Oudheid Schilderkunst: paneel, doek, miniaturen op perkament, fresco s, mozaïek Beeldhouwkunst: brons gieten, steen, terra cotta



Vergelijkbare documenten
GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

ART HISTORY. V4 Renaissance

Tijd van ontdekkers en hervormers ( ) / Renaissance

ART HISTORY Barok en Classicisme

Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur?

De klassieke tijdlijn

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Tijd van pruiken en revoluties

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

1 keer beoordeeld 13 juni 2018

ART HISTORY Renaissance. V4-cp3 De Renaissance

V4 cp3 Romaans Gotiek

ART HISTORY de twintigste eeuw. H5 profiel Hfdst. 7 Kunst en macht

GESCHIEDENIS VAN KUNST EN MEDIA DE MENS OP HOL. HvA - IAM - hoorcollege - geschiedenis van kunst en media: de mens op hol

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

De Verlichting. De Verlichting

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

ART HISTORY. de negentiende eeuw. H5 Hoofdstuk 3 Het Realisme Tweede helft 19de eeuw

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO versie b Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw 1/5

Absolutisme in Engeland

Samenvatting Geschiedenis H1

Week 3. De Reformatie Cursus vroegmoderne tijd

Categorie: Kunst, wetenschap en techniek. Categorie: Kunst Intercultureel.

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

EXAMENVRAGEN VISUELE CULTUUR EXAMEN VORIG JAAR +

Tijd van regenten en vorsten Wetenschap en kunst. Tijd van regenten en vorsten Wetenschap en kunst

2 Vroege renaissance 2.1

2 Eeuw van het Verstand

Geloven en redeneren. Samenvatting

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Nederlands Literatuurgeschiedenis

Realisme het leven zoals het is

Les 3 Religie(s) in Nederland

Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme

Het belangrijkste staat VET gedrukt. De lijst is in volgorde van belangrijkheid

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Examenprogramma geschiedenis havo

Samenvatting door een scholier 693 woorden 18 maart keer beoordeeld

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Tijd van ontdekkers en hervormers ( ) 5.2 Een nieuw mens en wereldbeeld. Europa rond 1500 ( ) ( )

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Eindexamen filosofie vwo II

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

ART HISTORY. de negentiende eeuw. H5 Les1. Inleiding Ontstaan van de moderne samenleving

REMEDIËRINGSOEFENINGEN BESTEMMING 1: DE LANGE 16 de EEUW

havo 1

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

1. VAN OUDHEID TOT MIDDELEEUWEN Egypte Griekenland Rome De romaanse tijd De gotiek 27

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars.

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Functies en Invalshoeken Kunst

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Ter inleiding (tot een inleiding)

Tijd van regenten en vorsten ( ) / 17e eeuw

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo. Tijdvak 5 Toetsvragen

3,5. Antwoorden door een scholier 985 woorden 7 april keer beoordeeld. Nederlands. Literatuurgeschiedenis HAVO-5 Thuredrecht College

Descartes inspirator van de Verlichting

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO ANTWOORDMODEL VERSIE A + B Visuele analyse van schilderkunst in de 17DE, 19DE en 20STE eeuw 1/5

De klassieke oudheid

5.3. Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen

Mens- en wereldbeeld - HV 12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Week 2. De Renaissance Cursus vroegmoderne tijd

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

1925, Kazimir Malevich. 1913, Kazimir Malevich, Zwart vierkant. Media Deus omnia campo, P.P. Rubens

Bachelor of Arts in de taal- en letterkunde (verkorte programma voor professionele bachelors in onderwijs: secundair onderwijs)

Tom Van der Beken

Kunstbeschouwen met Jacob

Late Middeleeuwen vs. Vroege Renaissance

Helpt de minder begoede, dus eigenlijk ook een socialist. Zijn architectuur is een hefboom voor het verbeteren van de maatschappij.

Inleiding geschiedenis Griekenland

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

KONINKLIJKE MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN

Schoolonderzoek 3-1 HAVO/VWO.

