verloop van de brand bleek dat er minder doden zouden zijn gevallen als tunnelgebruikers sneller hadden gereageerd en eerder gevlucht waren. Menselijk gedrag bij tunnelincidenten Het tragische verloop van de brand in de Mont Blanc tunnel staat helaas niet op zichzelf. Onderzoek naar menselijk gedrag bij tunnelincidenten laat zien dat tunnelgebruikers pas laat de ernst van de situatie inzien en daar vervolgens niet altijd adequaat op reageren. Bij een tunnelincident hebben ze grote moeite hun gedrag aan te passen aan de gewijzigde situatie. Rechts: een auto na de brand in de Mont Blanctunnel. Brandweermensen constateerden dat er zich personen in de auto bevonden hadden doordat de gordels vast zaten en er botfragmenten op de vloer lagen. VERSIE 010412 10

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Tunnelincidenten en menselijk gedrag Gebruikelijk gedrag van tunnelgebruikers is: * Overal: blijven zitten en wachten op de hulpdiensten of totdat de weg weer vrij is, zelfs als er duidelijk sprake is van brand en rook. Automobilisten zijn niet snel geneigd hun auto en bezittingen achter te laten. Tunnelgebruikers verder weg van het incident denken dat ze in een 'gewone' file staan. * Overal: uitstappen en bellen, filmen, kijken of kletsen met lotgenoten. * Bovenstrooms van het incident: proberen te keren en tegen de rijrichting in de tunnel verlaten. * Nabij het incident: proberen het incident alsnog te passeren. * Nabij het incident: Uitstappen en alarm slaan of helpen. * Benedenstrooms van het incident: Vluchten. Beïnvloeding van vluchtgedrag Uit onderzoek blijkt dat het vluchtgedrag van tunnelgebruikers kan worden beïnvloed door bepaalde veiligheidsvoorzieningen of door voorbeeldgedrag van medetunnelgebruikers: * Het spontaan ontruimen van een tunnelbuis gebeurt pas als meer dan 10 procent van de tunnelgebruikers het voorbeeld heeft gegeven. * Omroepberichten met de aansporing om de tunnelbuis te voet via het middentunnelkanaal te verlaten worden na herhaling door een aantal tunnelgebruikers opgevolgd. * Uit testen* is gebleken dat vluchtdeuren aanmerkelijk beter worden gebruikt wanneer deze met contourverlichting en geluidsbakens zijn aangeduid. In de Leidsche Rijntunnel worden vooraf ingesproken omroepberichten, contourverlichting van de vluchtdeuren en geluidsbakens boven de vluchtdeuren toegepast. * o.a. in 2003 in de Beneluxtunnel, uitgevoerd door TNO Technische menskunde in opdracht van Rijkswaterstaat. VERSIE 010412 11

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Afb 1: Vluchtdeur met contourverlichting en geluidsbaken (boven de deur) VERSIE 010412 12

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Menselijk gedrag en de situatie bij aankomst Het gedrag van tunnelgebruikers bij een incident leidt uiteindelijk tot een bepaalde situatie die bij aankomst door hulpverleners wordt aangetroffen. In deze module gaat het daarbij niet om het incident zelf (brand, onwelwording, etc.). De bestrijding daarvan komt aan bod in aparte modules op deze e-campus. Het gaat hier om de tunnelgebruikers die zich nog in de tunnel bevinden: * waar in de tunnel tref je tunnelgebruikers aan? * waar moet je in relatie tot gevluchte of vluchtende tunnelgebruikers speciaal op letten? Plaats tunnelgebruikers Het antwoord op de eerste vraag - waar kun je tunnelgebruikers tegenkomen - is eenvoudig: Overal in en buiten de tunnel Op de volgende pagina's komt aan bod wat je mogelijk aantreft: * bij de tunnelmonden * in de niet-incidentbuis en in het middentunnelkanaal * in de incidentbuis Rechts: een screenshot uit de documentaire Tunnel inferno over de brand in de Mont Blanctunnel. De situatie bij aankomst: algemene opmerkingen Om te beginnen een paar algemene opmerkingen over de situatie bij aankomst van de eerste hupverleners: * De aankomst van de eerste hulpverleners bij het incident is niet eerder te verwachten dan 15 minuten na de eerste melding. Dat betekent dat het incident zich al flink heeft ontwikkeld en de tunnelgebruikers al geruime tijd de kans hebben gehad om te vluchten. Dit laatste betekent echter niet dat je er vanuit mag gaan dat er zich bij het incident geen mensen meer bevinden, zelfs niet dat de ontvluchting al in een gevorderd stadium is. * Tunnelgebruikers houden zich niet altijd aan wat de tunnelbouwer heeft bedacht over het gebruik van vluchtwegen. Vluchtdeuren en het VERSIE 010412 13

