Potenties voor economische groei

Vergelijkbare documenten
M Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland

Internationale Benchmark 2009 Extra landen

ScaleUp Dashboard 2015

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

De haperende groeimotor van het Nederlands kleinbedrijf

MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Behoefte aan financiering in het MKB

Financieringsmonitor Groei

M Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Kengetallen ondernemerschap

Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland

M Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Samenvatting Twente Index 2016

AGRO FOOD MONI TOR EDE

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen

Knelpunten van het MKB in de steden

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

Starters zien door de wolken toch de zon

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Van baan naar eigen baas

Innovatiemonitor. resultaten 2018 samenvatting

Snapshots van de regionale economie

Bedrijvendynamiek in Nederland: goed of slecht?

De haperende groeimotor van het Nederlands kleinbedrijf

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

MKB-ondernemers met oog voor de toekomst

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

INNOVATIEMONITOR. resultaten regiofoodvalley.nl

Een eigen bedrijf is leuk!

bedrijven Hoeveel jonge bedrijven hebben geïnvesteerd? Waarin hebben de bedrijven geïnvesteerd?

FME Postbus AD Zoetermeer T E I HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016

Economische kracht van het MKB in Kop van Noord-Holland in 2011

Fact sheet Ondernemerschap in Zuidoost Ondernemers in Zuidoost, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

M Bedrijfsoverdrachten in het MKB

Buitenlandse investeringen door het MKB

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

Bedrijvendynamiek in Nederland: starten, stoppen en snel doorgroeien.

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

>Retouradres Postbus BJ Den Haag

M Opleidingsniveau in MKB stijgt

Atlas voor gemeenten 2012:

MKB investeert in kennis, juist nu!

Stemming onder ondernemers in het MKB

Help, ik heb personeel

Regionaal-Economische Barometer

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Onderzoeksflits.

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Een Werkende Arbeidsmarkt

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

M Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

Regionale prognoses Culemborg

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Fact sheet. Ondernemers in Nieuw-West, te bestuderen kijken we eerst naar alle vesti- merschap in stadsdeel Nieuw-West zich verhoudt

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

De arbeidsmarkt in Midden-Limburg

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Huidig economisch klimaat

Overheid en economie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld

Eindexamen vwo economie 2014-I

Het belang van het MKB

Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten

Bijlage HAVO management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. HA-0251-a-15-2-b

M Snelle groeiers zijn ambitieus. Snelle groeiers versus niet-snelle groeiers

Starten in een dal, profiteren van de top

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Fact sheet Ondernemerschap in Centrum Ondernemers in Centrum, 2010 Ondernemers in Amsterdam, 2010

RAPPORT. Groeimonitor. Hoe doen de Limburgse bedrijven het op vlak van internationalisering, samenwerking, opleiding en innovatie?

Conjunctuurenquête voorjaar 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

AGRO FOOD MONI TOR Ede Wageningen 2017

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Fact sheet. Ondernemerschap in Westpoort. Vestigingen en ondernemingen in Westpoort. Ondernemerschap in Westpoort. november 2011

Afhankelijkheid in het MKB

Regionale prognoses Meppel

Transcriptie:

M201105 Potenties voor economische groei Bijdragen aan economische groei van snelle groeiers en subtoppers Lia Smit Wim Verhoeven Gerrit de Wit Zoetermeer, 31 januari 2011

Potenties voor economische groei Snelle groeiers en subtoppers: beide belangrijk voor economische groei De Nederlandse economie is in de recessie gekrompen met 5%. Dat roept de vraag op hoe en in welk tempo weer terrein kan worden teruggewonnen. Daarbij ligt de focus onder andere op de bijdrage die Nederlandse bedrijven kunnen leveren aan economische groei. In het bijzonder op de bedrijven die bij uitstek geschikt zijn om hieraan een bijdrage te leveren: de snelle groeiers. Gewezen wordt op de potenties van de snelle groeiers: bedrijven die in drie jaar tijd gemiddeld 20% groei per jaar realiseren. Maar zijn zij de enige die perspectieven bieden? In het kader van deze vraag heeft EIM onderzoek verricht naar de potenties van subtoppers: bedrijven die wel groei realiseren, maar in een trager tempo dan snelle groeiers. Bij vergelijking tussen de subtoppers en snelle groeiers valt op dat beide groepen bijdragen aan economische groei, maar op verschillende manieren. Snelle groeiers zorgden in de periode 2003-2007 voor een bruto werkgelegenheidsgroei van 369.000 banen (61%); subtoppers creëerden in die periode 193.000 banen (20%). Kijken we echter naar omzet dan blijken subtoppers in deze periode verantwoordelijk te zijn voor 36% van de nationale omzet tegenover 21% door snelle groeiers. Beide groepen leveren dus een bijdrage, zij het op andere indicatoren. In deze rapportage wordt dieper ingegaan op de kenmerken van beide groepen bedrijven en hun bijdragen aan economische groei. Snelle groeiers in Nederland worden ook vergeleken in internationaal perspectief. Met de resultaten van beide onderzoeken (snelle groeiers in internationaal perspectief en groei van subtoppers) als input, heeft EIM op 30 november 2010 een Kennisevent georganiseerd. Elf experts op het terrein van groei hebben aan de hand van stellingen hun visie gegeven op de onderzoeksresultaten en hebben tips gegeven over hoe de groei van beide groepen te bevorderen. U treft hiervan een kort verslag aan onder 1.4. 2

