Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Transcriptie

1 Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen of uitvoeren van dit document, verboden is. Rijleshulp.nl geeft je praktische voorbeelden en adviezen, deze dien je altijd onder toezicht van een bevoegde rij-instructeur uit te voeren. Wij zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade in welke vorm dan ook. Stap 1 Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden. Als de versnellingspook in de vrije stand staat en u gaat de auto met ingetrapte koppeling starten waarna u het koppelingspedaal los laat dan ziet het plaatje zoals hierboven uit. U ziet dat de motor draait en de koppelingsplaten staan op elkaar maar de auto staat nog stil. Dit komt doordat uw versnellingspook in de vrije stand staat (tussen 3 en 4) de tandwielen staan dus uit elkaar. De onderste gedeelte van de tandwielen draaien wel maar heeft geen verbinding met de bovenste gedeelte van de tandwielen.

2 Stap 2 Om te kunnen schakelen dient u eerst uw koppelingspedaal volledig in te trappen om de verbinding tussen de motor en tandwielen te verbreken. Als u de koppeling niet of niet volledig intrapt dan blijven de onderste tandwielen van de versnellingsbak draaien en tijdens het schakelen gaan ze beide op elkaar knarsen en uiteindelijk stuk! Door deze verbreking stopt de tandwielen met draaien en u kunt veilig schakelen. Stap 3 Tijdens het volledig ingetrapt houden van het koppelingspedaal kunt u schakelen naar de gewenste versnelling in dit geval is dat de 1 e versnelling. Zorg wel dat u eert het gaspedaal volledig los hebt voordat u het koppelingspedaal intrapt. Anders gaat de motor sneller draaien en hoort u het loeien.

3 Stap 4 Nadat u geschakeld heeft wilt u wegrijden. Geef eerst een beetje gas om de motor iets sneller te laten draaien en laat uw koppelingspedaal opkomen tot dat de auto begint te rijden. Dit noemen we het aangrijpingspunt. Houdt het koppelingspedaal altijd even vast bij het aangrijpingspunt en laat daarna tijdens het steeds meer gas geven het koppelingspedaal geleidelijk meer los. Stap 5 Als uw snelheid boven de stationaire snelheid komt of boven de 10km/pu dan kunt u het koppelingspedaal geleidelijk helemaal los laten en uw voet dan links op de schuine rand plaatsen. Na het schakelen en wegrijden mag u niet te lang uw voet boven het koppelingspedaal houden, dit is belangrijk om extra slijtage aan de koppelingsplaten te voorkomen.

4 Fout 1 Wat kan er allemaal fout gaan tijdens het willen wegrijden? De motor slaat af: 1. Dit kan komen doordat u te weinig gas geeft en te snel uw koppelingspedaal op laat komen. Geef voldoende gas en controleer of je toerenteller tussen 1000 en 2000 toeren draait. Laat uw koppelingspedaal opkomen tot dat de auto begint te rijden en houdt het koppelingspedaal even 2 seconden vast en laat het millimeter voor millimeter verder opkomen en zorg dat u voldoende gas geeft tijdens het oplaten komen van de koppeling. uw toeren teller moet het liefst tussen 1000 en 2000 toeren blijven om de motor voldoende te versterken om de auto op gang te brengen. Laat uw koppelingspedaal pas helemaal opkomen als uw snelheid boven de 10km/pu is. Laat het koppelingspedaal dus niet bij 3km/pu los want dan belast u de motor te veel waardoor hij afgeremd word en langzamer gaat draaien en uiteindelijk uitvalt. 2. Dit kan ook komen doordat u in de verkeerde versnelling zit. Zet uw versnellingspook in de vrije stand en schakel opnieuw naar de 1 e versnelling.

5 Fout 2 U hoort te veel loei geluid van de motor en de auto trekt niet snel op: 1. Dit komt doordat u te veel gas geeft en het koppelingspedaal te weinig laat opkomen. Controleer of uw toerenteller niet boven de 2000 toeren aangeeft tijdens het gas geven en laat de koppelingspedaal voldoende opkomen totdat de auto krachtiger optrekt. Mocht u geen toerenteller hebben luister dan naar de motor geluid. Als u hoort dat de motor iets sneller gaat draaien dan geeft u al voldoende gas om rustig weg te kunnen rijden. Laat nu je koppeling voldoende opkomen totdat de auto begint te rijden. Belangrijk! Als u te veel gas geeft dan gaat de koppelingsplaten onnodig veel slijten u verbruikt te veel brandstof wat slecht is voor de milieu. Meestal komt er een brandlucht vrij wat u kunt ruiken door de extra slijtage van de koppelingsplaten. 2. Dit kan ook komen doordat u in de verkeerde versnelling zit. Zet uw versnellingspook in de vrije stand en schakel opnieuw naar de 1 e versnelling.