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN middentunnelkanaal zullen worden gebruikt, maar niet door alle vluchtende tunnelgebruikers. Er zullen zich tunnelgebruikers op onverwachte plaatsen bevinden, of op plaatsen waar je ze niet meer verwacht (bijvoorbeeld: in hun voertuigen) gezien de fase en de ontwikkeling van het incident. Afbeelding 2 is een legenda voor de symbolen in de illustraties op de volgende pagina's. Afb 1: Situatie bij aankomst Ongeval in de Drechttunnel op de A16 op 10 juli 2008, de situatie buiten een van de tunnelbuizen. VERSIE 010412 14

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Afb 2: Legenda illustraties volgende pagina's VERSIE 010412 15

De situatie bij de tunnelmonden Hulpverleners worden hier geconfronteerd met: * Voertuigen die het incident niet konden passeren, gekeerd zijn en de incidentbuis tegen de rijrichting in verlaten, mogelijk met grote snelheid. Deze voertuigen vormen een groot gevaar voor tunnelgebruikers en hulpverleners bij de tunnelmond en voor tunnelgebruikers die te voet de incidentbuis verlaten. * Tunnelgebruikers die te voet de tunnelbuizen verlaten. Tunnelgebruikers bovenstrooms van het incident zullen de neiging hebben de tunnel te verlaten zoals ze hem binnengekomen zijn: via de tunnelbuis. Tunnelgebruikers die het middentunnelkanaal hebben doorstoken lopen via de nietincidentbuis naar de tunnelmond die het dichtste bij lijkt. Let hier op bij het binnenrijden van de tunnel! * Tunnelgebruikers die het middentunnelkanaal gebruikt hebben en dit via de uitgang bij de verzamelplaats verlaten. * Gewonde tunnelgebruikers die de tunnel zelf hebben kunnen verlaten, maar mogelijk snel medische hulp nodig hebben. Illustratie: de mogelijke situatie bij de tunnelmond bovenstrooms van het incident, daar waar hulpverleners de tunnel binnengaan. MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 16

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Situatie in de niet-incidentbuis en in het middentunnelkanaal Eenmaal in de tunnel worden hulpverleners in de niet-incidentbuis mogelijk geconfronteerd met: * Tunnelgebruikers die het middentunnelkanaal hebben doorstoken en de niet-incidentbuis te voet verlaten. Daarbij lopen ze naar de tunnelmond die het dichtst bij lijkt. Dit kan de benedenstroomse tunnelmond zijn, waar mogelijk rook of andere gevaarlijke gassen naar buiten worden geblazen. * Slachtoffers of niet-zelfredzame tunnelgebruikers die daar door andere tunnelgebruikers heen zijn gebracht. In het middentunnelkanaal: * Komen hulpverleners en vluchtende tunnelgebruikers elkaar tegen: - kies indien nodig een andere vluchtdeur - let op slachtoffers en doorstroming. * Vluchten tunnelgebruikers mogelijk de verkeerde richting op - stuur bij (er is maar één uitgang!). * Word je door tunnelgebruikers aangeklampt voor informatie en aanwijzingen - blijf alert op acute nood - zorg voor rust en duidelijkheid - maar laat je niet afleiden van je opdracht. VERSIE 010412 17

MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Het gebruik van het middentunnelkanaal Zoals op de vorige pagina bleek, gebruiken tunnelgebruikers het middentunnelkanaal soms niet als vluchtweg, maar doorsteken het om naar de niet-incidentbuis te vluchten. Waarom? Uit onderzoek blijkt dat het volgende daarbij een rol speelt: * Door ophoping (zoals bij een touringcar), gewonden of nietmobiele tunnelgebruikers raakt het middentunnelkanaal 'verstopt'. * Tunnelgebruikers kiezen voor de kortste weg naar buiten. * Tunnelgebruikers die benedenstrooms van het incident het middentunnelkanaal betreden, willen het incident mogelijk niet passeren op weg naar de uitgang. Een tunnelbrand waar het laatste punt meespeelde, is de brand in een kabeltreintunnel in Kaprun op 11 november 2000. In een kabeltrein met zo'n 160 skiërs ontstond brand, waardoor de trein vlak na het binnengaan van een 3300 m lange opwaartse tunnel stopte. Slechts 12 passagiers vluchtten langs de brand naar de lager gelegen tunnelmond en overleefden de ramp. De overige passagiers vluchtten door de tunnel naar boven, waar ze - door het schoorsteeneffect van de tunnel - werden ingehaald door rook en hitte en stierven. Ook in het station bovenaan de tunnel kwamen 3 mensen om door rookvergiftiging. VERSIE 010412 18