Snelle groeiers: kenmerken internationaal vergeleken Snelgroeiende bedrijven (in de grootteklasse 50-1.000 werknemers) groeien in een driejaarlijkse periode gemiddeld met 20% per jaar. Met deze prestatie zorgen zij voor meer dynamiek in het economische landschap. De onderliggende verklaring voor hun snelle groei is dat deze bedrijven gemiddeld innovatiever en productiever zijn. Met hun snelle groei realiseren de ondernemers die deze bedrijven runnen ook een spillover effect: zij zijn een rolmodel voor andere ondernemers. Als er gekeken wordt naar de 9 belangrijkste benchmarklanden, dan bevindt Nederland zich nu in de middenmoot: 11% van de bedrijven in Nederland behoort tot de groep snelgroeiende bedrijven. 1 De jaren daarvoor lag dit percentage een stuk lager en eindigde Nederland in de onderste regionen. Er is dus een vooruitgang te constateren. Japan 3.4 Duitsland 5.9 Frankrijk Italie Belgie 7.8 8.2 9 Nederland Finland Verenigd Koninkrijk 11 11.6 11.7 Denemarken 13.5 Verenigde Staten 24.3 0 5 10 15 20 25 30 percentage snel groeiende bedrijven EIM verricht op dit moment een internationale studie naar snelgroeiende bedrijven. In 17 landen wordt over een periode van 7 jaar (1999-2005) gezocht naar verklarende factoren voor het percentage snelle groeiers in een land. Alhoewel de totale studie nog niet is afgerond, kan al wel inzicht worden gegeven in een aantal tussenresultaten. In de bekeken periode lag het aantal snelle groeiers in Nederland lager dan het gemiddelde in de 17 bekeken landen. Uit regressieanalyse blijkt dat de volgende factoren hierbij een rol hebben gespeeld. Nederland is een relatief klein land. Het blijkt dat in grotere landen bedrijven vaker tot snelle groei kunnen komen, omdat zij een grotere binnenlandse markt ter beschikking hebben. Nederland kende in de bekeken periode een relatief lage groei van het BNP. Bij minder economische groei is het lastiger snel te groeien. Nederland kende in de bekeken periode een relatief lage deelname aan hoger onderwijs. Uit diverse andere studies is al gebleken dat hoger op- 1 De cijfers uit de tabel hebben betrekking op de werkgelegenheidsgroei tussen 2005-2007 onder bedrijven met een omvang tussen de 50 en 1000 werknemers in het begin van de periode, dus in 2005. 3

geleide ondernemers meer succes hebben en dus vaker een snelgroeiende onderneming zullen hebben. Nederland heeft relatief veel wetgeving ter bescherming van de werkgelegenheid. Snelgroeiende ondernemingen zijn gebaat bij een flexibele arbeidsmarkt, zodat zij makkelijker en sneller nieuw personeel kunnen aantrekken c.q. zittend personeel kunnen afstoten. Nederlandse ondernemers ondernemen relatief vaak vanwege de onafhankelijkheid die zij daarmee krijgen en relatief weinig om er een hoger inkomen aan over te houden. De groeiambities liggen dus lager in vergelijking met andere landen. Snelle groeiers: rol in de economie 1 Alhoewel het verband tussen de effecten van snelle groeiers en macroeconomische groei tot dusver niet empirisch is aangetoond, kan wel degelijk inzicht worden verschaft in de rol die deze bedrijven vervullen in de Nederlandse economie. Rol voor de werkgelegenheid In onderstaand diagram is zichtbaar gemaakt welk aandeel snelle groeiers, normale groeiers, gelijkblijvers en krimpers hadden in de totale werkgelegenheid in Nederland in de periode 2003-2007. Deze analyse is verricht over een selectie van 222.000 bedrijven met meer dan 1 werkzame persoon. Figuur 1 Aandelen in werkgelegenheid 2003-2007 krimpers 23% snelle groeiers 5% normale groeiers (subtoppers) 17% gelijkblijvers 55% Bron: EIM 2010 op basis van Reachdatabase. 1 In afwijking van de vorige paragraaf is snelle groei hier gemeten over een periode van 5 jaar, waarbij gekeken is naar een mix van absolute en relatieve groei. In deze paragraaf zijn alle bedrijven meegenomen die op het einde van de meetperiode 2 of meer werkzame personen hadden en die aan het begin van de meetperiode reeds bestonden. 4