Tijd van ontdekkers en hervormers

Bachelor of Arts in de Geschiedenis (180 studiepunten)

Samenvatting Kunst Hoofdstuk 1: Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17e eeuw

Zafer Aydogdu Hoogeveen, 31 januari 2012

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

JOOST VAN DEN VONDEL. Jakub Jun Kristýna Němčanská Ema Kubovičová

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Transcriptie:

Oudheid Schilderkunst: paneel, doek, miniaturen op perkament, fresco s, mozaïek Beeldhouwkunst: brons gieten, steen, terra cotta Productie: vooral in opdracht Tussenhandel: heel weinig, onbekend Consumptie: kopen, verzamelen Gr: communis opinio o.b.v. Plato en Aristoteles Ro: neoplatonisme + Vesuvius + Plinius Mimesis, proportieleer, retorica Wetenschap: verhoudingen, relatie met kunst (Plato) Literatuur: klas. Mythologie, scheiding met goddelijke teksten, geschiedschrijving Theater: tragedies, komedies Gesamtkunst Politiek: Gr: 9 e -8 e VC: Stadstaten, politieke macht, 6eE dominantie v. Athene (macht via goden) RO: wereldrijk, kunst als statement Religieus: polytheïsme, heiligdommen Egypte: Echnaton introduceert monotheïsme Joodse traditie vs. Grieks/Rom. Traditie = Christelijke iconische godsdienst Kunsthistorische ontwikkelingen: Cycladische + minoïsche kunst Klassieke periode 5-4 e VC Beeldhouwkunst: statisch, evenwichtig, platonisch Architectuur: klassieke regels Hellinistische periode 323 146 vc Beeldhouwkunst, schilderkunst, architectuur, retorica en psychologie Romeinse kunst Stilistische evolutie: portret, realisme, naturalisme Individu en context Greek Revolution: beeldhouwkunst en schilderkunst Dynamisch, emoties, interactie, mythologie, moderne leven, theoretische onderbouw Middeleeuwen Schilderkunst: paneel, doek, miniaturen op perkament, fresco s, mozaïek Beeldhouwkunst: brons gieten, steen, terra cotta Productie: veel in opdracht, beetje vrije markt Tussenhandel: weinig over bekend Consumptie: opdrachten kunst = anoniem Karolingische Renaissance: Libri Carolini Cluny (10 e ): Romaanse architectuur en symbolen Kunst = Bijbel toegankelijk maken voor ongeletterde Scholastiek (13 e E): ideëel realisme, Latria, Dulia, hyperdulia

Wetenschap: verhoudingen, relatie met kunst (Plato) Literatuur: klas. Mythologie, scheiding met goddelijke teksten, geschiedschrijving Theater: tragedies, komedies Gesamtkunst Politiek: Val WRR (Oost: 1453) Merovingers en Karolingers: minder interesse in politieke visuele cultuur Religie: bedelorden in stad, elite wordt katholiek Kerk en politiek: monopolie op (religieuze) kunst, kleur, licht en spektakel Byzanthijns iconoclasme (6 e -7 e E): iconen, statisch: exact afbeelden Iconolatria: beeldenverering iconodulia: heiligenverering: dubbele natuur van Jezus(god, mens) Iconoclasme: beeldendestructie: 1 e : Leo III (726-787): mensen vereren beelden 2 e : Leo V: (814 842) Karolingische Renaissance (9 e E) Statisch, zintuiglijke wereld, materialiteit voor geloof, autonomie van de afbeelding, -+ realistisch Scholastiek (13 e E): ratio, ideëel realisme, fysieke ervaring van het geloof Economie: instabiel en vrij lokaal Intellectueel: religiegebonden (kloosters), hof, universiteit vanaf 1200 Kunsthistorisch: Oost // West: weinig contact Laat Antiek/ vroeg Christelijk periode: West-EU: Merovingers, Karolingische Renaissance (9 ee ): stereotiep goddelijk Byzanthium: iconen en Iconoclasme (7-8 e ): statisch, onrealistisch Romaanse kunst: Byzanthijnse modellen: strak, massief, religieus Gotische kunst: technische vooruitgang <-> stilistisch Steden, bedelorden en intellectuelen: licht, dynamiek, kleur bredere afzet Late ME: Scholastiek: Aristoteles Religieuze kunst: ingewikkelde verhalen: associaties