Situatie in de incidentbuis MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Bovenstrooms van het incident kunnen hulpverleners geconfronteerd worden met: * Tunnelgebruikers die zich nog in hun voertuigen bevinden omdat ze wachten op de hulpverlening en zich in de auto veiliger wanen dan daarbuiten. * Groepjes tunnelgebruikers buiten hun voertuigen die toekijken, filmen of medetunnelgebruikers helpen. Door de langsventilatie verblijven deze tunnelgebruikers daar relatief veilig, maar ze dienen op aanwijzing van de hulpverleners de incidentbuis zo snel mogelijk te verlaten. Benedenstrooms van het incident kunnen hulpverleners geconfronteerd worden met: * Tunnelgebruikers die zich nog in hun voertuigen bevinden omdat ze te lang hebben gewacht * Tunnelgebruikers buiten hun voertuigen die er niet in geslaagd zijn tijdig een vluchtdeur te bereiken. Voor het leven van deze tunnelgebruikers moet bij aankomst van de hulpdiensten worden gevreesd. Bij fatale tunnelbranden zijn de meeste slachtoffers gevallen in de rookpluim van het incident. Door de dichte rook en de stromingswarmte is het voor brandweermensen vrijwel niet mogelijk om hier een redding uit te voeren. VERSIE 010412 19

Toetsvragen: inleiding Deze module wordt afgesloten met een aantal toetsvragen waarmee je zelf kunt controleren of je de informatie van deze module hebt begrepen en onthouden. Het is van belang dat je elke vraag beantwoordt. Aanwijzingen * Je kunt pas doorgaan met een volgende vraag indien de voorafgaande vraag juist beantwoord is. Of een gegeven antwoord juist of onjuist is, wordt door middel van een mededeling en een pictogram aangegeven. * Bij vragen waarbij je één of meerdere antwoorden moet aanvinken, klik je na de selectie op de ronde controleerknop om te checken of je antwoord juist is. * Heb je een vraag fout beantwoord: geen nood. Je kunt dezelfde vraag direct weer opnieuw beantwoorden. Haal alle vinkjes weg die je bij de antwoorden had gezet (zodat je weer met een 'schone lei' begint) en maak opnieuw een selectie uit de antwoorden. * Boven elke toetsvraag vind je een link naar de leerstof waarop deze betrekking heeft. Bij een fout antwoord kun je deze leerstof nog eens doornemen, waarna je de toetsvraag waarschijnlijk wel goed kunt beantwoorden. Rechts: de pictogrammen voor een goed en een fout antwoord. MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 20

Toetsvragen MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN 1. Uit welke drie stadia bestaat het vluchtproces? (Van de zes mogelijke antwoorden zijn er drie goed!) a) Ontvangst en interpretatie van het signaal b) Voorbereiding c) Actie d) Vluchten e) Wake/up time f) Herkennen 2. Welk gedrag vertonen mensen bij tunnelincidenten? Van de vijf mogelijke antwoorden zijn er drie goed. a) Blijven zitten en wachten b) Keren en tegen de rijrichting in rijden c) Incident proberen te passeren d) Direct de auto verlaten en vluchten e) Direct de hoor- en zichtbare instructies opvolgen 3. Op welke manieren kan het vluchtgedrag van tunnelgebruikers worden beïnvloed? (Van de vijf mogelijke antwoorden zijn er drie goed!) a) Het voorbeeld van anderen b) Omroepberichten c) Vluchtdeuren met contourverlichting en geluidsbakens d) Vluchtdeuren met sirenes en zwaailichten e) Verlichting in de tunnel Toetsvragen afgerond Prima! Je hebt de toetsvragen bij deze module met goed gevolg afgerond. Klik nu opnieuw op het groene pijltje rechts onderin het modulevenster. Je komt dan terug in het modulemenu. Rond vervolgens de module af met het onderdeel Afsluiting, met daarin pagina's met de samenvatting, de verwijzingen en over het afronden van de module. Het is belangrijk dat je ook deze laatste pagina's goed bekijkt, alleen dan zal de database registreren dat je de module volledig hebt afgerond. VERSIE 010412 21