Opvallend is dat snelle groeiers slechts voor 5% bijdragen aan de werkgelegenheid en normale groeiers (de subtoppers) voor 17%. Waarom ligt de focus in het economische beleid dan zo sterk op snelle groeiers als het gaat om werkgelegenheid? Die focus wordt verklaard door het feit dat snelle groeiers een grote bijdrage leveren als er wordt gekeken naar de werkgelegenheidsgroei. In de periode 2003-2007 waren snelle groeiers verantwoordelijk voor 61% van de banencreatie: zij zorgden in die periode voor 369.000 nieuwe banen. De subtoppers droegen voor 20% bij aan de werkgelegenheidsgroei met 193.000 banen. Zie verder onderstaande illustratie. Figuur 2 Groei/krimp bedrijven 2002-2006, aantallen en aandeel bedrijven 600.000 400.000 369.000 200.000 0 61% 193.000 20% 0 0% -2% -85.000-200.000-32% -400.000-600.000-647.000-800.000 snelle groeiers normale groeiers (subtoppers) gelijkblijvers krimpers totaal Bron: EIM 2010 op basis van Reachdatabase. Rol in de totale omzet van Nederlandse bedrijven Snelle groeiers realiseerden van 2002-2006 een groeiend aandeel in de totale omzet. In onderstaande illustratie is te zien dat de snelgroeiende bedrijven in 2002 14% van de totale omzet voor hun rekening namen tegenover 29% van de normale groeiers. Aan het eind van de periode (2007) verzorgden snelle groeiers 21% van de totale omzet tegenover 36% die door de subtoppers werd verzorgd: beide categorieën realiseerden een 7%-punt hoger aandeel. 5

Figuur 3 Aandelen in totale omzet, periode 2002-2006 begin periode snelle groeiers; 601.000 krimpers; 1.388.000 einde periode snelle groeiers; 970.000 krimpers; 2.035.000 normale groeiers (subtoppers); 971.000 gelijkblijvers; 882.000 gelijkblijvers; 882.000 normale groeiers (subtoppers); 1.164.000 Bron: EIM 2010 op basis van Reachdatabase. Als er echter wordt gekeken naar de omzetgroei in de periode 2002-2006, dan blijken subtoppers, en niet snelle groeiers, op de eerste plaats te staan. Figuur 4 Omzetgroei 2002-2006, absoluut (in mln. euro's) en relatief (in procenten) 400,0 350,0 349,1 300,0 250,0 200,0 150,0 135,8 193,7 36% 100,0 50,0 0,0 97% 70% 41,4 21-6% -50,0 snelle groeiers normale groeiers (subtoppers) -21,8 gelijkblijvers krimpers totaal Bron: EIM 2010 op basis van Reachdatabase. Snelle groeiers en subtoppers vergeleken Als snelle groeiers en subtoppers over de periode 2002-2006 worden vergeleken op hun bijdragen aan werkgelegenheid, werkgelegenheidsgroei, omzet en omzetgroei, dan blijken zij beide om verschillende redenen aantrekkelijke partners voor de overheid. Daar waar snelle groeiers vooral scoren op werkgelegenheidsgroei, zijn subtoppers vooral aantrekkelijk als het gaat om het realiseren van omzetgroei. Er zijn ook nog een aantal vergelijkingen gemaakt op andere terreinen (indicatoren). In onderstaande tekstbox wordt een overzicht gegeven. Indicator Snelle groeiers Subtoppers Continuïteit van snelle groei is tijdelijk fenomeen: normale groei (minder dan de groei slechts 10% van de gemiddeld 20% per jaar 6