Renaissance Experimenten, wetenschap, Procesoptimalisatie: beter maken <-> Procesinnovatie: vernieuwen Werkelijkheid (oudheid als uitgangspunt) Nieuwe inzichten: lineair persp, gevoelspersp., kleurpersp. Studie van anatomie, Antieke Architectuur Tekenkunst (perkament, papier): als voorstudie, Videmus = finaal ontwerp Later: tekening als kunst Tekening op doek: ponsen, kalkeren Schilderkunst: paneel, doek, perkament (miniat.) Verf: tempera (pigment, water, eigeel) Olieverf (pigment, solvent, olie) Waterverf (pigment, water, gom) Opbouw: drager, plamuurlaag, ondertekening, verflagen, vernis Olieverfmodello, fresco Prentkunst: hoogdruk (hout), diepdruk (gravure/ets), platdruk (lithografie) Wandtapijtkunst Beeldhouwkunst: hout, steen, ivoor, amber, klei, metaal, plaaster ME gildenstructuren tot Franse revolutie Accademia tot aan impressionisme Inventio en executio loskoppelen Vraag: individueel: plaatselijk/ internationaal, religieus/ niet-religieus Publiek: religieuze instelling, gilden, broederschappen Rome (paus), Florence (Medici), Venetië (doges en kooplui), Noorden: stad + Bourgondisch hof Miniatuurkunst, Vl. Primitieven, wandtapijten Portretopdrachten, religieuze opdrachten, overheidsopdrachten, gildeopdrachten Humanisme, neo-platonisme: Marsilio Ficino en Ciovanni PD Mirandola, Andrea Mantegna, LB Alberti, Da Vinci Focus: functie en gebruik van kunst, seculier vs. Religieus, geschiedenis, kunstkritiek Noorden: Vlaamse primitieven, geen kunstkritiek, dialoog met reële Kunst en literatuur: studie van de Kl. Oudheid: ovidius en Horatius Beschrijving schilderkunst: Ekphrasis Paragone Interactie kunst/wetenschap: Da Vinci Politiek: relatieve stabiliteit (It: stadst, N: steden, Bourgondische hertogen, Du: keizer, Fr, Eng, Sp: kon. Religie: monumentale kathedralen, rijkdom en macht, maar kritiek: devotie aan moderne religie = innerlijk

Kritiek op macht van Rome Politiek en religie: gebieden kopen (De Medici) Machtige stadstaten: huurlingen Nederlanden: koning krijgt goddelijke macht Noorden v. d Alpen: Religieuze kunst: fysiek aspect met riten Volksdevotie en misbruik fysiek aspect Opstand tegen Rome = EU crisis in Christendom Italië: Girolamo Savonarola (1452 1498) Anti-renaissancistische boeteprediker Kritiek op moreel verval Historische ontwikkelingen: Economie: stadseconomie en wereldhandel Intellect: humanisme, univ, geleerden Kunsthistorisch: focus op oudheid en mimesis Technologische en wetenschappelijke, secularisering Italië: Van Giotto Michelangelo Realistische weergave = teleologische, stilistische visie 15 e E: grote religieuze opdrachten, iconografie zuiveren, seculiere kunst (mythologie en allegorie) Benoorden v.d. alpen: Glacisschilderkunst en realisme: inhoudelijke kracht, gevoelsrealisme, detailsrealisme, symbolische realisme, associatief denken Hoog-Renaissance/ Maniërisme (16 e E) Zie Renaissance Aangroei stedelijk patriciaat, einde monopolie kerk en staat Specialisatie en speculatie Productie: proces (ateliers, grafiek) en productinnovatie (genre, stijl, iconografie) Handel en tussenhandel (aanbod) Consumptie: kunstverzamelaar, kunst- und Wunderkammer (vraag) Vorst: wandtapijten, miniatuurkunst, verzamelaar Adel: kunst- und wunderkammer Clerus: godsdiensttwisten, iconoclasme Burgers: humanisme, beelddebatten Italië: kunsttheorie = kunstgeschiedenis Giorgio Vasari: canonvorming, oudheid ophemelen (Michelangelo) geschiedenis, Romeins-Florentijnse suprematie Rederijkers in de Nederlanden (retorica, wedstrijden, kunstenaarsgilden, spelen afbeelden, ) Lucas de Heere poëzie, sonnetten over kunst, eerste kunsttheorie in de Nederlanden