6 Fout 3 Tijdens het wegrijden schokt de auto: 1. Waarschijnlijk laat u het koppelingspedaal te snel en te veel opkomen. De koppelingsplaten komen dan met een flinke klap op elkaar waardoor je de auto voelt schokken. Dit is slecht voor de motor en koppelingsplaten. Laat het koppelingspedaal rustiger opkomen totdat de auto begint te rollen. Onthoud uw stand van uw voet en laat het koppelingspedaal steeds sneller tot het zelfde punt opkomen om sneller weg te kunnen rijden. Natuurlijk doet u dat in combinatie met een beetje gas geven. Het schokken kunt u vergelijken met in uw handen klappen als u uw handen te snel op elkaar legt dan hoort u een geluid dat geluid kunt u vergelijken met het schokken. Als u uw handen op het juiste moment stopt en op elkaar legt dan hoort u geen geluid. Dit kunt u steeds sneller doen zonder geluid te maken. Zo werkt het ook met het koppelingspedaal laat het eerst rustig opkomen tot het aangrijpingspunt en als u eenmaal weet op welke hoogte dat zit dan kunt u het koppelingspedaal steeds sneller oplaten komen tot de auto begint te rijden. Zonder dat de auto gaat schokken. Wat ook belangrijk is dat u de koppelingspedaal even vast houd (2 tot 4 seconden) bij het aangrijpingspunt. Zo komt u geleidelijk op gang en voorkomt u dat de auto schokt en uitvalt.

7 Fout 4 U hoort de tandwielen van de versnellingsbak op elkaar knarsen: 1. U heeft de koppelingspedaal niet of niet volledig ingetrapt met de bal van uw linkervoet. Trap met de bal (voorste gedeelte van uw voet) van uw voet het koppelingspedaal volledig in. Hierdoor verbreekt u de verbinding tussen de motor en koppelingsplaten. Als de verbinding verbroken is draaien de tandwielen niet en kunt u gaan schakelen. Als u de koppeling niet volledig intrapt kunnen de tandwielen gaan draaien waardoor u tijden het schakelen geknars hoort. Door dat geknarst beschadigt u de tandwielen en op den duur kunt u niet meer schakelen. 2. Indien u schuin schakelt kunnen de tandwielen ook gaan knarsen. Houd de versnellingspook ontspannen vast en schakel met rechte lijnen zoals afgebeeld op de versnellingspook.

8 Fout 5 Het schakelen lukt niet: 1. Controleer of u het koppelingspedaal volledig ingetrapt heeft met de bal van uw linker voet. Schakel niet met een hoge snelheid naar een te lage versnelling. Bijvoorbeeld als u 40km/pu rijdt in de 2 e versnelling en u wilt doorschakelen naar de 3 e versnelling, maar u voelt dat het schakelen niet lukt omdat u waarschijnlijk naar de 1 e versnelling schakelt in plaats van de 3 e versnelling. De basis richtlijnen om te schakelen zijn: Regel 1(schakelen): 1. Gas los (je gaspedaal moet helemaal los zijn anders hoor je de motor loeien). 2. Koppeling intrappen (het koppelingspedaal moet vlak na het loslaten van je gaspedaal volledig ingetrapt zijn). 3. Rustig schakelen (schakel op gevoel en houd met je hand ontspannen de pook vast).

9 De basis richtlijnen om weg te rijden zijn: Regel 2 (wegrijden): 1. Beetje gas geven (zodat de motor iets sneller gaat draaien om meer kracht te hebben om weg te kunnen rijden). 2. Beetje koppeling oplaten komen (bij te veel koppeling loslaten rem je de motor te veel af en valt het uit) 3. Meer gas geven (als de auto eenmaal begint te rijden kunt u meer gas geven om sneller te rijden). 4. Meer koppeling oplaten komen (doe dit wel geleidelijk (millimeter voor millimeter) anders valt het alsnog uit) 5. Blijf stap 3 en 4 herhalen totdat het koppelingspedaal volledig los is en je de gewenste snelheid bereikt hebt van ongeveer 10 km/per uur tot 20 km/per uur. De meeste rij-instructeurs hebben een eigen manier van lesgeven. De een legt het uitgebreid uit de ander kort. Dit is op zich niet erg als je het maar begrijpt en veilig uitvoert. De leerlingen verschillen ook per persoon. De ene leerling heeft een uitgebreide uitleg nodig de andere een korte uitleg. Ook kan het kijkgedrag kan per situatie verschillen, maar de belangrijkste richtlijnen hebben wij in deze handelingsanalyse uitgelegd. Wilt u automatisch op de hoogte gehouden worden voor de nieuwste instructiefilms, meldt u dan aan voor de nieuwsbrief. Ga naar de website, klik op nieuwsbrief en vul uw gegevens in. Kent u iemand die pas geslaagd is? Stuur dan gratis een felicitatiekaart! Kijk op Rijleshulp.nl voor meer informatie. Dankzij de ondertiteling van de instructiefilms is het ook geschikt voor slechthorende of dove bestuurders. Rijleshulp.nl is mede mogelijk gemaakt door rijschool