snelle groeiers houdt over 4 jaar de groeispurt vol over drie jaar) wordt over jaren volgehouden Effect extra omzetgroei jaarlijks 5.000 banen extra jaarlijks 5.000 banen extra van 1% Productiviteit omzetgroei per werkende is relatief lager omzetgroei per werkende is relatief hoger Financiële gezondheid buffervermogen is beperkt aanwezig buffervermogen is in ruim voldoende mate aanwezig Knelpunten relatief meer knelpunten relatief minder knelpunten Expertdiscussie Op 30 november 2010 zijn de onderzoeksresultaten uit deze rapportage voorgelegd aan 11 experts (zie bijlage 1) op het terrein van (snelle) groei en innovatie van bedrijven. Aan de hand van twee stellingen hebben zij hun visie gegeven op mogelijke beleidsimplicaties van de onderzoeksresultaten. Stelling: Efficiënt economisch beleid gericht op groei, focust op snelle groeiers Wetenschappelijk onderzoek heeft niet aangetoond dat dit zo is. Snelle groeiers zijn vooral interessant in het licht van werkgelegenheidsgroei. Nederland kampt op dit moment niet met een buitensporig hoge werkloosheid, dus is het de vraag of de focus uitsluitend op snelle groeiers moet liggen. Nederland is nog steeds een van de meest welvarende landen; als het percentage snelle groeiers wat lager ligt: so what? Belangrijker is dat meer ondernemers een groeiambitie krijgen. Kan er niet worden onderzocht hoe je dat kunt realiseren? In Denemarken is er bijvoorbeeld ook een hoge welvaart, maar ook een hoger aandeel snelle groeiers dan in Nederland en overall zijn ondernemers in Denemarken meer bereid risico te nemen. Wat is de achterliggende drijvende kracht? Snelle groei is niet alleen maar positief: het brengt meer risico mee. Hoe houd je de zaak onder controle? Vanuit dit oogpunt zijn er zeker argumenten voor een wat tragere groei (bijv. 10% per jaar) die soepeler te managen is. Port4Growth begeleidt bedrijven bij hun omzetgroei van 2 naar 20 miljoen euro in 5 jaar tijd. Ondanks de zware recessie blijkt 65% van deze bedrijven nog groei te realiseren. Zelf geven zij aan dat dit komt door hun sturing op groei en strakke, goed georganiseerde bedrijf. Je moet ook kijken naar de markten waarop snelle groeiers opereren. Als er weinig concurrentie is, zoals op sommige ICT-markten, dan is de markt al snel 'van jou'. In Nederland starten veel nieuwe bedrijven in de dienstensector; slechts 1% van de start ups zit in de industrie. Dit vraagt om een modern industriebeleid. Groei van bedrijven wordt bevorderd door een goede voedingsbodem: is ondernemen in Nederland leuk? Het huidige ontslagrecht werpt drempels op voor het aannemen van personeel. Die drempels zou je moeten slechten om groei te stimuleren. Daarnaast zou je concurrentie moeten bevorderen door het aantrekkelijk maken van ondernemerschap. Daardoor ontstaan nieuwe bedrijven en ervaren bestaande ondernemingen meer prikkels tot innovatie. 7

Er moet dus meer aandacht komen voor ondernemerschap in het onderwijs. En dan niet alleen op de TU: juist lagere opleidingsniveaus kunnen met een praktische aanpak een rol spelen bij het vermarkten van kennis. Inspirerende voorbeelden en rolmodellen kunnen hierbij worden ingezet. Stelling: Effectief economisch beleid gericht op groei, vereist samenwerking en kennisdeling Deze stelling is een open deur. De vraag is vooral: hoe realiseer je nu samenwerking en kennisdeling? Er moet in het ondernemerschapsbeleid meer gewerkt gaan worden vanuit het microniveau, meer bottom-up. Direct in de nabijheid van bedrijven liggen de mogelijkheden tot beïnvloeding. Een voorbeeld van wat organisaties op dit moment doen: rondetafelbijeenkomsten met 15 ondernemers. Dit leidt tot kennisdeling. Ook zou de valorisatieagenda toenemende mogelijkheden kunnen bieden om de samenwerking onderling en ook tussen ondernemers en kennisinstellingen te stimuleren. IPC's en innovatievouchers zijn goede voorbeelden hiervan. IPC's zijn overigens wel lastig te realiseren in de praktijk: met bloed, zweet en tranen. Ondernemers blijken niet makkelijk bereid te zijn tot het delen van kennis. Zij zien elkaar toch vooral als concurrenten. Opvallend is dat jongere ondernemers hier minder moeite mee hebben. 8

Deelnemerslijst Kennisevent Groei Wetenschap Eric Stam, hoogleraar ondernemerschap, Universiteit Utrecht Jeroen de Jong, universitair docent, innovatiespecialist, Erasmus Universiteit Rotterdam Marcel Kleijn, raadsmedewerker, Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid Beleid Muriel van de Kley, beleidsmedewerker cluster ondernemerschap, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Pieter Waasdorp, Interdepartementale programmacommissie Kennis en Innovatie Beleidsuitvoering Madelon Knop, programmamanager, Porth4Growth Bedrijfsleven Hans Stegeman, Macro-economische Afdeling, Rabobank Fort Jan Wisse RA, bedrijfseconomisch en fiscaal adviseur, Koninklijke Metaalunie EIM Gerrit de Wit, programmamanager Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Wim Verhoeven, senior accountmanager en senior onderzoeker Lia Smit, accountmanager Ondernemerschap 9