Domenicus Lampsonius humanist, schrijver, schilder, Keek naar kunst uit het Noorden en Venetië, lijst met belangrijke kunstenaars in Nederlanden Beelddebatten: Maarten Luther, Andreas B. v. Karlstadt, Ulrich Zwingli, Johannes Calvijn Contrareformatie( Trente 1545 1563): beeldende kunst in theologische theorieën Focus: zintuiglijke wereld, autonomie, materialiteit Spanje en Portugal: Verzamelaar = theoreticus Francisco de Holanda Da pintura antiga, do tirar polo natural (portretkunst) Pseudowetenschappen, Wetenschappelijke experimenten en uitvindingen: studie van alles Kunst en wetenschap Doorbraak humanisme: République des lettres Seculier + religieus humanisme, herontdekking klassieken weerspiegeld in kunst Politiek: confrontatie: - Internationaal: wereldrijk Karel V vs. Paus - Stad vs. Staat: eisen privileges Religie: Italië katholiek, Eu reformatie: weg van dogmatische kerkstructuur Contrareformatie: vastleggen van dogma s Italië: raadzalen decoreren politiek statement Du: Maarten Luther en ABV Karlstadt Zw: Ulrich Zwingli Fr: Calvijn: werkelijkheid afbeelden Eng: Hendrik VIII: Anglicanen, presbyterians: Calvijn Ne: Beeldenstorm 1566: hagepreken + Calvinistische opstand Stille beeldenstorm 1581 Kunst is het epicentrum van het debat: kernprobleem Italiaanse stijl: Hoogrenaissance: Da Vinci, Raphael, Michelangelo, Titiaan Maniërisme: Raphael (kleur, ornament), Michelangelo (beweging), Titiaan (techniek) Iconografie: Grote religieuze opdrachten, seculiere kunst: humanisme, koopmannen Versmelting humanisme met religie Benoorden de alpen: Nieuwe stijl: rudimentaire mengvormen, adaptaties, geslaagde synthese Iconografie: religieuze opdrachten, religieuze kunst op de vrije markt, seculiere kunst: humanisme, koopmannen, keizer (mythologie, allegorie, genre) Inhoud: iconoclasme en beelddebatten Reformatie: stijl en inhoud herdacht Contrareformatie: religie en humanisme versmelten

Barok Zie Renaissance Productinnovatie: nieuwe genres Procesinnovatie: on spec, grote ateliers, valore di factica Vorst: opkomst schilderkunst Adel: grote verzamelingen Clerus: herinrichting, contrareformatie Burgers: privéverzamelingen, onderwerpen Handel: groeiende tussenhandel Plaatselijk: rechtstreek of met tussenhandel Internationaal: grote kunsthandelaren, firma s: massaproductie + begin veilingswezen Italië: Accademia degli Arti del disegno: Florence Theoretische kunst, historische kunst, ateliers Disegno e retorica ontwerpers, kunst uit handen Kunstenaar/intellectueel: theorie = cruciaal Controle kunstproductie: geen vernieuwing, saai Accademia: Bologna barokkunstenaars Annibale Synthese: Vasari + Venetiaanse kunst + kleur (titiaan) Huren Nederlandse landschapsschilders in: menging Accademia di San Luca: Rome Voortbouwen op tradities Het Noorden: Karel van Mander kunsttheoreticus MAAR Noordelijke N:protestants Zuidelijke N: katholiek Karel = protestants dus Frans Floris ophemelen vs Michiel Coxie afbreken Biografen: Arnold Houbraken, Jacob Campo Weyerman, Johan van Gool, Cornelis de Bie Theoretici: Philips Angel, Samuel van Hoogstraten, Gérard de Lairesse, Franciscus Junius II, Peter Paul, Rubens Du: Joachin van Sandrart Fr: Poussinisten vs. Rubenisten Rogier de Piles, André Felibien, Charles Le Brun Eng: importkunst: herkennen en waarderen van kunst Sir Jonathan Richardson Wetenschappelijke revolutie: empirische wetenschap/filosofie = twijfelen aan het geloof Eigen taal in de literatuur: Hooft, Vondel, Huygens Lingua Franca over heel EU behalve Italië Politiek: opgang absolutisme (goddelijk recht) Religie: contrareformatie,