Samenvatting MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN In deze module zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: Menselijk gedrag bij incidenten Menselijk gedrag bij noodsituaties bestaat uit drie stadia: (1) ontvangst en interpretatie van het signaal. Weerstand om het normale verwachtingspatroon los te laten maakt dat mensen tijd nodig hebben, de wake-up time, om een signaal dat duidt op een noodsituatie te interpreteren (2) voorbereiding. Hierbij bezint de ontvanger van het signaal zich op de reactie die hij gaat geven (3) actie: vluchten, blussen, helpen. Tunnels en tunnelgebruikers Een deel van de weggebruikers ervaart het rijden door een tunnel als onaangenaam. Veel tunnelgebruikers vertonen onvoorspelbaar en onlogisch rijgedrag, zoals vreemde stuurcorrecties en langzamer gaan rijden. Bij het ontwerp en de inrichting van de tunnel (zoals goede verlichting en geen tweerichtingsverkeer in de tunnelbuizen) kan hier rekening mee worden gehouden. Tunnelincidenten en menselijk gedrag Tunnelgebruikers blijken vaak lang te wachten alvorens tot vluchten over te gaan. Ze zien de ernst van de situatie onvoldoende in en blijven bijvoorbeeld in hun auto's zitten. Met name bij grote tunnelbranden kan dit leiden tot onnodig veel slachtoffers. Vluchtgedrag is bovendien vaak niet adequaat. Een deel van de tunnelgebruikers probeert te keren of het incident te passeren. Wat treffen hulpverleners aan? Bij aankomst van de eerste hulpverleners heeft het incident zich ontwikkeld en zullen tunnelgebruikers zich overal en op onverwachte plaatsen kunnen bevinden. Bij de tunnelmonden vormen gekeerde auto's een gevaar voor hulpverleners en vluchtenden. Wees in de niet-incidentbuis bedacht op hulpbehoevenden en vluchtende tunnelgebruikers te voet. In het middentunnelkanaal is mogelijk aandacht nodig voor verstopping, acute nood of in de verkeerde richting vluchtenden. Achtergebleven tunnelgebruikers in de incidentbuis dienen deze zo snel mogelijk te verlaten. Bij een brand zal in een benedenstroomse file nauwelijks redding mogelijk zijn. De overlevingskansen zijn daar klein. VERSIE 010412 22

Verwijzingen MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN Meer informatie over de onderwerpen uit deze module vind je op de volgende plaatsen: (de links openen in je webbrowser; voor de weergave van PDF'en dient Adobe Reader of Adobe Acrobat op je computer te zijn geïnstalleerd) Over menselijk gedrag bij brand staat hier een aardig artikel: www.brandveilig.com/onderwerpen/nooduitgang/menselijk-gedrag-bij-brandrampzalig-31591. Op www.hfes-europe.org/rapporten/cov0002.pdf staat een droog, maar wel zeer informatief onderzoeksrapport naar de oorzaken van tunnelincidenten en menselijk gedrag daarbij. In het Engels, maar wel met goede informatie over menselijk gedrag bij tunnelincidenten is http://134.147.230.146/skribt/090513_uni_w%c3%bcrzburg_paper_conference_c amebridge.pdf Module afgerond Bedankt voor je tijd en aandacht! Je bent aanbeland bij de laatste pagina van deze module. Hoe nu verder? 1. Ga na of je alle onderdelen en pagina's van deze module hebt bekeken. 2. Zo ja: sluit de module af door op het groene kruisje rechtsboven in het modulevenster te klikken (let op: niet op het kruisje van je browservenster klikken, dan verlaat je de e-campus!). Je ziet nu opnieuw jouw volledige leerpad, waarin het balkje naast de module die je zojuist hebt afgerond helemaal gevuld is. Pas als je alle modules uit je leerpad hebt afgerond, ben je klaar met jouw opleiding op de e-campus Tunnelveiligheid. Je kunt dit zelf controleren, omdat dan alle balkjes naast de modulenamen in jouw leerpad volledig gevuld zijn. Bij het volledig afronden van je leerpad krijg je geen aparte melding. Alleen het afronden van individuele modules wordt op pagina's als deze uitgelegd. Wanneer de database registreert dat je klaar bent met je leerpad, krijg je een e-mail met daarin een certificaat. VERSIE 010412 23

Antwoorden op de toetsvragen 1. a b c 2. a b c 3. a b c MENSELIJK GEDRAG BIJ TUNNELINCIDENTEN VERSIE 010412 24