Schikken naar de wet van Rome vs. Scheurreligies: aparte kerken Nieuwe beeldtaal, emoties versterken, mysterie: mensen fysiek betrekken Protestante schilders: Pieter Pietersz Geloof in een staatsgodsdienst Economie: wereldeconomie, midden klasse Intellectueel: wetenschap en rationalisme, verdere secularisering Kunsthistorisch: Religie = emotie Politiek = propaganda Seculiere kunst: nieuwe genres: landschappen, stillevens, versmelting Noord en Zuid Eu kunstopvattingen Rococo (1700 1750) Zie Renaissance Absolutisme en verlichting A) contemporaine kunst = macht B) Bourgeoiskunst Handel: pan-europese handel, rol van agenten Consumptie: 2 e handsmarkt van Old Master Paintings Verandering van productie: nieuwe smaak, boost van veilingswezen Vorst, adel, burgerij: competitie (enorme collecties, publiek toegankelijk) Belang van clerus neemt af Handel: stagnerende tussenhandel, 2 e hands - Plaatselijk veiling, kunstmakelaars, kunsthandelaars - Internationaal: idem + agenten Frankrijk: academie- en saloncultuur Jury 1674: salon carré Louvre: Academia de peinture et de sculpture 1752: Tentoonstelling Academie des beaux arts Tot 1863: Salons des Refusés: <-> grote economische macht <-> macht van academie <-> macht van hof/elite <-> immobilisme en academische kunst Zie barok (academies) Verlichting (weinig impact op kunst) Wetenschap: academie (ambacht + intellect) Systematische wetenschap: in tijdschriften Encyclopedieën: kennis van alles Allesomvattende filosofie Literatuur: salon-en discourscultuur: samenkomen en discussiëren

Dilettantisme = weinig weten van alles Grand tour: reizen bestuderen van klassieken The Sublime: het overstijgende Politiek Lodewijk XIV: absolutisme Conflict met Rome, Verlichting, adel en bestuur, expansiedrang (kolonies) Religie: triomf van contrareformatie Kunst, politiek en religie valt samen. De Goblins: fabriek om alle decoratie in Versaille te voorzien. Hofidee = allesoverheersende kunst Kunst als fundamenteel onderdeel van regimes: macht, gezag d.m.v. rite Kunst = leven <-> levensomstandigheden gewone volk Economie: staatseconomie en protectionisme (Fr, Du) en kapitalisme (GB en NL) Intellectueel: verlichting Kunsthistorisch: Late barok: Fr, Du, Rus, Ornament = architectuur van Borromini Kleur = schilderkunst van Rubens Dynamiek = sculpturen van Bernini Neoclassicisme (1750 1830) Zie Renaissance Napoleons kunstpolitiek = kunstroof + nationale musea Verlichting Saloncultuur gestuurd door staat/academie Johan Joachim Winckelman (archeoloog en kunsthistoricus) Gescchichte der Kunst des Alterthums 1764 = compleet overzicht v. kunst uit de oudheid Obsessie met schoonheid Verlichting Inspiratie uit Raphael Politieke uitvoering van verlichtingsideaal en desillusie Wetenschap: weinig ontwikkeling Literatuur: VS onafhankelijk, mensenrechten, scheiding kerk en staat (mens is vrij) Kunst = propaganda Oude verhalen in nieuw kleedje Politiek: Franse Revolutie en Napoleon: geen democratie (neergang verlichting) Religie: einde macht van Rome: desacralisering Napoleon: laat zich afbeelden als democraat, God: Religieus en politiek leider Franse Revolutie Politiek iconoclasme: ancien Regime vernielen, beelden vervangen door Franse vlag

Kunstroof van Napoleon: culturen verplaatsen naar Parijs Politiek: Franse Revolutie + Napoleon Intellect: Opkomst + neerslaan Verlichtingsdenken Religie: secularisering door Verlichte regimes Economie: middentand Kunsthistorisch: Terug naar de oudheid (o.i.v. Winckelmann) als reflectie van normen en waarden Esthetica <-> ethica (absolutisme vs democratie) Mens als rationeel wezen Romantiek en Realisme (1830-1870) Idem Renaissance Na 1814: nationale musea en explicitering van de canon Nieuwe industrie-adel: consumptie, Biedermeier (anachronisme van academische kunst) Grote kunstfilosofieën: Kant (smaak rationeel onderzoeken), Hegel (stijl: gekoppeld aan normbesef en inhoud) wordt losgekoppeld van kunst Ratio wordt overbodig, emotie belangrijker Wetenschap: Industriële revolutie Industrie en wetenschap werken samen: ontwikkeling en productie. Exacte wet. <-> menswetenschappen Resultaat: bijbel klopt niet Escapisme (romantiek) en realisme Literatuur en kunst werken samen Geen vaste onderwerpen, extremen opzoeken in de afgebeelde wereld Paradox: onttovering van de wereld <-> vlucht voor onttovering Politiek: revoluties, nationalisme: op zoek naar eigen land. Democratisering Bourgeois-maatschappij: proletariaatadel, industrie Schilders geven reactie op saloncultuur Religie: kerk van Rome werkt terug: nieuwe piëteit Nieuw decorum Na revolutie: Romantiek( vrij braaf, escapisme), realisme (hard en confronterend) Experimenten met decorum: voor privéondernemers of zichzelf Economie: industrialisatie (nieuwe elite + proletariaat) + kolonisatie Afrika Intellectueel: onttovering wereldbeeld: nieuwe filosofie Mens = niet rationeel Kunsthistorisch:

Vlucht of confrontatie van/met de werkelijkheid Romantiek: sublieme, buitenland, nostalgie Realisme: sociaal realisme Impressionisme (1870 nu) Zie Renaissance En plein air schilderen Papierproductie Nieuwe media en mixed media Productie: salons = economische vrijheid Handel: galerie als machtig medium Consumptie: nieuw publiek Paradox van de eerste verzamelaars Paradox van het cliënteel (bv. Manet) Hedendaagse kunst: kunst en commerce Vragen over het commerciële karakter van kunst Manipulatie van de markt Einde van academische kunst Nieuwe inzichten (Marx, Darwin, Freud, Nietzsche) = einde maakbare mens, nieuw kunsthistorisch inzicht Kunstkritiek als medium (kunstenaars <-> schrijvers) manifesten, traktaten: propaganda van eigen opvattingen) L art pour l art: kunst krijgt eigen theorie Kunstkritiek eind 19 e E: verantwoorden van nieuwe kunst (saloncultuur en recensies) Legitimeren van nieuwe kunst via manifesten, tijdschriften, etc. Aanvaarding onttovering en vlucht vooruit Wetenschap: Darwin, Freud, Nietzsche, Marx: nieuw mensbeeld: individu Maatschappijbeeld: volgens Marx Wereldbeeld: god valt weg Kunst staat los van (exacte) wetenschap <-> poëtisch over wetenschap Literatuur en kunst= stellen elkaar in vraag Psycholie: Freud: mens is een irrationeel wezen Symbolisme, surrealisme Gustave Moreau: dans van Salomé Literatuur en theater: intense verstrengeling Bewegingen overstijgen genres discours belangrijk Wetenschap en industrie Politiek: nationalisme en ultranationalisme Democratie in de kunst: heersende elite kan niet meer beslissen, nieuwe beeldtaal, media, kunstenaar kan kritiek geven, is vrijer Religie: secularisering Politiek activisme: directe maatschappijkritiek/ propaganda Bv. Charlie Chaplin: afzetten tegen fascisme

Fauvisme Expressionisme symbolisme kubisme dada Art deco Kunst van Hitler: realisme + klassieke oudheid Opblazen van genres in de kunst Voordien: onderhevig aan regels, duidelijk decorum Opblazen van academische regels: stilistisch, vormelijk en inhoudelijk Entartete kunst: strookt niet met beeld v.d. ideale mens En nationalistisch iconoclasme: Hitler wou academische kunst Kunst als interactie na impressionisme: uitdagen van het publiek Kunsthistorische ontwikkelingen: Fotografie = einde belangrijkheid van mimesis Confrontatie met niet-westerse kunst, technologische ontwikkelingen, vermenging van media Einde academische dogma s Het bevragen van kunst door kunst (techniek, betekenis, materiaal, productie, interpretatie, ) Discours (idee) bepaald de inhoud, stijl Historische ontwikkelingen: Moderne leven Economisch: Industrie: sociale ongelijkheid en vooruitgangsdenken Kolonisatie: confrontatie Aziatische en Afrikaanse kunst Intellectueel: Darwin, Freud, Marx, Nietzsche Vernieuwingen: Kleur, lijn Lijn en kleur in de beeldhouwkunst vorm, kleur color field painting Emotie, gevoel overbrengen Tot abstract expressionisme Symbolische betekenis Tot surrealisme Geen mimesis, grenzen van perspectief verkennen Bv. Malevich Wat is kunst? Conceptuele kunst Welke media s kunnen kunst maken Kamerwereld in kunst Pop art